Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Fatale koers
Fatale koers
Fatale koers
Ebook461 pages6 hours

Fatale koers

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Wat als een plan om de aarde te redden juist haar ondergang zal betekenen?Operation Earth Saver is een ambitieus plan van de president van de Verenigde Staten en andere westerse wereldleiders om milieuvervuiling tegen te gaan. Ze hebben hoop met een wereldwijde conferentietour talloze politieke bestuurders te kunnen overtuigen van hun gelijk. Maar dan duikt een vermist gewaande Russische wetenschapper - specialist in de inzet van vervuilende stoffen in moderne wapenvoering - opnieuw op, en worden er zes nucleaire ontstekingsmechanismen gestolen uit een streng beveiligde bunker. Een internationale samenzwering lijkt alles op alles te zetten om de belangen van de industrie te beschermen. In 'Fatale koers', het vijfde boek van de bloedstollende David Morton-reeks, is het aan David Morton om niet het alleen het succes van Operation Earth Saver maar ook de toekomst van de aarde veilig te stellen. De David Morton-serie van Gordon Thomas is een bloedstollende verzameling romans die de avonturen volgen van David Morton, een onderzoeksjournalist en Mossad-agent die verwikkeld raakt in een verscheidenheid aan internationale samenzweringen, politieke schandalen en gevaarlijke situaties.
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateAug 14, 2023
ISBN9788728371510
Fatale koers

Read more from Gordon Thomas

Related to Fatale koers

Titles in the series (3)

View More

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Fatale koers

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Fatale koers - Gordon Thomas

    Fatale koers

    Translated by Frans J. Bruning

    Original title: Poisoned Sky

    Original language: English

    Copyright ©1996, 2023 Gordon Thomas and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788728371510

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga is a subsidiary of Egmont. Egmont is Denmark’s largest media company and fully owned by the Egmont Foundation, which donates almost 13,4 million euros annually to children in difficult circumstances.

    1

    Eenmaal veilig in de tunnel stroopte Bodor de mouw van zijn dure, grijze jasje op en zocht een ader op waarin de cocaïne zijn werk kon doen. Hij probeerde zich niet te haasten, want hij had ontdekt dat de uitwerking aangenamer was naarmate hij langer wachtte.

    Zijn neus bleef geuren onderscheiden: het vocht, de schimmel van de metselspecie en, dichterbij, de aangenamer geur van mottenballen, wat hem eraan deed denken hoe lang het geleden was sinds hij het jasje had gedragen. De buitenlandse snit had hem ooit gekenmerkt als iemand-die-mocht-reizen, iemand aan de top van zijn beroep. Hij had het jasje gedragen als een geëerde gast van de oude garde in het Kremlin, en later van zijn opvolgers die zich voor korte tijd hadden geïnstalleerd in het Witte Huis van Moskou.

    Zoals zoveel andere zaken waren ze verdwenen, met dezelfde snelheid vergaan als de cocaïne door zijn lichaam zou flitsen. Als geleerde kende hij alle farmaceutische paden van de drug en hij wist dat dit ene shot hem weer een machtig gevoel zou geven. In staat om alles te doen. Net als vroeger.

    Toen was zijn naam – Sergei Michailovitsj Bodor – uitgesproken met het respect dat een van de vooraanstaande geleerden van het sovjetcommunisme toekwam: het jongste lid van de Academie van Wetenschappen, de bezitter van zo veel medailles en prijzen dat hij in zijn datsja een speciale kamer had moeten maken om ze uit te stallen.

    Nu, in deze vochtige, kille tunnel, was hij een gewone dief geworden.

    De Organisator had gezegd dat er op dit uur niemand in het gebouw zou zijn. Maar draag je beste kleren, voor geval het misschien toch zo is. Russen respecteerden nog steeds de manier waarop iemand zich kleedde.

    Meestal hielden ze ervan de Amerikanen na te apen: hun hamburgers te eten, hun frisdrank te zuipen, hun opvallende kleren te dragen. Zelfs de georganiseerde misdaad noemde zichzelf de mafiya. Hij had de mogelijkheid verworpen dat de Organisator voor een van die bendes werkte. Maar hij werkte wel voor iemand. Dat kon je merken aan de manier waarop hij de zaken regelde. In een van zijn jaszakken zat Bodors nieuwe Zweedse paspoort met zijn uitreisvisum, afgestempelde douaneaangifte, een stapel Amerikaanse dollarbiljetten en reischeques in Zweedse kronen, samen met een verzameling documenten waaruit bleek dat hij een inwoner was van Stockholm – een stad waar hij nog nooit was geweest. Je moest deel uitmaken van een grote organisatie om dat allemaal te kunnen regelen.

