Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Space Rats
Space Rats
Space Rats
Ebook317 pages4 hours

Space Rats

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De ruimteshuttle van multimiljonair Sly Pollock is vertrekkensklaar. Meerdere mensen willen graag aan boord. Een zangeres die een clip wil opnemen in de ruimte. Een ex-marinier met grootheidswaanzin. Een FBI-agente die vermoedt dat er iets niet in de haak is. De lijst is lang en eigenlijk is maar één persoon die níet mee wil: Dwayne Bryce, de piloot van de shuttle. Hij kampt met vliegangst (en alcoholisme). Niemand van dit stelletje losers en klunzen vermoedt dat ze in een val lopen. "Space rats" begint als een komedie, maar klik de riemen vast: na een tijdje wordt ook de lezer de ruimte in geslingerd, voor verwikkelingen die de scifi-fan zullen bevallen. Los Angeles is een serie van spannende titels die zich afspelen in, waar anders, de City of Angels. Humor wordt op een kunstige manier gecombineerd met misdaad, geweld, affaires en moord. De boeken in de serie verrassen elke keer weer met verschillende eigenaardige hoofdpersonen, en de vindingrijke karakters maken van het geheel een bruisende en bloedstollende belevenis.
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateMay 16, 2022
ISBN9788726953442

Read more from Bavo Dhooge

Related to Space Rats

Titles in the series (9)

View More

Related ebooks

Related articles

Reviews for Space Rats

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Space Rats - Bavo Dhooge

    Space Rats

    Copyright © 2016, 2022 Bavo Dhooge and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726953442

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga is a subsidiary of Egmont. Egmont is Denmark’s largest media company and fully owned by the Egmont Foundation, which donates almost 13,4 million euros annually to children in difficult circumstances.

    Voor Chuck Yeager

    ‘I feel fine. How about you?’

    yuri gagarin

    tijdens zijn eerste ruimtevlucht

    ‘Space is hard.’

    richard branson

    ‘The conquest of space is worth dying for.’

    gus grissom

    Een commerciële ruimteshuttle die een testvlucht niet doorstaat en crasht. Een dronken piloot die spoorloos is. Een doofpotoperatie. Een agente die zich uitgeeft voor reporter. Een kaping die geen kaping is.

    De verdwijning van een zangeres die een clip in space wou opnemen. Een ontvoering. Een moord.

    Een kaping die wel een kaping is. Nog een moord. De aap van de popster die mee aan boord wil. En nog een paar verrassingen op aarde… en in space.

    I

    Het landschap van de Mojavewoestijn was als een fata morgana. Het deed Ziggy denken aan Mars of de maan, al had hij zijn hele leven nog geen stap buiten South L.A. gezet. Maar daar zag je natuurlijk ook de meest vreemde wezens. Ziggy beschouwde zichzelf als een gestrande astronaut, als James Brolin in die film eind jaren zeventig over die gasten die een ‘landing’ op Mars in een studio hadden opgenomen om het volk te bedotten.

    De loods lag nu meer dan een mijl achter hem. Ziggy wilde nog een paar meter verder stappen, maar als het dan een leegte bleef, zou hij zich omdraaien en weer naar de loods gaan. Op de volgende helling bleef hij staan.

    Daar had je hét.

    Ziggy zag het wrak. Het tuig schitterde in de hitte. Het was gecrasht. Hij tastte naar zijn smartphone en belde de man die hem eerder had gebeld.

    ‘Wie is dit?’ vroeg de stem.

    ‘Ziggy,’ zei Ziggy.

    ‘Zie je het, Ziggy?’

    ‘Ja, ik zie het,’ zei Ziggy. ‘Wat is het? Een ruimteschip?’

    ‘Je ziet het toch,’ zei de stem. ‘Wat zie je precies?’

    ‘Een ruimteschip.’

    ‘Doe normaal,’ zei de stem.

    ‘Het is een ruimteschip.’

    ‘Het is geen ruimteschip,’ zei de stem.

