Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De grootste successen op het slagveld
De grootste successen op het slagveld
De grootste successen op het slagveld
Ebook133 pages1 hour

De grootste successen op het slagveld

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De winnaar van een slag heeft vaak de meeste soldaten of de beste wapens. Maar beide voordelen kunnen tenietgedaan worden door tactisch inzicht. Dat wisten Alexander de Grote en Napoleon donders goed. Zij hielden steevast het hoofd koel, net als de Russische generaal Zjoekov in de Slag bij Koersk in 1943. Het Rode Leger was in de meerderheid, maar de Duitse Tiger- en Panthertanks hadden een groter bereik en een dikkere bepantsering dan de Russische tanks. Zjoekov verschanste zich dan ook achter mijnenvelden en prikkeldraad en wachtte de Duitse aanval af. Pas toen de Duitsers zichzelf uitgeput hadden, sloeg hij toe. Hij verraste hen met een snelle, massale tankaanval. Na een bloedbad dat uitdraaide op man-tegen-mangevechten, waren de Duitsers verslagen aan het Oostfront. In De grootste successen op het slagveld vind je de beste voorbeelden van slagen waarbij koelbloedigheid en tactiek de doorslag gaven.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateSep 3, 2020
ISBN9788726460957

Read more from Alles Over Historia

Related to De grootste successen op het slagveld

Titles in the series (20)

View More

Related ebooks

Reviews for De grootste successen op het slagveld

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De grootste successen op het slagveld - Alles over historia

    De grootste successen op het slagveld

    Copyright © 2019, 2019 Alles over historia and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726460957

    1. e-book edition, 2019

    Format: EPUB 2.0

    All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    SAGA Egmont www.saga-books.com – a part of Egmont, www.egmont.com

    Met tactiek en overzicht win je de oorlog

    De winnaar van een slag heeft vaak de meeste soldaten of de beste wapens. Maar beide voordelen kunnen tenietgedaan worden door tactisch inzicht. Dat wisten Alexander de Grote en Napoleon donders goed. Zij hielden steevast het hoofd koel, net als de Russische generaal Zjoekov in de Slag bij Koersk in 1943. Het Rode Leger was in de meerderheid, maar de Duitse Tigeren Panthertanks hadden een groter bereik en een dikkere bepantsering dan de Russische tanks. Zjoekov verschanste zich dan ook achter mijnenvelden en prikkeldraad en wachtte de Duitse aanval af. Pas toen de Duitsers zichzelf uitgeput hadden, sloeg hij toe. Hij verraste hen met een snelle, massale tankaanval. Na een bloedbad dat uitdraaide op man-tegen-mangevechten, waren de Duitsers verslagen aan het Oostfront. In De grootste successen op het slagveld vind je de beste voorbeelden van slagen waarbij koelbloedigheid en tactiek de doorslag gaven.

    1. Ruim baan voor de falanx

    Een onstuitbare muur van vijf meter lange speren kwam op het hart van het Perzische leger af. De mannen achter de speren waren onbereikbaar, en net als alle anderen die op het Macedonische leger waren gestuit, moesten de Perzen het uiteindelijk opgeven. Binnen een paar jaar veroverde het kleine Macedonië onder Alexander de Grote het uitgestrekte Perzische Rijk. Het geheim achter dit succes was de falanx, ontwikkeld door Alexanders vader Philippus II. Samen met de Macedonische ruiters zaaide de falanx dood en verderf tot in India.

    Vlak voor het leger binnen bereik van de vijandelijke boogschutters is, beveelt Alexander zijn mannen halt te houden. Op zijn zwarte paard Bucephalos rijdt hij op en neer langs de gelederen. Hij herinnert de mannen aan hun eerdere overwinningen en de moed die ze toen betoond hadden.

    ‘Denk eraan’ roept hij, ‘jullie hebben eerder gevaar gezien, en jullie hebben het recht in de ogen gekeken!’

    Hij haalt de generaals van de vijand door het slijk en zegt tegen zijn mannen dat zij vrij zijn, terwijl het leger aan de andere kant uit slaven bestaat. Dan richt hij het woord tot de opperbevelhebbers: ‘Jullie hebben Alexander, zij hebben …

    Darius!’

