Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Het Zilveren Spoor IV: Luna
Het Zilveren Spoor IV: Luna
Het Zilveren Spoor IV: Luna
Ebook346 pages5 hours

Het Zilveren Spoor IV: Luna

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De spanning neemt toe. Paul wordt door zijn visioenen gedwongen af te reizen naar de wereld Luna. Daar wordt hij heen en weer geslingerd tussen vrees en liefde, ontmoet de meest bizarre mensachtigen en moet zijn uitweg zoeken in een doolhof van wanden, plafonds en spiegelende oppervlaktes. Onder is boven en boven is onder...... Hoe komt Paul ooit weer in zijn eigen wereld terecht?
Maar eerst gaan we terug naar zijn verleden waar de oorsprong ligt van zijn nachtmerries en angsten. De kleine Paul (toen nog Duncan) woont bij zijn sadistische en gefrustreerde tante, die geen kans onbenut laat om hem te kleineren en te mishandelen.....

LanguageNederlands
Release dateMar 26, 2021
ISBN9781005781927
Het Zilveren Spoor IV: Luna
Author

Michel Vallier

Michel Vallier (pseudoniem van Michel van der Linden) werkte al op jonge leeftijd zijn onbegrensde verbeelding uit tot verhalen met complexe personages, scenes en anekdotes. Hij studeerde aan de Academie van Beeldende Kunsten, richtte zich op realisme en portretten, en begon na het werk als Illustrator aan de verbeeldingsliteratuur. De eerste roman groeide uit tot het negen delen grote ‘Het Zilveren Spoor’-verhaal. Deze delen zullen binnenkort allemaal beschikbaar zijn.Onder ‘Wireless World’ schreef hij de ‘Raven’ verhalen. Andere boeken: ‘Gilberts laatste reis’, ‘The Queens Portrait’, ‘Bard’, ‘De Parel van het Roze Konijn’ en ‘Queen Esther’, ontstonden uit dezelfde fictieve wereld.De laatste reeks volgt het trieste verhaal van Marina Kay Walters, die op jonge leeftijd op een gruwelijke wijze wordt misbruikt en vermoord (wordt verwacht).Voor meer informatie mail naar: Michel-Vallier@outlook.comMichel Vallier (pseudonym of Michel van der Linden) developed his limitless imagination at a young age into stories with complex characters, scenes and anecdotes. He studied at the Academy of Visual Arts, focused on realism and portraits, and after working as an Illustrator started working on imaginative literature. The first novel grew into the nine-part 'Het Zilveren Spoor' story. These parts will all be available soon.Under "Wireless World" he wrote the "Raven" stories. Other books: "Gilberts last journey", "The Queens Portrait", "Bard", "The Pearl of the Pink Rabbit" and "Queen Esther" were all from the same fictional world.The final series follows the sad story of Marina Kay Walters, who is horribly abused and murdered at a young age (expected).For more information mail to: Michel-Vallier@outlook.com

Read more from Michel Vallier

Related to Het Zilveren Spoor IV

Related ebooks

Related categories

Reviews for Het Zilveren Spoor IV

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Het Zilveren Spoor IV - Michel Vallier

    Het Zilveren Spoor IV

    Luna

    By Michel Vallier

    Copyright ©2021 Michel Vallier

    Cover: Michel Vallier

    Alle rechten voorbehouden.

    Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

    All rights reserved.

    No part of this publication may be reproduced, stored in an automated database and/ or made public in any form or by any means, whether electronic, mechanical, by photocopying, recording or in any other way without prior written permission from the publisher.

    Kleine Duncan

    Toen hij weer vaste grond onder zijn voeten kreeg, dacht hij dat hij droomde of dat wat hij zag eenvoudigweg niet klopte. Paul Michael Duncan was in zijn eigen slaapkamer beland nadat hij de vervormer had gebruikt en staarde verbijsterd naar het inbouwbed. En hij had iemand meegenomen.

    Misschien moet je in het vervolg even nadenken voordat je een arm grijpt. Dat was de stem van Sarcasme. De rest van het stemmenpubliek in zijn hoofd zweeg. Hij liet een natte arm los waar een boos meisje aan vastzat. Sally Portman het serveerstertje, viel boven op haar gat met een gezicht dat op ontploffen stond. Dat was ook weer een vraag minder, ze waren niet samen versmolten tot een hopeloze menselijke pudding.

    ‘AU!’

