Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De stilte
De stilte
De stilte
Ebook211 pages3 hours

De stilte

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De Stilte is een tweedelige surrealistische roman waarin we in het eerste deel Saul Bach leren kennen, die op een zekere dag besluit te stoppen met praten om zich te hullen in absolute stilte. Als ex-schrijver en ex-stand up comedian kiest hij ervoor om zich drie weken lang te wijden aan introspectie en de betekenis van zijn leven. In zijn gedachten ontstaat een wereld waar iedereen en alles stil is, een wereld zonder geluiden.Hierna begint deel twee van de roman met het personage Bruno D'Onofrio, die uit een coma ontwaakt. Het blijkt dat hij twintig jaar lang in stilte heeft gelegen en nu niet meer kan spreken. Daar komt bij dat hij ontwaakt in een wereld waar iedereen stil is! Hij snapt er niets van en krijgt hulp van een jonge vrouw, die hem helpt om weer te leren spreken. Ze brengt hem bij een ondergrondse, verborgen beweging, waar men nog wel met elkaar praat. Bruno komt er achter wat zijn coma heeft veroorzaakt en waarom iedereen stil is geworden...-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateAug 31, 2021
ISBN9788726953572

Read more from Bavo Dhooge

Related to De stilte

Related ebooks

Related articles

Reviews for De stilte

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De stilte - Bavo Dhooge

    De stilte

    Copyright © 2016, 2021 Bavo Dhooge and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726953572

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga Egmont - a part of Egmont, www.egmont.com

    Silence is golden

    Deel 1

    De stilte van Saul Bach

    1

    De stilte van de pop

    Het begon met de pop. Niet zomaar een pop, maar een buikspreekpop, ook al was de man geen buikspreker, hoewel hij vaak afging op zijn buikgevoel. Hij was een standupcomedian met steeds slechtere grappen en met als beste voorbeeld de melige woordspeling hierboven. Hij trad op onder zijn eigen naam: Saul Bach. Saul zoals in koning Saul, hoewel hij zeker niet de koning van de kolder was, en Bach zoals de klassieke meester.

    De pop was geen act. Saul was een paar weken geleden op zoek gegaan naar een buikspreekpop. Er waren poppen, maar dat waren niets meer dan ordinaire oude vodden, handpoppen om poppenkast mee te spelen. Op een site voor professionals had hij dan toch een poppenmaker gevonden die zijn creaties met de hand maakte. Maar toen hij er heen ging, bleken het gewoon stoffen en papieren poppen op een stok te zijn die hij ook zelf in mekaar had kunnen flansen met een wandelstok en een pompoen.

    Blijkbaar traden er in dit land weinig of geen buiksprekers op. Dus bestelde Saul de pop aan de andere kant van de oceaan. Hij moest er meer dan driehonderd lappen voor neerleggen en dacht dat het daarmee van de baan was, maar vanaf dan gingen de, eh, poppen aan het dansen. De pop in een ander land bestellen was één ding, de pop het eigen land inkrijgen, was nog een andere zaak. Je kon nog sneller een container met illegale asielzoekers het land insmokkelen.

    Na twee weken kreeg Saul het bericht dat de pop het land nog steeds niet had verlaten. De pop was opgehouden, hij zat vast bij de douane waar ze hem letterlijk binnenste buiten keerden om te zien of er geen drugs in zijn buik zaten. De pop was van hout met een apart hoofd en een aparte romp die groot genoeg was om een baby in te stoppen. Daar moest de hand van de buikspreker in die aan de touwtjes trok en zo de mond kon laten bewegen.

    De pop had ook een naam. Een standaardnaam. Er waren in de hele wereld slechts drie buikspreekpoppen met een naam gedoopt. Saul kon kiezen uit een Howdy Doody, een Bert Evans of een Woody. Hij koos Woody, niet alleen vanwege de naam en de op naar zijn favoriete komiek, maar ook omdat de pop ros haar en sproeten had. Woody zag eruit als een pop die niet zou stoppen met praten. Woody leek op een spraakwaterval en dat was precies wat Saul Bach op dat moment nodig had.

