Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

The Queens Portret
The Queens Portret
The Queens Portret
Ebook318 pages5 hours

The Queens Portret

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Jack Priest is zijn leven als illustrator van beeldende kunst zat. Eigenlijk is hij het hele leven zat. Inmiddels gescheiden, nauwelijks vrienden, nagenoeg werkeloos en alcoholist, besluit hij te stoppen met zijn leven.
Net als hij met zijn roeiboot het meer op wil varen om zijn leven te beëindigen en dronken uit de boot valt, wordt hij gered door een jonge vrouw met een zeer opvallend uiterlijk.
Jack besluit om zijn leven nog een dag te rekken en gaat op zoek naar deze mysterieuze vrouw. Hij vindt haar en komt terecht in de wereld van de Federatie van Lidstaten met zijn al net zo mysterieuze Koningin en merkt dat zijn “toevallige” ontmoeting helemaal niet zo toevallig was, sterker nog, hij wordt op slinkse wijze gekoppeld aan een bijna onmogelijke opdracht om deze jonge vrouw te redden van haar onvermijdelijke dood.

LanguageNederlands
Release dateApr 7, 2021
ISBN9781005761608
The Queens Portret
Author

Michel Vallier

Michel Vallier (pseudoniem van Michel van der Linden) werkte al op jonge leeftijd zijn onbegrensde verbeelding uit tot verhalen met complexe personages, scenes en anekdotes. Hij studeerde aan de Academie van Beeldende Kunsten, richtte zich op realisme en portretten, en begon na het werk als Illustrator aan de verbeeldingsliteratuur. De eerste roman groeide uit tot het negen delen grote ‘Het Zilveren Spoor’-verhaal. Deze delen zullen binnenkort allemaal beschikbaar zijn.Onder ‘Wireless World’ schreef hij de ‘Raven’ verhalen. Andere boeken: ‘Gilberts laatste reis’, ‘The Queens Portrait’, ‘Bard’, ‘De Parel van het Roze Konijn’ en ‘Queen Esther’, ontstonden uit dezelfde fictieve wereld.De laatste reeks volgt het trieste verhaal van Marina Kay Walters, die op jonge leeftijd op een gruwelijke wijze wordt misbruikt en vermoord (wordt verwacht).Voor meer informatie mail naar: Michel-Vallier@outlook.comMichel Vallier (pseudonym of Michel van der Linden) developed his limitless imagination at a young age into stories with complex characters, scenes and anecdotes. He studied at the Academy of Visual Arts, focused on realism and portraits, and after working as an Illustrator started working on imaginative literature. The first novel grew into the nine-part 'Het Zilveren Spoor' story. These parts will all be available soon.Under "Wireless World" he wrote the "Raven" stories. Other books: "Gilberts last journey", "The Queens Portrait", "Bard", "The Pearl of the Pink Rabbit" and "Queen Esther" were all from the same fictional world.The final series follows the sad story of Marina Kay Walters, who is horribly abused and murdered at a young age (expected).For more information mail to: Michel-Vallier@outlook.com

Read more from Michel Vallier

Related to The Queens Portret

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for The Queens Portret

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    The Queens Portret - Michel Vallier

    The Queens Portret

    By Michel Vallier

    Copyright ©2021 Michel Vallier

    Cover: Michel Vallier

    Published by Smashwords

    Other books from Michel Vallier click here

    Alle rechten voorbehouden.

    Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Smashwords.

    All rights reserved.

    No part of this publication may be reproduced, stored in an automated database and/ or made public in any form or by any means, whether electronic, mechanical, by photocopying, recording or in any other way without prior written permission from Smashwords.