    Sally wauwelde onverstaanbaar, bleef mopperend zitten toen Paul de rugzak van zijn rug haalde en zich verwonderde dat het licht brandde. Hij zette de vervormer tussen de benen van Sally die ze lomp in een spreidstand had gekwakt, alsof ze in het zand zat te spelen. Zonder commentaar begaf Paul zich naar de badkamer, zette de rugzak op de wasmachine nadat hij de smartphone eruit haalde. Die ging in zijn broekzak. Hij waste zijn gezicht, hoorde zichzelf zacht grinniken en trok een moordzuchtige grijns naar zijn eigen spiegelbeeld. Hij vond dit een prima gelegenheid om Sally te wurgen, al was het maar om te voldoen aan zijn onfeilbare drift om olie op het vuur te gooien. Hij kon nog wel een paar redenen bedenken. Carolien had Laguna aan hem vastgeketend, bedacht hij zich, hij had hetzelfde met dit pruilende kind gedaan.

    De keuze van Carolien was verstandiger. Minder verstandig was dat ze buiten haar schuld vervolgens weer aan hem vastzat. Maar er was meer. Dit kind zou hem vrijwel zeker gaan bestoken met ontelbare vragen. Hij had zijn portie met Laguna al gehad, en daar dacht hij met heimwee aan terug.

    Zuchtend ging hij terug naar de slaapkamer. Hij kon niet met vrouwen overweg. Sally leek hem niet een van de makkelijkste en deze nieuwe situatie stond niet in het draaiboek van therapeut Carolien. En hij werd bang; hij had nog nooit een destructieve kant van zichzelf gezien. Wat zeg je nou? Geen destructieve kant? Hij dacht het niet. Misschien was hij dat station inmiddels gepasseerd.

    Sally zat nog steeds onveranderd midden in de kamer, mokkend met haar armen naar achteren gezwaaid ter ondersteuning van haar gemakzuchtige ontevredenheid.

    Plotseling moest hij aan Jonas denken. De vreemde jongen op de camping met zijn uitgemergelde gezicht en zijn ingezakte tentje. En ten slotte de hulp van Carolien op zijn advies. Toch was het net zo vreemd dat hij daar precies nu aan moest terugdenken. Even merkwaardig was de gelijkenis tussen Sally de kattentrapper en Jonas de uitgemergelde. Voorlopig ontging hem dat. Misschien was het de weerloosheid. Paul keek neer op haar uitgestreken mopperende gezicht. Dat leek hem bij dit meisje onmogelijk.

    Ze was drijfnat en wekte niet de indruk nog betekenis te willen geven aan haar leven. Haar broek was aan een kant omhoog gedrukt als een harmonica, en gaf weinig meer keuzemogelijkheden dan haar gezicht liet zien. En haar schort deed het niet beter – totaal verkreukeld, met een blocnootje dat als een kleddernatte tong, er half uit stak. Dit was het meisje dat hem een vleessalade had bezorgd in het Havenzicht toen alles nog eenvoudig was. En ze keek al net zo gezellig als toen ze met hem flirtte. Dat kon misschien in zijn voordeel uitpakken.

    Er schoot hem nog iets te binnen. Ze had zelfs opgemerkt dat als hij zich alleen voelde, op haar gezelschap kon rekenen. Zonder daar rekenschap mee te houden had hij dat bijna letterlijk gedaan. Nog vreemder was haar geflirt met Carolien en haar steeds Vicky bleef noemen. Als ze niet gek was, verwees dat naar een langer contact dan een minuut wat volgens hem uitzonderlijk genoemd kon worden met mevrouw Raven. Verder was ze straal bezopen.

    Hij verheugde zich nu al op zijn nieuwe gezelschap en keek neer op haar verbeten gezicht.

    ‘Heeft Carolien je in het water gesmeten?’

    Ze boog voorover en leek iets onder haar schort te willen pakken, toen ze opeens opkeek. Paul vreesde een mes of iets wat daarop leek.

    ‘Wat is dit voor gezeik? Waar ben ik!’

    ‘Je bent in mijn huis en schreeuw niet zo. Sorry dat ik je arm op het laatste moment greep, maar dan had je Carolien maar niet moeten schoppen. Luister, je…’

    ‘Ik luister helemaal niet naar jou, weirdo!’

    Paul zocht steun door de stoel naast hem te pakken. ‘Als je mij gaat schoppen, sla ik zonder pardon terug.’