    Na drie weken was Woody nog steeds niet gearriveerd. De pop was als een ster die was geboekt, maar niet kwam opdagen. Hoe langer hij op zich liet wachten, hoe meer men over hem ging spreken. Hij deed er een volle week over om met het vliegtuig naar dit land te reizen, in de bagageruimte bij de honden en de katten. Maar toen waren er weer problemen bij de douane. Deze keer werd hij niet tegengehouden op verdenking van smokkel, maar raakte hij simpelweg verloren.

    Hoe kon een buikspreekpop nu verloren gaan, dacht Saul. Hij nam contact op met de centrale douane en vroeg wat er aan de hand was. Hij verzond tonnen mails, maar kreeg geen antwoord. Hij praatte in het ijle. Hij kon het evengoed tegen de muren hebben, tot de dag dat Woody blijkbaar teruggevonden was in een loods en de weesjongen dan toch onderweg was naar zijn nieuwe thuis. Saul verdacht de pop er even van om op eigen initiatief de benen te hebben genomen, op zoek naar vrijheid in plaats van een zoveelste opvanggezin.

    De tocht van de pop was op het net te volgen, van uur tot uur. Zo opende Saul op een ochtend zijn deur en kreeg hij van de postbode eindelijk een kartonnen doos in handen gestopt met daarin zijn houten vriend. Nadat hij had afgetekend voor het postpakket, opende hij onhandig met een schaar de doos, als een kind op kerstdag, en zag Woody zitten onder een pak wit rubberschuim en printpapier. In drie delen. Hij hoefde niet eens in elkaar te worden gevezen. Saul kon hem bij zijn rosse haar zo uit de doos trekken en op de sofa zetten.

    En zo begon het: met de buikspreekpop Woody die vanaf dan het woord zou voeren.

    Saul Bach was stand-upcomedian en was dat al vijf jaar. De pop was geen bewuste keuze geweest, al had Saul wel het gevoel dat hij in die vijf jaar alles had verteld wat er te vertellen viel. Hij had alle grappen gemaakt, hij had alle actualiteit in zijn show gesmokkeld en hij had iedereen die hij kende, van vrienden tot familie en zichzelf, in zijn optredens vermeld. Kortom, alles was gezegd.

    Punt.

    Andere lijn.

    Vijf jaar lang was Saul het land rondgereisd om vijf avonden per week optredens te geven, van de grootste theaterzalen tot de kleinste plaatselijke cultuurcentra. Het was nooit zijn droom geweest om stand-upcomedian te worden. Hij was niet die jongen geweest die in zijn schooltijd tijdens de speeltijd met plezier vooraan de klas de rol van de leerkracht overnam. Hij was niet het kind dat een spreekbeurt over de paddenstoel al snel liet ontaarden in een onemanshow over allerlei andere stimulerende middelen. Hij was de plant of het meubelstuk zoals een leraar hem ooit noemde, de jongen die zich letterlijk verstopte onder zijn bank om zijn veters te strikken of over te geven als het zijn beurt was.

    Er waren weinig mensen die het wilden geloven, toch was het zo: hij had een introverte persoonlijkheid en was helemaal geen tafelspringer. Neem nu zijn lichaam en postuur.

    Saul Bach was niet gemaakt, ontworpen om elke avond op een podium voor een volle zaal te staan praten. Hij had er om te beginnen de stem niet voor. Zijn stem was nasaal en zacht, helemaal geen aangename basstem die het over lange afstand kon volhouden. Als zijn stem een wagen was, dan reed hij met een Mini Cooper op gas, voortdurend in het rood, over toerental, in plaats van met de dieselmotor van een Mercedes. Jarenlang moest Saul dan ook soms twee of drie voorstellingen per week annuleren omdat zijn stem tekortschoot. Ze was weg. Tot hij van een collega de raad kreeg om elke ochtend drie lepels honing in zijn kruidenthee te doen en de stembanden te smeren. En dat hielp een tijdje.