    Didi het zeemeerminnetje

    Jack Priest trok voor de laatste keer de voordeur van zijn huis dicht en liep naar zijn oude vertrouwde zwavelkleurige Ford. Halverwege het tuinpad graaide hij in de buitenzak van zijn stoffen jas, toen hij omkeek. Had hij hem nou meegenomen… Ja dus. De harde kaft van zijn notitieboekje ging door zijn vingers en voelde vertrouwd aan. Bij zijn auto keek hij de nog lege straat uit. De ochtenddauw glinsterde parels in de vroege juni zon en de hemel had een typische versleten Levis kleur. Op de een of andere manier voelde hij zich goed. Hij voelde zelfs een lachje opkomen toen hij de lege flessen op de achterbank zag. Meestal lagen ze in een keurige rij, gerangschikt naar datum, maar nu stond er een krat bovenop. De datum gaf aan hoe beroerd die dag was geweest. Priest stapte in, trok een sigaret uit een Marlboro doosje, en keek naar de rij coniferen naast de schuifpui. Het waren deze bomen die hem altijd in een andere denkbeeldige wereld hadden gebracht. Hij zou ze missen; per slot van rekening waren ze goed geweest voor minstens anderhalve ton aan inkomsten als het om zijn verbeelding ging. Hij draaide het raampje aan zijn kant open, deed het sleuteltje in het contact, draaide het na een adempauze om en raakte na een ogenblik de koker achter zijn stoel aan waar hij zijn tekeningen in bewaarde. ‘Een verzekering van een goede dag, noemen ze dat Jessica, mijn schat. Waar je ook bent.’ Hij blies de rook uit het raampje, reed de straat uit en keek een tijdje naar de tuinen tot hij de buitenwijk van Mánt verliet. Hij had geen haast, dus nam hij de binnenweg aan de rand van het bos. Misschien moest hij nog een laatste plasje doen. Dat kon hij dan mooi op een van de picknickplaatsen doen, of hoe die dingen ook heten. Priest streek met een lachje over zijn gladgeschoren baard en sloeg aan het einde van de weg de afslag naar de haven in. ‘Geen pispauze dus.’

    Net voorbij het plaats bord Bastonje waaronder te laat geschreven stond, stopte hij, stapte uit en deed de kofferbak open. Hij dacht dat hij nog iets vergeten was. Toch niet. Hij had gisteren alles uit zijn kofferbak gehaald. Uit voorzorg pakte hij de doos, haalde de revolver eruit en liet hem in zijn rechterzak van zijn jas glijden. De drie patronen die hij er gratis bij had gekregen deed hij er ook bij. Hij sloot de kofferbak en genoot voor een ogenblik van de natuur. Rookte de sigaret op en volgde de weg tot het bos in het oosten van de stad openbrak. Daardoor kwam de zon in de auto en Priest keek voor het eerst naar het lachende gezicht van zijn ex-vrouw. De foto op het dashboard gaf goed weer hoe ze zich toen voelde. Dat was ongeveer een maand voordat ze tot de slotconclusie kwam dat het toch beter was om zonder een verknipte tekenaar te leven. Hij had die dag de foto genomen met een wegwerpcamera waarvan hij later de bijzonder treffende vergelijking van zijn eigen toestand inzag. Dat vertelde hij haar ook. En hij geloofde stellig dat dat de laatste keer was dat Jessica nog serieus om hem gaf, gezien de drift waarmee ze hem bestookt had.

    Priest stak nog een sigaret op en staarde naar de rij berken aan de rechterkant van de oude weg. Het hek ervoor was gemakkelijk te beklimmen en ze hadden regelmatig in de lange late schaduwen gelegen. Op de een of andere manier rekende hij op een spontane jankbui, maar die bleef uit. Het gemak waarmee je emoties kon uitzetten werd prachtig naarmate het er niet meer toe deed.

