Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Scrabble Man
Scrabble Man
Scrabble Man
Ebook328 pages4 hours

Scrabble Man

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Twee sympathieke boeven gijzelen een bekende Hollywoodregisseur. Hun doel is niet alleen losgeld, maar ook kunst. Ze leggen de hele gijzeling vast op film, in de hoop dat het eindresultaat een originele film zal opleveren. Dat was de start van Bavo Dhooge debuut, "Spaghetti", en jaren later besefte de schrijver dat het verhaal niet af was. Hij nam het basisidee en gaf er een heel nieuwe draai aan: de gegijzelde is dit keer geen regisseur maar een acteur, bekend geworden door de rol van seriemoordenaar Scrabble Man te vertolken. Verder in de cast: de echtgenote van de acteur (die hem zat is), een look-alike, een Russische investeerder/gangster... en de échte Scrabble Man. Een remake die het origineel op alle manieren overtreft!Los Angeles is een serie van spannende titels die zich afspelen in, waar anders, de City of Angels. Humor wordt op een kunstige manier gecombineerd met misdaad, geweld, affaires en moord. De boeken in de serie verrassen elke keer weer met verschillende eigenaardige hoofdpersonen, en de vindingrijke karakters maken van het geheel een bruisende en bloedstollende belevenis.
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateNov 26, 2021
ISBN9788726953329

Read more from Bavo Dhooge

Related to Scrabble Man

Titles in the series (9)

View More

Related ebooks

Related articles

Reviews for Scrabble Man

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Scrabble Man - Bavo Dhooge

    Scrabble Man

    Copyright © 2011, 2021 Bavo Dhooge and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726953329

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga is a subsidiary of Egmont. Egmont is Denmark’s largest media company and fully owned by the Egmont Foundation, which donates almost 13,4 million euros annually to children in difficult circumstances.

    ‘All the world’s a stage,

    And all the men and women merely players. They have their exits and their entrances,

    And one man in his time plays many parts’

    William Shakespeare , As you like it, II/7

    ‘If I hear anymore shit outta you, I’m gonna fuckin’ bust your head, and I’m gonna stick your head in a fucking toilet bowl, and I’m gonna make it stay there.’

    Benny Benito in Scrabble Man

    1

    Clint Wilson dacht: als mijn leven een film is, waar is de popcorn? Hij zag alles door een lens. Momenteel zag hij zichzelf in een kraanshot in een oude Chevy ’73 zitten, een beetje zoals Orson Wallace die gangsterfilm, Touch of Evil, liet beginnen. Bij elke mijlpaal in zijn leven vroeg Clint zich af hoe hij zou reageren, welke scène hij zou naspelen. Sterven in breedbeeld als in een westernduel, een cinéma vérité-crash door de straten van San Francisco of gewoon verdwijnen in het sleutelgat van een stomme film. Naast hem zat zijn buddy Cody Stitt, zwarter dan kool en niet zo begaan met films of popcorn. Hij zat meer in over het wapen dat Clint in zijn hand had.

    ‘Je zei dat er geen echt wapen aan te pas zou komen.’

    ‘Als je vastzit, moet je maar een vent met een pistool de kamer laten binnenstormen. Een of andere fransoos zei dat. Maar die had het dan weer van een of andere misdaadschrijver.’

    ‘We zitten niet vast. We moeten nog beginnen. Je sprak over een fakewapen.’

    ‘Een regisseur neemt elke dag duizend beslissingen en moet de kerk in het midden houden.’

    ‘De kerk? Dat is een echt wapen, Clint.’

    ‘We draaien geen Disneyfilm, cabron.’

    ‘Wat is volgens jou de kerk in het midden houden?’

    ‘Als ik niet met een echt wapen de kamer binnen kan komen, kan ik ook niet met een waterpistool rondlopen. Dan kan ik net zo goed met mijn lul in mijn hand rondlopen. Die schiet soms nog sneller. De kerk is dus in dit geval een echt wapen dat niet geladen is, snap je?’

    ‘Ik snap het. Waarom steek je de kogels in je zak?’