    ‘Wat dan? Het lijkt wel de fucking Enterprise.’

    ‘Het is een shuttle.’

    ‘Het is een ruimteschip.’

    ‘Het is dé shuttle,’ zei de stem.

    ‘Welke shuttle?’

    ‘Je weet toch in wat voor branche ik zit, Ziggy?’

    Ja, dat wist Ziggy. Maar man, het sprak zo tot de verbeelding. Ziggy voelde zijn ademhaling stokken. Het léék een ruimteschip. Hij wist dat de dag ooit zou komen dat ze hier zouden landen. Hij wist alleen niet dat het vlak voor zijn neus zou gebeuren, in de Mojavewoestijn. Hij had het in strips en in films gezien, maar dit was echt.

    ‘Oké,’ zei Ziggy. ‘Het wás een shuttle.’

    ‘Het ziet er niet uit, hè?’

    ‘De shuttle is stuk.’

    ‘Shit.’

    ‘Dat is het minste wat je kunt zeggen.’

    Het bleef even stil.

    ‘Ja,’ zei Ziggy. ‘Wat doe ik hier precies?’

    De stem leek even van slag.

    ‘Je staat dus voor het wrak.’

    ‘Ja, zo zou je het kunnen noemen.’

    ‘Het wrak van één miljard.’

    ‘Bummer,’ zei Ziggy.

    ‘Wat je zegt.’

    ‘Wat moet ik doen? Een foto nemen?’

    ‘Verrek!’ zei de stem.

    ‘Wat dan wel?’

    De man aan de andere kant was het verlies van de shuttle aan het verwerken.

    ‘Mag ik vragen wat hier aan de hand is?’

    ‘Dit is wat ik van je wil, Zig. Je wilt naar dat wrak gaan.’

    ‘Nou, ik weet niet of ik dat wel wil,’ zei Ziggy.

    Hij wist nog steeds niet zeker of het wel een shuttle was en geen ruimteschip. Die weerexperimenten waren ook niet altijd zomaar ballonnen.

    ‘Geloof me, dat wil je wel.’

    ‘Ik wil weten waar Brody ergens zit.’

    ‘Vergeet Brody even, Ziggy.’

    ‘Vergeet Brody even? Brody is mijn broer. Als je me vraagt hem even te vergeten, dan zal dat wel voor iets machtigs moeten zijn.’

    ‘Relax, Brody is safe.’

    ‘Waarom wil je dat ik naar dat wrak stap?’

    ‘Omdat het is wat ik wil, Zig.’

    Ziggy zuchtte.

    ‘Je stapt erheen en je gaat naar binnen.’

    ‘Naar binnen?’

    ‘Wat anders?’

    ‘Ik dacht…’

    ‘Je denkt te veel en je doet te weinig, Zig. Ga naar binnen en kijk rond. Er kan je niets gebeuren.’

    Ziggy keek naar beneden.

    De stem zei:

    ‘Ik bel je over een paar minuten weer op. Hou je telefoon bij de hand. Dan kan je me vertellen wat er aan de hand is.’

    Ziggy wilde nog iets zeggen, maar er was al opgehangen. Zelfs toen nog zag Ziggy het gezicht van de man die hij net aan de lijn had. Hij zag het gezicht voor zich: de vent met de enorme oren. Ziggy vroeg zich af wat voor smartphone de man tegen zijn olifantenoren hield. Een Samsung Galaxy 10.0?

    Ziggy daalde de helling af. Hoe dichter hij bij het wrak kwam, hoe meer beelden er door zijn hoofd schoten. Roswell. nasa . Cover-up. Aliens. The X-Files. Groene mannetjes op een brancard in een loods. Mannen met een zonnebril en een maatpak. Men in Black. Will Smith toen hij nog cool was en die blanke gozer.

    Ziggy stapte op het wrak af. Toen hij eraan kwam, zag hij het.

    Het wás de shuttle. Hij zag het logo op de shuttle en las de woorden af:

    ‘rats .’