    Ofschoon de Organisator het accent had van een echte Moscoviet, en zijn manier van optreden de indruk gaf dat hij een tijdje een pennenlikker was geweest op de een of andere vage overheidsafdeling, was dat niet in Moskou geweest. Dat wist hij even zeker als dat de Organisator geen Rus was.

    Bodor bekeek zijn arm zorgvuldig onder het licht van de tunnel; de huid zat vol naaldenprikken. Hij begon snel zijn vingers te openen en te sluiten om de aderen beter te doen opkomen, en liet zijn gedachten de vrije loop…

    Bodor was begonnen zich in te spuiten na de derde Russische revolutie. Men had die imbeciele gewoonte elkaar te vertellen waar ze waren, die oktoberavond in 1993 toen het begon. Net als die lui in het Westen die wisten wat ze aan het doen waren toen de Amerikaanse president Kennedy werd vermoord.

    Zelfs vóór de revolutie had hij zich niet voor de gek gehouden dat er voor hem nog een toekomst was in moedertje Rusland. Eerst Gorbatsjov, daarna Jeltsin, hadden haar krachten verzwakt. De Nieuwe Orde completeerde het proces, en lieten haar te zwak achter om gebruik te maken van zijn nieuwste wapen. Daar had je een andere Stalin voor nodig.

    Hij had het idee gekregen in wat hij nu besefte dat het laatste glorieuze jaar was geweest van het sovjetcommunisme, toen hij op bezoek was in Amerika en de smog in Los Angeles had meegemaakt. Die twee dagen in zijn hotel aan de rand van de stad had hij gekeken naar het resultaat van een roekeloos gebrek aan controle over milieuverontreiniging. In een half dozijn andere Amerikaanse steden had hij dezelfde tekenen gezien van schade, toegebracht door uitlaatgassen en industrieel afvalwater. Er moest een manier zijn om daar militair gebruik van te maken.

    Op zijn lange retourvlucht naar Moskou had hij zijn eerste ideeën genoteerd. Zes maanden later waren ze een formule geworden, gebaseerd op het gedrag van de ozon in de bovenste stratosfeer. Van de formule had hij blauwdrukken gemaakt. Een jaar later had hij een model gemaakt van de Ozonlaagbom. Prototypes werden voortdurend verbeterd. Ten slotte was de olb niet groter dan een normale artilleriegranaat, en ze werd afgedekt door een niet waar te nemen omhulsel van een nieuwe soort plastic dat zijn scheikundigen hadden ontwikkeld. Zelfs haar kleine, nucleaire ontsteker kon niet worden ontdekt.

    Nog een jaar had hij laboratoriumproeven gedaan op lijken. Wat hijleerde van de doden stelde hem in staat zijn eigen praktijkproef uit te voeren op de levenden. Voor het gebruikmaken van een niets vermoedende bemanning van een sovjetbommenwerper, was de persoonlijke toestemming nodig geweest van het hoofd van de luchtmachtstaf, gelukkig een generaal die nog prioriteiten van vroeger had. Het laatste radiobericht van de piloot meldde dat ze in een elektrische storm zaten – de ideale omstandigheden voor het testen van de olb.

    De autopsie van Nikita Vassiley toonde aan dat de hele bemanning geleden had aan massale bloedingen. Tegen die tijd was Vassiley zelf in het eindstadium van aids en was hij erdoor geobsedeerd welke van de tientallen infecties die hij door zijn conditie kon oplopen, hem op den duur zou doden. Het bleek longontsteking te zijn. Achteraf beschouwd was Vassiley’s dood een voorbode.

    In het Kremlin was langzamerhand een ziekelijke stemming ontstaan van verzoening met het Westen. Bodors verzoek met zijn werk te mogen doorgaan werd kil afgewezen. De Nieuwe Orde zei dat het essentieel was alles te vernietigen wat zijn plannen kon bedreigen. Zijn geheime onderzoekscentrum werd met bulldozers gelijkgemaakt, zoals zovele andere. Vijf jaren werk, waarvan hij overtuigd was dat het de machtsbalans opnieuw in Ruslands voordeel zou doen omslaan, waren voorgoed verdwenen. Het enige wat was overgebleven waren zijn vroegere blauwdrukken. De schuilplaats die hij ervoor had gekozen zou zorgen dat ze bewaard bleven.

    Die avond had hij zich voor het eerst geïnjecteerd. De cocaïne had hem de zaken weer helder doen zien. Opnieuw voor welke regering dan ook werken betekende verdere teleurstelling riskeren. Politieke meesters hadden zo hun eigen plannen: hij was alleen nuttig geweest zolang hij aan hun verwachtingen voldeed.