    Na een paar honderd meter parkeerde hij achter het restaurant dat uitkeek over de haven. Het was stil en dat was voor een zaterdagochtend ongewoon. Onder de vijf eiken aan de overkant stonden zes auto’s en hij kende ze allemaal. Behalve de Subaru van vriend Martin, hadden de eigenaren een plaats verworven in het adressenboekje van zijn Jessica. Misschien was dat nog zo. Wat kon het hem schelen; op een midzomerweekend liepen bootfeestjes hier regelmatig uit de hand. Bovendien dronken hij en Martin graag een biertje en maakte hij de gasten vaak uit voor achterbuurtvolk waar een luchtje aanzat. Tegen de tijd dat het uit de hand begon te lopen, kukelde vriend Martin meestal in het water en werd hij zelf vriendelijk verzocht om op te duvelen, onder toeziend oog van zijn toen nog echtgenote. Dat was ook meestal het moment dat de politie er aan te pas kwam en hij voor onbepaalde tijd op de bank sliep. En gegeven de omstandigheden mocht hij daar nog blij om zijn. Hij had losse handjes als hij dronk.

    Hij was viermaal op de bon gegaan voor hard scheuren, want dat mocht niet, vier maal proces verbaal opgemaakt wegens geweldpleging naar mensen die vooral hij vervelend vond, en eenmaal voor brandstichting, maar dat wist hij niet meer zeker. Tegen de tijd dat de vlammen uit de caravan van Jessica’s zus sloegen, was hij zo lazarus dat hij twee dagen later pas wist waar hij was. Dat was ongeveer hier — iets ten oosten van het Bandakmeer in de houten bodem van zijn motorboot. Jessica had er altijd vanaf gezien, maar hij wist haar eind vorig jaar te overtuigen, omdat de officier van justitie had verklaard dat hij vaker moest gaan vissen. Dat was ook een prima manier om de fles leeg te zuipen en te staan pissen op een boot die van iemand anders was. Maar waarom hij nou twee dagen nadat hij Jessica’s zusters caravan in de fik had gestoken, de motorboot de kant op getrokken had, was hem een raadsel. Ze zette Jessica tegen hem op, dat was een mogelijkheid.

    Priest stapte uit en keek toe hoe de zon zich een weg door de oude eiken baande. Hij had er vaak met zijn dronken kop naar staan staren alsof ze hem een antwoord verplicht waren waarom het zo voortreffelijk ging in zijn leven. Hij hield van deze plek. En het was heerlijk om tegen de muur leunend met een sigaretje naar de zangvogels te luisteren. En waarom zou hij dat nu niet doen. Tijd zat. Het was geweldig om te voelen hoe vrij je was als het er allemaal niet meer toe deed. Na verloop van tijd begonnen er steeds meer belangrijke dingen weg te vallen — als een kaartenhuis waarvan het fundament er niet meer toe deed.

    Priest haalde het adressenboekje uit de binnenzak van zijn jas, ging op de stenen rand van het restaurant zitten naast een buitenkraan en begon te bladeren. Het was nauwelijks een adressenboekje, meer een verzameling notities. Priest nam bedenkelijk de versleten kaft nog eens op. Dat was het ooit geweest, maar uiteindelijk waren de opmerkingen en notities uitgegroeid en het gewicht gekregen van een serieuze bundel.

    Met zijn sigaret aan zijn onderlip en een groet aan een stel vakantiegangers graaide hij in zijn andere zak. Hij zocht wat, maar wat. O ja, de revolver. Met geen mogelijkheid kon hij zich herinneren dat hij dat schietding in de auto achtergelaten had, kennelijk had hij dat. De grap dat hij straks midden op het meer naar zijn revolver zocht, ontging hem niet. Het was zowel onvergeeflijk als ziekelijk dramatisch.

    Priest sloeg een paar pagina’s uit de bundel op. Zaterdagavond twee mei, dit was grappig, en alweer een jaar geleden. Diana komt logeren. Een vriendin van Jessica. Hij was er geil op geworden maar op de een of andere manier nooit de stekker kunnen vinden om het te laten ontvlammen. Ze was dom, blond, en op een hele merkwaardige manier zeldzaam nieuwsgierig naar alles wat met hem te maken had. Het was ook een vrouw die na een ruzie met haar vriendje de plomp ingereden was en na een renovatie beurt nooit meer dezelfde is geworden. Jessica bezocht haar regelmatig en hij had het bij een bos bloemen gelaten. Ook heel verstandig.