    Hij keek rond, boog het hoofd en ging het wrak binnen. Het rook er naar metaal, rook en benzine. Het was een wrak en het was geen ruimteschip. Maar het was uitgebrand, dus kon het ook geen kwaad om een kijkje te nemen.

    Een paar meter verder stopte hij.

    Het kon wel kwaad.

    2

    Ziggy belde het nummer van Spock.

    ‘Shit!’ was het eerste wat hij zei.

    ‘Wat is er?’ vroeg Spock.

    ‘Er ligt hier een vent,’ zei Ziggy.

    ‘Natuurlijk ligt daar een vent, Ziggy.’

    ‘Ben je zeker dat het een vent is en geen alien?’

    ‘Wil je eens ophouden over die aliens?’

    ‘Ze kunnen zich transformeren.’

    ‘Ziggy, wat denk je? Dat die shuttle uit zichzelf is neergestort?’

    Ziggy keek naar de vent. Hij lag er levenloos bij. Het was een man. Een mens. Het was geen alien. Al had Ziggy op dat moment wel liever een ET gezien. Spock vroeg:

    ‘Wat zie je nog?’

    ‘Hij heeft een pak aan. Een ruimtepak!’

    Ziggy kon het nog steeds niet geloven. Ziggy, die het om de haverklap tegen alles en iedereen had over zijn plan om ooit een zaak te beginnen, met strips en posters van B-films en sciencefictionfilms. De hele dag lang in een andere wereld vertoeven en naar oude special effects kijken. Nu leek het er sterk op dat hij in zo’n poster was gestapt. Ziggy, die gek was van Flash Gordon en Ironman. Ziggy, die gebogen stond om onder het dak te kunnen. Hij keek neer op het pak voor hem. Met een helm op. Ziggy had het gevoel dat hij op instorten stond. Crashen, net als het wrak.

    ‘Oké, je staat dus in dat wrak. Wat zie je?’

    Ziggy dacht dat het een grap was. Charade. Ik zie wat jij niet ziet.

    ‘Die vent daar aan je voeten is dood. Klopt?’

    Wat, klopt?

    ‘Het is hier donker.’

    ‘Je begint me een beetje op mijn zenuwen te werken. Er moet daar een stijve liggen. Ja of ja?’

    ‘Als je het zo stelt.’

    ‘Confirméér, Zig. Confirmeer. Zie je of zie je geen lijk?’

    Ziggy durfde het niet hardop te zeggen. Hij had nog nooit in zijn leven een lijk gezien. Ja, in films en in strips, maar nog nooit in levende lijve. Of beter: in dode lijve.

    ‘Ah, een lijk. Dát lijk! Ja, nu zie ik het.’

    ‘Dat dacht ik al.’

    ‘Wat wil je dat ik doe?’

    ‘Ik wil dat je confirmeert dat hij echt dood is.’

    ‘Wat?’

    ‘Welk woord heb je precies niet verstaan, Zig? Confirmeer?’

    ‘Ik weet wat het betekent,’ zei Ziggy.

    ‘Wel, doe het dan!’

    Ziggy keek naar het pak alsof het een ratelslang was. Hij wist niet hoe eraan te beginnen. Hij bukte zich en voelde aan het pak met de letters ‘rats’ op. Het was smerig en glad, en het rook naar benzine. De helm zag pikzwart.

    ‘Ik weet niet wat ik moet doen, meneer Spock.’

    ‘Je controleert of hij dood is, Ziggy.’

    ‘Tss.’

    ‘Waarom heb ik de indruk dat ik alles alsmaar herhaal?’

    ‘Maar hoe?’

    ‘Je vertelt hem een mop en wacht tot hij lacht. Oké?’

    Ziggy had het pak nu omgedraaid. Hij veegde het stof en de as van de helm en zag zichzelf. Hij zei:

    ‘Hé!’

    ‘Wat zei je?’ vroeg Spock.

    ‘Ik heb het tegen hem,’ zei Ziggy.

