Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Nog een laatste dag
Nog een laatste dag
Nog een laatste dag
Ebook182 pages2 hours

Nog een laatste dag

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Wat zou je doen als je nog één dag kan doorbrengen met je overleden moeder? Charley Benetto krijgt deze wonderbaarlijke kans. Na een leven vol teleurstellingen, mislukkingen en een alcoholverslaving, besluit hij op een dag een einde aan zijn leven te maken. Maar als zelfs dat niet lukt, strompelt hij compleet verloren naar zijn ouderlijk huis. Daar ontvangt zijn moeder hem met open armen, alsof er niets gebeurd is. Kan hij de in het verleden gemaakte fouten nog recht zetten? 'Nog een laatste dag' is de hartverwarmende roman van Mitch Albom, dat de top bereikte van de New York Times Bestseller List. Ook heeft Oprah Winfrey het verhaal verfilmd voor de Amerikaanse televisie in 2007.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateJul 12, 2021
ISBN9788726854510

Read more from Mitch Albom

Related to Nog een laatste dag

Related ebooks

Related articles

Reviews for Nog een laatste dag

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Nog een laatste dag - Mitch Albom

    Nog een laatste dag

    Translated by Ellis Post Uiterweer

    Original title: For One More Day

    Original language: English

    Copyright © 2006, 2021 Mitch Albom and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726854510

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga Egmont - a part of Egmont, www.egmont.com

    ‘Laat me raden. Je wilt weten waarom ik zelfmoord wilde plegen.’

    – De eerste woorden die Chick Benetto tegen me zei

    Dit is een verhaal over een familie, en omdat er een geest in voorkomt, zou je het een spookverhaal kunnen noemen. Maar in elke familie komt wel een spookverhaal voor. De doden zitten bij ons aan tafel lang nadat ze zijn heengegaan.

    Dit verhaal gaat over Charles ‘Chick’ Benetto. Hij was de geest niet. Hij was echt. Ik trof hem op een zaterdagochtend, op de tribune van een honkbalveld van de Junior League, en hij droeg een marineblauw windjack en kauwde op pepermuntkauwgum. Misschien herinner je je hem nog uit de tijd dat hij zelf honkbalde. Ik ben ooit sportverslaggever geweest, dus zijn naam klonk me vertrouwd in de oren.

    Achteraf gezien denk ik dat het voorbestemd was dat ik hem daar trof Ik was naar Pepperville Beach gekomen voor de overdracht van een huisje dat jarenlang familiebezit was geweest. Onderweg naar het vliegveld was ik gestopt voor een kop koffie. Aan de overkant was een veldje waar kinderen in paarse T-shirts aan het werpen en slaan waren. Ik had tijd genoeg. Ik ging even kijken.

    Terwijl ik bij het vangscherm stond, met mijn vingers door het gaas gestoken, liep er een man achter een grasmaaier over het gras. Hij had een gebruind en gerimpeld gezicht, en in zijn mond hing een sigaar. Hij zette de grasmaaier uit toen hij me zag en vroeg of er een kind van mij meespeelde. Ik zei nee. Hij vroeg wat ik daar deed. Ik vertelde hem van het huisje. Hij vroeg wat ik voor de kost deed, en ik beging de fout hem dat te vertellen.

    ‘Schrijver, hè,’ zei hij knauwend op zijn sigaar. Hij wees naar een gestalte die in zijn eentje op de tribune zat, met zijn rug naar ons toe. ‘Je moet eens met die kerel praten. Dát is nog eens een verhaal.’

    Dat hoor ik vaak.

    ‘O ja? Hoezo?’

    ‘Ooit was hij profhonkballer.’

    ‘Hm-mm.’

    ‘Volgens mij heeft hij nog in de World Series gespeeld.’

    ‘Hm.’

    ‘En hij heeft geprobeerd zelfmoord te plegen.’

    ‘Wat?’

    ‘Ja.’ De man snoof ‘Naar wat ik heb gehoord, boft hij dat hij nog leeft. Hij heet Chick Benetto. Zijn moeder woonde vroeger hier. Posey Benetto.’ Hij grinnikte. ‘Dat was nog eens een tante.’

    Hij liet zijn sigaar vallen en trapte hem uit. ‘Ga het hem maar vragen als je me niet gelooft.’

    Hij ging verder met grasmaaien. Ik liet het hek los. Het was roestig, en er bleef een beetje roest op mijn vingers zitten.

    Elke familie heeft een spookverhaal.

    Ik liep op de tribune af.