    De volgende keer dat hij zich inspoot had hij zelfs nog duidelijker ingezien dat hij inderdaad was verraden, alleen dit keer ging dat vergezeld van een gefluister dat hij geduld moest hebben, moest wachten. Dat er ergens wel iemand was die hem nodig had, die zou weten hoe hem te waarderen. Nadat de drug opnieuw was uitgewerkt, viel de vrees dat hij gek werd als een donkere schaduw op hem. Hij las alles wat hij te pakken kon krijgen over met cocaïne verbonden ervaringen en besefte dat dit een normaal neveneffect was.

    Vanaf dat moment smeedde hij met uiterste zorg zijn plannen. Hij voedde de geruchtenmachines in Moskou met hints dat hij had gewerkt aan een revolutionair nieuw wapen. De weinige bijzonderheden zouden voldoende zijn geweest om nieuwsgierigheid op te wekken, misschien zelfs scepsis. Hij wilde dat niemand precies wist hoe ver hij was gekomen, of waar hij nu was. Het nieuws verspreidde zich dat hij het land met onbekende bestemming had verlaten. Dathij een inzinking had gehad en in een privé-ziekenhuis lag, in een onbekende plaats. Dat hij dood was, waar begraven wist niemand. De machines deden de rest, zaaiden verwarring en onzekerheid. Precies wat hij had gewild.

    Diep in het geheim keerde hij terug naar zijn geboortedorp, ver achter de Oeral. En wachtte af. Regelmatige injecties gaven hem de zekerheid dat zijn geduld zou worden beloond. Op dat moment, toen zijn voorraad verminderde en het vooruitzicht van een reis naar Moskou voor aanvulling dagelijks dichterbij kwam, was de onbekende aan zijn deur verschenen. De man had op de aangestampte, aarden vloer van de keuken gestaan en gezegd dat het goed was eindelijk hier te zijn. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, voegde hij eraan toe dat men hem de Organisator noemde. Zijn gezicht zou prettig geweest zijn, als hij die ogen niet had. De twee zwarte kiezeltjes deden denken aan een reptiel. Maar Bodor had direct aangevoeld dat hij met iemand te maken had die belangrijk was.

    Ze hadden tot diep in de nacht gepraat en tegen zonsopgang was het duidelijk dat ze iets gemeen hadden. Ze waren beiden eenlingen en ze verachtten de meute. Aangemoedigd liet hij zijn eigen woede over de Nieuwe Orde overkoken. De Organisator luisterde, zijn ogen zwaar van de rode wijn. Ten slotte legde hij uit hoe die gerechtvaardigde woede in iets waardevols kon worden veranderd.

    In de weken die volgden hadden ze gedineerd in een aantal van die discrete restaurants, ontstaan door de zwarte markt, waar voor geld alles te koop was. Daarna stond er steeds een andere vrouw tot zijn beschikking. Het was een blijk van het zorgvuldige onderzoek van de Organisator dat hij Bodors seksuele behoeften begreep.

    Maar toen de Organisator voor het eerst met zijn aanbod kwam, paste hij ervoor op er te snel op in te gaan. In die donkere wereld vol schaduwen die hij zo lang had bewoond, had ervaring hem in staat gesteld de vele valstrikken te vermijden die zijn promotie vertraagd konden hebben, hem naar een werkkamp hadden kunnen sturen of naar een krankzinnigengesticht voor gezonden van geest, waarin zo velen van zijn collega’s verdwenen waren. De Organisator keerde terug met een nieuw voorstel. Bodor overdacht het rustig en haalde er door onderhandelen een verdere, aanzienlijke verhoging uit. Heel even leek het alsof de Organisator ineens oud was geworden, alsof hij de toekomst kon zien. Hij had daar gezeten, met zijn pruimenjenever tussen gekromde handen en zijn ogen donker als duistere stegen.

    ‘Iedereen zal heel blij zijn met uw besluit. Laat ik u als eerste feliciteren,’ had de Organisator gezegd.

    Het had geklonken als een lang voorbereide zegening.

    De Organisator had bewezen wat hij waard was door een aanzienlijk bedrag te storten op een nieuwe bankrekening die voor hem in Zürich was geopend. Voldoende om Bodors drugsverslaving te financieren.

    Bodor keek over zijn schouder naar de bocht in de tunnel. Niets. Zelfs de ratten waren hier verjaagd; tegenwoordig aten de hongerlijders alles. Het klikken van zijn leren schoenen op het beton klonk hem luid in de oren. Toen hij bleef staan onder een van de zwakke lampen in het plafond, heerste er alleen maar stilte.