    Hij zei het nog een keer:

    ‘Hé!’

    ‘We hebben niet de hele dag, man. Is die gozer dood of niet?’

    Ziggy stond op en trapte op het pak. Er kwam geen reactie. Hij gaf nog een trap, maar er kwam niets meer. De man, wie het ook was, was morsdood. Ziggy voelde zijn maag omdraaien. Hij kotste er alles uit, vlak naast de man in het pak. Hij dacht dat het daarmee van de baan was en zei:

    ‘Ik heb gedaan wat je me hebt gevraagd. En nu wil ik waar ik om heb gevraagd. Ik wil Brody zien.’

    ‘Je bent bijna klaar, Ziggy.’

    ‘Ik bén klaar.’

    ‘Nee, je bent nog niet klaar. Er is nog één ding. We moeten opschieten. Straks krioelt het daar van een massa mensen die er de marshals bij roepen die er op hun beurt de fbi bij roepen die er op hun beurt de cia en de staatsdienst bij roepen en dat wil ik allemaal niet hebben. En wat we al helemaal niet kunnen hebben is een slachtoffer in mijn shuttle, Ziggy. Dat is slechte reclame.’

    ‘Ik raak die vent met geen vinger meer aan,’ zei Ziggy.

    ‘Je hoeft hem niet aan te raken.’

    ‘Hij is misschien radioactief.’

    ‘Straks ruimen ze de boel op. Maar jij bent de échte opruimer, Ziggy.’

    ‘Wat?’

    ‘Wat je nu gaat doen is dat pak uit het wrak halen,’ zei Spock.

    Ziggy zei:

    ‘Ik denk dat ik je niet goed verstaan heb.’

    ‘Je hebt me wel verstaan. Doe het.’

    ‘Wat een grap!’

    Hij wilde het weglachen, maar Spock werd pittig crispy.

    ‘Wil je je broer, Zig? Dan moet je dat pak uit dat wrak halen.’

    Ziggy dacht: dit was niet de deal. Maar hij wist dat hij er niet onderuit kon.

    ‘Wat moet ik doen nadat ik hem uit het wrak heb gehaald?’

    ‘Dat vertel ik je wel als je zover bent. Ik bel over twee minuten terug. Denk je dat je die klus kan klaren op twee minuten?’

    Ziggy wilde zeggen dat hij het zou proberen.

    Maar Spock had al opgehangen.

    3

    Spock wachtte niet eens twee minuten. Hij had het gehad met dat wachten. Hij zat op tien mijl van de plek waar het wrak lag. Meer bepaald stond hij voor het raam van de rats -basis dat uitkeek over de Mojavewoestijn. De basis was compleet leeg. De werknemers van rats – Recreational Adventures in Time & Space – waren op dat moment in alle staten nadat ze over de mislukte landing hadden gehoord van de eerste commerciële ruimtevlucht van rats , het bedrijf dat Sly – Spock – Pollock had opgericht om na de jarenlange Space Race die Britse Dick, Richard Branson, de loef af te steken. Verrek, hij had zelfs William Shatner – ‘I’m William Shatner’ – zover gekregen om de stem in te spreken van de boordcomputer van de shuttle. Spock had in de eerste plaats aan Leonard Nimoy gedacht, de echte Spock uit de originele Star Trek, maar die was er niet voor te vinden en dus werd het al snel ‘I’m William Shatner’. Het was niet hal uit Space Odyssee en het was ook al niet r2d2 uit Star Wars, maar het was beter dan niets.

    Nu stond Spock te bedenken hoe lang het dat groentje zou kosten om dat pak uit de shuttle te slepen. Want dat dat pak en de crash niets met elkaar te maken mochten hebben, stond als een paal boven water.

    Er bestond ook nog zoiets als een schietstoel. Spock zag geen man in dat wrak. Spock zag een man net voor de crash op een knop duwen en de schietstoel lanceren. Spock zag de man landen en nadien op de persconferentie verklaren dat hij het op het nippertje had gehaald. Spock zag geen lijk. Wat, welk lijk?