    Maar Saul Bach was niet gebouwd voor het karwei. En het wàs ook een karwei. Na een avond waarop hij twee uur had staan praten, kwam hij vaak afgemat thuis en kreeg geen woord meer uit zijn mond. Zijn keel stond in brand. Zijn lippen trilden. Hij kreeg om de haverklap koortsblazen. Om heel eerlijk te zijn: het praten zat hem niet in het bloed.

    Waarom was hij dan toch stand-upcomedian geworden? Het was een vraag die hem steeds meer bezighield. Saul was ook een stand-upcomedian die het moest hebben van woorden, niet van daden of imitaties. Hij was niet de man die met zijn rollende tong of klappende tanden in de microfoon een bulldozer of een neerstortende helikopter kon nabootsen. Hij waagde zich evenmin aan typetjes of personages die hij gestalte kon geven met variaties van zijn stem. Saul Bach had maar één stem en die stem was aan flarden gepraat. De stem was stuk.

    Het laatste jaar was er al te veel aan geweest. Er ging geen ochtend voorbij zonder dat hij zijn mond probeerde te openen, om te merken dat die op slot zat. De lippen waren kurkdroog omdat hij met open mond sliep. Al zijn hele leven sliep hij zo: als een kind dat de avond ervoor vol verwondering in slaap was gevallen bij het zicht op de sterrenhemel. Zijn mond was een grot waarvoor elke ochtend een rotsblok was gerold dat hij slechts met heel veel moeite en sloten warme koffie weer opzij kon duwen. Kwam daarbij ook nog eens het slijm dat zich vaak als stalagmieten ophoopte tegen zijn gehemelte en zijn huig prikkelde tot hij bijna stikte. Wakker worden was vaak een nachtmerrie na zo’n optreden.

    En dus kwam Saul Bach, winnaar van twee jaarlijkse standupprijzen, op het idee om een buikspreekpop in te schakelen. Er waren natuurlijk nog acteurs of performers die zich hadden laten bijstaan door een buikspreekpop, maar niemand was op het idee gekomen om de pop net niet te laten praten. Een pop die de lippen stijf op elkaar zou houden. Een koppige pop.

    Dàt was pas iets om over te praten.

    Ook dat begon heel toevallig. Vlak nadat Saul de pop uit de kartonnen doos had gehaald, had hij in al zijn enthousiasme iets te hard aan het haar getrokken waardoor het hoofd voor een stuk was losgekomen. Er was iets gebroken. Geen levenslijn, maar toch een vitaal verlengstuk. Saul wist niet precies wat er scheelde, maar hij wist dat er vanaf dan iets scheelde aan Woody. Geen hazenlip zoals bij een babygeboorte, maar toch een mankement.

    De volgende weken probeerde hij de pop uit en trachtte het buikspreken onder de knie te krijgen door Woody grapjes te laten maken. Het werkte. Vaak kreeg hij applaus als hij een paar collega’s of vrienden op bezoek kreeg en een onverwachts optreden gaf.

    Maar op een avond had hij weer iets te hard aan het touwtje getrokken waardoor het nu helemaal was afgebroken. Het resultaat was dat Woody voortaan de kaken op elkaar hield en zijn mond niet meer kon openen. Het was een klein mankement en makkelijk te fiksen, maar het was een signaal. Natuurlijk hoefde Saul maar een nieuw touwtje vast te maken aan de binnenkant, een soort sonde of endoscopie ergens ter hoogte van de maag van Woody, maar het bracht hem op een idee. Het idee van de buikspreekpop die niet sprak.

