Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Straks werd ons geluk vermoord
Straks werd ons geluk vermoord
Straks werd ons geluk vermoord
Ebook203 pages3 hours

Straks werd ons geluk vermoord

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

In de toekomst is de liefde strafbaar. Het is verboden om relaties te hebben, met als doel om het geboortecijfer te beperken en allerlei sociaal-economische problemen die met overbevolking gepaard gaan te reduceren. Als men toch een relatie aangaat riskeert men een gevangenisstraf.Brice slaapt elke avond met iemand anders, net als de meeste mensen, en is een zogenaamde eendagsvlieg, die geen vaste relaties aangaat. Totdat hij getuige is van het geheime huwelijk van zijn beste vriend Bud. Een anonieme tip leidt tot de arrestatie van Bud en zijn vrouw, en in al het tumult ontmoet Brice Lily, met wie hij een one-night stand heeft.Natuurlijk gebeurt het onvermijdelijke en Brice wordt verliefd op Lily. Hij ontdekt bij hun volgende - illegale - ontmoeting, dat ze een medium is, iemand die in de toekomst kan zien of er een garantie is op geluk. De vraag is nu wat de toekomst voor Brice en Lily brengen zal..-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateSep 30, 2021
ISBN9788726953596

Read more from Bavo Dhooge

Related to Straks werd ons geluk vermoord

Related ebooks

Related articles

Reviews for Straks werd ons geluk vermoord

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Straks werd ons geluk vermoord - Bavo Dhooge

    Straks werd ons geluk vermoord

    Copyright © 2008, 2021 Bavo Dhooge and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726953596

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga Egmont - a part of Egmont, www.egmont.com

    ‘Zeg nooit dat het huwelijk meer vreugde dan pijn biedt.’

    Euripides, Alcestis, 438 B.C.

    EEN

    Brice stond op de stoep en bekeek de etalage. Het was een oude winkel met oude foto’s van jonge mensen die hem tijdloos aankeken. Een heleboel gezichten, mannen en vrouwen, op vergeeld papier in plastic kaders, die allemaal stuk voor stuk in de lens lachten. Maar ze waren allemaal alleen. Het waren één voor één portretten. Gevangen in een kader, als in een dodemanscel. Brice zag in het raam zijn eigen gezicht weerspiegeld. Hij was ook alleen. Maar niet veel later verscheen achter hem een vrouw. Ze kwam naast hem staan en keek eveneens in de etalage. Brice besefte dat de twee figuren in het raam meer dan zomaar een weerspiegeling waren. Het waren schimmen die bijna in elkaar overvloeiden, als in een voorspelling of een visioen van de toekomst.

    ‘Ben jij Brice?’ vroeg de vrouw.

    Brice keek haar aan. Ze was jong en had een bruine huid. Haar haar was doorvlochten met kleine staaldraad en ze droeg een opgespannen synthetisch harnas dat haar middel als een corset flink deed inkrimpen.

    ‘Ja. Dan moet jij...’

    ‘Ja, ik ben het.’

    ‘Ik dacht dat je niet meer zou komen.’

    ‘Ik heb lang geaarzeld. Maar ik voelde dat ik moest komen. Ik kon gewoon de plek niet vinden. Het is een hele tijd geleden dat ik hier nog ben geweest. Ik ben deze uithoeken en deze zones niet meer zo gewend.’

    ‘Ja, ik heb ook een tijdje moeten zoeken. Dit krot staat niet eens meer op de kaart.’

    ‘Het is toch nog open?’

    ‘We zullen het dadelijk zien.’

    Brice ging de jonge vrouw voor en gaf een duwtje tegen de glazen deur. Er hing een bordje waarop Open te lezen stond maar dat betekende niets. De winkel was gelegen in een zone waar veel van die bordjes voor de deur hingen: bloemenwinkels, juweliers en restaurants. Allemaal krotten die op het punt stonden de deuren voorgoed te sluiten. Niemand kocht vandaag nog bloemen of deed een zilveren horloge of diamanten armband cadeau. Niemand deed iemand nog iets cadeau.

    De deur ging open. Er ging geen bel en Brice liet de vrouw voorgaan. Hij wist niet meer of het nu wel of niet beleefd was om een vrouw te laten voorgaan. Het was in de loop der jaren zoveel veranderd dat hij het op de duur niet meer kon bijhouden. Dat was de vloek van de tijd waarin ze leefden: men kende elkaar te kort om over zulke dingen na te denken. Maar hij gokte dat het nu weer ‘in’ was om een vrouw eerst ‘binnen’ te laten gaan.

    ‘Die tent geeft me de kriebels,’ fluisterde de vrouw.