    De soldaten antwoorden met de Macedonische strijdkreet ‘Alalalalai!’ ter ere van de oorlogsgod Enyalios. Alexander – nu bekend als Alexander de Grote – laat Bucephalos omdraaien naar het enorme leger aan de overkant, en geeft hem de sporen.

    We schrijven 333 v.Chr., en we bevinden ons op een vlakte bij de stad Issos in het huidige Turkije. Hier zal het lot van het Perzische Rijk bepaald worden.

    Aan de overkant van de rivier de Pinarus wacht het Perzische leger onder leiding van koning Darius III.

    Alexander heeft er goed aan gedaan de angst van zijn soldaten te benoemen. De hele nacht hebben ze duizenden vuren gezien in het kamp van de vijand, en toen het licht werd, zagen ze een enorm leger zijn gevechtspositie innemen. Hoeveel soldaten Darius heeft is niet precies bekend – bronnen uit die tijd reppen van 600.000, maar 100.000 is waarschijnlijk realistischer. In elk geval waren het er meer dan de 30.000 à 42.000 van Alexander.

    Bovendien is het leger van Alexander omsingeld. Darius is erin geslaagd zijn troepen achter die van de Macedoniër langs te leiden, zodat de bevoorradingslinie van Alexander geblokkeerd is. De legendarische Macedonische legerleider heeft dan ook geen keus: hij moet de confrontatie met de talrijkere Perzen wel aangaan.

    Maar dat was ook precies zijn bedoeling. Alexander waant zich namelijk onoverwinnelijk: hij meent goddelijk bloed in zijn aderen te hebben én hij beschikt over een geheim wapen. Zijn vader, Philippus II, had een revolutionaire manier van oorlog voeren geïntroduceerd, waarbij de Macedonische infanteristen en hun bondgenoten een geheel nieuw wapen leerden gebruiken.

    De dood was vijf meter lang

    De nieuwe eenheid, de falanx, was feitelijk al sinds de Soemeriërs op de slagvelden van de oudheid actief geweest. Hij bestond uit een vierkante formatie met een wisselend aantal hoplieten – infanteristen met een lans – die als één man opereerden, beschermd door hun schilden.

    Deze formatie was zeer effectief dankzij de combinatie van de offensieve lansen, die meters ver uit de formatie staken, en de defensieve schilden, die voorkwamen dat de vijand dichtbij genoeg kwam om toe te kunnen slaan.

    De Macedonische koning Philippus II paste de falanx aan om er een nog angstaanjagender oorlogsmachine van te maken. Zijn belangrijkste vernieuwing was de sarissa, een lans van vijf meter lang – later zelfs zeven meter – die de infanteristen met beide handen vasthielden. Die woog ruimschoots op tegen het ongemak van het schild dat de soldaten droegen. Als alle voetsoldaten hun sarissa lieten zakken, kon de falanx eenvoudig in het midden door de vijandelijke linies breken, waarna de flanken aangevallen werden. Dit was precies wat Philippus voor ogen stond.

    De falanx was zeer wendbaar doordat de soldaten geen zware maliënkolder droegen. Philippus had die geschrapt omdat hij eenvoudigweg geen geld had om zijn mannen ervan te voorzien. Zijn nieuwe formatie was dan ook vooral uit noodzaak geboren.

    Een andere belangrijke reden voor het succes van de falanx was de strakke discipline van de soldaten. Koning Philippus rekruteerde zijn infanteristen onder de arme Macedonische herders, die wel tegen een stootje konden en niet, zoals hun Griekse collega’s uit het zuiden, aan hun landbouwgrond verbonden waren. Hij kon daardoor permanent over hen beschikken en hen dag in dag uit trainen. Zo moesten de mannen een kleine 50 kilometer marcheren met volledige bepakking, inclusief de zeven kilo zware lans, die zeer moeilijk te hanteren was, zelfs als hij omhoog wees. Ook de falanx werd uitgebreid geoefend.

    Hierdoor konden Philippus en later Alexander bijna blind op de formatie vertrouwen.