    ‘Ja hallo, hoe moet ik dat zo doen, hè.’ Sally maakte een merkwaardig gebaar richting haar benen alsof ze geslagen was. Paul haalde zijn schouders op, liep weg, pakte in de badkamer de rugzak, en ging naar beneden waar hij in de keuken ontdekte dat hij wel heel gemakkelijk door zijn huis liep. Dat was niet verstandig. Hij schonk zichzelf wat te drinken in, deed dat na een ogenblik nog een keer en ging op de bank zitten. Een ogenblik later greep hij de laptop en zette hem gesloten op de salontafel. Na een zucht greep hij een overhemd dat aan een van de sierstangen van de buiskachel hing en trok hem na een aarzeling aan. Verschoond en fris stapte hij de keuken in en zag tot zijn stomme verbazing dat het opgeruimd was.

    Dat heb ik niet gedaan. Hij wist het niet meer. Carolien had hier opgeruimd toen hij haar achterliet. Ja natuurlijk, met dat manke been van haar, weet je nog?

    En wat had hij daar nou precies over gezegd. Dat het meeviel. Dat leek hem achteraf wel te kloppen.

    De bijkeuken rook bedompt en een bruikbaar blik bonen zag hij niet. Dat was altijd jammer.

    Zijn heilige missie leek toch echt van start te gaan en begon in de bijkeuken. De ironie van een blik bonen en dat het daarmee begon, was leuk.

    Het was helemaal niet leuk.

    Ongeveer waar zijn voet onder de opbergkast verdween, rolde een blik bonen in het licht en Paul sloeg een vreugdekreet. De plek van de ontdekking was helaas wat minder duidelijk. Sally kwam de trap af denderen. Ik ben niet verantwoordelijk, verdomme. Ik ben niet…

    Dat ben je wel, zei een onverbiddelijk stemmetje. Het viel hem in dat Esther in haar boek Het Zilveren Spoor er het een en ander over geschreven had. Paul sloot de koelkastdeur. Per slot van rekening leek het boek meer op een handleiding dan op een verslag, en daarom voor hem een paar broodnodige tips hoe met vrouwen om te gaan. Hij moest snel verder lezen. En verder weigerde hij verantwoordelijk te zijn voor Sally Portman. Paul vond zichzelf sterker dan ooit en bleef somber de tuin in staren. Een griezelig beeld werd belangrijk op de voorgrond in zijn gedachten neergezet. Hij zag hoe Carolien op de parkeerplaats van het Havenzicht hem wanhopig aanstaarde en toeliet hoe Sally haar schopte. Het ging allemaal zo snel op dat moment dat hij er nog niet bij stil gestaan had. Schiet Laguna tekort? hoorde hij haar in zijn gedachten zeggen. Dan laat ik me toch schoppen. Doen we Sally de kattentrapper toch.

    Ze was zondermeer het zwaarste blok aan zijn been wat hij zich kon voorstellen. Ik weiger verantwoordelijk voor haar te zijn, Carolien. Klaar.

    Dat was je ook voor de magere zieke Jonas op de camping, predikte de stem opnieuw.

    Maar die vergelijking ging toch wel degelijk mank, dacht Paul en keek om.

    De schuifpui stond open en hij vond het toch prettig toen Sally haar gezicht langs de rand liet zien en boos de keuken binnenstapte toen ze dacht dat het veilig was. Ongeveer voor zijn neus bleef ze staan.

    ‘Breng me naar huis.’

    ‘Ik pieker er niet over.’

    Dit ging goed. Hij had het boek van Esther niet meer nodig. Het viel hem plotseling in dat hij blij was met de plaats van bestemming waar ze geland waren. Hij moest er niet aan denken dat hij in het huis van Esther terecht was gekomen. Paul merkte dat hij naar zijn sokken keek toen hij zei: ‘Bovendien heb ik geen vervoer. Je wacht hier tot Carolien komt en die komt, geloof me.’

    Hij had dat boek met eventuele aanwijzingen van Koningin Esther hoe hij met vrouwen om moest gaan, beslist niet nodig. ‘Maar je mag wat mij betreft hier ook de deur uitlopen hoor, graag zelfs.’

    Ze fronste en keek getergd terug. Langs haar lange zwijgende gezicht slofte Paul terug naar de bank en plofte neer. Hij kon haar er ook gewoon uitgooien.

    ‘Nou!’ snauwde ze, ‘Nou dan doe ik dat toch!’ Ze stampte de hal in en deed luidruchtig de buitendeur open. Paul zuchtte, hoorde in zijn gedachten een bom ontploffen en sloeg de laptop open toen de deur met een dreun dichtsloeg.

    Een zeer prettige snelle ontwikkeling, dat is dan voor het eerst deze week. Hij kon alleen maar hopen op meer van die snelle ontwikkelingen.