    ‘Ik ga ze niet zomaar op straat gooien. Je vertrouwt me toch? Ik ga niet schieten, cabron. Het enige wat ik wil schieten, is een schitterende scène met Benny. Als Benny.’

    ‘Als Benny wat?’

    ‘Als Benny. Punt. Ik als Benny.’

    ‘Juist’, zei Cody en hij keek uit het raam.

    Clint rolde het magazijn en haalde de trekker over. Er klonk een droge klik. Klik.

    ‘Wat heb je eigenlijk met Benny Benito?’

    ‘Wat heb ik met… Man, wat heb ik niet met Benny Benito?’

    ‘Je bent toch genoemd naar Clint?’

    ‘Clint? Clint wie?’

    ‘Er lopen niet zoveel Clints rond in Hollywood, Clint. Waarom zweten je handen zo? Het handvat van dat wapen is zo vet als drop.’

    ‘Dat handvat zoals jij het noemt is geen handvat, maar een kolf, en we hadden het over Benny Benito, de man die als twee druppels water op mij lijkt.’

    Clint hief zijn kin op en keek in de spiegel. Hij knikte.

    ‘Ja, dat blijf je maar zeggen’, zei Cody. ‘Maar ik zie het nog altijd niet.’

    ‘Je ziet wat niet?’

    ‘Ik zie Benny niet.’

    ‘Maak het nou, man.’

    ‘Ik zie hem niet in jou.’

    ‘Je moet hem niet zien. Kijk eens, je hebt mensen die van ver een beetje lijken op een acteur. Je hebt mensen die het perfecte spiegelbeeld zijn van een acteur, maar hem toch niet zijn. En dan heb je mensen zoals ik die je gewoon dag in, dag uit, elke minuut, elke seconde doen denken aan Benny Benito.’

    ‘Je maakt jezelf wat wijs.’

    ‘Ja? Ik zeg je, Benny holt straks zo naar de badkamer om te checken of ze zijn spiegel niet aan de voordeur hebben gehangen.’

    Cody zuchtte en bleef maar uit het raam staren.

    ‘Clint, je hebt bruin haar…’

    ‘Donkerbruin.’

    ‘Je hebt blauwe ogen…’

    ‘Eén woord, cabron: lenzen.’

    ‘Je hebt niet eens een kinkratertje.’

    ‘Een wat?’

    ‘Een kuiltje in je kin.’

    Clint checkte. Het kuiltje was er niet. Een gemis.

    ‘Spreek me gerust tegen als ik iets vergeten ben.’

    ‘Je ziet het inderdaad niet, cabron. Ik hoef niet per se op hem te lijken. Ik hoef er niet donker uit te zien. Jij ziet er donker uit.’

    ‘Wat is dat? Alles wat je zegt, ben je zelf?’

    ‘Je hebt zeker nog nooit gehoord van kleurshampoo? Ze kunnen hier tegenwoordig heel wat werk verzetten in de Hills. Als ze een volledig gezicht weer helemaal kunnen aanspannen, als ze een miljoen liter vet uit de billen van een dik wijf kunnen zuigen, dan kunnen ze toch ook wel een klein zielig kuiltje in een kin maken, zeker? Shit, ik kan het zelf ook wel met een knipmesje. Wil je dat ik het doe? Het is zo gebeurd, hoor.’

    ‘Nee, straks lijk je nog te véél op hem’, zei Cody.

    ‘Wat ik wil zeggen is dat ik dat kuiltje niet nodig heb. De mensen zien mij en ze zien Benny Benito.’

    Cody draaide zich nu naar Clint.

    ‘Ik zie enkel een sul met een egoprobleem.’

    ‘Dat komt omdat jij me alle dagen ziet. Als je me elke dag ziet, dan zie je het niet meer. Dan is het weg omdat ik vanzelf Benny ben geworden. Het is zo gewoon geworden dat je er niet meer bij stilstaat. Ik sta er ook niet meer bij stil, want als ik me zou afvragen waarom al die wijven me willen versieren, dan zou ik wel eens tot de vaststelling kunnen komen dat het komt omdat ik wel heel veel weg heb van Benny Benito. En ik mag dan wel zijn tweelingbroer lijken, ik heb inderdaad ook nog wel mijn eigen ego.’