    De week daarop was hij gevraagd om een tentoonstelling te openen in één van de congresgebouwen hier om de hoek in Mánt. Leuk. Hij kon zich nog een blond sletje voor de geest halen met een ziekelijke trek naar alles wat naar artiesten rook. Ze smeerde de hele avond haar lippen knalrood en waagde aan het einde van de avond te vragen of hij getrouwd was. Natuurlijk niet; per slot van rekening ging je als artiest alleen door het leven, je vrouw liet je thuis.

    Jessica ging trouwens nooit mee, ze vond het pretentieus en ijdel en ze had gelijk. Op ongeveer een derde van de bundel begonnen de opmerkingen die direct in verband gebracht konden worden met verkeerd drinken. Verder begonnen de problemen al eerder met een verkeerd opgesteld contract van een reclamebureau die er een handje van had om het ingeleverde werk van mensen die hen niet lagen door te verkopen. Wat hem altijd bezig hield was in welke volgorde hij de eerste misstappen nou moest plaatsen. Onderaan stond ook iets leuks.

    Lucy is een typtrutje die het graag met haar baas doet. Was leuk, vooral de toevoeging ‘graag’ vond hij goed.

    Het was trouwens ook zo.

    Help! De dokter verzuipt niet, maar ik! Dat was nou een uitschieter. Deze zin stond op de volgende bladzijde snel en scheef opgeschreven, en hij keek er regelmatig naar. Dit was kunst ten voeten uit: snel en onberekenbaar. Hij was inderdaad bijna verzopen ergens in de winter van 2001 en de aanleiding was tegelijk hilarisch als bizar. Zijn tekeningen waren die ochtend zoek en hij had een deadline omstreeks het middaguur waar niet over viel te praten van een bureau waar sowieso niet mee te praten viel. Hij had de tekeningen, bleek later, met de vuilnisman meegegeven samen met de boodschap: ‘overdreven rommel van mijn vrouw.’ Hij was vergeten om op de etiketten van de kokers te kijken waar de tekeningen in zaten. Dat deed hij wel met meer dingen niet. Dat was een van de vele irritaties van Jessica als het om hem ging. Een ander was zijn stilzwijgen daarover. Ze had hem altijd een slappeling gevonden en nu het er niet meer toe deed, vond hij voor het eerst sinds twintig jaar dat ze daar gelijk in had.

    Helemaal onderaan de pagina stond: Jezus kijkt inderdaad altijd over je schouder mee. Wat hij daar nou mee bedoelde…? Dan weer een beschrijving van een wolf verpakt in een driedelig pak van een bureau waar hij tijdelijk voor werkte. Het was altijd tijdelijk. Het viel hem vaak op als hij zat te bladeren hoe vaak hij door de jaren heen naar feestjes ging die vaak volgden na presentaties of jubileumjaren, of hoe die dingen ook heetten. Hij begreep er nooit iets van – wilde dat ook niet, zolang hij maar kon vertellen hoe slecht de wereld in elkaar zat met mensen die je doorgaans daar aantrof. Vaak met een drankje natuurlijk.

    Priest snoof bij het opslaan van de volgende pagina, keek naar een voorbijganger en weer terug naar de krabbels.

