Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Strijd op alle fronten
Strijd op alle fronten
Strijd op alle fronten
Ebook111 pages1 hour

Strijd op alle fronten

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

We schrijven 22 juni 1941, 3.14 uur. Langs een 1800 kilometer lange lijn van de Oostzee tot Roemenië staan Duitse soldaten klaar om aan te vallen. Een minuut later breekt de hel los. Toestellen van de Luftwaffe zetten koers naar doelen achter de linies van het Rode Leger, en de artillerie opent het vuur. De beruchte Duitse Panzertanks komen in actie. Zij vormen de speerpunt van Operatie Barbarossa, Hitlers aanval op de Sovjet-Unie. Met 3,7 miljoen soldaten is het de grootste invasie aller tijden. Na een paar weken lijkt het offensief een schoolvoorbeeld van de effectiviteit van de blitzkrieg. De ene na de andere stad valt in handen van de Duitsers. In het tiende deel van Oorlogen & veldslagen volgen we de opmars van de asmogendheden in het conflict dat in de loop van 1941 tot een wereldoorlog uitgroeit.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateAug 22, 2020
ISBN9788726460650
Strijd op alle fronten

Read more from Alles Over Historia

Related to Strijd op alle fronten

Titles in the series (20)

View More

Related ebooks

Related articles

Reviews for Strijd op alle fronten

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Strijd op alle fronten - Alles over historia

    Strijd op alle fronten

    Cover image: Shutterstock

    Copyright © 2019, 2020Alles over historiaand SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726460650

    1. e-book edition, 2020

    Format: EPUB 2.0

    All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    SAGA Egmont www.saga-books.com – a part of Egmont, www.egmont.com

    De wereld staat in brand

    We schrijven 22 juni 1941, 3.14 uur. Langs een 1800 kilometer lange lijn van de Oostzee tot Roemenië staan Duitse soldaten klaar om aan te vallen. Een minuut later breekt de hel los. Toestellen van de Luftwaffe zetten koers naar doelen achter de linies van het Rode Leger, en de artillerie opent het vuur. De beruchte Duitse Panzertanks komen in actie. Zij vormen de speerpunt van Operatie Barbarossa, Hitlers aanval op de Sovjet-Unie. Met 3,7 miljoen soldaten is het de grootste invasie aller tijden. Na een paar weken lijkt het offensief een schoolvoorbeeld van de effectiviteit van de blitzkrieg. De ene na de andere stad valt in handen van de Duitsers. In het tiende deel van Oorlogen & veldslagen volgen we de opmars van de asmogendheden in het conflict dat in de loop van 1941 tot een wereldoorlog uitgroeit.

    1. Afrikakorps biedt italianen helpende hand

    Als de Duitse generaal Erwin Rommel en zijn Afrikakorps in februari 1941 aankomen in Tripoli in Libië, treffen ze een ontmoedigd Italiaans leger aan. Het mag een wonder heten dat de stad nog in handen van de asmogendheden is. Rommel vijzelt het moreel op met een offensief en wordt daarmee al snel de ergste vijand van de geallieerden.

    De haven van Tripoli baadt in het kunstlicht terwijl de zandkleurige tanks, discreet gedecoreerd met een palm en een hakenkruis, van de Duitse schepen rijden. Het lossen gaat door tot 11.00 uur de volgende ochtend. De soldaten, die de kern vormen van het nieuwe Duitse Afrikakorps, stellen zich op voor een parade. Erwin Rommel, hun nieuwe commandant, houdt een korte toespraak. Om de strijdlust van zijn mannen aan te wakkeren, eindigt hij met de belofte van een groot avontuur: ‘We staan aan het begin van een geweldige safari.’

    ‘Heia safari!’ roept een soldaat spontaan. Zijn kameraden herhalen de woorden, die de strijdkreet van het Afrikakorps zullen worden.

    De mannen van het korps, dat Hitler kort daarvoor had opgericht, zouden hun vechtlust hard nodig hebben. Terwijl de Wehrmacht in Europa vrijwel ongehinderd optrok, trokken de asmogendheden in Noord-Afrika zich terug. De Italiaanse dictator Benito Mussolini was Hitlers bondgenoot en had de verantwoordelijkheid voor de oorlog hier, maar het materieel en het moreel van het kleine Italiaanse leger lieten te wensen over.

    De meeste wapens stamden uit de Eerste Wereldoorlog. De tanks waren nauwelijks bruikbaar – ‘zelfrijdende lijkkisten’ werden ze genoemd. Er waren te weinig voertuigen, dus de soldaten moesten marcheren, een groot nadeel in de woestijn, waar mobiliteit het verschil tussen leven en dood kan betekenen.

    Het gevolg was dat de Italianen steeds weer werden tegengehouden door de Britten, die wel over genoeg voertuigen beschikten. Begin februari 1941 waren de Italianen belangrijke Libische steden als Solloem, Benghazi en Tobroek kwijtgeraakt. Dat Tripoli nog in handen van de asmogendheden was, kwam enkel doordat de Britten er in het begin van het jaar troepen hadden weggehaald om in te zetten tegen een Duits offensief op de Balkan. De opmars van de asmogendheden was vastgelopen in het woestijnzand.