    ‘Oké, je lijkt als twee druppels water op Benny Benito, als ik het zo mag samenvatten. Dat brengt ons bij het plan. Het plan waarbij ik het woord wapen niet heb horen vallen, tenzij ik iets gemist heb. Waarom steek je dat ding nu tussen je riem?’

    ‘Relax, cabron. Het plan is niet veranderd. We gaan nog altijd samen naar binnen en ik leg, wat je zou kunnen noemen, een screentest af. Het zal zelfs niet eens zo ver komen, want als Benny me ziet, is het zo geklonken. Maar stel – en ik zeg: stel – dat hij toch iets meer van me verwacht, dan zal ik een staaltje van mezelf moeten geven. Een staaltje met een stukje staal, snap je?’

    Clint giechelde, niet zoals Cody ooit de grote Benny Benito had horen giechelen.

    ‘Ik snap niet goed hoe jij als lookalike voor Benny Benito kunt gaan werken met een wapen op zak. Ik kan me vergissen, maar dat doet een lookalike niet.’

    Nee, dat deed een lookalike niet. Waar Clint zijn zinnen op had gezet, was gewoon als lookalike gaan werken voor Benny Benito. Een stand-in in drukke tijden, als Benny bijvoorbeeld een persconferentie of interview moest geven aan de andere kant van de oceaan en op hetzelfde tijdstip ergens op een rode loper aan de hand van een heet moordwijf moest verschijnen. Handtekeningen uitdelen, reclamespots maken voor Braziliaanse koffie of Schotse whisky en de paparazzi aan het lijntje houden. Dat zag Clint zo wel een beetje zitten. Hij wist dat Benny dat ook zag zitten. Het was gewoon een kwestie van de juiste man op het juiste moment. Of dacht je soms dat een beer als Benny Benito daar zelf ooit bij stilgestaan had? Nee, want Benny Benito kon in geen honderd jaar weten dat er iemand op deze aardkloot rondliep die nog meer op Benny Benito leek dan Benny Benito zelf. In die zin was Clint Wilson de wandelende reclamespot voor zijn eigen winkeltje Look & Like met allemaal klonen van bekende sterren. Hij was het gezicht. De slogan van het bedrijf was dan ook niet voor niets: ‘Wij zijn er niet alleen voor u, wij zijn u!’ Verrek, waarom zag die Cody dat niet? Die kerel had echt een bril nodig, maar Clint wist dat een neger niet graag met een bril werd gezien. Clint maakte met twee vingers een kuiltje in zijn kin en bekeek zichzelf een tweede keer. In de zijspiegel. Cody zei:

    ‘Weet je, je lijkt eigenlijk veel meer op John Travolta.’

    ‘John Travolta heeft toch ook een prikje in de kin?’

    ‘Een John Travolta zonder prik in de kin. Ja, nu weet ik aan wie je me doet denken. Ik denk dat we voor het verkeerde huis staan, Clint. Waar woont Travolta ergens?’

    ‘Je bent me aan het treiteren’, zei Clint, en hij vloekte omdat hij een puistje in zijn kin had opengekrabd.

    ‘Ah, shit, en je maakt me aan het bloeden. Je bent gewoon jaloers, cabron. Ik ken dat. Je hebt ook nog een vierde groep mensen. Dat zijn de arme sukkels die op niemand en niemendal lijken behalve op zichzelf. Ze zijn met velen en ze kunnen er niets aan doen, maar je mag dat niet afreageren op de rest van ons.’

    Cody klapte de zonneklep omhoog. Het was tijd om Clint terug naar de aarde te halen. Clint kon nu niet anders dan zijn vriend strak aankijken.

    ‘Waarvoor dient dat wapen? Je wilt Benny toch niet onder druk zetten om hem te laten geloven dat jij hem bent?’

    Clint grijnsde zijn tanden bloot en bracht zijn gezicht dichterbij. Alsof hij Cody had meegenomen op een afspraakje in de drive-in en op het punt stond om hem een tong te draaien. Toen maakte hij een paar knoopjes van zijn hemd los en toonde zijn borstkas. Er plakte een pakketje op.

