Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Nazi's op de vlucht gejaagd
Nazi's op de vlucht gejaagd
Nazi's op de vlucht gejaagd
Ebook111 pages1 hour

Nazi's op de vlucht gejaagd

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Op 27 januari 1944 verklaart Stalin Leningrad voor bevrijd. Na een beleg van tweeënhalf jaar trekt de Wehrmacht zich terug. Het Rode Leger drijft Hitlers troepen in drie dagen 100 kilometer naar het westen. Generaal Govorov wil doorstoten naar Estland, maar de Duitsers gooien toch nog roet in het eten en het front zit weer muurvast. De nazi's blijven echter onder druk staan. Op 6 juni, D-day, zetten de geallieerden 150.000 soldaten aan land in Frankrijk, en in het zuiden rukken de Amerikanen en Britten op door Italië. Het initiatief ligt nu geheel en al bij hen. In dit deelzien we hoe de asmogendheden terrein verliezen.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateNov 4, 2020
ISBN9788726460698

Read more from Alles Over Historia

Related to Nazi's op de vlucht gejaagd

Titles in the series (20)

View More

Related ebooks

Reviews for Nazi's op de vlucht gejaagd

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Nazi's op de vlucht gejaagd - Alles over historia

    Nazi's op de vlucht gejaagd

    Copyright © 2019, 2019 Alles over historia and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726460698

    1. e-book edition, 2019

    Format: EPUB 2.0

    All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    SAGA Egmont www.saga-books.com – a part of Egmont, www.egmont.com

    Hitler wordt van alle kanten belaagd

    Op 27 januari 1944 verklaart Stalin Leningrad voor bevrijd. Na een beleg van tweeënhalf jaar trekt de Wehrmacht zich terug. Het Rode Leger drijft Hitlers troepen in drie dagen 100 kilometer naar het westen. Generaal Govorov wil doorstoten naar Estland, maar de Duitsers gooien toch nog roet in het eten en het front zit weer muurvast. De nazi’s blijven echter onder druk staan. Op 6 juni, D-day, zetten de geallieerden 150.000 soldaten aan land in Frankrijk, en in het zuiden rukken de Amerikanen en Britten op door Italië. Het initiatief ligt nu geheel en al bij hen. In dit deel zien we hoe de asmogendheden terrein verliezen.

    1. Duitsers graven zich op bergtop in

    Eén heuvel ligt nog tussen de geallieerden en Rome. De slag om de puist met zijn mooie, oude abdij doet nog het meest denken aan de Eerste Wereldoorlog. Vier maanden lang zit er vrijwel geen beweging in het front, tot een geallieerde bevelhebber een omstreden besluit neemt.

    De kille nacht verloopt even rustig als altijd voor de Duitse wachtposten bij de stad Cassino in Midden-Italië. Maar plotseling breekt de hel los. Als uit het niets duikt op de heuvels voor hun stellingen een groot aantal krijsende gedaanten op die snel dichterbij komen. De slaapdronken verdedigers grijpen nog naar de wapens, maar tevergeefs.

    In de nacht van 11 op 12 januari 1944 lopen Marokkaanse soldaten van het Franse leger de Duitse voorposten vlot onder de voet. De onverschrokken Noord-Afrikanen voelen zich als een vis in het water: ‘De Marokkaan houdt van de nacht en van de bergen,’ schrijft kolonel Lappara later met nauw verholen trots. ‘Struikgewas, rotsen en kloven, in duisternis gehuld, zijn zijn beste vrienden, en duizend jaar lang hebben zijn ogen kunnen wennen aan het donker. Hij weet wanneer het veilig genoeg is om op te rukken, maar ook wanneer hij beter nog even kan wachten.’

    De Marokkaanse divisie maakt deel uit van het geallieerde leger, dat op weg is door Italië. De Duitsers hebben meerdere afweerlinies aangelegd, maar vόόr de geallieerden die bereikt hebben moeten ze eerst de stellingen in de Apennijnen zien te doorbreken, die het Italiaanse schiereiland in tweeën delen.

    Soldaten vechten vijf dagen aaneen

    De Marokkanen werken samen met Algerijnen, en ondanks het moeilijk begaanbare terrein en de duisternis zit de vaart er goed in. De Noord-Afrikaanse soldaten van Frankrijk maken hun reputatie als de beste aanvalstroepen ter wereld waar.

    De Duitsers zetten ook hun keurtroepen in: bergtroepen, die getraind zijn in het vechten in onherbergzaam gebied. De Marokkanen en Algerijnen gebruiken handgranaten en bajonetten om de bergtoppen in te nemen, en de bevelhebbers van beide partijen hebben moeite het overzicht te bewaren.

    ‘Het waren geen gevechten tussen kleine, overzichtelijke eenheden, maar het waren man-tot-mangevechten in een gebied waar je soms urenlang geen idee kon hebben van wat er tien meter verderop gebeurde,’ staat er in een verslag van de Marokkaanse divisie te lezen.

    Als het licht wordt gaat de strijd door, en in de dagen die volgen vechten de Noord-Afrikanen zich moeizaam een weg door de bergen. Op dag vijf zijn hun doelen bereikt en krijgen de mannen even wat welverdiende rust.