    Nietszeggend keek hij naar een leeg grijs scherm. Fijn allemaal, en wat ga je met dat ding doen? Hij had geen flauw idee. Dat kwam voornamelijk omdat hij geen barst begreep van computers en zeker niet van het nieuwe tijdperk waarin ze in de mouw van je trui pasten. Het was hem daarom ook een raadsel waarom Carolien met een ouderwets model rondliep. Het kon gaan om een bijzonder model. Wist hij veel. En bij Carolien had je altijd meer vragen dan antwoorden.

    Paul wilde een toets in drukken maar zijn hand weigerde en voor het eerst vond hij de beslissing van de regelkamer in zijn hoofd duidelijk en voor de hand liggend. Je had ook lekker onderuit kunnen gaan zitten met dat fantastische boek van Esther – nalopen hoe hij op weg geholpen kon worden met lastige vrouwen. Dat probleem was vanavond opgelost.

    Dus kon hij rustig gaan zitten lezen tot Carolien kwam. Of een andere vrouw. Wie van de drie. Vincent Malagante was ook mogelijk. En daar kon hij met geen mogelijkheid enige vrouwelijkheid in ontdekken. Hij snoof glimlachend en keek met geen enkel gericht doel de keuken in. Hij had gedaan wat Esther wilde maar Carolien had haar eigen plannen. Carolien had een streek uitgehaald en had zo de dromen van de Koningin gedwarsboomd om een einde te maken aan hun onderlinge geruzie om hem. Een vrouwendingetje.

    En Carolien kon geen partij zijn voor Mevrouw de Koningin, ze had zijn hulp nodig en daar was hij eerder op uit gekomen. Inderdaad, wil je weten hoe vaak? vroeg zijn vriend Sarcasme.

    Zijn telefoon ging af. Hij wist niet eens meer dat hij hem had. De woorden Ik bel je wel, schoten weer door zijn hoofd. Paul vloog omhoog, pakte de telefoon uit zijn broek, stond stil in de keuken en maakte gebruik van de gelegenheid om een blik bonen te openen, mocht hij daar geen tijd meer voor krijgen. Dat ging niet onmiddellijk goed waardoor het blik op de grond kletterde. Net niet op zijn voet. Hij rolde weg onder iets wat hij niet zo gauw kon benoemen. Paul klikte op de juiste grote toets van zijn smartphone na een verkeerde cijfertoets.

    ‘Ja?’

    Het was Esther niet.

    ‘Paul, ben jij het?’

    Het was Laguna en eigenlijk kon hij niet verbaasd zijn.

    ‘Ja ik geloof het wel.’

    ‘Ik zit op de weg en rij op dit moment naar je toe met jouw auto, die Lancia weet je, en…’ Geruis, de verbinding werd verbroken. Paul keek stom naar de handbare telefoon. Dit kon toch niet volgens Carolien? Hij stopte hem na zijn schouders op te halen weer weg en hield zich weer bezig met het verdwenen blik bonen. Voor de verandering had hij een vraag. Had ze zelf geen auto? En waarom reed ze in de Lancia?

    Omdat ze het kan, antwoordde meneer Sarcasme eenvoudigweg, die zijn repertoire flink aan het uitbreiden was. In ieder geval zijn commentaar.

    Een ogenblik later staarde het grijze scherm van de laptop hem vragend aan.

    Paul vond dat het scherm een punt had. Waarom zet je mij open als je me niet aanzet? Paul overzag zijn tafel met gemengde gevoelens. Dat gevoel dat je hebt als je iets kwijt bent maar het niet kan benoemen en deed de rest van de kamer er met vrees bij. Er schoot hem weer wat belangrijks te binnen terwijl hij rondstaarde zonder echt te kijken. Carolien was hier geweest. Dat nam hij overigens op goede gronden aan, de kaboutertjes hadden het licht niet aangedaan. Trouwens, ze haalden de lichtschakelaar niet. Verder was het jammer dat ze geen maaltijd bereid had. Paul zocht naar een blikopener en rolde in de bijkeuken het blik bonen onder een kastje vandaan met een hengel die hij eens in elkaar getimmerd had. Hij vond ook een oude schoenslof en bleef daarmee een tijdje peinzend de tuin in staren. Kort daarna schoof hij weer achter de laptop, nam verbaasd een stapel overhemden op en herinnerde zich wat ze daar deden, toen de smartphone voor een tweede maal af ging.

