Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De grootste criminelen
De grootste criminelen
De grootste criminelen
Ebook132 pages1 hour

De grootste criminelen

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Twee mannen zaten gebogen over de koffietafel met een opgerold dollarbiljet in hun neusgat. Over de tafel liep een lijntje wit poeder. De deelnemers begonnen elk aan hun eigen kant en snoven zo hard als ze konden. Ze wilden zo veel mogelijk cocaïne inhaleren voordat het lijntje op was. Cocaine chicken was een geliefd spelletje op de feestjes van de jetset van Los Angeles in de jaren 1970. De cocaïne kwam uit Colombia, en de drugsbaron Pablo Escobar verdiende iedere dag miljoenen dollars aan de Amerikaanse gebruikers. Er werd een hevige strijd geleverd om de markt: in de Colombiaanse karteloorlog vielen elk jaar 25.000 doden. De beestachtige moorden die Jack the Ripper in Londen pleegde, kostten 'slechts' vijf mensen het leven, maar de hele stad leefde in angst en de dader werd nooit gepakt. In het eerste nummer van Historische Hoogtepunten nemen we de misdaad onder de loep: van de middeleeuwse roofbaronnen tot de maffia in de VS.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateSep 3, 2020
ISBN9788726460964

Read more from Alles Over Historia

Related to De grootste criminelen

Titles in the series (20)

View More

Related ebooks

Related articles

Reviews for De grootste criminelen

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De grootste criminelen - Alles over historia

    De grootste criminelen

    Copyright © 2019, 2019 Alles over historia and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726460964

    1. e-book edition, 2019

    Format: EPUB 2.0

    All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    SAGA Egmont www.saga-books.com – a part of Egmont, www.egmont.com

    De grootste criminelen

    Twee mannen zaten gebogen over de koffietafel met een opgerold dollarbiljet in hun neusgat. Over de tafel liep een lijntje wit poeder. De deelnemers begonnen elk aan hun eigen kant en snoven zo hard als ze konden. Ze wilden zo veel mogelijk cocaïne inhaleren voordat het lijntje op was. Cocaine chicken was een geliefd spelletje op de feestjes van de jetset van Los Angeles in de jaren 1970. De cocaïne kwam uit Colombia, en de drugsbaron Pablo Escobar verdiende iedere dag miljoenen dollars aan de Amerikaanse gebruikers. Er werd een hevige strijd geleverd om de markt: in de Colombiaanse karteloorlog vielen elk jaar 25.000 doden. De beestachtige moorden die Jack the Ripper in Londen pleegde, kostten ‘slechts’ vijf mensen het leven, maar de hele stad leefde in angst en de dader werd nooit gepakt. In het eerste nummer van Historische Hoogtepunten nemen we de misdaad onder de loep: van de middeleeuwse roofbaronnen tot de maffia in de VS.

    1. Rovers op reis

    ’Je geld of je leven!’ riepen struikrovers steevast als ze tevoorschijn sprongen uit de bosjes en handelslieden en reizigers overrompelden. De struikrovers hielden huis in gebieden waar politie en overheid steken lieten vallen, zoals langs de Rijn in middeleeuws Duitsland, in de bossen in het Engeland van Dick Turpin en in de Australische bush halverwege de 19e eeuw. Op de verlaten handelswegen was niemand veilig voor deze bandieten.

    Boven de Rijn valt de nachtelijke duisternis in. Het zwaarbeladen houten schip vaart rustig weg door het dal en langs de burcht Reichenstein. Het imposante bouwwerk verrijst op de heuvels op zo’n 90 meter boven de rivier.

    Plotseling stuit het schip op iets in het donker. De romp trilt ervan en bij de voorsteven klinkt een vervaarlijk geraas. Een massieve ijzeren keten die over de rivier gespannen is, belemmert de doorvaart van het schip. Ogenblikkelijk klinkt er lawaai vanaf de oever. Zware stemmen bevelen dat het schip moet stoppen, en de kapitein geeft daar onmiddellijk gehoor aan. Hij weet namelijk precies wat er gaande is.