    In de hoek zat een vouw die hij later weer verwijderd had. Dat begreep hij niet maar de tekst daarboven des te beter. Luxe kutten overal. Dat was nog voordat hij eindelijk begreep dat ze hém oversloegen. Dan was het opeens niet leuk meer, vooral wanneer ze een praatje begonnen met je ex-vrouw en vroegen naar het hoe en waarom naar haar gemaakte keuze. Jessica werkte als directiesecretaresse van een belangrijk overheidskantoor waar hij altijd graag de naam van vergat en ze ging graag met dat soort om. Pas vorige zomer drong het tot hem door dat ze er zelf een van was. Hij was altijd van de veronderstelling uitgegaan dat ze luxe kuttenkleding aantrok, omdat ze er geil van werd, iets waar hij zich wel in kon vinden.

    Priest keek naar zijn peuk. Hij kon er nog een opsteken, het maakte toch niets meer uit. Voor de rest waren er veel opmerkingen over ruzies hier in de haven. Opvallend detail daarin was dat ze veel betrekking hadden op zijn aanwezigheid hier. Veel mensen zagen hem hier liever niet. Een ander opmerkelijk feit was het volledig ontbreken van geheugensteuntjes. Aan de andere kant had dat weinig zin als je geen geheugen meer had.

    Priest sloeg nog een sigaret uit het pakje en hing hem alvast aan zijn onderlip. De zon was heerlijk, het werd aanmerkelijk drukker en in de schaduw van een paar eiken begon iemand te klieren aan een surfplank. Hij bladerde door zonder echt te kijken tot hij in het laatste deel van het bundeltje kwam.

    Evangelie voor beginners, stond op de een na laatste bladzijde. Daaronder had een zin gestaan die doorgestreept was maar daaronder stond: verlos jezelf door gelijkmatig te zuipen, gekrabbeld. In een steeds hoger tempo kwamen er meer wijsheden van dezelfde strekking. De beste Demonen vind je op de hoek van de straat, of deze: gluipers huilen niet maar zuipen.

    Eigenlijk waren het beschrijvingen die betrekking hadden op een eenzaam bestaan. Hij had door verloop van tijd nauwelijks behoefte gehad om zijn eigen emotionele conditie te beschrijven, althans, niet in directe zin. Nou deze dan: God is er wel, maar let even niet op.

    Jack Priest lachte langs zijn sigaret. Nee, dit stond weer dichter bij poëzie dan een bekentenis. Je kon het ook ontkenning noemen, trouwens… Priest grijnsde. Op de laatste bladzijde waar onderaan een vouw zat – kennelijk keek hij er graag naar — stond een uitleg hoe je een hulpje van een belangrijke bal met een strikje herkent. Volg de neus van je vrouw vooraf gegaan door een verwijzing met een slordige potloodstreep wat een pijl moest voorstellen en opeens drong het tot hem door dat alles met een potlood geschreven was.

    Priest voelde in zijn binnenzak of het potlood er nog zat dat uit een keten van productie artikelen kwam. Jessica had hem er vaak op gewezen dat daar een onvermijdelijk voordeel aan verbonden zat dat zij de artikelen gratis kon krijgen. Een vriendinnetje op de inkoop afdeling regelde dat namelijk.

    Hij had graag willen uitleggen dat een tekenaar zijn eigen bronnen had. Het was ook een regelrechte aanwijzing dat het niet goed zat tussen Jessica en hem als het om communicatie ging, besefte hij nu. Evengoed had hij het gele ding toch aangenomen en daar lag dan ook aan zijn kant het grootste probleem. Die waarheid trok ook op als een duistere mist waar niet doorheen te komen viel.

    Priest haalde het potlood uit zijn binnenzak, bekeek het ding in het zonlicht en begreep opeens waarom hij hem gebruikt had.

    Verreweg de meeste potloden bestonden uit cederhout met een stift van zuiver grafiet en een goed werkend bindmiddel als je geluk had. Daar was bij dit exemplaar geen sprake van; de punt brak voortdurend en bij het slijpen (wat hij met een zakmesje deed), liep je het risico om het hout in tweeën te scheuren. Zijn vrouw wist dat niet. En daar zat bij hem dan ook een soort satanisch genoegen om hem te gebruiken. Hij nam een flinke trek van zijn sigaret en wandelde een stukje de zon in.