    Wat ik hier heb opgeschreven, is wat Charles ‘Chick’ Benetto me die ochtend tijdens een gesprek heeft verteld – de ochtend ging over in de middag – en ik heb er ook een paar aantekeningen in verwerkt, en bladzijden uit zijn dagboek, dat ik later heb gevonden. Ik heb er het volgende verhaal van gemaakt, alsof hij het zelf vertelde, want ik weet niet of je het wel zou geloven als je het hem níet zelf hoorde vertellen.

    Misschien geloof je het sowieso niet.

    Maar stel jezelf eens de volgende vraag: ben je ooit iemand kwijtgeraakt van wie je hield, en wilde je die persoon heel graag nog een laatste keer spreken, een laatste kans hebben om de verloren tijd in te halen, toen je nog dacht dat hij of zij er altijd voor je zou zijn? In dat geval weet je dat je in je leven vele dagen hebt, maar dat geen daarvan opkan tegen die ene dag die je zo graag eens zou overdoen.

    Stel dat je die dag toch terugkreeg?

    Mei 2006

    I Middernacht

    Het verhaal van Chick

    Laat me raden. Je wilt weten waarom ik zelfmoord wilde plegen.

    Je wilt weten hoe ik het heb overleefd. Waarom ik verdween. Waar ik al die tijd ben geweest. Maar eerst waarom ik zelfmoord wilde plegen, hè?

    Het geeft niet. Dat wil iedereen weten. Ze vergelijken zichzelf met mij. Het is net alsof er een streep is getrokken, en als je daar nooit overheen stapt, komt het nooit in je op jezelf van een gebouw te storten of een hele pot pillen in te nemen – maar als je wel over die streep stapt, overweeg je dat misschien wel. Iedereen denkt dat ik over die streep ben gestapt. Ze vragen zich af: zou ik ooit zo ver gaan als hij?

    Om de waarheid te zeggen: er bestaat geen streep. Er is alleen jouw leven, en hoe je daar een zootje van kunt maken, en wie je dan kan redden.

    Of wie niet.

    Achteraf gezien ging het verkeerd vanaf de dag dat mijn moeder overleed, ongeveer tien jaar geleden. Ik was er niet bij, en ik had er wél bij moeten zijn. Dus loog ik. Dat was geen goed idee. Een begrafenis is geen plek voor geheimen. Ik stond aan het graf en probeerde mezelf voor te houden dat het niet mijn schuld was, en toen pakte mijn veertienjarige dochter mijn hand en fluisterde: ‘Ik vind het zo erg voor je dat je geen afscheid meer hebt kunnen nemen, pap’, en dat deed de deur dicht. Ik had het niet meer. Ik viel op mijn knieën en huilde, en het natte gras maakte vlekken op mijn broek.

    Na de begrafenis bezatte ik me zo erg dat ik bewusteloos op de bank lag. En toen veranderde er iets. Eén dag kan je leven een andere wending geven, en vanaf die dag ging alles neerwaarts. Mijn moeder bemoeide zich voortdurend met me toen ik een kind was – ze gaf me raad, ze kwam met kritiek, ze smoorde me met haar moederliefde. Soms wilde ik alleen maar dat ze me met rust liet.

    En toen deed ze dat. Ze ging dood. Geen bezoekjes of telefoontjes meer. En zonder dat ik het zelf besefte, raakte ik ontworteld, alsof ik een rivierarm in dreef Moeders onderschrijven bepaalde illusies van hun kinderen, en een van mijn illusies was dat ik mezelf aardig vond, omdat zíj zo dol op me was. Toen ze stierf, stierf die illusie ook.

    Eerlijk gezegd mocht ik mezelf absoluut niet. Ik zag mezelf als die veelbelovende jonge, sportieve man. Maar ik was niet jong meer, en ik was niet meer sportief. Ik was een verkoper van middelbare leeftijd. Ik was allang geen belofte meer.

    Een jaar nadat mijn moeder overleed, deed ik het stomste wat je op financieel gebied kunt doen. Ik liet me door een verkoopster overhalen om te gaan beleggen. Ze was jong en zag er goed uit, op die zelfverzekerde, luchtige en nonchalante manier waardoor een man bittere gevoelens krijgt wanneer ze langs hem heen loopt – tenzij ze hem natuurlijk aanspreekt. Dan gaat hij rare dingen doen. We spraken drie keer af om het over haar voorstel te hebben: twee keer bij haar op kantoor, en één keer in een Grieks restaurant, niets ongepasts, maar tegen de tijd dat mijn hoofd weer helder was na het opsnuiven van haar parfum, had ik het grootste gedeelte van mijn spaargeld in een nu waardeloos geworden beleggingsfonds gestoken. Algauw werd ze ‘overgeplaatst’ naar de westkust. Ik moest mijn vrouw Catherine uitleggen waar het geld was gebleven.