    Die nacht zette hij Woody op het bankstel naast de deur van zijn slaapkamer en vroeg zich af of het idee de volgende ochtend overeind zou blijven. Dat deed het. Hij opende de ogen en verslikte zich weer in het slijm. Maar al snel kwam een glimlach aanzetten, want de pop zat hem nog steeds aan te staren. Er was niets veranderd aan de pop, toch had Saul de indruk dat Woody knikte. Hij zag het. Woody zag het ook. Het leek alsof Woody, zijn handlanger, het plan ook zag.

    ‘Driehonderd lappen en twee maanden wachten om een buikspreekpop uit Amerika te bestellen en het land in te krijgen, en hem dan niet eens gebruiken,’ lachte hij hardop.

    Maar hij nam Woody overal mee, naar elk optreden en zelfs als hij de helft van het optreden alleen voor zijn rekening nam, liet hij de pop in de coulissen op een barkruk zitten, alsof hij even mocht uitblazen. Als hij na een optreden nog een hap bestelde in de drive-in, zat de pop op de achterbank.

    De eerste avond dat hij Woody op het podium liet plaatsnemen op zijn knie, was heel speciaal. Saul begon aan zijn deel van de act en wachtte tot Woody zou antwoorden. Woody antwoordde niet. Hij antwoordde niet op zijn eerste vraag: wat hij hier te zoeken had en waar hij vandaan kwam. Haha, dat was leuk, dat hadden ze nog nooit gezien. Maar de pop antwoordde ook niet op de tweede vraag: wat de bedoeling van dit alles was en of hij soms ook een percentje van de opbrengst wilde meepikken. Ho maar, dat was durven. Dat was het publiek uittesten. De pop antwoordde ook niet op de derde vraag: wat hij van de act en het publiek in de zaal vond. Dat was er voor velen te veel aan.

    Hier en daar waren al wat opmerkingen te horen. Na tien minuten begonnen een paar toeschouwers de zaal te verlaten. Toen Saul aan Woody vroeg om alsjeblief toch een woord te zeggen voor de hele zaal zou leeglopen, bleef de pop gewoon zitten. Hij bleef de hele zaal én zijn baas Saul Bach uitdagen. Algauw kwam het boegeroep en deed Saul zijn best om te blijven praten. Maar de pop gaf geen krimp.

    Dat was de eerste keer.

    Daarna kreeg hij een paar keer het gevoel dat de pop een eigen leven begon te leiden en zelf had besloten om de tanden op elkaar te houden. Het leek wel alsof Woody wel degelijk kon spreken, ondanks het mankement met het touw, maar dat gewoonweg niet wilde doen. Eén keer schoot Saul midden in de nacht wakker omdat hij dacht dat hij iets hoorde. Gefluister. Gemompel. Gepraat. Maar toen zag hij Woody, zoals in de eerste de beste goedkope horrorfilm, nog steeds op dat bankstel zitten, stralend glimlachend, met sterretjes in zijn ogen.

    Waarom glimlachte Woody? Misschien was het wel net omdat hij niet praatte. Léék hij gelukkig of was hij ook daadwerkelijk gelukkig wanneer hij niet praatte?

    Later op de dag dwaalde Saul wat rond in zijn flat en kreeg het vreemde gevoel dat hij met de pop niet alleen een zakenpartner, maar ook een flatgenoot in huis had genomen. Hij zag hem zitten op het bankstel, op het bed, op de sofa, voor de televisie, op het toilet en praatte tegen hem. Er kwam natuurlijk nooit antwoord, maar net dàt bracht Saul Bach tot rust. De rest van de dag hield hij zich bezig met een paar klussen. Soms nam hij een pauze en ging naast Woody zitten om wat te babbelen. Al snel liet hij de televisie aanstaan, omdat hij hield van de beweging op de achtergrond zoals een aquarium. Maar tijdens het praten zette hij het geluid uit.

    Dat was de tweede stap geweest.

    Saul Bach, samen met Woody de buikspreekpop, en de stilte.