    ‘Het is toch niet de eerste keer dat je een foto laat nemen?’

    ‘Jawel, zo’n foto toch. Ik heb wel al veel portretten laten maken.’

    ‘Het is zó gebeurd. Rustig, het is zó achter de rug.’

    ‘Ik heb niet gezegd dat jij me de kriebels geeft.’

    ‘Dat weet ik wel. Ik geef weinig mensen de kriebels, maar ik kan me voorstellen dat dit niet het plezantste moment uit je leven is.’

    ‘Och, het valt wel nog mee. Het is gewoon de buurt, weet je wel.’

    Ze bleven even wachten en bekeken de kaders aan de muur. Ook daar weer een reeks gezichten die hen vrolijk en glimlachend aanstaarden. Een jongen van twaalf op het feest van zijn Inwijding, een oud vrouwtje van eind de zeventig op haar cruise naar het Eiland, een jonge vrouw... Brice zette een stap dichter en bekeek de ogen van dichterbij. Het viel hem op dat de lach van die gezichten helemaal niet spontaan was. Ze deden alsof. Het was te begrijpen. Ze lachten voor de show. Ze zaten als gevangenen opgesloten in het nauwe kader. In een waanwereld. Ze acteerden.

    ‘Wat kan ik voor u doen?’

    Brice draaide zich om. Er kwam een oude man uit de achterruimte gesloft. Het leven leek hem getekend te hebben. Een gezicht dat boekdelen sprak, vol rimpels en groeven. Een écht gezicht om op een plaatje vast te leggen voor het uit elkaar zou brokkelen. Een man die te gebroken was om zijn gezicht nog te laten fiksen.

    ‘Wij komen voor de foto.’

    ‘De foto?’

    ‘Ja.’

    ‘Een portret?’

    ‘Ja.’

    ‘Wie mag het wezen? U of mevrouw?’

    ‘Wij allebei.’

    De man keek hen even onderzoekend aan.

    ‘U allebei?’

    ‘Ja.’

    ‘Voor welke gelegenheid, als ik mag vragen?’

    ‘Een huwelijk.’

    ‘Ach zo.’

    De man liep naar de ramen en klapte in zijn handen waarna de zonneschermen neerdaalden. Tergend traag als een guillotine die de tijd in sneetjes snijdt, gleden ze omlaag. Het waren er twee in totaal en geleidelijk aan trad de duisternis in en werd het zonlicht bruusk van de portretten aan de muur gerukt. De schaduw nam het over en wierp zich op de gezichten.

    ‘Er is gisteren gebeld,’ legde Brice uit. ‘Men zei dat het in orde was en dat u de klus kon klaren.’

    ‘Ach, ja, ik herinner het me,’ zei de man, nog steeds met zijn rug naar hen.

    ‘Ik geloof dat ze u zelfs al hebben betaald.’

    ‘Ja, dat herinner ik me nou niet.’

    Toen de man zich omdraaide, zag Brice dat de rimpels en de groeven in het gezicht waren verdwenen. Opgeslokt door de duisternis. Maar hoe donker en schemerig het ook was in de winkel, toch kon hij de man zien grijnzen.

    ‘Ik heb me laten vertellen dat het in orde was, meneer,’ begon Brice.

    ‘Het kan in orde komen.’

    ‘Ik heb me ook laten vertellen dat u een eerlijk man was. We hadden een deal.’

    ‘Ik ben een eerlijk man, maar eerlijke mensen moeten ook eten. Zeker in een tijd als deze. U weet net als ik dat we met onze business aan de grond zitten en als het zo verdergaat, zullen ze ons binnenkort ook onder de grond kunnen stoppen.’

    De man stapte naar de deur en deed ze op slot. Het was Brice niet duidelijk of hij dat deed om zijn werk te doen of om hen op te sluiten, de politie te bellen en hen te verklikken. Hoe hard Brice ook zijn best deed, hij kreeg het niet voor elkaar het een geruststellende gedachte te vinden.

    ‘Luister,’ begon Brice. ‘We zijn hier niet voor niets heen gekomen. Deze dame heeft op haar dooie eentje een gevaarlijke zone betreden en ik stond daarbuiten al meer dan een halfuur te bevriezen. Er is al voor de foto betaald. Er was een deal en er komt een foto, of u het nu wil of niet.’

    ‘Natuurlijk wil ik het,’ zei de man. ‘Maar voor de dubbele prijs.’

    ‘Dat was niet de afspraak,’ zei Brice.

    Hij begon zijn geduld te verliezen.