    ‘Weet je wat dat is?’

    ‘Een bom omdat je toch niet zo op Benny Benito lijkt als je zelf wilt geloven?’

    ‘Dat is mijn troef, cabron. Ik wil het heus niet zomaar op een bordje krijgen omdat ik toevallig mijn smoeltje mee heb. Nee, ik wil deze baan voor me winnen. Ik wil ervoor werken. Dit is bloed, Cody. Bloed, zweet en tranen mag het me kosten. Fakebloed.’

    Hij kneep erin, niet te hard omdat hij het nog wat wilde sparen voor straks.

    ‘Jezus Christus’, zei Cody. ‘Je bent gek.’

    ‘Een wapen dat niet is geladen en een zakje fakebloed, cabron. Ik ga het zo spelen dat het allemaal levensecht lijkt. Zie je, ik heb gisteren nog een idee gekregen in mijn slaap.’

    ‘Waarom heb je me dat niet verteld bij het ontbijt?’

    ‘Omdat ik wist dat ik dan niet hier met jou in de wagen voor het huis van Benny Benito zou zitten. Ik ga hem van zijn sokken blazen. Het zal zo gebeurd zijn. Wij dringen binnen, ik bied me aan als lookalike, jij wordt een beetje nerveus, we maken ruzie…’

    ‘Dat zal niet zo moeilijk zijn om na te spelen.’

    ‘We kibbelen wat en dan haal jij het wapen tevoorschijn en schiet me neer.’

    ‘Ik schiet je neer?’

    ‘Jij schiet me neer.’

    ‘In het huis van Benny Benito?’

    ‘In het huis van Benny. Voor Benny’s ogen.’

    ‘Waarom zou ik in hemelsnaam Benny Benito willen neerschieten? Ik dacht dat jij voor hem wilde werken.’

    ‘Je schiet toch niet echt Benny Benito neer? Het is een screentest.’

    ‘Ik ben blij dat ik mag meedoen in jouw poppenkast.’

    ‘En dan ga ik sterven zoals het hoort en zoals Benny ook al deed in Scrabble Man. Hij zal niet weten waar hij het heeft want dat is namelijk mijn idee, cabron. Ik ben niet zomaar een lookalike. Ik ben meer dan dat. Ik ben zijn schaduw. Je moet het tegenwoordig een beetje kunnen inkleden. Je moet eruit springen. Het volstaat niet meer om gewoon te solliciteren. Je moet ze overdonderen.’

    Clint haalde het wapen tevoorschijn.

    ‘Ben je er klaar voor?’

    ‘Kan ik je niet gewoon hier neerschieten? Dan hebben we het achter de rug en kunnen we op Lincoln Avenue nog een kop koffie drinken en het over de L.A. Lakers hebben.’

    ‘Maar dan ziet Benny het niet.’

    ‘Nee, Clint, dan ziet Benny het niet en het is misschien wel beter dat hij het niet ziet, man. Je hebt het hier over binnenvallen in het huis van een bekende acteur op Sunset Boulevard in Beverly Hills. Met een wapen. Je hebt het over zijn vloer besmeuren met een paar flessen ketchup, en waarom eigenlijk?’

    ‘Een auditie, cabron. Een auditie.’

    Cody keek naar buiten en zag de villa. Benny Benito had – zo had Clint het opgezocht als een scholier die een spreekbeurt moest voorbereiden – in totaal vier villa’s. Drie daarvan lagen ofwel in het buitenland of op een eiland. Een ervan wás zelf een eiland. Hij had ook nog een flat in hartje Manhattan, New York, en een klein stadje in Nevada, maar dit schamele stekje was het kleinste van de hele hoop. Een buitenbeentje. Het lelijke eendje. Het had ‘maar’ negen slaapkamers en acht en een halve badkamer, en het werd door Benny Benito maar sporadisch gebruikt. Hollywood was een hel waar je werkte, niet woonde. Clint had dit huis uitgekozen omdat hij wist dat Benny in de stad was voor zaken en omdat het net niet groot genoeg was om in te verdwalen. Cody zei:

    ‘We gaan dus gewoon binnen bij Benny Benito?’

