Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Satergeschater
Satergeschater
Satergeschater
Ebook126 pages1 hour

Satergeschater

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Het eerste deel van Bavo Dhooge's spannende Bibberboeken reeks. Jerry en Daan zijn goede vrienden en gaan naar de kermis. Na het altijd spannende spookhuis besluiten ze de waarzegster te bezoeken maar dat heeft niet de gewenste uitkomst: de waarzegster spreekt een vloek uit over Jerry, die vanaf dat moment begint te lachen en steeds meer moet lachen, totdat hij in het ziekenhuis opgenomen wordt. Het lijkt een hopeloze situatie, waarin Jerry's lichaam het schokken van het lachen niet meer aan kan! Jerry's verleden speelt hierin ook een rol, want hij vond het altijd erg leuk om andere mensen uit te lachen. Daan besluit op zoek te gaan naar de waarzegster om de vloek op een of andere manier ongedaan te maken...-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateOct 12, 2021
ISBN9788726953640

Read more from Bavo Dhooge

Related to Satergeschater

Titles in the series (6)

View More

Related ebooks

Related articles

Reviews for Satergeschater

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Satergeschater - Bavo Dhooge

    Satergeschater

    Copyright © 2005, 2021 Bavo Dhooge and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726953640

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga Egmont - a part of Egmont, www.egmont.com

    [1] De Vloek

    Ik weet nog heel goed wanneer Jerry begon te vergaan van het lachen. Het was een warme zondagavond en we liepen over de kermis in ons dorp. We hadden elk een briefje van tien meegekregen om ons wat te vermaken op de botsauto’s of de schietstoel. Jerry’s vader zat ondertussen op een terras en hield ons vandaar in de gaten. Ik mocht Jerry graag. En Jerry mocht mij ook graag. Ik was zijn beste vriend. Denk ik. Ik was immers de enige die hij nooit uitlachte.

    We kochten een warme rode appel met suiker en lieten het ons smaken. Het was druk op de kermis. De vele gele en rode lichten maakten er bijna een ruimtebasis van. Het reuzenrad was al vanaf de grote weg te zien. We liepen door de massa, op zoek naar vertier, toen Jerry zei:

    ‘Jongens, wat een saaie boel. Kom, we brengen wat leven in de tent.’

    Hij bleef staan bij het spookkasteel en knikte naar het gammele loopbrugje dat naar binnen leidde. De voorgevel was beschilderd met allerlei gedrochten, van duivels tot trollen. ‘Zijn we daar niet wat te oud voor, Jer?’ zei ik, want we waren toch al bijna twaalf.

    ‘Niemand is te oud voor een spookkasteel,’ zei Jerry.

    Hij glimlachte als een kwelduivel. De rode suiker op de appel was als lippenstift boven zijn lippen gesmeerd. Hij zag eruit als een mislukte clown. Toen nam hij met zijn wijsvinger wat rode suiker en wreef die over zijn keel. Hij sperde zijn ogen wijd open en stak zijn tong uit. Nu zag hij eruit als een lijk dat bijna onthoofd was.

    ‘Kom, we laten er een paar uit hun schoenen schieten.’

    ‘Daar heb je geen rode suiker voor nodig,’ glimlachte ik.

    ‘Neen?’

    ‘Doe gewoon normaal en ze lopen zo ook al weg van die rotkop van je.’

    ‘Haha, ik doe het in mijn broek van het lachen.’

    Hij bulderde het uit alsof het een slechte grap was. Als er één ding was waar Jerry moeilijk mee kon leven, was het wel dat iemand een grap om hèm maakte. Hij was de grappenmaker. We kochten een ticket en betraden het spookkasteel. Het was er donker en we hoorden een heleboel akelige geluiden. Een ijle vrouwenkreet, het sissen van een slang en de schreeuw van een weerwolf. Allemaal even beangstigend als de poppenkast in de kleuterklas. Jerry hoorde het geluid van een guillotine en liet zijn bekende lach in de duisternis weergalmen.

    ‘Ha, alsof dat ons bang moet maken!’

    ‘Waarom praat je zo hard, Jer?’ vroeg ik hem.

    ‘Praat ik hard? Ik praat heel gewoon!’

    ‘Ik ben hier, Jer,’ stelde ik hem gerust.

    ‘Dat weet ik toch!’

    ‘Je hoeft niet bang te zijn.’

    ‘Ik ben niet bang!’

    We lieten ons voortdrijven op een bewegende vloer en kregen een paar afgehakte hoofden en skeletten voorgeschoteld. Jerry gaf ze een aaitje of een kopstoot, net nadat hij weer rechtop was geklauterd.

    ‘We zijn hier echt te oud voor, hè Daan!’ riep hij meer dan eens.

    ‘Wat lopen we hier dan te doen?’ vroeg ik.

    Hij wilde net zijn vinger op zijn lippen leggen toen ik zijn ogen bijna uit hun kassen zag springen. Hij had een doodskop achter me opgemerkt, maar ik hoefde me niet eens om te draaien.

    ‘Jezus!’

    ‘Die dingen zijn nep, Jer.’

    ‘Dat weet ik wel,’ zei hij met schorre stem.

    ‘Jouw zweet is niet nep.’

    ‘Ik wilde je gewoon eens bang maken.’

    ‘Je gezicht was inderdaad gruwelijk genoeg.’

    Daarna staken we een kloof over waar een paar gedempte spots enkele rubberen spinnen en slangen belichtten. Ik liet Jerry voorgaan. Een halfuur later stonden we eindelijk aan de overkant, toen hij zich naar me omdraaide. Het zweet parelde op zijn voorhoofd.