    De kapitein stuurt het schip naar de oever en legt aan. In het zwakke schijnsel van de maan ontwaart hij de silhouetten van een aantal geharnaste mannen. De kapitein wisselt enkele woorden met een ridder die dicht bij het schip staat. Net wat hij al dacht: het zijn mensen van de roofbaron. De kapitein haalt een linnen zak met zilveren munten uit zijn zak en overhandigt deze aan de ridder. Pas dan mag het kleine koopvaardijschip zijn tocht over de rivier voortzetten.

    Roofbaronnen dwingen tol af

    Zo ging het waarschijnlijk bij overvallen van de roofbaronnen langs de Rijn in 13e-eeuws Duitsland. Die waren schering en inslag, tot ergernis van de vele handelsreizigers die hun goederen via de rivier vervoerden. Naast de officiële douanekantoren, waar burchtheren op gezag van de paus in Rome geld inden van alle handelsreizigers, waren roofbaronnen namelijk de officieuze tollenaars.

    Philipp von Hohenfels, een van de ergste, woonde op Reichenstein. Hij had de burcht van 1241 tot 1277 in handen, hield zich doof voor de protesten van de kerk en andere burchtheren en inde tol van alle schepen die hij in het oog kreeg. Op het rotsige terrein rond de burcht liet hij een wachttoren bouwen en zwaargewapende ridders posten. Die stonden klaar om toe te slaan als een handelsreiziger het waagde om weerstand te bieden. Dat gebeurde zelden.

    De binnenschippers hadden geen keuze: als ze hun schepen niet leeg wilden laten plunderen en hun manschappen niet met staal wilden laten doorboren, moesten ze in de buidel tasten. De koopvaardijschepen konden er nu eenmaal geen bewakers op na houden om het op te nemen tegen de getrainde en gewapende ridders.

    Roofridders als Philipp von Hohenfels konden halverwege de 13e eeuw hun gang gaan, want in het Heilige Roomse Rijk ontbrak het aan een centrale keizerlijke macht. Van 1254 tot 1273 was er een machtsvacuüm ontstaan. Bij gebrek aan een sterke man in het zogeheten interregnum konden kasteelheren zich ongehinderd vestigen langs de Rijn, waar ze illegaal en met veel machtsvertoon tol hieven.

    Slechts een enkele keer werd er iets tegen de roofbaronnen ondernomen. In 1253 slaagde een plaatselijke gezagsdrager, de aartshertog van Mainz, erin Reichenstein in te nemen en Philipp von Hohenfels te verslaan. Hij spaarde echter het leven van de kasteelheer, en de sluwe Von Hohenfels wist de burcht toch weer in zijn macht te krijgen. Hij groeide uit tot een van de meest gewetenloze roofbaronnen langs de Rijn en maakte zich schuldig aan onder meer ontvoering en afpersing.

    Pas in 1273, toen het Heilige Roomse Rijk weer een keizer kreeg – Rudolf I – gebeurde er iets. Hij pakte de roofbaronnen langs de hele Rijn hard aan. Een tijd lang werden de burchten om de haverklap bestormd door de soldaten van de keizer. Die brandden een aantal daarvan plat, en de roofbaronnen werden gedood of op de vlucht gejaagd.

    Ook Reichenstein kwam aan de beurt, maar pas na de dood van Philipp von Hohenfels in 1277. Zijn zoon Dietrich regeerde er net vijf jaar toen de keizerlijke garde voor de poort stond. De soldaten van Rudolf I belegerden de burcht vier jaar, waarna de roofbaron en zijn uitgehongerde ridders zich moesten overgeven. Vervolgens werd Reichenstein tot de grond toe afgefikt.

    Dominee in het donker afgerost

    Zoals het de handelsreizigers op de Rijn in de 13e eeuw verging, zo hadden ook reizigers op de stoffige Engelse landwegen zo’n 500 jaar later last van berovingen. Op een zomernacht in 1735 was dominee Amey daar het slachtoffer van. Hij reed door het bos bij Richmond ten zuidwesten van Londen. Hij had op het platteland zijn parochianen bezocht en nu was hij in het donker op weg naar huis toen hij halt hield omdat hij geroep hoorde.