    ‘Zo is dat, cabron.’

    ‘We weten zelfs niet eens of hij wel thuis is.’

    Clint stapte uit. Cody stak zijn hoofd door het open portier. Hij wilde Clint nog een beetje bij zich houden. Het hele gedoe uitstellen. Hij had ineens niet zoveel zin meer om bij Benny Benito op de koffie te gaan.

    ‘Een lookalike, is dat eigenlijk een vak?’

    Clint zat al in de zone. Hij was al weg. Was zich aan het voorbereiden op zijn rol als Benny Benito. Cody staarde naar het wapen in zijn hand en zei nog:

    ‘Kun je niet gewoon een foto en een cv’tje in de bus droppen?’

    Maar Clint haalde diep adem en hoorde het niet meer.

    Hij was al Benny Benito.

    2

    ‘Blijven staan, spaghettivreter! Of je staat straks stijf van het lood in je lijf!’

    Benny rende voor zijn leven.

    Nee, nee, nee, hield hij zichzelf voor.

    Hij wilde niet in de rug worden geschoten. Hij klom als een bezetene de brandtrap op.

    Geen denken aan, man, dacht hij. Deze keer zullen ze me niet krijgen.

    ‘Ik heb je gewaarschuwd, partner.’

    Benny keek nog één keer naar beneden en zag hoe zijn collega hem op de hielen zat.

    ‘Ik weet dat jij de Scrabble Man bent!’

    Hij was nu bijna op het dak. Het was een fluitje van een cent geweest om er te komen, maar hij wist dat hij hier moest stoppen. Hier lag zijn lot. Maar dat betekende niet dat hij er vrede mee moest hebben.

    ‘Ik stel het op prijs dat je op me gewacht hebt, partner’, zei zijn buddy bij de LAPD.

    ‘Ik kon niet anders’, zei Benny en hij meende het nog ook, want het liefst van al was hij op dat dak geklauterd.

    ‘Waarom heb je het gedaan?’

    Het enige wat Benny kon bedenken was: waarom heb ik het niet gedaan? Waarom ben ik niet gewoon dat dak opgeklauterd en gaf ik ze allemaal het nakijken? Waarom ben ik niet gewoon uit beeld gevlucht?

    ‘Ik denk dat ik wist dat het zo moest eindigen’, zei hij dan maar zoals het in het script geschreven stond.

    ‘Als ik jou was, ik zou een slecht voorgevoel krijgen’, zei de flik. ‘Je bent mijn leermeester geweest, maar ik zal geen seconde aarzelen om je van die trap te schieten, ouwe.’

    ‘Je weet dat ik graag de touwtjes in handen houd’, sprak Benny zijn laatste woorden.

    Toen sloot hij zijn ogen en draaide zich om, in een poging om alsnog dat dak te bereiken. Maar hij wist wat er zou volgen. Er klonken twee schoten.

    ‘Ah, shit’, zuchtte hij. ‘Hier gaan we weer.’

    Benny Benito ging niet graag dood. Er was ooit een tijd dat hij wel graag werd afgeknald. Toen hield hij er nog van om doodgeschoten te worden. Doorzeefd door een regen van kogels en dan neervallen, zonder nog één woord te zeggen, want zo ging dat in het echte leven ook. Wat was er beter dan dat? Je zag een don of een moordenaar niet nog een halve monoloog ophoesten. Nee, Benny was een echte en als hij werd koud gemaakt, dan gaf hij je de naakte feiten. Hij hield ook wel van een messteek hier en daar en waar hij ook niets op tegen had, was een zelfmoord van tijd tot tijd: een paar pillen, de strop of de loop tegen de slaap. Of zoals die kerel die zichzelf aan zijn krokodillen voerde. Maar waar Benny zich nooit echt goed bij had gevoeld, was een ziekte. Hij had het niet echt bijgehouden en streepjes op de muur gezet, maar hij schatte dat hij al zo’n dertien keer de geest had gegeven. De twee keren dat hij lag te creperen van kanker en alzheimer waren natuurlijk net die keren dat hij ervoor beloond werd en het gouden beeldje mee naar huis mocht nemen, want dat zagen de mensen graag: andere mensen die lagen te creperen. Maar nu was Benny op een punt in zijn carrière beland dat hij niet meer wilde sterven. Hij wilde leven. Dus lag hij daar een beetje te kermen en te rochelen op die brandtrap, maar uiteindelijk kwam hij half overeind en zei, vlak naast de camera:

    ‘Weet je, Vic, ik weet niet echt of ik wel moet gaan. Ik bedoel, ik heb het gevoel dat ze me hier nog niet kleinkrijgen.’

    Vic, de regisseur van Scrabble Man, die bakken duiten had gekost, riep niet eens ‘cut’, maar hurkte naast zijn ster neer.

    ‘Geloof me, Ben. Ze krijgen je klein. Je bent een laffe seriemoordenaar die dertien mensenlevens op zijn geweten heeft. Waarom zou je het hier dan moeten redden? Je moet eraan. Je denkt toch niet dat we hier anders mee wegkomen?’

    ‘Kan ik niet gewoon een kogel in mijn kont krijgen? Dan zie je me in het volgende shot in een ambulance naar het ziekenhuis en…’

    ‘We draaien een gangsterfilm, Benny. Het is geen aflevering van er. Dat weet je.’

    ‘Ik weet het. Maar ik kan het niet meer opbrengen.’

    ‘Wat?’

    ‘Dat doodgaan.’

    ‘Waarom niet? Het is toch het simpelste wat er bestaat? Je hebt het al honderd keer gedaan. Je bent de meester in de geest geven. Er bestaan workshops waar ze je nadoen, Benny.’

    ‘Dat is het net, Vic’, zei Benny en hij kroop overeind om het de regisseur uit te leggen. ‘Ik doe dat al veel te lang en veel te vaak. Het is niet verrassend meer. De mensen zien mijn naam op de aftiteling en ze weten al dat ik aan het eind het bijltje erbij neer zal leggen.’

    Benny keek zijn regisseur smekend aan.

    ‘Je bent Benny Benito, Ben’, zei Vic. ‘Jij bent, weet je wel, je bént hem gewoon. Je kunt niet ontsnappen. Je bent de boef en de boef moet dood.’

    ‘Waarom? Waarom kan ik niet mijn leven beteren?’

    ‘Het staat zo in het script.’

    ‘Dan veranderen we dat script toch gewoon? Komaan, Vic, ik zie je de hele dag door dat prul aanpassen. Je kunt dat einde toch nog veranderen? De mensen willen met een goed gevoel de zaal uit wandelen.’

    ‘Juist, daarom moet jij eraan en blijft de held in leven.’

    Benny keek naar het groentje dat de hoofdrol op zich had genomen, een model dat uit een of andere soap was overgewaaid.

    ‘Dat doodgaan zet me steeds aan het denken. Ik wil er vanaf.’

    ‘Ik denk er niet aan’, zei Vic beslist. ‘Waarom zou ik zo’n grandioos einde in de regen veranderen? Ik ben mijn speech voor de Oscars al aan het voorbereiden.’

    ‘Oké’, zuchtte Benny. ‘Oké, ik wil het wel voor je doen, dat doodgaan, maar kunnen we niet een alternatieve take doen waarin ik niet doodga? Je kunt dan kiezen tussen het echte einde of een open einde.’

    ‘Ik geloof niet in een open einde. Ik geloof enkel in een open schotwond.’

    Vic liep weg. De vrouw van de make-up kwam nog een beetje bloed op Benny’s hoofd aanbrengen. Hij had namelijk zijn hoofd gestoten bij de val op de brandtrap.

    ‘Ik ben het beu om de schurk te zijn, Vic!’ riep hij nog.

    ‘Dat had je maar moeten beseffen voor je dat contract met die zeven cijfertjes tekende!’

    Ze maakten alles klaar om de tweede take te doen, maar net op het moment dat die van start ging, keek Benny nog een keer op.