    Voldaan tastte hij in de zak naar de naald in het etui en de gevulde injectiespuit. Zijn bewegingen tekenden zich af als schaduwen op de tunnelwand. Hij keek op zijn horloge. Tien over half drie ’s nachts. De spuit trilde in zijn hand. Het was kouder dan hij zich herinnerde in de bewaarplaats voor de onbekende doden.

    Hij en de Organisator hadden de definitieve plannen doorgelopen terwijl ze in de metro over de rivier de Moskou naar de Leninheuvels reden. De trottoirs krioelden van de tsoerki, mensen uit het moeras zoals de Russen in het noorden de mensen uit het zuiden altijd betitelden.

    De Organisator had hem nog één ding op het hart gedrukt. ‘Zorg ervoor dat je pakje onaangetast is. Als ermee is geknoeid moet je het direct laten liggen. Als alles in orde is, breng je het pakje mee. Daarna hoef je verder niets meer te doen. Vanaf dat moment zal alles voor je worden gedaan.’

    Opnieuw had de Organisator geklonken alsof niets van wat hij zei te maken had met toeval.

    Bodor huiverde opnieuw. Hij kon niet langer wachten. Hij trok de naald uit het etui, stak die in een bloedvat en drukte de zuiger in.

    Hij trapte de spuit kapot onder zijn schoen en de cocaïne begon zijn aangename werk. Hele circuits zenuwcellen gaven zich eraan over. Een deel van zijn hersenen probeerde zich nog te verzetten tegen de aanvallers. Maar de drug had spoedig alles wat hij aanraakte in zijn macht. Elke overwinning vergrootte de prikkeling in zijn centrale zenuwstelsel. Opnieuw geloofde hij dat alles mogelijk was, terwijl hij vastberaden door de tunnel liep naar de lift die werd gebruikt om de lijken te vervoeren, en opsteeg naar de vierde verdieping.

    Hij kwam uit in een korte gang en bleef even staan. Hij begon diep in te ademen en dwong zijn hersenen hun dolle ren te staken. Geleidelijk werd hij de gedachten en gevoelens weer meester, die hem een moment geleden nog ontglipten. Het was allemaal een kwestie van berekening. Zoveel; niet meer. Juist voldoende om dat verrukkelijke gevoel vast te houden.

    Opnieuw keek hij op zijn horloge. Op tijd. De Organisator had gezegd dat het van levensbelang was zich aan het tijdschema te houden. Op dit moment zou hij Kalinin Prospekt inrijden.

    Bodor liep langzaam door de gang naar de solide stalen deur. Uit een zak haalde hij een sleutel, die hij altijd bij zich had gehouden sinds hij was verraden. Hij opende de deur. De tl-lampen in het plafond floepten automatisch aan en hij knipperde met zijn ogen om te wennen aan het felle licht. Het vertrek stond vol metalen kisten, gemonteerd op wieltjes om gemakkelijk verplaatst te worden, met een thermometer en een rood getal erop. De kist die hij moest hebben was nummer 17. Zijn thermometer was, net als alle andere, afgesteld op – 190c. Bij die temperatuur hield alle biologische activiteit op.

    Hij liep naar de nis waar de beschermende kleding werd bewaard. Gekleed in een eendelig pak, met zijn gezichtsschild op zijn plaats, zag hij eruit als een brandweerman, op het punt een chemische brand te gaan bestrijden. Van een pennenbord koos hij een sleutel en liep terug naar de kist. Hij stak de sleutel in het gat in het deksel. Er klonk een gesis toen het vacuüm werd opgeheven en het deksel langzaam op cantileverscharnieren omhoogdraaide.

    Een wolk vloeibare stikstof kolkte om hem heen. Toen die was opgetrokken keek hij in de kist naar de lijkenzak bedekt met een dikke ijslaag op een metalen blad. Met zijn gehandschoende hand drukte hij op een knop en de zak kwam langzaam hydraulisch omhoog.

    De zak was dichtgebonden door een web van stijfbevroren singelbanden. Op elk knooppunt zat een drukknop. Die drukte hij in en de banden sprongen open met een geluid van brekend ijs. Hij haalde een palletje op de zak over en die ritste langzaam vanzelf open.

    Het lichaam van een naakte, jonge vrouw werd zichtbaar; ze zag bleek en haar heldere blauwe ogen zaten onder een laagje ijs, dat ook haar haren met een korst bedekte. Ze leek even kort geleden gestorven als toen hij haar doodskleed voor het laatst had geopend.