    Paul wilde omhoogkomen toen Esther in zijn verbeelding sprak. Ik ga je bellen, zei ze op een trieste toon en draaide met gesloten ogen van hem weg in een troosteloze droom, versluierd in een zee van regen, net als ze dat gedaan had in de schaduw van de haven.

    Dat beeld bleef hij maar zien.

    Paul dwong zichzelf uit deze apathische greep en schoof weer op de bank met de smartphone in zijn handen, toen hij opeens zweeg. O fijn, houden we dat de hele avond? Hij staarde naar het klokje boven de kachel. Wat dacht je van de hele nacht? Die was inmiddels dichterbij geslopen als een vloed waar niets tegen bestand was.

    Paul schoof naar voren en bleef op het puntje van de bank zitten met zijn handen boven het ingewikkelde toetsenbord. Aha, dit is geen vervormer-product, geen Lunawerkje, nee, aards en ingewikkeld. Hij had al tevergeefs gezocht naar een handleiding van de vervormer – nooit gevonden en hier had hij er zeker een bij nodig. Hij mocht de laptop bij zich dragen, maar een gebruiksaanwijzing ho maar.

    Ze had net zo goed die diskette erbij kunnen houden. Het had niets uitgemaakt.

    Ja, maar jij hebt hem gestolen. Dat was waar. Toch was het jammer. Wat was hier dan de bedoeling van?

    Voor het eerst dacht hij daar serieus over na. Misschien moest hij leren typen. Het boek van Esther was één, maar misschien kon hij hem aan de praat krijgen, en… Ineens had hij het. Hij kreeg nieuwe informatie van Esther natuurlijk. Waarom wist hij dan niet hoe het werkte? Was dat niet dom? Hij staarde naar zijn langzaam dalende vingers naar het toetsenbord. Doe dat nou niet, je moet gewoon tijdelijk op dat ding passen, meer niet.

    Dat was ook dom om dat te denken van Carolien; uiteindelijk kon hij er toch niet vanaf blijven. Paul trok zijn handen weg en zocht naar een aan- en uit schakelaar. Die vond hij. Nou ja, wat daaraan deed denken. Het was een soort tiptoets. Paul drukte. Boem, einde verhaal. Er gebeurde niets. Natuurlijk niet. Opeens werd het een obsessie voor hem, een uitdaging en waar niet aan te ontkomen viel. Hij moest dat ding aan de praat krijgen, net als dat groene balletje naast zijn boot wat hij uit het water wilde hebben. Dan mocht hij hopen dat hij nu meer succes had.

    Na wat goed overdachte slagen op de toetsen, begon hij steeds sneller te drukken, telkens met hetzelfde resultaat. Hij werd kwaad.

    In plaats van Sally, werd de laptop een irritant product dat hij wilde wurgen of in elkaar meppen. Daar was hij vanaf maar hier zat hij toch echt mee. ‘Godver…’

    Dit werd een plaag. Hij zat hier toch echt mee in zijn maag. Het ene probleem is nog maar net weg uit zijn huis of ik krijg de volgende ellende. Paul stond op, maakte een schopbeweging naar de laptop en raakte in plaats daarvan het olielampje die hij voor het eerst zag. Het namaaklampje dat hij op zijn vlucht naar de camping had gekocht vloog de lucht in en kwam net als het blik bonen uit het zicht onder de strijkplank terecht. Hij had hier te maken met een onecht exemplaar, dus dat gaf niet.

    Er viel een stilte.

    Carolien had hem meegenomen en hem hier op de salontafel geplaatst. Dat onechte ding was ergens tussen Ouddorp en hier zoekgeraakt en was weer terug. De bidon waar hij op de camping mee had geworsteld en waar Carolien zo lief uit gedronken had, zou volgen natuurlijk. Maar die zag hij niet. Nog niet. Dat leek hem een kwestie van tijd. Alles draaide om de bidon en dat verrekte olielampje.

    Paul plofte neer op de bank en begon te mokken toen de deurbel ging. Dat kon Laguna wel eens zijn. Paul tuurde half gedraaid door de gordijnkier en zag dat het regende, maar zag geen Lancia tussen de twee dikke rijen auto’s. Het kon natuurlijk dat ze er toch tussen stond, maar… Een glimp naar de beller liep ook op niets uit. De bel ging weer. Die heeft haast. Paul drukte zichzelf van de bank, schuifelde de hal in en bleef daar op een veilige afstand van de deur staan kijken. Bij de derde bel schuifelde hij door tot de brievenbus en loerde er doorheen.