    Spock telde de seconden af en belde Ziggy terug.

    ‘Waar is dat pak? Heb je hem er al uitgehaald?’

    De stem van Ziggy klonk hees.

    ‘Ik heb hem eruit gekregen,’ zei Ziggy.

    Het ‘meneer’ was verdwenen, net als de rest.

    ‘Ik heb gedaan wat je hebt gevraagd, maar het viel niet mee,’ zei Ziggy. ‘Waar is Brody?’

    ‘Je bent er bijna.’

    ‘Ik ben er, Spock. Wat wil je nog meer? Wil je dat ik hier een put graaf en hem onder de grond stop? Want als je dat in gedachten hebt, mag je het vergeten. Ik maak mijn handen niet meer vuil.’

    ‘Wat je wilt, is hem naar je wagen brengen…’

    ‘Jezus, er komt geen eind aan dit gezever.’

    ‘Ziggy?’

    ‘Ja?’

    ‘Je brengt hem naar je wagen en stopt hem in de koffer.’

    ‘Dit is een nachtmerrie,’ hoorde Spock het groentje zuchten.

    Hij zag hem niet, maar toch zag hij Ziggy de woestijn rondkijken.

    ‘Waar denk jij hier een wagen te vinden? Wil je hem aan de kant van Route 66 zetten en hem laten liften naar Vegas om nog een rondje te dobbelen?’

    ‘Ziggy, ik weet dat je een wagen hebt.’

    ‘Jij weet alles, hè? Weet je ook welke vinger ik opsteek?’

    ‘Doe het nou gewoon. Oké?’

    ‘Nee, niet oké,’ zei Ziggy.

    Stilte.

    ‘Maar ik zal het wel moeten doen als ik Brody wil, zeker?’

    ‘Je wordt er niet dommer op.’

    ‘Als je dat maar weet.’

    Spock staarde uit het raam. Hij zag een kale vlakte en zag hem in gedachten staan. Ziggy, met aan zijn voeten een pak met een man in die hij moest lozen voor het hele circus er aankwam.

    ‘Dit is een geintje, hè?’ vroeg Ziggy.

    ‘Er is geen geintje als je doet wat ik vraag en het enige wat ik je vraag is om die lamstraal in de koffer van je wagen te stoppen.’

    ‘Wat denk je dat dit is? De Bermuda-driehoek waar alles zomaar kan verdwijnen? Als je denkt…’

    ‘Ben je klaar, Zig?’

    ‘Ik zeg je maar hoe ik het zie.’

    Spock draaide zijn tong in zijn wang. Hij zag de vlakte en het leek wel alsof hij, door zich de hele scène voor te stellen, hij hem ook in gang kon zetten. Een vorm van telekinese. Hij wachtte nog een paar seconden. Het bleef stil.

    Toen hoorde hij Ziggy op een andere manier zuchten. Het zuchten van een vent die aan de slag ging. Ziggy, die er zich aan had gezet en het pak naar de wagen in de woestijn aan het slepen was. Ziggy, die de man over zijn schouder had gelegd, als een soldaat die een maat naar de helikopter droeg. Wel, dit was ook oorlog. Spock besloot om hem maar niet te vragen of het wat opschoot. Hij liet het zijn gangetje gaan. Toen het weer stil werd, zei Spock:

    ‘En?’

    ‘Ik ben er,’ zei Ziggy.

    ‘Oké, ligt hij in je koffer?’

    ‘Nee, hij zit op de achterbank. Man, jij bent niet van deze wereld. Denk je dat ik dat zomaar kan?’

    Spock wachtte. Een eeuwigheid. Hij hoorde het groentje de koffer openen. Hij hoorde hem het lijk in de koffer stoppen.

    ‘Hij ligt erin,’ zei Ziggy.

    ‘Jij bent de man, Zig.’

    ‘Ja ja. Wat nu?’

    ‘Perfect.’

    ‘Nu zit de klus erop, hè?’ zei Ziggy.