    Hij haalde de envelop in zijn dikke plastic omslag onder haar billen vandaan. Toen hij het pakje wegtrok en zag dat het zegel nog ongeschonden was, grinnikte hij heel even van opluchting. Hij stak het pakje in zijn zak en liet de lijkenzak weer neerdalen.

    Nadat hij het deksel had dichtgeschroefd haalde hij een van de cilinders die aan de overkant van het vertrek stonden en verbond het mondstuk ervan aan een ventiel aan de zijkant van de kist. Er klonk een scherp gesis toen de vloeibare stikstof van de kist werd aangevuld. Hij zette de cilinder terug en hing de beschermende kleding weer op haar plaats. Bij de deur keek hij nog één keer om. Niets wees erop dat hij hier was geweest. Hij sloot de deur af en stak de sleutel weer in zijn zak.

    Bodor nam de lift terug naar de tunnel en liep naar de uitgang van het gebouw. Hij keek op zijn horloge. Een minuut voor drie. Hij opende de deur en beklom de trap naar de straat. Even later draaide er een Zhiguli de hoek om en stopte.

    ‘Succes gehad?’ vroeg de Organisator terwijl hij het portier voor hem opende. Hij had de zachte stem van een ontwikkeld man.

    ‘Ja.’

    ‘Uitstekend.’ De Organisator zei dat op een toon alsof hij het eten in een van de restaurants waar ze hadden gedineerd beoordeelde.

    De auto reed verder de straat in.

    Vanuit het portiek van een vervallen gebouw van voor de revolutie volgde een vrouw, gekleed als baboesjka, de achterlichten met scherpe blik. Het was te donker geweest om te zien wie de chauffeur was. Maar over de passagier was geen vergissing mogelijk.

    Sergei Michailovitsj Bodor.

    Mischa Kalenkov glimlachte even bij zichzelf. Ze had het nooit echt geloofd toen iedereen zei dat hij ofwel dood was, in een inrichting zat, of het land was ontvlucht. Vanuit het Westen waren ze naar hem komen zoeken: de headhunters met hun contracten die de hemel beloofden, de inlichtingenteams die zich voordeden als zakenlieden. De Arabieren, de Afrikanen, de Aziaten. Allemaal waren ze gekomen en met lege handen vertrokken. Sergei Michailovitsj was verdwenen alsof hij nooit had bestaan. Maar zij had het zoeken nooit opgegeven. Nu was hij hier, hij was midden in de nacht uit het huis van de doden gekomen, en was vertrokken in een auto waarin alleen de zeer rijken of machtigen tegenwoordig reden.

    Waar werd Sergei Michailovitsj naar toe gebracht? En door wie? En waarom? Hij was duidelijk niet de gevangene van de bestuurder. Bovendien zou de federale dienst voor contraspionage een ploeg hebben gestuurd om zo’n belangrijk iemand te arresteren. De Zhiguli rook naar ambtenarij. Maar van wie? Buitenlandse diplomaten gebruikten geïmporteerde auto’s. De mafiya gaf de voorkeur aan een Mercedes. Maar de Zhiguli was een wagen waarin je comfortabel een lange reis kon maken. Naar de grenzen? Die waren er vele. Bijna evenveel als haar onbeantwoorde vragen.

    In het verleden had de beambte van het lijkenhuis altijd contact met haar opgenomen over lijken waarvan hij dacht dat ze misschien interessant waren, maar dat was bij geen het geval geweest. Maar ze was een geduldige vrouw en ze betaalde hem steeds. Dit keer had hij gebeld om te zeggen dat iemand de plaats gebruikte als bankkluis. Hij wist niet wie, en hij kon het niet riskeren het pakje uit de kist te halen.

    Sindsdien was ze hier elke nacht op wacht gaan staan; ze had geconcludeerd dat wie het ook had verstopt, na donker zou komen om het pakje op te halen. Terwijl ze wachtte had ze zich nog één vraag gesteld: wat kon zo belangrijk zijn dat het werd verborgen op zo’n plek? Mischa vermande zich en schuifelde de straat door, terwijl ze haar versleten mantel tegen haar lichaam drukte. In gedachten begon ze het bericht op te stellen dat ze naar David Morton zou sturen.

    2

    Rond tien uur ’s morgens stapte de president van de Verenigde Staten het gazon van het Witte Huis op, met een jongen bij zich. Het was een fotosessie voor de televisie en de persfotografen. De jongen had een landelijke, wetenschappelijke wedstrijd gewonnen.

    De president was een vrij grote man, met de bedachtzame blik van iemand die het zwaar had gehad in zijn leven en erin was geslaagd de top te bereiken; de meesten van zijn vakgenoten waren het erover eens dat hij waarschijnlijk de beste advocaat was die zijn beroepstak verloren had aan de politiek.

