Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

SerieWoordenaar
SerieWoordenaar
SerieWoordenaar
Ebook114 pages1 hour

SerieWoordenaar

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Saskia is blij met haar nieuwe computer. Ze kan samen met haar schoolvriendje Sander spelletjes spelen en chatten. Ze heeft de computer ook nodig voor haar huiswerk, een boekbespreking. Zodra ze begint te werken aan de bespreking over een griezelboek lijkt het erop alsof haar computer een eigen leven begint te leiden! Sommige van haar klasgenootjes zijn plotseling in een coma terechtgekomen, en er lijkt een verband met de mailtjes en chat die ze vanaf haar computer heeft verstuurd. Hoe kan dit? Welk woord in haar berichten zorgt ervoor dat dit gebeurd? Saskia is bang om nog op inkomende chat te reageren en dat is extra lastig nu Sander alsmaar verliefde berichtjes stuurt...-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateOct 12, 2021
ISBN9788726953671

Read more from Bavo Dhooge

Related to SerieWoordenaar

Titles in the series (6)

View More

Related ebooks

Reviews for SerieWoordenaar

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    SerieWoordenaar - Bavo Dhooge

    SerieWoordenaar

    Copyright © 2007, 2021 Bavo Dhooge and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726953671

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga Egmont - a part of Egmont, www.egmont.com

    Met dank aan Nico De Braeckeleer

    [1] Het spel

    ‘Het is maar een spel!’

    ‘We meenden het niet.’

    ‘Het was niet voor echt.’

    Maar ik zou ze wel een lesje leren. Ik bevond me in een donkere ruimte die leek op het leslokaal op school waar we computerles kregen van Guy Gigabyte. Gigabyte is de bijnaam die we de leraar informatica gaven. De gordijnen waren gesloten en de computers stonden uit. Er waren in totaal zo’n twaalf tafeltjes met computers, maar er was geen ziel te zien.

    ‘Saskia, je kunt toch wel tegen een geintje, zeker?’

    ‘Saskia, cavia. Saskia, cavia.’

    Het gefluister kwam weer opzetten. Ik voelde de woede naar mijn hoofd stijgen.

    ‘Waar zitten jullie? Kom tevoorschijn, lafaards!’

    ‘Kun je die dwaze dubbele bril niet gebruiken om door de kasten heen te kijken?’

    Het waren lafaards. Een voor een. Pestkoppen waren sowieso al lafaards omdat ze de makkelijkste slachtoffers uitkozen. Maar deze waren dubbel zo erg. Ze durfden niet voor hun woorden en daden uit te komen. Maar ik zou ze wel krijgen. Zij zouden de slachtoffers worden.

    ‘Jullie zijn zo klein,’ probeerde ik ze uit hun tent te lokken. Maar ze hapten niet.

    Ik liep traag door het middenpad van het computerlokaal en stootte tegen een tafel. Een beeldscherm wankelde, maar viel net niet. Voorzichtig haalde ik mijn bibberstok tevoorschijn. De punt begon al te gloeien, klaar om toe te slaan. Opeens hoorde ik achter me mijn naam roepen.

    ‘Saskia!

    Ik draaide me om en zag opeens een computerscherm opflikkeren. Het ding begon te ratelen en op te starten. Ik liep erop af, richtte mijn bibberstok en vuurde af. Een rode lichtstraal raakte het computerscherm. Ik ging kijken wie ik te pakken had gekregen. Het was domme Donny. Zijn gezicht stond op het scherm afgebeeld en meteen waren zijn laatste woorden te horen:

    ‘Het spijt me, Saskia. Het was maar een geintje.’

    Zijn gezicht brokkelde uit elkaar. Het begon met zijn haar dat uitviel, daarna kwamen zijn oorschelpen ervan af en sprongen zijn oogballen uit zijn oogkassen. De stem uit de computer begon te tieren. Het was een gruwelijk zicht, maar ik bleef ernaar kijken.

    ‘Het is je verdiende loon, lafaard,’ pompte ik mezelf moed in. Donny’s gezicht smolt als bijenwas voor een brandende kaars. Zijn kaakbeenderen zakten in elkaar en zijn mond viel open tot de onderkaak zelfs uit beeld viel. De huid werd zo week van de hitte dat hij van de kin afgleed en in plaats daarvan kwam een skelet opzetten.

    ‘Drie volbracht,’ zei ik. ‘Nog drie te gaan.’

    Uiteindelijk schreeuwde het onherkenbare gezicht van Donny nog één keer en spatte de rest van het skelet uit elkaar. Daarna werd het scherm op de computer weer zwart. De computer viel uit en het werd stil.

    ‘Waar zit de rest?’

    Ik richtte me tot de andere computers. Ze konden zomaar uit het niets tot leven komen. Ik had er al drie naar de hel gestuurd, de andere drie zouden hun voorbeeld volgen. Opeens hoorde ik weer een computer ratelen. Ik draaide me om en schoot op het eerste scherm dat ik zag. Maar het was het verkeerde.