    Probeerde Ziggy.

    ‘Nee.’

    ‘Wat nee?’

    ‘Nu wil ik alleen nog dat je je wagen in de fik steekt.’

    Het bleef weer stil. Deze keer was er geen zucht te horen. Toen:

    ‘Zeg dat nog eens.’

    ‘Ik wil dat je je wagen in de fik steekt,’ zei Spock.

    ‘Je bent gek, man,’ zei Ziggy. ‘Dat is een Mustang uit ’76! Weet je wel hoe lang ik gespaard heb om die bak op de kop te tikken? Jezus, mijn wagen zomaar in de fik steken. Wie denk je dat ik ben? Joe Pesci?’

    ‘Het is toch niet de eerste keer dat je een lijk moet dumpen?’

    Ziggy haalde de schouders op en zei:

    ‘Eh, ja!’

    ‘Ik wil dat je dat pak in de fik steekt.’

    ‘Waarom? Hij is al helemaal verbrand. Waarom moet hij dan nog een keer dood? Hij is al zo dood als disco. Is dit soms een test?’

    ‘Het is geen test. Het is een deal breaker,’ zei Spock. ‘Doe het.’

    ‘Ik vertik het,’ zei Ziggy.

    ‘Als je zo verknocht bent aan die wagen van je…’

    ‘Niet zomaar een wagen! Een Mustang!’

    ‘Als je zo verknocht bent aan die Mustang, dan koop ik wel een nieuwe voor je,’ zei Spock. ‘Het gaat erom dat die man in dat pak van de aardbodem verdwijnt. Heb je dat? Zoals in spoorloos. Zoals in foetsie. Zoals in: nooit bestaan.

    ‘Ik wil veel doen, maar ik ga niet mijn eigen Mustang in de fik steken. Dat mag je me niet vragen. Dat is net als mijn eigen lul eraf snijden.’

    ‘Daar kan voor gezorgd worden. Als je je wagen niet in de fik wilt steken, dan zit er niets anders op.’

    ‘Wat dan?’

    ‘Dan zal je hem daar moeten begraven.’

    Ziggy keek naar het pak in de koffer van zijn Mustang. Het was een hels karwei geweest om die gozer in de koffer te krijgen. Als hij hem hier moest begraven, dan zou hem dat weer een hels karwei kosten. Oké, er was zand genoeg in de Mojavewoestijn om een put te graven, maar er waren nog een pak andere plekken waar je een man van de aardbodem kon doen verdwijnen. Ziggy zei:

    ‘Ik kan hem ook ergens anders dumpen.’

    ‘Waar?’

    ‘Weet ik veel. In de oceaan. In een afgrond. In de Canyons.’

    Spock dacht erover na.

    ‘Waarom niet? Als het je niet stoort om nog even met die gozer in je koffer rond te rijden.’

    Ze waren het er eindelijk over eens. Ziggy keek naar de koffer en zei:

    ‘Wie is het eigenlijk?’

    ‘Het is een man van eer die zijn leven heeft gegeven voor de wetenschap en de vooruitgang, Ziggy. Maar dat hoeft de rest van de wereld niet te weten. Geloof me, het is veel beter als we een wereld creëren met helden en deze held heeft er geenszins het leven bij gelaten. Deze held is een echte superheld die net op tijd zijn schietstoel en parachute heeft gebruikt.’

    ‘Oké,’ zei Ziggy. ‘En hoe heet deze held?’

    Het bleef even stil tot Spock zei:

    ‘Dwayne. Dwayne Bryce. Piloot Dwayne Bryce.’

    ‘Dit is heel top secret, hè?’ vroeg Ziggy.

    ‘Heeft een non een droge doos? Je mag jezelf wel op de borst kloppen, Ziggy. Dit is geen kattenpis. Dit is niet zomaar een vuurpijl die je de hemel inschiet, als je dat maar weet.’

    ‘Ik wil het allemaal niet weten,’ zei Ziggy.