    Tot zijn verbazing telde hij nu zes nieuwe auto’s die hem om de een of andere onduidelijke reden ontgaan waren. Een paar waren hem bekend. Hij was halverwege de parkeerplaats, toen hij zich iets herinnerde en haalde het adressenboekje weer uit zijn zak. Op de tweede pagina was er wel degelijk sprake van een adressenbestand. Zij het een verkorte versie, en de naam die hij zocht stond er ook niet bij. Martin Soyer stond op de eerste plaats. Dat leek hem goed. Met gedeeltelijk plezier nam hij de sport Sedan uit de jaren zestig van zijn vriend op. Martin had een goed gevoel voor alles wat met esthetiek van doen had, overigens niet iets wat bij objecten ophield. Maar hij had hem sinds een week of vier uit het oog verloren en de reden…

    Priest liet zijn vinger langs het nul-zes nummer gaan en schrok toen er een meisje voorbij huppelde met een bamboehengel. Priest groette haar met dezelfde uitbundigheid terug. Onder haar kleine brilletje verscheen een afwachtende glimlach. ‘Hoi.’ Het meisje kwam hem bekend voor, maar plaatsen kon hij haar niet. Hij hoopte dat voor haar hetzelfde gold.

    Ze verdween achter de muur van het restaurant met als laatste de hengel die voor een ogenblik leek te twijfelen. Leuk.

    Alles vandaag had de glans van leuk. Priest klapte het boekje dicht en wandelde naar de rand van de plaats waar een stenen trap naar de steigers leidde. In de schaduw van een eik ging hij op een uit plakken hout gezaagde bank zitten en keek troosteloos over de kleine haven uit. De acht meter lange jacht die hij samen met Jessica vorig jaar voor een kwart ton hadden afbetaald, lag in het oostelijke deel en lag er nu nog zo te zien. Priest zette zijn ellebogen op zijn knieën, terwijl hij zijn ogen samenkneep om de schittering van het water weg te houden. Het water lag altijd nog een metertje of vijftien verder, maar hierboven was het met een zonnebril goed te doen. En die was hij vergeten. Vaag kon hij de contouren van zijn motorboot zien met de twee pk motor, genoeg voor zijn ritje. En voor het eerst dacht hij te weten dat hij hem speciaal voor deze laatste rit gekocht had. Dat ging hij zo dadelijk doen en kwam tot de bizarre conclusie dat het inderdaad zo gegaan was. De revolver was een ander voorbeeld, net als de dag waarop dit gepland stond. Hij had zelfs een kruisje geplaatst op de kalender in de keuken, zodat hij de rest van de dag vrij had. Vreemd dat hij zich dit wel kon herinneren.

    Guusje, hun trouwe huishoudster die hij nog net kon betalen, had een opmerking gemaakt of hij een nieuw bureau op het oog had om zijn tekeningen aan te bieden. ‘Ik vind die illustraties van ‘General motors’ zo leuk — dat ze door die smalle straatjes rijden, meneer Priest.’

    Inderdaad waren ze dat. En hij had er zelfs dik aan verdiend eind vorig jaar. Achteraf gezien had hij rond die tijd ook zijn eerste fles gepakt waarvan de inhoud hem regelrecht naar een ander plaatsje in dit verrekte universum hielp. Met nog een paar andere dingetjes dan. Jessica had nog niet zo lang geleden opgemerkt dat hij aan het omgekeerde adonis complex leed. En pas na hun breuk, had dat hem bij een hele zure waarheid gebracht. Hij vond zichzelf inderdaad altijd beter. Zo is die eigenschap niet altijd een gevaar voor je resultaten als tekenaar, maar wel wanneer je je slaafs begon op te stellen naar een tijdelijke baas. Dat was een van die vreemde tegenstellingen waar hij vaker in zijn leven mee te maken had gehad. Jessica had er nooit een geheim van gemaakt dat ze daarvan walgde. En het was bij zijn laatste opdrachtgever niet anders gegaan. Het verzet begon bij uitnodigingen waar hij het niet kon laten om uit te leggen wat er mankeerde aan presentaties van tijdelijke directies waarvan de tafeltekenaars de zaak draaiende hielden en slecht uitbetaald werden, omdat miss typtrut ook nog wat wilde bijverdienen. Dat werd meestal niet op prijs gesteld.