    Hij was zevenenvijftig jaar en de laatste vijf jaar weduwnaar. Hij was met een schoolvriendinnetje getrouwd die midden in zijn eerste ambtstermijn als gouverneur was overleden. Ze was alleen op een korte visvakantie gegaan waarvoor ze al maandenlang plannen hadden gemaakt, omdat hij verstek moest laten gaan vanwege een onverwachte rechtszaak. Ze was uitgegleden op een rots en door de gezwollen rivier meegesleurd.

    Hun enige zoon was gesneuveld in de Golfoorlog.

    Veel mensen dachten dat hij zich deels kandidaat voor president had gesteld als therapie voor zijn verdriet. Het was zeker dat velen uit medeleven op hem hadden gestemd bij zijn overweldigende overwinning. Maar in tegenstelling tot zijn recente voorgangers had hij geen echte, intieme vertrouweling. Niemand die dicht genoeg bij hem stond om de visie te delen die hij had ontwikkeld in die nachten als hij niet kon slapen, als het verleden dat verhinderde. Wat hij had voortgebracht was bestemd als een monument voor zijn vrouw en zoon, een monument dat letterlijk de wereld zou veranderen, waarvan zij zo wreed waren weggerukt.

    ‘Meneer de president! Hierheen kijken graag!’

    De president deed wat hem werd gevraagd, gaf de jongen nog een laatste keer de hand en liep, nog steeds glimlachend, terug naar het Witte Huis.

    Alleen in het ovalen kantoor zat hij over zijn bureau gebogen en bestudeerde nog eens het enkele vel papier dat de neerslag bevatte van maanden diplomatieke activiteit en weken van persoonlijke telefoongesprekken.

    Op het papier stonden de essentiële punten van een plan voor de hoofden van de andere grote industriële naties om zich bij hem te voegen als leiders van een radicale verandering in de wereldpolitiek ten aanzien van het milieu. Het bevatte het stoppen van de verwoestende vernieling van de regenwouden, de meedogenloze gedwongen verhuizing van autochtone bevolkingen en alle andere ecologische bedreigingen.

    Het was daarbij zo uitzonderlijk frustrerend omdat de oplossingen voor de hand lagen. Maar het viel niet te ontkennen dat voor het uitvoeren ervan omvangrijke veranderingen in menselijk gedrag als voorbeeld moesten worden gesteld – vooral op het terrein van samenwerking tussen de verschillende landen.

    Toen hij voor het eerst zijn idee had geformuleerd, had hij zorgvuldig een handvol van zijn meest vertrouwde adviseurs geïnstrueerd om op privé-basis de hoogste echelons van met zorg uitgekozen buitenlandse regeringen te benaderen voor steun. Aanvankelijk werden ze afgewezen door ongeloof, achterdocht of arrogantie. De Fransen namen aan dat het hele plan een cynische pr-actie was voor de binnenlandse aanhang van de president, de Italianen waren afgeleid door een nieuw corruptieschandaal, de Engelsen bereidden zich voor op een volgende ronde meningsverschillen met hun Europese partners. Een aantal staatshoofden was te zeer bezig met hun eigen wankele machtspositie om naar behoren te luisteren. Iedereen vertelde de Amerikanen dat ze elke terroristische groepering in de wereld de gelegenheid boden de jacht te openen op de leiders van het Westen.

    Nadat de president de eerste reacties op zijn plan had aangehoord, had hij persoonlijk de leiding genomen van de taak. Geleidelijk hadden zijn oprechtheid en zijn helder verwoorde toewijding aan zijn zaak de meerderheid van degenen die aanvankelijk waren benaderd ervan overtuigd dat ze zich openlijk eens moesten tonen met het beleid van de president. Terwijl zijn ondergeschikten op zich namen de reusachtig gecompliceerde logistiek te coördineren, concentreerde de president zich op het overhalen van de weinige overgebleven twijfelaars. Beseffend dat velen van zijn collega’s persoonlijk voordeel moesten behalen als ze zich bij hem voegden, luisterde hij geduldig, argumenteerde en redeneerde hij en smeekte bij gelegenheid zelfs of verloor zijn geduld.

    Zijn boodschap aan allen was dezelfde. ‘Wat we samen kunnen bereiken kent in de menselijke historie letterlijk geen precedent. Dat is onze uitdaging. Ons erfgoed zou kunnen zijn dat we het belangrijkste vraagstuk van de mensheid op dit moment tot een oplossing brengen.’