    Ziggy leek zich af te vragen waar Mulder en Scully van The X-Files ergens uithingen. Hij keek nog een laatste keer naar het pak van Dwayne Bryce en sloot de koffer, klaar als hij was om de held in het ravijn te dumpen.

    4

    Een week eerder stond Jenny Jàmes aan gate acht van luchthaven lax te wachten. Ze had een paar mannetjes aan elke uitgang en ingang staan, maar ze was er niet gerust in. Jenny, de jolige Latina die het niet kon verdragen als je zei dat ze op die ándere Jenny, J-Lo, leek. Deze Jenny werkte echt voor de Feds, niet zomaar in een film, en momenteel deed ze haar werk. Het wapen droeg ze in een holster in de binnenkant van haar blazer. Een paar keer had ze getest hoeveel seconden het haar zou kosten om de Colt te voorschijn te halen. Als het nodig was. Nu zat haar hand niet aan het wapen, maar aan het oortje waarmee ze in contact stond met de jongens op het bureau.

    ‘Weet iemand wanneer onze vogel naar zijn nest komt gevlogen?’

    ‘Elk moment, Jenny,’ zei de stem. ‘Hou je ogen open.’

    Jenny zei:

    ‘Ik zie enkel mensen met een bord om een verloren zoon of dochter te verwelkomen. Waarom hebben wij zo geen bord?’

    ‘Dit is niet het moment om grapjes te maken, Jenny.’

    ‘Het was geen grapje. Welcome home, Brody. Had ik zo in elkaar kunnen flansen,’ zei ze. ‘Dan wist die vent tenminste in wiens armen hij kan lopen.’

    ‘Dank voor de tip, Jenny,’ zei de stem. ‘We zullen de volgende keer voor een bord zorgen. Maar vandaag hebben we zo’n bord niet, dus zul je het met je eigen ogen moeten doen. Zal dat lukken?’

    ‘Het lukt als ik hem zie, maar ik zie hem nog niet.’

    ‘Hij komt,’ zei de stem. ‘Hij móét komen. Hij kan niet zomaar uit dat vliegtuig zijn gesprongen.’

    Jenny bleef de gate uitkammen. Ze zag mensen in elkaars armen vallen. Ze zag mensen op hun bagage wachten. Maar ze zag geen man die ze moest vatten. De man die Brody Baldwin heette en die zonder te weten in haar armen had moeten lopen.

    ‘Ik zie hem nog steeds niet.’

    ‘Je moet hem zien, Jenny.’

    ‘Ben je zeker dat hij niet al langs ons is gepasseerd?’

    ‘Jij bent de undercoveragente, niet Brody Baldwin. Als je hem niet ziet, kijk dan uit naar die aap die hij heeft meegebracht.’

    ‘Wat voor aap is het eigenlijk?’

    ‘Wat?’

    ‘Er zijn vele soorten apen. Ik bedoel, is het een chimpansee? Een gorilla? Een makaak?’

    ‘Hou me nu niet voor de gek, Jenny. Hoeveel apen lopen er daar rond? Een aap is een aap en als je een aap ziet, zal je die vent ook wel zien.’

    ‘Sorry, maar voorlopig zijn wij het die voor aap staan.’

    ‘Het is een chimpansee, als je het per se wilt weten.’

    ‘Ik wist niet dat apen mochten meevliegen. Bestaat daar geen speciaal vrachtvliegtuig voor?’

    ‘Dit is een heel speciale aap, Jenny. Het is de koning van de apen.’

    ‘Dus die speciale aap zat gezellig naast ons mannetje bij het raam?’

    ‘Neen, wel in de bagageruimte.’

    ‘Laat me raden: in een gouden kooi?’

    ‘Nee, in een gewone kooi.’

    Toen vroeg Jenny’s baas:

    ‘Je hebt toch ook zicht op de gate voor de bagage?’

    ‘We hebben er twee mannetjes staan. Maar geen man met een aap. Wie weet zitten ze allebei nog in

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1