    Voordat hij het wist hadden twee mannen hun geweren op hem gericht. De ene was de beruchte Richard Turpin, beter bekend als Dick Turpin – een lange, goedgeklede heer op de rug van een mooi raspaard. Zijn gezicht ging deels schuil achter een zakdoek en hij droeg zijn lange bruine haar in een staart.

    Een kwestie van ‘Je geld of je leven’. Dominee Amey wist dat deze wrede rovers niet terugdeinsden voor een moord.

    Als lid van de beruchte bende van Essex had Dick Turpin een lange reeks overvallen en berovingen op zijn naam staan. Zo had hij een 70-jarige man in diens woning overvallen, overgoten met kokend water en aan zijn haar door zijn huis gesleurd, terwijl zijn dienstmeisjes verkracht werden. En dat voor een buit van om en nabij de 30 pond.

    Ook in het geval van dominee Amey was de opbrengst bescheiden: een klok, vier guineas (gouden munten) en wat zilverwerk. Na de overval bevrijdden de struikrovers Ameys paard van zijn tuig en lieten ze het dier lopen, terwijl ze er zelf vandoor gingen en de afgeroste dominee alleen achterlieten in het donkere bos.

    Rovers teisteren landwegen

    Struikroverij was in Engeland al sinds de 17e eeuw een groot probleem. Na de burgeroorlog en de afzetting van koning Karel I in 1649 waren veel soldaten die eerder voor de koning hadden gevochten, werkloos. Omdat ze geen inkomsten meer hadden, gingen ze maar wat rondtrekken. Het enige wat ze konden was vechten, en daarom begonnen velen van hen voorbijgangers op de plattelandswegen te overvallen. Vooral rond Londen vond veel struikroverij plaats. Met zijn ruim 500.000 inwoners was dit in de tweede helft van de 17e eeuw veruit de grootste stad van Engeland en een van de grootste in Europa. Handelsreizigers kwamen van heinde en verre hiernaartoe, en in de donkere bossen rond de stad hadden overvallers de perfecte omstandigheden om toe te slaan.

    De struikrovers waren vooral ‘s nachts actief. Ze zaten vaak bij de slechtst verlichte wegen in streken waar de huizen ver uit elkaar stonden. Een kwetsbaar gebied was het heidelandschap rond Hounslow Heath ten zuidwesten van Londen, waar de drukke wegen naar Bath en Exeter doorheen liepen.

    Ook in de dichte bossen bij Richmond en Epping – jarenlang de favoriete schuilplaats van Dick Turpin – hielden zich veel struikrovers op. Nadat ze uit de stad waren verbannen, zochten ze hier hun toevlucht. Vóór Dick Turpins tijd zaten de struikrovers onder meer in Hyde Park vlak bij het centrum van Londen, maar vanwege de vele roofovervallen waren er straatlantaarns met olielampen geplaatst langs de weg van St. James’s Palace naar Kensington Palace. Dit was ook het eerste stuk weg met straatverlichting in Engeland.

    De overheid trad hard op tegen struikroverij. Meestal stond daar de galg op, en in het geval van zeer zware en wrede overvallen werd het lijk van de struikrover ter afschrikking opgehangen aan een galg langs de drukke Edgware Road, tot het ontbond. Zo verging het verschillende collega’s van Dick Turpin van de bende van Essex, die eind 1735 grotendeels was opgerold.

    Handschrift verraadt turpin

    Dick Turpin kregen de overheden echter niet zomaar te pakken. Hij bleef de bossen rond Londen teisteren, tot het in 1736 ineens stil werd rond zijn persoon. Met een prijs op zijn hoofd van 200 pond werd de grond hem te heet onder de voeten, dus ging hij naar het noorden, naar Yorkshire, waar hij zich onder de naam John Palmer vestigde als paardenhandelaar. De handel alleen was hem echter niet voldoende, en hij voorzag vooral in zijn onderhoud door de Noord-Engelse wegen onveilig te maken.

    In 1739 werd ‘John Palmer’ opgepakt voor een simpele paardenroof. Toen hij vanuit de gevangenis in York een brief schreef naar zijn zwager in Londen om te smeken

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1