    ‘Luister,’ zei de man op zijn beurt. ‘We maken een nieuwe deal. Ik maak de foto voor de dubbele prijs of er komt helemaal geen foto. Wat zegt u daarvan? En als er geen foto komt, komt er wel een telefoontje. U wilt toch niet dat de dame en u het risico nemen om betrapt te worden?’

    ‘Dit kunt u niet maken!’ lachte Brice nu luid. ‘Bent u me nu aan het bedreigen?’

    ‘Kijk eens goed om u heen!’ riep de winkeleigenaar zijn keel schor. ‘Kijk eens naar de muur en naar de foto’s! Eén voor één portretten! Er hangt daar geen enkel koppel en weet u waarom? Omdat niemand nog een trouwfoto laat maken. De laatste dateren al van meer dan tien jaar geleden en die liggen nu netjes en veilig in de kelder te beschimmelen. Zo hebben de ratten ook nog wat gezelschap. Begrijp me niet verkeerd, meneer, ik heb niets tegen een huwelijk of een relatie, maar de staat wel. U begrijpt dus dat ik dit niet alle dagen doe. Ik loop ook een risico. De prijs omvat niet alleen de film en de foto, hij omvat ook het risico en de geheimhouding. Het is de prijs van mijn leven. Wat gebeurt er, denkt u, als ze me snappen en achterhalen dat ik huwelijksfoto’s maak? Ze sluiten de boel, nog sneller dan een flitslamp springt.’

    Het was even stil. Het was de jonge vrouw die ten slotte voor het eerst sprak.

    ‘Brice...’

    ‘Ssst.’

    ‘Brice, we kunnen een andere winkel opzoeken.’

    ‘Vergeet het.’

    ‘Er moeten er toch nog zijn.’

    ‘We zijn een uitstervend ras, juffrouw.’

    De oude man ging tegen de muur staan, omringd door zijn werk. De vele foto’s leken op bodyguards die hem moesten beschermen. Maar ook hij was alleen. Dat zag Brice aan zijn oude kleren, de slippers op luchtkussentjes, de stank die uit zijn kleren kwam gedreven, het gemis van een vrouw die voor hem kookte, waste en leefde. Het begon Brice te dagen dat de oude man niet alleen dwarslag om de centen, maar omdat hij jaloers was. Hij gunde ze het huwelijk en het geluk niet. Nu ja, de hele staat gunde ze dat niet, daarvan verschilde hij dus niet zo veel. Brice vond het meer dan welletjes en in plaats van zijn portefeuille boven te halen om de man te betalen, haalde hij zijn warmtepistool, een Vulcan 2.1., boven.

    ‘Je maakt de foto zoals afgesproken, ouweheer,’ zei Brice.

    ‘Of anders?’

    ‘Of anders hang je hier bij je vriendjes aan de muur in een kadertje met een zwarte lijst. Je kan dan nog eens een laatste keer glimlachen voor ik je smoel tot moes schiet.’

    Brice hield het warmtepistool op zijn borst gericht. Het rode lichtje zocht een plek om stil te zijn. Het vond het op het hart van de oude man. Brice trilde geen moment.

    ‘Heb je het begrepen, ouwe? We zijn gekomen om een simpele foto te laten maken. Een huwelijksfoto van ons tweeën. Een bewijs van onze liefde en van onze relatie. En we gaan hier ook buiten met zo’n foto. Het enige wat nog niet vaststaat, is wat jouw rol in dit plaatje is. Je kan die foto maken of je kan hem ook gewoon niet maken. In het laatste geval kan je dan ook meteen een kruis maken. Een kruis over je borst en over je leven.’

    ‘Je bluft,’ zei de man.

    Brice had dat laatste antwoord wel verwacht. Dus draaide hij zich om en liet het rode lichtje van het warmtepistool flikkeren op het voorhoofd van een meisje op een foto. Het lachte hem quasi-gelukkig tegemoet. Brice kon bijna niet wachten en vuurde. De straal ging dwars door het glas heen en verpulverde het gezicht. De lijst begon ter plekke te smelten door het hete vuur en de lach op het gezicht van het meisje werd een grijns en van een grijns ging het naar een vreemde bek. Er kwam een zware geur van zwavel en chemicaliën op hen afgedreven. Brice schoot nog tweemaal. Twee andere foto’s. Tot hij ten slotte de hele muur aan flarden knalde en er een vuurzee opflakkerde die de schaduw verdreef.

    ‘Je bent gek!’ schreeuwde de eigenaar. ‘Jullie zijn gek! Mijn winkel! Mijn hele winkel... voor een stomme foto.’

    ‘Neen, geen stomme foto. Voor een stomme, oude man. Jij bent de stommerik.’

    De oude man aanzag de schade.