    Het was Sally de kattentrapper. Haar schort hing als een fout relikwie over haar buik te bengelen en verder keek ze vooral boos. Hij kon zich trouwens geen andere emotie bij deze vrouw voorstellen. Misschien iets wat daaraan voorafging. Hij had de deurhendel al beet toen hij zich realiseerde dat hij dit niet hoefde te doen. Een jubelend stemmetje merkte op dat hij weer macht had. Hij had helemaal geen macht. Hij was een sukkel met een vervelende vrouwenbeweging achter hem aan die er maar geen genoeg van kreeg om hem te zieken, en een laptop waar hij niks mee kon. Paul deed de deur open en keek naar Sally’s opgewekte gezicht.

    ‘Mag ik binnenkomen? Het regent.’

    ‘Omdat het regent,’ herhaalde hij. Ze had wat in haar mond waar ze op kauwde. ‘Laguna komt zo, die brengt je wel naar huis.’

    ‘Wie is dat?’

    ‘Diegene die ik in het water gooide.’

    ‘O. Mag ik binnenkomen?’

    Paul deed niets en zag dat ze begon te grienen en omdraaide om weg te lopen.

    Dit kon niet maar gebeurde toch. Paul deed de deur open. ‘Kom maar.’

    Ze hoorde het niet of deed net alsof, en stond stil. Paul werd het nu al beu en wilde de deur dicht smijten toen ze plotseling omdraaide en zonder commentaar naar binnen stapte.

    Hij stond al in de keuken met een blik bonen in zijn handen toen ze met een stel kranten naar hem wees.

    ‘Je post,’ zei ze en smeet het op de bank en keek verbijsterd. ‘Hé, gaaf, een laptop met visueel no limit separate tablet-display. Wie ga je bellen? Is ie van jou?’

    Paul nam haar drijfnatte kleren op en vroeg zich af of er ook nog normale mensen op aarde waren. Aan de andere kant was dit meisje in het diepe gegooid, letterlijk.

    ‘Ik heb hem geleend.’ Paul zocht verder naar een opener. Op de een of andere manier had hij ook iets met blikopeners. Wat zei ze nou? Wie ga je bellen? Ondertussen kreeg hij de zenuwen van haar irritante kauwen. Ze zei weer wat. Hij staakte zijn gezoek en keek naar haar schoenen.

    ‘Hé, je hebt hem gestolen, hè?’ Ze keek alsof ze water zag branden met daardoorheen de absolute overtuiging dat ze met een gek te maken had.

    ‘O, dan ben je belangrijk! Je hebt gestolen software!’

    Verder ging haar bereik niet. Paul vond dat prima en zocht verder met het blik bonen in zijn handen. Er was een plek waar hij nog niet gekeken had.

    ‘Heb je een Tendium- March, schijfje of stickie?’

    Ze stond naast hem te blèren. Hij moest haar voorbij om op de plek te kijken waar hij nog niet geweest was, heel vervelend. Zo ontdekte hij nog een naar trekje van dit irritante kind. ‘Een wat?’

    Sally bleek erg handig te zijn met het openen van een blik. ‘O, dat moet je zo doen,’ zei ze en nam het blik over. ‘Heb je een hamer?’

    En of hij een hamer had. Daarna vroeg ze met nieuw enthousiasme naar een beitel. Die vond hij in een gereedschapskist in de bijkeuken. Alles draaide in dit huis om de bijkeuken. En ondertussen om Sally.

    ‘Wat een zootje is het hier zeg.’ Vervolgens sloeg ze het blik bijna in tweeën. Gracieus bestond in haar leven niet, effectief handelen wel. Misschien kon je een snelle aanpak gracieus noemen. Paul dacht verder dat dat in hoge uitzonderlijke gevallen voordeel kon hebben. Ondertussen vertelde hij haar dat de laptop van Carolien was.

    ‘Ja, tuurlijk.’

    De spottende blik was dodelijk genoeg om van hem nog net geen mensentrapper te maken.

    ‘Zo! Die is cool, hè!’ Paul zat op het keukenblad en knikte. Hij zocht een passend steelpannetje en zag dat ze er een achter uit de kast viste. ‘En sterk hè.’

    ‘Die is heel sterk. En jouw oplossingen zijn even sterk en je opmerkingen al even dodelijk.’

    Sally draaide om voor de keukendeur. ‘Komt ze ook?’

    ‘Dat zie je wel.’