    Zijn plan hield in dat zij met hem een wereldreis zouden maken in het nieuwe presidentiële vliegtuig. Tijdens de zeven dagen dat ze samen zouden reizen zouden ze proberen andere landen over te halen hun eigen ecologieën in evenwicht te brengen met hun industriële vooruitgang. Die in Afrika en Azië, bijvoorbeeld, zouden hun hang naar luxegoederen moeten verminderen, totdat ze de milieuonvriendelijke afval als gevolg van die goederen de baas konden. Andere landen, wier nationale economie afhankelijk was van de visserij, zouden moeten instemmen met strikte nieuwe grenzen om de ecologie van de zee in stand te houden. Olieproducerende landen moesten een percentage van de winst op elke barrel opzijleggen om hun eigen milieu te verbeteren. Er moesten nieuwe oplossingen komen voor het opslaan van nucleaire afval, ook al betekende dat dat sommige landen zich minder afhankelijk moesten maken van atoomkracht. Tijdens die zeven dagen zou er over deze en vele andere kwesties worden onderhandeld. De technologie om de verandering teweeg te brengen was er. Hij moest ervoor zorgen dat ook de wil om die te gebruiken aanwezig was.

    Eindelijk hadden al die verzoeken en manoeuvres succes gehad en kon hij dat moedige, vindingrijke plan een naam geven: Operatie ‘Red de Wereld’.

    Ze zou over precies drie weken beginnen.

    Hij legde het papier weg en vroeg zich af hoe Ignatius Bailey zou reageren. Meer dan welke regering ook, ook zijn eigen, bezat de machtigste magnaat in de hele wereld de middelen om het succes of de mislukking van ‘Red de Wereld’ te verzekeren.

    Onder de heldere hemel van East Anglia zweefden bolle schaduwen over de grond. De vijftig ballonnen namen deel aan een wedstrijd van Engeland naar Nederland. Onder de toeschouwers stond een gestalte in overjas. Hij was van Londen komen rijden, na zijn aankomst met een vlucht uit Moskou. Toen de laatste ballon de kust achter zich had gelaten, belde hij een telefoonnummer op een olieplatform in de Noordzee, vanuit een telefooncel op de plek waar ze waren opgestegen. Toen er werd opgenomen telde hij binnensmonds vijftien seconden af en hing op. De afgetelde stilte kwam in de plaats van een bevestiging dat de ballon waarin hij was geïnteresseerd, veilig op weg was. Uit ervaring in het verleden wist hij dat het in dit vroege stadium belangrijk was geheimhouding te benadrukken.

    Hij reed terug naar Heathrow, op tijd voor zijn vlucht naar München. Van daaruit zou hij opnieuw een autorit maken naar een hele andere afspraak. De Organisator hield wel van afwisseling in zijn werk.

    3

    In het vertrek met stalen wanden draaide David Morton aan het wiel van het luik om een waterdichte afsluiting te maken. Het rook er vaag naar olie en iets anders. Ondanks al zijn training om geen claustrofobie te voelen in het stikdonker, kon hij zijn angst niet helemaal onderdrukken. Als je die niet voelde hoorde je hier niet thuis. Alleen een dwaas, zei hij bij zichzelf, was op zo’n moment zonder een spoortje angst.

    Het begrijpen van angst was een les die hij al vroeg in zijn leven had geleerd vanaf die dag toen hij, als kind, zijn familie had zien vermoorden in wat de laatste van de stalinistische pogroms in Rusland bleek te zijn geweest. Later was hij, als tiener, samen met zijn jongere zus Ruth bij de eersten geweest die van het Kremlin naar Israël mochten emigreren. Daar was Ruth arts geworden, ze werkte in een kinderziekenhuis en ze was op weg naar huis gedood bij een terroristische bomaanslag. Datzelfde jaar was hij lid geworden van de Mossad. Vijf jaar later was hij daar benoemd tot directeur Operaties. Tegen die tijd wist hij meer over angst dan wie ook. Een jaar later, na wat discreet gelobby tussen Tel Aviv en Washington, werd hij gedetacheerd bij de cia. Nog een jaar lang liet hij daar de agenten profiteren van zijn eigen ervaring, en bracht hen naar Iran, Irak en later Bosnië. Voor hen was angst een dagelijkse gang van zaken gebleven. Intussen had een dankbare president van de Verenigde Staten in alle stilte Morton het Amerikaanse staatsburgerschap verleend. Morton had aangenomen dat dit een voorloper was op de baan die hij nu had. Aan de weinigen die hij ooit in vertrouwen nam zei hij wel eens dat zijn achtergrond hem maakte tot een ideale kandidaat voor het wereldburgerschap.