    De volgende stap was toen Saul op een middag naast de pop naar de stilte zat te luisteren en het ineens leek alsof de pop een vraag stelde en niet hij. Had Saul wel hardop gesproken? Of vond de vraag alleen maar plaats in zijn bovenkamer? Hoorde hij de vraag enkel en alleen tussen zijn oren? Vanaf dan stopte hij met praten en durfde het aan om de stilte tussen hen te laten hangen.

    Tijdens zijn laatste optredens kwam Saul op het idee om Woody hém, Saul Bach, te laten spelen. Hij tekende met houtskool een stoppelbaard op Woody, zoals hij zelf ook had. Hij zette hem een zwarte muts op, zoals ook hij in de winter droeg. Hij schilderde zijn bruine ogen blauw, zoals de zijne en kocht een paar kinderkleren, een zwart hemdje en een zwarte jeans, zoals hij zelf doorgaans droeg.

    Het allerlaatste optreden – voor de stekker er werd uitgetrokken – was een zwanenzang die hij niemand zou toewensen. Saul kwam op en stelde een vraag aan de pop waarna hij de stilte liet floreren. Hij liet het publiek in de zaal tot leven komen. Hij liet hén de hoofdrol spelen. Hij en de pop werden de toeschouwers en het publiek werd de performer.

    Een glas dat van tafel op de grond kapot viel. Een telefoon die rinkelde. Maar het was geen act. Het was niet zoals de Amerikaanse komiek Andy Kaufman die puur om zijn publiek te pesten een hele nacht lang The Great Gatsby had voorgelezen, tot slechts één slapende student in het auditorium was overgebleven. Als het al een test was, dan was het zeker geen test voor het publiek, maar een test voor Saul Bach zelf.

    Zo bleef hij staan in de spotlights en kreeg op een gegeven moment niets meer uit zijn keel. Een kuch was er te veel aan. Er werd gejoeld, er werd geschreeuwd, er werd met dingen gegooid, met bierblikjes en bierflesjes, met bierdopjes, met nootjes, met fruit en zelfs met sleutelhangers, maar Saul hield vol.

    Na afloop werd hij in de coulissen opgewacht door de eigenaar van de tent die hem weigerde te betalen.

    ‘Je denkt toch niet dat ik je hier één cent voor betaal? Kan je me eens uitleggen wat ik zonet heb gezien? Wat is dit voor onzin? De Stomme van Portici?’

    Saul haalde zijn schouders op. Wat maakte het hem uit dat hij niet werd betaald? Hij deed dit niet voor het geld. Hij deed dit voor zichzelf.

    ‘Komaan, antwoord! Het minste wat je kan doen is de beleefdheid en het respect tonen om me een verklaring te geven. Wat is dit? Een nieuwe stunt? Een verborgen-cameragrap voor de televisie?’

    ‘Het is geen stunt,’ zei Saul.

    ‘Daarvoor komen de mensen niet naar een show. Als ze niets anders dan stilte willen horen, dan gaan ze wel urenlang voor een etalage naar een mannequinpop staren. Wat denk je hiermee te bereiken? Je graaft je eigen graf, dat weet je toch? Je helpt je hele reputatie naar de maan.’

    ‘Welke reputatie?’

    ‘Je noemt dit toch niet je eigen grenzen verleggen? Al die onzin over de onbegrepen artiest die steeds weer de grenzen van zijn inventiviteit en creativiteit moet opzoeken? Kom daar niet mee aandraven, beste vriend, want daar geloof ik niet in. Dus, hoe zit het?’

    ‘Wat, hoe zit het?’

    ‘Ik wil weten of dit een eenmalige zaak was. Want als je me dit nog één keer flikt, dan schrap ik alle optredens die ik heb vastgelegd. Ik heb ook een reputatie. Wat zegt je agent hiervan?’

    ‘Ik heb hem ontslagen,’ zei Saul.

    ‘Waarom?’

    ‘Hij begreep het niet.’

    ‘Dan zijn we al met twee, want ik begrijp het ook niet. Maar mij kan je niet ontslaan. Ik kan jou wel ontslaan. Ik zeg

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1