    ‘Oké.’ Ze veegde haar handen aan haar natte schort en gooide het blik bonen in een overvolle afvalbak toen ze gruwelde. ‘O, dit is sick man, je moet effe die bak leeggooien. Heb je helemaal geen opruimingsgevoel?’

    ‘Ik vrees van niet. Maar ik geloof ook niet dat ik het erg vind.’ Hij vond zichzelf opeens dapper en bleef haar met een vleugje beklemmende irritatie volgen. Het verbaasde hem dat ze niets vroeg over de vervormer. Het kon alles te maken hebben met haar eenvoudige, maar zeer efficiënte belevingswereld.

    ‘Komt ze nou, of niet.’

    Ze stond met haar hoofd schuin ongeveer tegen hem aan. Duidelijk overstuur bij zoveel tegenslag. ‘Heb geen flauw idee, uiteindelijk wel denk ik.’

    ‘Wat weet je nou wel dan?’

    O God, geef me dat boek van Esther - een handleiding hoe snel kan ik mensen verstoffen, help.

    Ze draaide om en begon als een idioot het pannetje op het fornuis te wiebelen.

    ‘Gaaf trouwens, die, of dat zwarte stenen ding boven, waarmee je je zelf kan wegflitsen. Heb je er op je de boot ook een?’

    Ze trok de koelkast open onder het ernstig fronsen van Paul.

    ‘Heb ie iets sterks? Ik moet effe wat wegspoelen.’ Ze zuchtte en stond weer tegen zijn neus aan. ‘Nee hè.’

    ‘Nee, dat heb ik niet.’

    Tenslotte ging ze achter de laptop zitten. ‘Volgens mij heb je dat ding gestolen. Heb je dat ding, die zwarte steen boven gejat? Geef effe wat te drinken kijk ik of ik hem kan breken, heb je een code?’

    Paul kon dit niet meer aan en liep de bijkeuken in.

    ‘He! Hallo!’

    Hij kwam terug met een hamer. Het enige wat hij nog nodig had was dat ze veranderde in zijn tante. Ze stond weer op. ‘Kan ik je foon effe gebruiken?’ Paul ging naast haar staan en ving een glimp op van koplampen die over de gordijnen gleden. Eindelijk, de bevrijding was onderweg. Een bevrijding die evengoed te laat kwam, hij ging namelijk zijn eerste moord plegen. Ze had de hoorn al in haar snelle handen en rommelde nog even door of er nog meer onder de tv vandaan kwam.

    ‘Goh, wat een rare plaats voor een telefoon. Je verstopt dingen graag, hè!’

    Plotseling vond hij dat het niet uitmaakte of ze gedronken had. Niets maakte nog uit. Alleen hij met de hamer. Hij voelde zijn voorhoofd weer ernstig rimpelen toen ze opnieuw boven op zijn lip ging staan. Ondertussen trok ze de telefoondraad met daaraan de rest doodeenvoudig met zich mee.

    ‘Wat een ouderwetse telefoon zeg. Heb je zo’n ding, zo’n zwarte flitssteen nou op de boot of niet? Volgens mij heb je dat ding gejat en stond dat op dat briefie wat ik moest brengen van die malle Koningin,’ kauwde Sally in de ernstige stilte die volgde.

    In zijn eigen stilte, legde Paul de hamer op de werkbank achter de strijkplank na een besluit om haar toch te wurgen toen ze opeens begon te schaterlachen. ‘Whaaaaha!’

    Veel te laat drukte Paul zijn handen tegen zijn zwaar overbelaste oren. ‘Wat moet jij nou met een strijkplank! Ka’t-hemenet-ok-al gezien-maarrre… dacht effe hou mijn mond maar, ha. Weirdo,’ zei ze in een volgende stilte waarin Paul de proef op de som wilde nemen of zij glad te strijken was. Hij zou met haar mond willen beginnen.

    ‘Wat moet jij nou met een strijkplank weirdo, je kannie eens koken. En je rommel op ruimen, that’s for sure.’

    Ze werd ineens serieus.

    ‘Geef effe wat te drinken terwijl ik bel, moet effe pillen in nemen,’ mompelde ze terwijl Paul op haar afsloop.

    ‘Die heeft Vickie me gegeven.’ Ze keek hem opeens aan. ‘Ja echt, ik word ziek als ik ze niet in neem namelijk,’ zei ze kauwend en stopte. De kauwgom gaf ze aan hem zonder op te kijken.

    ‘Hier.’

    De pillen die ze uit haar broek trok gingen haar mond in. Paul pakte de hoorn af, legde hem neer op de telefoon en schoof hem weer op zijn plaats, commentaar of niet.