    Ondanks alle inspaningen is het front slechts vijf kilometer opgeschoven. De geallieerden zijn nog bijna geen stap dichter bij de eigenlijke Duitse verdedigingslinie: de Gustavlinie.

    De trage opmars is niets nieuws tijdens de moeizame veldtocht in Italië. Sinds troepen uit de VS, het Britse Rijk en de Franse koloniën in september 1943 geland zijn in Zuid-Italië, zijn ze maar langzaam naar het noorden opgerukt. De Duitsers hebben alle bruggen over kloven en rivieren opgeblazen. De smalle landweggetjes liggen vol mijnen, en de geallieerden worden vanuit de hoogte continu bestookt door Duitse kanonnen, mortieren en mitrailleurs. Veldmaarschalk Albert Kesselring heeft Hitler beloofd dat hij Rome tot de zomer van 1944 in handen kan houden, en daartoe heeft hij de Gustavlinie aangelegd: een reeks stellingen die van kust tot kust loopt en die de opmars van de vijand een halt moet zien toe te roepen.

    De locatie van de Gustavlinie is met zorg gekozen, want want dit deel van Italië bestaat bijna geheel uit bergen. Bij de Adriatische Zee in het oosten is er slechts een klein stukje vlak land aan de kust, en in het westen rijst het Aurincigebergte op uit zee. Het Liridal, tussen de westkust en de Apennijnen, is de enige doorgang voor geallieerde tanks.

    Maar om er te komen moeten ze de rivier de Rapido oversteken, die vanaf de heuvels achter de stad Cassino in de gaten wordt gehouden. Dit is een perfecte uitkijkpost, vanwaar de Duitsers de enige bruikbare route naar het noorden kunnen bestoken.

    De Britse opperbevelhebber van het geallieerde leger Harold Alexander beseft dat de weg naar Rome ‘lang en geplaveid met doorns’ is, zoals hij zelf schrijft. Hij heeft een ambitieus plan om de Gustavlinie te doorbreken: hij wil een bestorming van het natuurlijke fort van de Duitsers overbodig maken. Als zijn troepen op de kust achter de Gustavlinie landen, kunnen ze de Duitsers omsingelen en verslaan, of op de vlucht jagen. Op zaterdag 22 januari 1944 gaan vaartuigen vol Amerikaanse en Britse soldaten aan land bij Anzio, dat aan de westkust tussen het front en Rome ligt. Maar Kesselring heeft hier rekening mee gehouden en heeft troepen achter de hand. Duitse elite-eenheden leggen een ring rond het bruggenhoofd en als de geallieerden willen uitbreken, komen Alexanders troepen vast te zitten. Ze weten niet hoe ze de Gustavlinie moeten slechten, en Operatie Anzio draait op een mislukking uit.

    Vergeefse aanval van de amerikanen

    Gelijktijdig met de landing hebben de geallieerden de aanval ingezet in het Liridal om de Duitsers bij het front te houden. Het offensief wordt snel opgevoerd om te proberen door de linie van Kesselring te breken. Opnieuw staan de Noord-Afrikanen tegenover bergtroepen. Maar de aanval is nog niet ingezet of ze krijgen bevel naar het zuidwesten te gaan om de Amerikanen te hulp te schieten, die daar de stad en de berg Montecassino proberen in te nemen.

    Maar de taaie Marokkanen en Algerijnen zijn niet erg onder de indruk van hun bondgenoten, en ze ontdekken dat de vijand ook maar weinig respect kan opbrengen voor de Amerikanen.

    ‘Overal in het niemandsland waren Duitse patrouilles, die granaten naar ons gooiden en ons uitscholden,’ schreef de Algerijnse sergeant Ben Bella, die later de eerste president van het onafhankelijke Algerije zou worden.

    ‘De scheldpartijen waren in het Engels, want de Duitsers dachten dat we Amerikanen waren. Maar de Amerikanen hadden er nauwelijks patrouilles op uit gestuurd, en wisten niet eens waar de voorposten van de vijand waren.’

    Ten noorden van Cassino probeert een Amerikaanse divisie de Rapido over te steken. Maar telkens weer stuit deze op mijnen, en hij komt de modderige oevers niet op. De Amerikanen liggen voortdurend onder Duits vuur. Sergeant W. Kirby is getuige van de verschrikkingen: ‘We werden onophoudelijk bestookt. Toen we aan de overkant kwamen, leek het wel een film. Ik had nog nooit zo veel lijken gezien – onze eigen jongens. Ik zag een jonge knaap die beschoten werd met een machinegeweer. De kogels beukten in op zijn lichaam, alsof hij een conservenblikje was. Vrijwel iedereen werd geraakt. Niet één van mijn goede vrienden in de compagnie kwam er helemaal zonder kleerscheuren vanaf.’

    Ook de Duitsers lijden zware verliezen. Een onderofficier van een regiment in de voorste linie schrijft in zijn dagboek: ‘22 januari. Ik ben kapot. Het artillerievuur maakt me gek.

    Ik ben nog nooit zo bang geweest, en ik heb het koud. Deze afgelopen dagen hebben me helemaal

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1