    Daarna ging ik meer drinken – in die tijd dronken honkballers nog – maar het werd een probleem, en na verloop van tijd werd ik twee keer achter elkaar ontslagen als verkoper. En door dat ontslag bleef ik drinken. Ik sliep niet goed. Ik at niet goed. Ik leek ouder te worden terwijl ik bleef stilstaan. Wanneer ik werk vond, verstopte ik mondwater en oogdruppels in mijn zak, en ik schoot het toilet in voordat ik een afspraak met een klant had. We kregen geldproblemen; Catherine en ik hadden voortdurend ruzie over geld. En na verloop van tijd ging het mis met ons huwelijk. Ze had genoeg van mijn ellende, en dat kan ik haar niet kwalijk nemen. Als je je rot voelt over jezelf, ga je rot doen tegen anderen, ook tegen de mensen van wie je houdt. Op een avond trof ze me bewusteloos aan op de keldervloer, met een gebarsten lip en met een honkbalhandschoen tegen me aan gedrukt.

    Niet lang daarna ging ik weg – of mijn gezin ging weg.

    Daar schaam ik me dieper voor dan ik kan zeggen.

    Ik verhuisde naar een appartement. Ik werd chagrijnig en afstandelijk. Ik ging iedereen uit de weg die niet met me wilde drinken. Als mijn moeder nog had geleefd, had ze misschien tot me kunnen doordringen, want daar was ze goed in; ze had me bij de arm kunnen nemen en zeggen: ‘Kom op, Charley, wat is er aan de hand?’ Maar ze was er niet meer, en daar zit hem nou net de kneep wanneer je ouders dood zijn: in plaats van elke strijd aangaan met het gevoel dat er iemand achter je staat, ga je nu de strijd aan met het gevoel dat je er helemaal alleen voor staat.

    Op een avond begin oktober besloot ik zelfmoord te plegen. Misschien komt dat als een verrassing voor je. Misschien denk je dat kerels zoals ik, die in de World Series hebben gespeeld, nooit zo diep kunnen zinken dat ze zelfmoord overwegen, omdat ze ten minste altijd het idee hebben dat ‘hun droom is uitgekomen’. Maar dan zou je er helemaal naast zitten. Wat er gebeurt nadat je droom is uitgekomen, is dat je langzaam gaat beseffen dat het eigenlijk niks voorstelde.

    Het kan je niet redden.

    De doodklap, dat wat me over de rand duwde, was vreemd genoeg de bruiloft van mijn dochter. Ze was al tweeëntwintig, en had lang, steil haar, kastanjebruin, net als haar moeder, en ze had dezelfde volle lippen. Ze trouwde met een ‘geweldige kerel’, en de plechtigheid was ’s middags.

    Meer weet ik niet, want meer schreef ze niet in de korte brief die een paar weken na de bruiloft in de brievenbus van mijn appartement lag.

    Vanwege mijn drankmisbruik, depressies en slechte gedrag in het algemeen hadden ze het kennelijk niet aangedurfd me voor een familiebijeenkomst uit te nodigen. In plaats daarvan kreeg ik een brief en twee foto’s: eentje van mijn dochter en haar nieuwbakken echtgenoot, hand in hand onder een boom; en eentje waarop het gelukkige paar met hun champagneglazen klonk.

    Die tweede foto deed me de das om. Het was zo’n kiekje dat een bepaald moment weergeeft dat nooit kan worden herhaald, zoals ze daar samen lachend en pratend klonken. Ze zagen er zo onschuldig en jong uit, het was allemaal zo... verleden tijd. Het leek een bespotting van mijn afwezigheid. Jij was er niet bij... Ik kende die kerel niet eens. Mijn ex-vrouw kende hem wel. Onze vrienden van vroeger kenden hem. Jij was er niet bij... Weer was ik er niet bij geweest toen er iets belangrijks in de familie gebeurde. Deze keer zou mijn kleine meisje niet mijn hand pakken en me troosten; ze hoorde nu bij iemand anders. Ik was niet gevraagd. Ik kreeg een mededeling achteraf.

    Ik keek naar de envelop, waar haar nieuwe achternaam op stond (Maria Lang, niet Maria Benetto), maar geen adres (waarom niet? Waren ze bang dat ik op bezoek zou komen?), en toen knapte er iets. Als je buiten het leven van je enige kind wordt gehouden, lijkt het alsof er een stalen deur in het slot valt; je bonkt op de

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1