Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Schoolmonsters
Schoolmonsters
Schoolmonsters
Ebook134 pages2 hours

Schoolmonsters

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

In dit tweede Bibberboek van Bavo Dhooge, Schoolmonsters, leren we Sonny kennen die ontzettend slim is. De slimste van de klas zijn is leuk, maar ook lastig op de nieuwe school waar Sonny naartoe gaat. Niemand wil vrienden met hem zijn behalve Sara. Op een dag gebeurt er iets heel ergs, een leraar wordt door een leerling neergestoken! Na deze dramatische gebeurtenis verandert er iets op school; alle leerlingen beginnen steeds slimmer te worden, totdat Sonny niet de slimste maar de domste van de klas is. De directeur van de school lijkt hierin ee rol te spelen: elke dag moet er een leerling bij hem langs komen, en de directeur lijkt zich als een soort dokter Frankenstein te gedragen. Sonny overweegt weg te lopen als Sara ook begint te veranderen, want nu wordt het wel heel onveilig...-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateOct 12, 2021
ISBN9788726953657

Read more from Bavo Dhooge

Related to Schoolmonsters

Titles in the series (6)

View More

Related ebooks

Related articles

Reviews for Schoolmonsters

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Schoolmonsters - Bavo Dhooge

    Schoolmonsters

    Copyright © 2006, 2021 Bavo Dhooge and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726953657

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga Egmont - a part of Egmont, www.egmont.com

    [1] De steekpartij

    Ik wist meteen dat er iets was met die nieuwe school. Om te beginnen kregen we nooit huiswerk. Nu vraag je je misschien af wat ik dan te klagen had, maar na een week hadden we nog steeds geen taak mee naar huis gekregen. Ik vond dat vreemd want ik zal zowat de enige jongen zijn die graag huiswerk maakt. Ik was dan ook niet voor niets altijd de eerste van de klas. Het zit gewoon in me. Ik ben nu eenmaal hartstikke slim. Je kunt je dus wel indenken dat ik even in paniek raakte toen we na een maand nog altijd geen huiswerk meekregen. Geen opstelletje, geen rekensommetje, zelfs geen vraagstukje kon ervan af. Hoe zou ik mezelf nu nog kunnen bewijzen? Hoe zou ik er nog bovenuit kunnen steken? Zonder huiswerk was ik een niemendal en viel ik helemaal niet op. Ook mijn ouders begonnen op een dag argwaan te krijgen.

    ‘Zeg, moet jij niets doen voor school, Sonny?’

    ‘Nee. Er staat niets in mijn agenda.’

    ‘Daar geloof ik geen barst van,’ zei moeder.

    ‘Kijk eens in zijn agenda,’ zei vader terwijl hij met zijn robot bezig was. Mijn vader heeft een saaie job. Hij knipt de hele dag treinkaartjes, maar ‘s avonds zet hij robotten in elkaar. Hij noemt het een hobby. Het is inderdaad zijn hobby om zich belachelijk te maken.

    ‘Er staat niets in zijn agenda,’ zei moeder.

    ‘Hij zal het er wel uitgegomd hebben.’

    ‘Waarom zou hij dat doen? We hebben het enige kind ter wereld dat liever huiswerk maakt dan computerspelletjes speelt.’

    De eerste avonden besteedden mijn ouders er geen aandacht aan. Ze maakten zich geen zorgen. Maar na een maand dachten ze er anders over.

    ‘Oké, Sonny,’ zei vader. ‘En nu ga je me eens uitleggen waarom je al je taken uit je agenda weggomt.’

    ‘Ik gebruik niet eens een potlood, pa. Hoe zou ik ze dan kunnen weggommen?’

    ‘Je kunt de bladen eruit scheuren.’

    ‘Alle bladen zitten er nog in, pa,’ hield ik vol.

    Mijn vader begreep er geen snars van. Hij stond maar naar mijn lege agenda te kijken alsof hij hoopte dat de letters en de taken vanzelf zouden verschijnen. Hij dacht dat hij veel werkt verzette met zijn robots, en dat zijn zoon maar wat rondlummelde. Hij had gelijk.