    ‘Wat nu?’ vroeg Vic terwijl hij een time-out vroeg.

    ‘Je zou me ook in een coma kunnen laten belanden, Vic. Een coma, dat hebben we nog niet gehad.’

    ‘Nee, en ik wil het niet hebben. Ik wil je dood. Morsdood! Onder de grond.’

    ‘Als je me in een coma legt, dan heb je én een open einde én een mogelijk vervolg in handen. Wat denk je daarvan? Vic? Scrabble Man 2: R.E.V.E.N.G.E.’

    Benny wenkte de regisseur weer bij zich. Hij begon echt een stijve rug te krijgen van de hele tijd op die brandtrap te liggen. Hij was nu niet langer aan het acteren.

    ‘Luister, Vic’, fluisterde hij. ‘Ik kan niet meer doodgaan, man. Ik heb het gehad. Het enige wat ik nog doe, is doodgaan. Wat gaat er dan gebeuren als ik echt zal doodgaan? Ik heb er genoeg van. Ik wil leven!’

    ‘Je bent wat je van jezelf hebt gemaakt, Ben. Een levende legende die toevallig een kanjer is in sterven.’

    ‘Weet je wat het is’, zei Benny. ‘Ik houd er niet van als echte gangsters op straat Benny Benito naspelen. Ik heb gehoord dat ze elkaar in The Bronx afmaken zoals ik het hier doe, Vic. De Benny Benito-way. Jezus, ik heb zelfs gehoord dat een of andere Rus hier in de buurt een echte fan van me is geworden. Hij heeft al meer mensen gemold dan ik en dan speelt die klootzak me gewoon na! Hij heeft zelfs die tic van me onder de knie. Dat kuchje, weet je wel? Kun je je in mij verplaatsen? Begrijp je nu zo’n beetje dat ik me niet meer zo lekker voel in de huid van een gangster?’

    ‘Benny, ik voel met je mee, echt waar’, zei Vic. ‘Maar je kost ons nu al meer dan een ton duiten. Je weet hoe het gaat. Kunnen we dat achter de rug hebben? We moeten je eerste scène nog draaien voor het donker wordt.’

    Dat was het teken voor Benny om op te staan.

    ‘Kijk, dat is ook nog zoiets. Ik ga dood en straks ben ik weer springlevend. Het is allemaal een beetje verwarrend. Ik ben Jezus niet, Vic. Waarom neem je dat niet gewoon op in de gewone volgorde?’

    De regisseur bekeek de wond op Benny’s hoofd en vroeg aan een of ander bleek joch om wat meer bloed. Als dat zo verderging, dan hoefde er zelfs geen ketchup aan te pas te komen want dan zou hij Benny met plezier zelf een bloedneus slaan. En over bloed gesproken, Benny leek het bloed onder Vics nagels vandaan te halen. Vic kookte.

    ‘Het heet economisch draaien, Ben.’

    ‘Ik noem het liever doordraaien en spelen met een mens zijn geest.’

    Het zou overdreven zijn geweest om te beweren dat de grote Benny Benito op het punt stond een potje te huilen. Maar toch brak zijn stem toen hij zijn regisseur en boezemvriend apart nam.

    ‘Ik zal je een geheim verklappen, Vic. Het is niet alleen dat doodgaan. Je denkt misschien dat door zo vaak de geest te geven, je op de duur niet meer inzit over de man met de zeis, maar dat heb je mis. Het werkt omgekeerd. Ik wil de mensen niet meer laten tobben over het geweld, de dood en de mob, Vic.’

    ‘Laat me raden, je wilt de mensen op de zenuwen gaan werken?’

    ‘Ik wil ze laten lachen. Ik wil hun eens een andere kant van me laten zien. Ik kan het, Vic. Je kent me. Oké, ik ben nu niet bepaald een moppentapper, maar ik kan grappig zijn, en eigenlijk draait het zelfs niet eens om grappig zijn, het gaat erom dat ik wat meer positivisme naar de kijker uitstraal.’

    Vic keek hem lang en strak

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1