    De eenheden bewogen zozeer als één man dat Alexanders vijanden zwaar onder de indruk waren. Tijdens zijn veldtocht tegen Illyrië in 335 v.Chr., zijn eerste jaar op de troon, hield hij een soort militaire parade voorafgaand aan een grote veldslag.

    Alexander bracht zijn infanterie bijeen in een massaformatie van 120 man diep met 200 cavaleristen aan weerszijden, en beval hun doodstil te zijn en zijn bevelen nauwgezet op te volgen. Toen droeg hij de infanteristen op hun speren op te heffen en ze vervolgens te laten zakken alsof ze zouden gaan aanvallen. Daarna moesten ze naar links en naar rechts draaien. Hij liet de hele falanx naar voren komen, waarbij ze meerdere complexe manoeuvres uitvoerden, voordat hij uiteindelijk de linkerzijde beval een wig te vormen en ten aanval te gaan. Toen liet Alexander zijn mannen hun strijdkreet schreeuwen en hun lans tegen hun schild slaan. Het lawaai was te veel voor de Taulantiërs (een Illyrische factie, red.), en zij trokken zich al terug toen de slag nog moest beginnen,’ berichtte de kroniekschrijver Arrianus zo’n 100 jaar later.

    De overige Illyriërs keken met ontzag en bewondering toe, en het resultaat van de slag lag eigenlijk al vast. Alexander behaalde een klinkende overwinning op een veel talrijkere vijand.

    Falanx trekt vijand aan

    Tijdens de Slag bij Issos staan de infanteristen zoals gebruikelijk in het midden. Ze vormen Alexanders centrale linie, en ze moeten het grootste deel van de vijandelijke troepen naar zich toe lokken. Dat gaat bijna vanzelf: de metershoge sarissa’s en schilden blinken in de zon en zijn van verre te zien. Ze vormen een natuurlijk richtpunt voor de vijand. De zes eenheden met elk 1500 soldaten zijn over anderhalve kilometer verspreid op de slechts iets meer dan twee kilometer brede vlakte.

    Op de andere oever stellen de Perzen zich op, gericht op de gevreesde falanx. Koning Darius staat zelf midden in zijn linie, omringd door zijn beste infanteristen en Griekse huurlingen.

    Vóór de voetsoldaten staan duizenden boogschutters klaar om de vijand te bestoken. Darius wil zijn ruiters op rechts laten aanvallen, waar de Thessalische cavalerie van Alexander op zijn zwakst lijkt. Net als Alexander weet hij dat je de vijandelijke linie maar op één plaats hoeft te doorbreken om een zege te behalen.

    Darius gaat ervanuit dat de steile oever aan zijn kant van de Pinarus in zijn voordeel zal werken. Maar hij beseft dat zijn leger op de smalle vlakte geen breed front kan vormen, en daardoor kan hij zijn getalsmatige superioriteit niet ten volle benutten. Vanwege de rivier die de legers van elkaar scheidt, kan hij evenmin zijn strijdwagens inzetten.

    Gat in het front

    Alexander houdt het hoofd koel, en is er als altijd van overtuigd dat hij zal zegevieren. Zonder aarzelen beveelt hij zijn troepen om vol in de aanval te gaan. Alleen de iets zwakkere linkerflank moet achterblijven.

    Naarmate de Macedonische cavalerie oprukt, wordt de linie van Alexander steeds schever. Zijn compagnie van lichte infanteristen, de hypaspisten, rent zo snel als ze kan, en de falanxen gaan in volle vaart vooruit.

    Alexanders eigen compagnie gaat zo snel dat de Perzische boogschutters hun pijlen niet bijtijds kunnen richten, en binnen een paar seconden bestormen de Macedoniërs de vijandelijke gelederen. Daar breekt paniek uit, en de Perzen beginnen zich terug te trekken. De hypaspisten worden aangespoord door het succes van de ruiters en voeren het tempo nog wat op. Maar dat hindert de derde, anders zo effectieve aanvalsgolf.

    Er ontstaat namelijk een gat in de Macedonische linie doordat de volgende aanvalsgolf het niet kan bijbenen. De door de wol geverfde Grieken in Perzische dienst slaan meteen toe. Ze weten dat een aanvallende falanx kwetsbaar

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1