    ‘Ik kan het ook niet helpen. Ik wìl wel huiswerk maken, maar we krijgen gewoon niets.’

    Er was nog een andere reden waarom ik huiswerk wilde. Ik was zo’n kei in alle vakken dat ik op mijn leeftijd al bijles gaf. En ik werd er nog voor betaald ook. Ik mocht een vol uur naast Sara zitten. Dat was het meisje aan wie ik bijles gaf. Of het nu taal of wiskunde was, ik mocht haar geur opsnuiven, haar benen tegen de mijne voelen en haar adem ruiken. Sara en ik kenden elkaar al vanaf de basisschool. Ik wilde haar inleiden in meetkunde, zij moest me inleiden in de liefde. Maar nu dus niet. Ik kreeg geen huiswerk en dus ook geen Sara meer. Ik wilde huiswerk!

    Mijn vader legde de agenda op de tafel en nam mijn moeder apart. Ik hoorde ze fluisteren. Mijn vader ging hevig te keer.

    ‘Wat voor een school is dat?’

    ‘Het was jouw idee om hem naar een andere school te sturen.’

    ‘Ja, maar ik dacht dat het een goeie zaak was. Hij hoefde vroeger al geen steek uit te voeren, nu doet hij nog minder. Hij voert nog minder uit dan mijn robotten.’

    En dan moet je weten dat mijn vader tot dan toe nog geen enkele robot tot leven kon brengen. Nee, zijn hobby was nog geen succes geworden.

    Ik ging uit pure verveling in de fauteuil zitten. Ik had van school moeten veranderen omdat ik te slim was geworden. Op mijn oude school was ik alsmaar de eerste van de klas. De taakleraar had deze nieuwe school aangeraden.

    ‘Daar zal Sonny pas echt volledig opbloeien. Het is een eliteschool.’

    Mijn ouders droomden natuurlijk al van de prijzenpot. Ze wilden dat ik later voor de regering zou werken, of voor een universiteit.

    Het was een stuk verder van huis, maar mijn vader vond het wel de moeite. Sommige vaders willen hun zoon zien voetballen, anderen willen hun zoon zien acteren, de mijne wilde van mij een tweede Einstein maken. En een tweede die nog slimmer was dan de eerste.

    ‘Hij is verdorie net twaalf,’ hield hij vol. ‘Die jongens van twaalf horen elke avond bergen werk te verzetten. Wiskunde, natuurkunde, spelling, Frans, al die dingen die ik vroeger ook heb gedaan en heb gehaat.’

    ‘Jij wilt gewoon wraak omdat jij al die dingen ook hebt moeten doen,’ lachte mijn moeder.

    ‘Natuurlijk, maar daar gaat het niet om.’

    ‘Ik zal morgen eens naar de school bellen,’ zei mijn moeder.

    ‘Doe dat maar. Ik dacht dat hij de basisschool voorgoed achter zich had gelaten. Maar het lijkt erop dat hij weer naar de kleuterklas gaat.’

    Ik begon ongedurig te worden. Ik wilde huiswerk. Naar het schijnt kreeg iemand die een been had verloren een jeukend gevoel. Ik voelde me net zo. Ik had mijn dagelijks portie huiswerk nodig. Mijn dagelijkse uurtje Sara. Ik moest afkicken.

    ‘Wat zit je daar nu te lummelen, Sonny?’

    ‘Ik verveel me.’

    ‘Je kunt iets leuks gaan doen?’

    ‘Wil jij me geen huiswerk geven, pa?’

    Mijn vader dacht dat het een grap was. Maar ik was nog nooit zo serieus geweest. Ik was geen normale jongen, moet je weten. Ik wilde iets maken van mijn leven en ik wilde er vroeg genoeg mee beginnen. Er viel geen tijd te verliezen. Ik moest kennis opdoen, zoveel mogelijk, als ik binnen een paar jaar dokter, advocaat of astronaut wilde worden. Ik deed het televisietoestel aan en probeerde een quiz mee te spelen.

    ‘Hoeveel koningen heeft ons land al gehad?’

    ‘Wat een makkie. Zes,’ mompelde ik.

    ‘Vijf,’ zei de kandidaat.