    Italianen zijn de wanhoop nabij

    Hitler zag zich gedwongen troepen naar Noord-Afrika te sturen. Een offensieve blitzkrieg met tanks en luchttroepen zoals in Europa moest de kansen keren. Daartoe richtte hij het Deutsches Afrikakorps op, dat in de kern bestond uit twee tankkorpsen, gesteund door infanterie- en luchtbrigades.

    De 49-jarige Erwin Rommel werd aangewezen als korpsleider. Hij had Hitler altijd trouw gesteund, was een bekwaam militair strateeg en had bij de invasie van Frankrijk indruk gemaakt als leider van de 7e Pantserdivisie. Rommel stond erom bekend een aanval nooit uit de weg te gaan, ook niet als de vijand in de meerderheid was. Die eigenschap zou hem goed van pas komen in Noord-Afrika. Toen Rommel op 12 februari in Tripoli aankwam, schrok hij eerst wel even. Uitgeput strompelden de Italiaanse troepen de stad binnen. De vertwijfeling was van hun gezichten af te lezen.

    ‘Het moreel was gezakt tot een dieptepunt,’ schreef Rommel later. Als de geallieerden Tripoli aanvielen, zou niets hen kunnen stoppen, vertrouwde hij generaal-majoor Schmundt, de adjudant van Hitler, toe. ‘Er is maar een manier om deze verrotting een halt toe te roepen, en dat is in de aanval gaan.’ Hij vroeg Schmundt dit door te geven aan de Führer. Rommel ging meteen aan het werk om zijn troepen klaar te maken. Het doel was Egypte binnen te trekken, het strategisch belangrijke Suezkanaal in te nemen en dan door te gaan naar de olievelden rond de Perzische Golf. Maar de woestijn werkte vanaf het begin tegen. ‘Enorme wolken van roodachtig stof belemmerden het zicht. […] Vaak waaide het zo hard dat het onmogelijk was om over de Via Balbo (de hoofdweg langs de kust) te rijden. We snakten naar adem door de zakdoeken die we voor ons gezicht hielden en het zweet gutste van ons lijf in de ondraaglijke hitte,’ schreef Erwin Rommel over de ghibli, de zandstorm, die hij op een van zijn eerste dagen in Noord-Afrika meemaakte.

    Ondanks de beproevingen maakte de generaal het de vijand lastig. Hij voerde speldenprikoperaties uit op kleine geallieerde eenheden. Als die succes hadden, zette hij een grotere aanval in. Na 800 kilometer door de woestijn nam het Afrikakorps op 3 april de havenstad Benghazi in, een belangrijk steunpunt op weg naar Egypte.

    De Duitsers en Italianen waren al even verbaasd als de geallieerden, die van hun inlichtingendiensten vernomen hadden dat Hitler pas een grotere aanval goedkeurde als het Afrikakorps meer troepen en voertuigen zou krijgen. En dat klopte ook. Rommel handelde op eigen initiatief.

    ‘Ik nam het risico tegen alle orders en instructies in, omdat de omstandigheden gunstig waren. Het zal later ongetwijfeld als iets goeds worden gezien, en iedereen zal zeggen dat hij hetzelfde had gedaan,’ schreef Rommel die dag in een brief aan zijn vrouw Lucia. ‘Je begrijpt dat ik nauwelijks kan slapen van opwinding,’ voegde hij eraan toe. Alleen Tobroek, een verderop gelegen kuststad, lag nu nog tussen hem en Egypte.

    Zandstorm vertraagt aanval op tobroek

    Tobroek was op zichzelf niets bijzonders: een aantal verspreid liggende huizen en wat stoffige palmen. Maar de stad was strategisch van groot belang. Tobroek had de beste haven in de regio – de enige diepe haven tussen Tripoli en Alexandrië – en was uitstekend geschikt als uitvalsbasis voor troepen die de vijand de weg naar Egypte konden versperren.

    Als de Duitsers Tobroek innamen, zou dat hun honderden kilometers transport naar de dichtstbijzijnde haven besparen en lag de weg naar Egypte open. Rommel besloot meteen door te stoten naar Tobroek, waar de geallieerden die Benghazi waren ontvlucht zich nu verzamelden. Met een beetje geluk kon hij de stad bereiken voordat de Britten deze afdoende hadden versterkt. De Britten wilden Tobroek echter even graag in handen houden als de Duitsers de stad wilden innemen.

    ‘We verdedigen de stad tot de dood. Van terugtrekken kan geen sprake zijn,’ beval Winston Churchill generaal Archibald Wavell, opperbevelhebber van de Britse troepen in het Midden-Oosten. Op 9 april arriveerde de Australische generaal-majoor Leslie Morshead met zijn 9e Divisie. De divisie bestond uit zes infanteriebrigades, vier artillerieregimenten, twee antitankregimenten, 42 tanks en in totaal 36.000 mannen.

    Het imposante Australische leger schrikte Rommel niet af. Nog diezelfde dag stuurde hij drie eenheden ten aanval. De eerste moest vanuit het westen optrekken, de tweede vanuit het zuidoosten en de derde moest rechtstreeks toeslaan in het centrum van de vesting. De actie kwam echter niet een-twee-drie van

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1