    ‘Dit is een perfecte plek,’ zei hij.

    ‘Jer,’ zei ik. ‘Je zweet als een varken. De enige perfecte plek voor jou is een douche.’

    ‘Laat me maar even doen, dan zal je er eens een paar in hun broek zien doen.’

    Hij wees naar een nis waarin ik me kon verstoppen. In de verte, aan de overkant van de brug, waren de volgende bezoekers op komst. Jerry zocht een plek en ging langs de kant liggen, bij een lang stuk touw dat aan een rood gordijn hing. Hij wikkelde het touw rond zijn nek en deed of hij een lijk was. Hij zag er eerder uit als een puppy die aan een lantaarnpaal was gebonden. Toen de andere bezoekers passeerden, schoten ze in de lach en keken op hem neer. Een kleine dreumes liet de hand van zijn grote broer los om de rode suiker van Jerry’s mond te vegen. Toen ze weg waren, kwam ik uit mijn schuilplaats en tikte Jerry op de schouder. Hij schoot zowat tegen het plafond en gilde het hele spookhuis bij mekaar.

    ‘Rustig, Jer,’ zei ik. ‘Ze zijn weg.’

    ‘Ik heb ze echt schrik aangejaagd, hè,’ probeerde hij nog.

    ‘Ja hoor. Ze sloegen groen uit.’ Ik vertelde er maar niet bij dat dat vooral door de spots in het spookhuis kwam.

    Daarna zochten we de uitgang en moest Jerry nog een paar hartaanvallen doorstaan bij het horen van een vleermuis en een graf dat kreunend openging. Er kwam een skelet uit. Ik wist niet goed wie er nu het griezeligst uitzag: het skelet of Jerry.

    Terug buiten zocht Jerry naar adem en ik naar een manier om weer wat kleur op zijn gezicht te brengen. We wandelden voorbij een kraampje waar je eendjes kon vissen. Ik wilde zeggen dat dat misschien iets voor hem was, maar ik kende mijn vriend goed genoeg om te zwijgen.

    Plots bleven we staan. Een vreemde stem riep ons van opzij naar binnen. Het leek op gekras van een kraai:

    ‘Kom binnen, kienderen!’

    Het klonk akelig. Alsof de persoon die bij de stem hoorde ons al de hele tijd in de gaten had gehouden.

    ‘Wollen sie wissen was sie zullen worden? Wollen sie in die toekumst sien?’

    Ik wist onmiddellijk dat het een fout idee was, maar Jerry was niet te houden. Hij wilde zich bewijzen. Hij wilde weer een goeie beurt maken en dit leek in de verste verte niet op een spookkasteel. Het was een stoffen tent, niet veel groter dan een openbaar toilet, opgetrokken uit zware stof met rode en zwarte strepen. Bovenaan de spits hing een glazen bol en naast de ingang stond een paneel met daarop de tekening van een lelijke vrouw.

    Er stond bij:

    ‘Treed binnen in de duistere wereld van Madame Zerba en maak kennis met uw toekomst. Laat uw hand lezen of kijk in de kaarten en leer het verdere verloop van uw leven kennen. De helft van uw toekomst voorspeld voor slechts 3 euro. Voor 5 euro ook de rest van uw leven, als u dat door het lot gegund wordt.’

    Jerry keek me aan en begon weer te glimlachen. De oude grappenmaker was terug. We sloegen het zeil van de ingang weg en gingen binnen. Het licht in de tent was even rood als stromende lava. Er brandden overal olielampen en wierook kroop als een gevaarlijke nevel naar het dak. Er was niemand anders in de tent behalve een gedaante die haar gezicht achter een zwarte doorzichtige sluier had verstopt. Het rook er naar zweetvoeten.

    ‘Vertel me eens waarom we dit doen, Jer?’ vroeg ik, omdat ik me niet op mijn gemak voelde.

    ‘Ik wil weten of ik morgen een goed proefwerk wiskunde zal maken.’

    ‘Daar hebben we dit niet voor nodig,’ zei ik. ‘Dat kan ik je ook wel zonder glazen bol vertellen. Dat is trouwens geen voorspelling, maar een wens.’

    ‘Ha ha,’ lachte hij schamper.

    ‘Ik meen het. Dit is niet pluis.’

    ‘Het kan geen kwaad om te weten wanneer je zal sterven.’

    Hij legde een briefje van vijf op een klaptafeltje en wachtte op een reactie van de waarzegster. Madame Zerba hief plechtig haar sluier op. Het was een mooie sluier, maar helaas geen mooi gezicht dat erachter zat. Madame Zerba leek eind de zeventig. Haar ogen hadden veel weg van die van een ekster en haar huid leek wel met stukken aan elkaar genaaid, zo diep lagen de rimpels. Toen ze ons zo vriendelijk mogelijk toelachte, dacht ik dat haar gezicht uit elkaar zou barsten. Ik kon mijn eigen spiegelbeeld zien in het glazen oog dat in haar linkerkas zat. Als iemand vandaag een lijk wilde spelen, dan ging Madama Zerba wel degelijk met de eerste prijs lopen.

    ‘Wass wollen sie kienderen?’ sprak ze met een vreemd accent. Ze aaide de hand van Jerry, die eerst niet veel anders over zijn lippen kreeg dan wat gezever.

    ‘Kunt u in de toekomst kijken?’ vroeg hij haar.

    Madame Zerba draaide zich om en haalde een pak kaarten tevoorschijn. Ze schudde ze door elkaar

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1