    ‘Zes!’ gaf de quizmaster het antwoord.

    ‘Hoeveel planeten kent ons zonnestelsel?’

    ‘Negen,’ zei de kandidaat beslist.

    ‘Tien!’ zei ik boos.

    ‘Tien,’ stond de quizmaster me bij.

    Ik deed het toestel uit en ging erbij liggen.

    ‘Ik wil huiswerk! Ik wil iets leren!’

    Nee, het viel niet mee om een genie te zijn. En het viel nog minder mee om een genie te zijn zonder huiswerk. Dat was bijna hetzelfde als een tennisser zonder tennisracket. Ik voelde me steeds meer afstompen en het was allemaal de schuld van die school. Ik zeg het je: het was er een vreemde bedoening. Dat merkte ik meteen de volgende dag.

    Het begon al toen we weer in dat lab werden opgesloten. Er was geen gewoon lokaal meer over en dus werden we ondergebracht in het natuurkundelokaal. Het zou hoogstens voor een weekje zijn. We waren toch maar met z’n twaalven, het kleinste klasje van de school. Tot er weer een andere klas vrijkwam. Maar er kwam geen klas vrij.

    Ik zag er tegen op en ging helemaal achteraan zitten. Helemaal niet ik. Normaal vind je me op de voorste rij, met mijn vinger in de lucht. Het was nog een van die laatste mooie, warme herfstdagen in oktober en de lage zon weerkaatste op de witte, kale muren. We zaten niet achter gewone houten tafels, maar achter witte, van steen. Er was geen plaats voor een penetui want op elke tafel stond een waterkraan. Die werd soms gebruikt tijdens de experimenten in de les. Ik zat daar maar naar die kraan te staren alsof er elk moment een vloed bloed uit kon stromen. Dat zou nogal wat geweest zijn. Die hele, mooie witte muren en tafels vol rode vlekken.

    ‘Het spijt me, jongens,’ zei de meester. ‘Maar we zullen hier nog een tijdje zitten. Er is geen plaats meer voor ons.’

    Hij moest er hardop om lachen en voegde eraan toe:

    ‘Maar beschouw het als een eer. Jullie zijn het speciale klasje.’

    Ik voelde me allerminst deel van de elite. Ik kreeg hoofdpijn van al dat wit. Ik keek om me heen. Niemand sprak met elkaar. Dat was ook zoiets. Je zou toch wel wat kabaal verwachten in een klas. Bordenwissers die tijdens de pauze als vliegende schotels door de lucht vliegen. Meetlatten die als drumstokken tegen een hoofd worden gebruikt. Of toch tenminste een krijtje dat naar het bord wordt gegooid. Maar nee, hoor. Deze klas bleef even stil zitten als het publiek tijdens een pianoconcert. Ik kreeg er de kriebels van. Ik was zelf natuurlijk nooit een leider geweest die de klas op stelten zette, maar dat betekende niet dat ik het niet miste.

    ‘Oké, zullen we dan maar beginnen?’ zei de meester.

    Maar voor hij zijn aktetas opende, haalde hij eerst de lijst tevoorschijn. Ik had de lijst al eens eerder gezien en wist dat onze namen erop stonden. Meneer Snelders, zoals onze meester heette, nam de namen door, mompelde iets tussen zijn tanden en zei toen:

    ‘Tim Boonen.’

    Een jongen met zwart haar en meer sproeten dan haartjes op zijn lijf keek op.

    ‘Tim Boonen?’

    Meneer Snelders wachtte tot de jongen opstond.

    ‘Ja, meneer?’

    ‘Jij wordt verwacht bij de directeur, Tim.’

    De meester schoof de lijst rustig terug in de la en begon zijn andere spullen uit zijn aktetas te halen. Iedereen keek Tim Boonen aan. Er was niets speciaals met hem aan de hand. Maar toch konden ze hun ogen niet van hem houden. De spanning was om te snijden. Ik had geen idee waarom want het was niet de eerste keer dat er iemand bij de directeur werd geroepen. We waren met z’n twaalven en tot nu toe waren er al vijf jongens naar de directeur gestuurd.

    Op mijn oude school werd ik meestal naar

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1