    Priest ging staan en gaapte lui. Onderaan de trap waar de boten lagen, begon er een vrolijke bedrijvigheid te ontstaan van mensen die spullen inlaadden. De weersverwachting was goed en pas aan het einde van de dag werd er onweer verwacht. Nou, daar hoefde hij zich niet druk over te maken. Toch deed hij dat nou juist wel. En met geen mogelijkheid kon hij dat plaatsen.

    Hij was halverwege de trap toen hij weer naar boven ging om zijn revolver te halen. En hij stond nog maar net boven toen hij het wapen voelde in zijn rechterzak van zijn jasje plus de drie patronen. Priest grijnsde, ging de stenen trap weer af en dacht er over om een stukje te wandelen, of om zelfs op het terras te gaan zitten. Mensen kijken was leuk en hij kon vriend Martin tegenkomen. Tenslotte had hij zijn auto zien staan. Daar had hij helemaal niet bij stil gestaan. Martin zou onmiddellijk vragen wat hij hier deed en wat hij vanmiddag ging doen.

    Priest was al onderweg naar het terras toen hij zich nog iets realiseerde. Hij kon dan wel de motorboot gebruiken, het meer opvaren om een einde aan zijn leven te maken, maar hoe wilde hij dat ongezien doen. Er waren altijd mensen die nieuwsgierig een praatje wilden maken. Zo vaak was hij hier niet geweest de laatste tijd. Twee keer om precies te zijn. Een keer om de scheidingspapieren van de boot te halen die Jessica vriendelijk had laten liggen omdat hij niet kwam opdagen, en de laatste keer om zijn schetsen te bekijken van vorig jaar augustus, of hij er nog brood in zag. Maar in beiden gevallen was hij hier op de steigers niet aangesproken. Dat was niet helemaal waar.

    Met enige tegenzin begon hij aan de klim naar het terras. De pijn in zijn benen was vervelend maar kwam wel met een prettige slotsom. Het deed er helemaal niet meer toe wie hij tegen zou komen. Het was ergens leuk dat hij daar zo mee worstelde. Hij zou een praatje houden en zeggen dat hij een stukje ging varen op deze prachtige julidag. Om nieuwe ideeën op te doen, tenslotte deden artiesten dat. En mocht er iemand echt nieuwsgierig worden, kon hij altijd de smoes gebruiken dat hij nog in rouw zat van zijn scheiding. Daar was overigens niets aan gelogen.

    En wie zou hem aanspreken? Tenminste twee kandidaten spookten door zijn hoofd en Martin zat er niet bij. Die lag bij nader inzien waarschijnlijk met zijn dronken kop in zijn boot.

    Behalve als Martin alsnog besloot om het terras op te gaan natuurlijk. Dat deed hij zelden en zeker niet op dit tijdstip. Na enkele ogenblikken stapte Priest het terras op, groette nog net de grote baas hier in de haven, Jan Vermond die naar binnen snelde en voelde dat hij zijn blaas nog moest legen. En dat ging hij niet hier doen. Daar had hij zo zijn eigen plekjes voor.