    ‘Jij weet trouwens evengoed als ik dat die dingen aan de muur niets waard zijn. Het zijn valse beelden van geluk met valse glimlachjes. In scène gezet. Het zijn leugens. De echte schatten liggen in je kelder, ouwe. Het echte undergroundwerk.҆

    Brice liet zijn pistool in zijn andere hand afkoelen voor hij het weer weg zou steken.

    ‘Hoe zit het nu? Wanneer mogen we cheese zeggen?’

    Een moment later hadden Brice en de vrouw hem zover gekregen dat hij de studio in de achterruimte had verlicht. De ruimte was even versleten als de etalages en de gele foto’s aan de muur. Er stonden een paar kleine krukjes, een tweetal spots en een camera op statief. Tegen de muur was het landschapsscherm lang geleden gebarsten en toevallig blijven stilstaan op een afbeelding van een sneeuwvlakte. De barst in het scherm leek op een kloof tussen twee gletsjers. Ervoor hing een groot, kartonnen bord waarop ooit, in een ver verleden, een afbeelding van een strand was te zien. Nu was alles zó afgebladderd dat het meer op een groen moeras leek. Brice zei:

    ‘Waar zullen we zitten?’

    ‘Daar. Op de krukjes.’

    Brice ging op een krukje zitten en de vrouw naast hem. Hij voelde zich, net als zij wellicht, een beetje vreemd om plaats te nemen naast iemand die hij nog nooit eerder in zijn leven had gezien. Ze zag er niet mis uit, maar Brice had en kon geen enkel gevoel voor haar oproepen. Als twee standbeelden zaten ze daar stijf naast elkaar. Twee mensen die op hetzelfde moment kwamen solliciteren. Solliciteren voor de liefde. De oude fotograaf die daarnet nog met de dood was bedreigd, kwam een beetje los.

    ‘Oké, het mag een beetje natuurlijker.’

    Brice wist niet of de man nu inzat met dat warmtepistool of echt bekommerd was om zijn reputatie en, ondanks de benarde situatie, toch de best mogelijke foto wilde maken. Hij probeerde het tweetal in ieder geval wat meer op hun gemak te brengen.

    ‘Waar hebben jullie elkaar leren kennen?’

    ‘Dat gaat je niks aan,’ zei Brice zo vriendelijk mogelijk.

    ‘Een contactbureau?’

    ‘Ik zei dat het je niets aangaat. Maak de foto. Het is zo al moeilijk genoeg.’

    ‘Willen jullie kussen?’

    Brice keek naar de vrouw. Ze schudde het hoofd en zei:

    ‘Neen, liever niet.’

    ‘Willen jullie dan arm in arm?’

    ‘Neen. Laat het maar zoals het is,’ zei Brice omdat hij er ook niet veel voor voelde.

    ‘Oké, het is jullie foto. Maar het ziet er een beetje vreemd uit.’

    ‘Het is ook vreemd,’ zei Brice, maar verder dan dat ging hij niet.

    De fotograaf bukte zich. Brice zag de vermoeidheid in zijn ledematen en hij dacht zelfs de rug van de oude man te horen kraken, als een oud bed. Er ging een lichtflits af die Brice even verblindde. In één beweging zat zijn hand weer aan zijn warmtepistool. Je kon nooit weten of het een list in plaats van een flits was.

    ‘Sorry,’ zei de fotograaf. ‘Gewoon een testje. Het is al een eeuwigheid geleden dat ik die dingen nog heb gebruikt.’

    Hij keek nog een keer door de zoeker. Brice strekte zijn rug. Hij probeerde een voorname houding aan te nemen, voor een deel om deze zaak te rechtvaardigen. Alsof hij een nobele ridder was die het voor de jonkvrouw opnam. En eigenlijk was dat ook wel zo, als je het zo bekeek. Hij was de Lancelot die voor Koning Arthur door het vuur ging. De vrouw bleef de hele tijd star voor zich uitkijken. Het kon voor haar niet snel genoeg achter de rug zijn.

    ‘Het is zo voorbij,’ verzekerde Brice haar.

    ‘Geen probleem,’ zei ze.

    ‘Ik ben bijna klaar,’ zei de fotograaf.

    ‘Zeg ons als we moeten lachen.’

    ‘Oké. Klaar? En lachen maar! Smile!’

    Brice voelde zijn mondhoeken omhoogkrullen. Maar de vrouw die op de foto zijn vrouw zou voorstellen, gaf geen krimp.

    ‘Een beetje meer bezieling!’ gaf de fotograaf te kennen.

    Brice liet zijn warmtepistool los en sloeg een arm over de schouder van de vrouw. Zonder het zelf te beseffen en te willen bracht hij zijn wang tot bij

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1