    ‘Heeft Carolien je die gegeven?’ vroeg hij kalm.

    ‘Ja, net toen jij aan kwam kakken op de steiger.’ Paul schudde zijn hoofd.

    ‘Heeft zo ook gezegd waarom?’

    ‘Nee.’

    Sally keek hem bedenkelijk aan en treurde vervolgens wat voor zich uit.

    ‘Ze zei alleen dat ik heel ziek word als ik het niet doe.’

    ‘Hoeveel moet je er in nemen?’

    ‘Ik… nou eigenlijk een per uur, tenminste, ja dat zei ze.’

    Paul zuchtte en schonk in de keuken drinken in. ‘Ik heb liever niet dat je die telefoon gebruikt.’

    Ze plofte op de grond achter de laptop neer en zond hem een opgewekte blik toe. Paul kwam terug met een bord en twee glazen en bleef staan naast de salontafel met kauwgom tussen zijn vingers.

    ‘Waarom niet?’ vroeg ze met dezelfde opgewektheid.

    Paul ging op de bank zitten en keek haar schuin aan. ‘Wacht nou tot Laguna komt.’

    Ze fronste en kneep haar ogen gevaarlijk samen.

    ‘Wil je niet even douchen?’ vroeg Paul.

    Hij nam net een hap en kreeg onmiddellijk spijt toen hij de volgende uitdrukking te verduren kreeg. ‘Je bent door en door nat.’

    Ze trok met haar hoofd en keek hem met een doortastend gaan–we-op-die-toer aan.

    Paul verslikte zich, probeerde ondertussen zo kalm mogelijk de kauwgom tussen zijn vingers weg te krijgen en een manier te bedenken om dit zonder moord op te lossen.

    Sally zag wat hij deed en schaterde een lach die door de geluidsbarrière ging. Het gehinnik van Laguna was daarbij vergeleken schattig en vertederend.

    ‘O, dummy.’ Ze trok de kauwgom los en drukte het onder zijn gevreesde blik op de laptop van Carolien. Paul nam snel een volgende hap, daarna nog een en toen hij haar niets-aan-de-hand-blik kreeg, weer een.

    Nog maar net bekomen, veranderde haar blik zo doortastend dat Paul onmiddellijk bang werd en hoopte dat Laguna snel binnenstapte. Gaf niet wie.

    ‘Wááárom… wil je zo graag dat ik hier ga douchen?’

    Ze keek gelukkig naar het grijze scherm van de laptop en drukte bedachtzaam op een toets. Paul werd nerveuzer.

    ‘Doe dat…’

    De gsm ging weer af.

    ‘O, dat is ze,’ zei Sally zonder haar ogen van het toetsenbord af te halen.

    ‘Blijf er alsjeblieft vanaf,’ zei Paul

    Sally draaide opeens om en zat bijna op zijn schoot.

    ‘Nouwweee, doe niet zo kattig tegen me! En neem nou is effe op man! En kijk niet zo dom.’ Ze draaide weer terug. ‘Ze gaat zeggen wanneer ik hier weg kan, wedden?’

    Paul hoopte daarop, hield net op tijd zijn mond en stond meer op van de schrik dan om naar zijn zaktelefoon te grijpen. Het bord bonen wat merendeel op haar viel bevestigde dat.

    ‘Sshiiiit, dickhead.’

    Paul deed verder geen moeite, ging naar de keuken en hield de gsm bij zijn oor.

    Niks.

    ‘Hallo,’ riep hij tegen de groen lichtgevende druktoetsen en merkte dat zijn hand trilde. Hij draaide de kraan open om de overgebleven troep van zijn hand weg te spoelen en zuchtte. De andere hand plakte nog van de stinkkauwgom. Achter hem wauwelde Sally onverminderd door dat ze geen pest zag op dat scherm en boerde. ‘Hé! Heb je een klein verstelbaar brilletje of zo?’

    ‘Hallo?’ vroeg Paul opnieuw.

    ‘Never mind,’ zei ze.

    Hij deed het weer niet. Paul gaf in de bijkeuken een paar tikken op de telefoon en kwam al snel weer terug omdat Sally weer ergens aan zat wat niet mocht.

    ‘Blijf van die kachel af.’

    ‘Waarom zet je hem niet aan man, het is koud hier en zo kan ik beter drogen. Ik ga hier bij jou niet douchen.’

    ‘Het is zomer,’ zei Paul doodkalm.

    Ze gaf hem haar nou-en blik weer. ‘Ja

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1