    Op de parkeerplaats waren er nog drie nieuwe auto’s bijgekomen — van onbekende makelij zou Jessica gezegd hebben en gelukkig geen enkele bedreiging voor zijn eigen sta plaats om tegen een eik aan te zeiken. Sterker nog: hij kon deze beschutting wel gebruiken. Want als er iets prettigs was aan auto’s, naast de mogelijkheid om er mee te rijden, dat als je omlazerde ze je konden redden. Je lag uit het zicht van vervelend volk. Verder had hij altijd een bloedhekel gehad aan openbare wc’s. Niet vanwege de stank, maar wel voor het delen van een privé handeling. En er was niets lekkerder dan in de natuur zeiken waar je de ruimte had.

    Hij wilde net zijn gulp openen toen een donkerkleurige sportauto de parkeerplaats opdraaide. Met een zacht zwaar gegrom kwam het beest tot stilstand op het deel van de parkeerplaats dat uit kiezels bestond. Priest stond zo met zijn rug weggedraaid dat hij geen zicht had op de eigenaar. Deze auto was nieuw voor hem en dat het ging om een gure vent met centen was duidelijk. In het hoogseizoen deden veel luxe jachten de haven aan, de ligging was prachtig, de accommodatie net zo, maar die lui namen doorgaans geen sportauto’s mee. Hij kende er drie uit de stad waarvan hij er met een op de vuist was gegaan vanwege een staanplaats. Priest vond nog steeds daar recht op te hebben, al was het maar omdat hij vond nog ergens recht op te hebben. Vaak ging het om kantoor pikkie’s met sportauto’s die voor een stuntprijs in een reclamefolder werden gevonden. Er was nog iets waar hij zijn vinger niet op kon leggen trouwens.

    Priest deed zijn gulp dicht en stapte tussen de auto’s door de zon weer in toen hem weer iets opviel. Nog net ving hij een glimp op van een meisje met een donkere tas die de trap aan de zijkant van het terras opging. En daar was wat raars mee. Verder zag hij niemand en opeens begreep hij wat hem niet beviel aan dit plaatje. Met een aai over zijn kortgeschoren hoofd en een lachje stak hij de parkeerplaats over en bekeek de sportauto die zo uit de rally sport kon komen. Dat was het ook, zag hij en nam de stoere chromen velgen op. De auto was laag, voorzien van een spoiler en verder voorzien van felgekleurde sponsorstickers. Priest gokte op een tweeënhalve liter motor met een paar handigheidjes, plus een materiaal om de auto vooral licht te houden. Een rally auto? Het kon, maar… Priest bewoog langs de wit-zwarte zijkant en gluurde de auto in waardoor hij opnieuw met eigenaardigheden te maken kreeg. Op het overvolle dashboard zat een kleine routeplanner die voorzien was van een tweede schermpje waar met tussenpozen diverse mensen geportretteerd werden. Priest deed zijn hand boven zijn ogen om de zon weg te houden en probeerde zich te concentreren op de gezichten. Minstens een gezicht herkende hij. Het ging om een hoge minister van de Lidstaat landen. Hij herkende meer mensen maar kon ze niet of nauwelijks plaatsen en kreeg met meer raadsels te maken toen hij de passagiersstoel opnam. Op de grijsrode stof lag een schietwapen, maar niet van makelij die hem bekend was. Vriend Martin kon daar misschien meer over zeggen, hij was een expert namelijk. Een expert is iemand die perfect kan uitleggen waarom hij bij het vissen niets gevangen had. Dat was één van zijn geliefde grappen. Maar het verschil tussen een negen of een vier millimeter kaliber pistool, kon hij uitleggen. Dat werd hier lastig. Om te beginnen was de kolf ivoorwit met aan de onderkant een zwarte clip dat om de patroonhouder moest gaan. De loop was zwart met rood en dubbel uitgevoerd en kende geen haan. Deze curiositeit werd nog eens versterkt door een merkwaardig soort hulpstuk dat aan de loop bevestigd zat. Dat kon om een demper gaan.

    Priest rechtte zijn rug. In ieder geval was dit een uitzonderlijke verschijning - telde daar het

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1