    ‘Je hebt gemist!’ klonk een robotstem uit een computer.

    Ik had nog één kans, maar ik was te laat. Een andere rode lichtstraal dan de mijne werd afgevuurd en belandde in mijn rug. Ik hoorde mezelf kreunen en roepen:

    ‘Nee! Het is niet eerlijk!’

    Maar voor de rest kon ik het maar met lede ogen aanzien. Ik zag mezelf op het scherm: mijn witte gezicht met de grote tanden en de beugel met elastiekjes, de grote koeienogen achter de uilenbril en het steile haar.

    ‘Het spijt me, Saskia, maar het is gedaan met je!’

    Zonder waarschuwing zag ik met mij hetzelfde gebeuren als met Donny. Mijn bril begon te smelten en de blokjes van mijn beugel werden gitzwart. De kleur sloeg over op mijn tanden en mijn tong. In drie seconden tijd zag ik eruit als een levend lijk. Ik werd nog bleker dan gewoonlijk. Mijn bril begon te barsten van de hitte en de scherven staken in mijn ogen, tot het bloed als tranen naar beneden liep. Toen was het echt afgelopen en spatte ook mijn gezicht uit elkaar.

    ‘Game over! Je hebt verloren!’

    Het scherm van de computer werd zwart en mijn score verscheen. Ik had er drie van de zes afgemaakt. Niet slecht voor een eerste keer, maar ik moest nog oefenen. Ik wilde ze allemaal één voor één afslachten, de lafaards.

    ‘Zeg, moet jij geen huiswerk maken, Saskia?’

    Mijn vader kwam mijn slaapkamer binnen en wees naar mijn computer. Het was te laat om het spel te verbergen.

    ‘Wat zit je daar nu op die toetsen te rammelen? Het lijkt wel alsof je iemand op de kop zit te timmeren.’

    ‘Dat is ook de bedoeling,’ verduidelijkte ik.

    Het spel dat ik van Sander had meegekregen heette Pestkoppen vs Doodskoppen. Het was een ultracool spel. In het begin voerde je je eigen foto en een paar gegevens in. In mijn geval was dat: beugel, bril en steil haar. En daarna gaf je zes namen en foto’s van klasgenoten die je op school pestten. En dan kon de fun beginnen. Wraak!

    ‘Wat is de bedoeling?’ vroeg mijn vader naïef. ‘Iemand in elkaar rammen?’

    Ik hield me een beetje in. Als ik mijn vader de waarheid vertelde was het spel al gespeeld voor het was begonnen.

    ‘Het is maar een spel,’ zei ik zacht. ‘Het is om me wat af te reageren.’

    ‘Als je je wat wilt afreageren, sla dan gewoon een paar spijkers in de muur.’

    Dat was mijn vader. De onhandigste Harry van het hele huishouden die zijn dochter als straf met zijn eigen karweitjes opzadelde. Ik wilde de computer uitzetten om de discussie te beëindigen, toen ik merkte dat ik iets te hardhandig was geweest. Twee toetsen waren van het toetsenbord afgesprongen, als letters die in opstand waren gekomen.

    ‘Ik denk dat ik dat spel voorlopig maar in beslag neem,’ zei mijn vader, en tot overmaat van ramp kwam hij de kamer binnen.

    ‘Oké dan maar,’ zei ik snel, want ik wilde niet dat hij de schade aan de computer zag. Ik had hem pas twee jaar geleden voor kerst gekregen. De bedoeling was dat ik er huiswerktaken mee maakte, niet dat ik er virtuele moorden mee pleegde.

    ‘Waar heb je dat zogenaamde spel vandaan, als ik zo vrij mag zijn?’

    ‘Sander heeft het me meegegeven,’ aarzelde ik.

    Mijn vader keek argwanend naar het scherm.

    ‘Je zit toch niet weer te chatten, hè?’

    ‘Nee.’

    ‘Moet jij geen boekbespreking maken?’

    Maar voor ik kon antwoorden, zag mijn vader de twee toetsen die er de brui aan hadden gegeven. Hij stapte langzaam op de computer af, alsof het een beest was dat hem elk moment kon bijten als hij te dicht in de buurt kwam.

    ‘Wat is dat? Je gaat me toch niet vertellen dat jij dat toetsenbord tot moes hebt geslagen?’

    Ik voelde de dreiging in zijn stem toenemen. Ik had geen zin in een lesje van mijn vader. Ik had nog genoeg lessen te leren, maar het was eigenlijk wel mijn eigen schuld. Ik had hem nooit op de hoogte gebracht van de pestkoppen. De echte pestkoppen. Ik wilde in mijn eentje wraak nemen.

    ‘Ik heb me een beetje laten gaan, denk ik,’ probeerde ik de brokken ook figuurlijk nog te lijmen.

    ‘Laten gaan? Ik moet me inhouden om me ook niet te laten gaan, meisje. Weet jij wel hoeveel zo’n laptop kost? Als het toetsenbord aan stukken is, is het

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1