    Met zijn vinger drukte hij de knop in die verzonken zat in het eendelig pak, en de lithiumbatterij stelde de bril met de warmtescanner in werking. Hij schakelde over naar groothoek zodat zijn omgeving het voorkomen kreeg van een futuristische grafkelder.

    Hij had iets katachtigs, de roerloze, grijze ogen van een kat, terwijl hij met snelle handbewegingen het masker aanbracht over zijn neus en mond. Zijn blonde haren en de scherpgesneden trekken van zijn gelaat gingen al schuil onder de kap die precies om zijn hoofd paste. De technische dienst had er een jaar over gedaan om zijn kleding te ontwerpen.

    Walter – Walter Bitburg, de directeur van Hammer Force – was bleek weggetrokken door de kosten. Hij had zijn pijp te voorschijn gehaald, het nieuwste van zijn vele attributen, en weer eens een preek afgestoken over bezuiniging. Walter zag altijd wel kans te proberen de poten onder je stoel uit te zagen.

    Hammer Force – alleen Bitburg en de accountants van de Verenigde Naties noemden het bij zijn formele naam van Hard Attack Multinational Megaresposibility Emergency Response Force – was na spectaculaire fiasco’s in een aantal haarden van onrust in de wereld, door de Verenigde Naties gevormd als de eerste apolitieke, internationale eenheid voor inlichtingenvergaring, met een capaciteit om in te grijpen. Morton was benoemd tot directeur Operaties vanwege het algehele respect dat hij afdwong in alle inlichtingenkringen. Hij had zijn voorwaarden om die post aan te nemen nauwkeurig omschreven: hij zou zelf zijn team uitkiezen en moest het allermodernste materiaal hebben, met het onbetwiste recht aan niemand verantwoording af te leggen over operationele bijzonderheden.

    Mortons handen bleven de zakken in de gordel van zijn pak controleren. Elke zak bevatte een minuut samengeperste lucht. Hij tastte om zich ervan te verzekeren dat het palletje voor snel ontspannen niet los was gaan zitten op de strakke zak. Daarin zat de Walther ppk/s met zijn magazijn met zeven kogels. Hij wrong zijn voeten in de laarzen, die beide een zwemvlies aan de hak hadden om zich gemakkelijker door het water te bewegen.

    Al die tijd ademde hij langzaam, het resultaat van grote zelfdiscipline en veel oefening. Hij was een man die geen emotie toonde, die nooit verrast zou worden en die van iedereen verwachtte wat hij van zichzelf eiste. En als iemand daaraan niet voldeed dan maakte hij deel uit van het probleem; dat hielp om de kans op iets onvoorziens verder te verminderen.

    De plotselinge watergolf die de kamer in stroomde kwam steeds onverwacht, ze gutste door de opening waar even eerder nog een metalen plaat had gezeten en perste hem achteruit tegen de wand. Onder water zag hij op de een of andere manier kans overeind te blijven in de halfgevulde kamer, en te wachten tot de druk gelijk was. Toen zwom hij door de opening en begon zich naar boven te werken. Hij bewoog zich langzaam en zijn voortgang tekende zich af door rijen luchtbellen die ontsnapten aan het ventiel van zijn mondstuk. Toen hij opkeek zag hij door de scanner dat het groen lichter werd. Even later kwam hij voorzichtig aan het oppervlak.

    Op het water stond een korte golfslag en er dreven mistslierten. Hij schakelde de scanner over naar telefoto en bekeek de kustlijn. Rechts van hem bevonden zich warme plekken. Bomen. Daarachter, koeler dan de begroeiing, waren grotere. Gebouwen.

    Morton begon naar de kust te zwemmen, vaak afwachtend, onderzoekend en beoordelend. Dichtbij ging hij met zijn gezicht omlaag in het water liggen, zijn lichaam roerloos als een boomstam. De regels voor overleven had hij lang geleden al geleerd. Ze waren eenvoudig, je moest vertrouwen op wat je eigen lichaam kon doen en dat tekende helemaal wie en wat hij was.

    Hij kwam op het zand en bewoog zich snel en onhoorbaar het struikgewas in. Hij maakte zijn ademhalingsmasker los, schakelde de scanner terug naar groothoek en haalde het pistool uit zijn zak. Opnieuw kwikte hij de Walther in zijn hand en tastte naar het steuntje onder aan het magazijn. Op zijn gebruikelijke Luger zat dat niet. Het steuntje moest hem in staat stellen beter te richten.

    Met het wapen in de hand begon Morton zich door het struikgewas te bewegen. Bewegen en stilstaan. Dan weer vooruit. Hij kwam aan het eerste gebouw en bekeek het met de warmtescanner. Koud.

    De straat leek verlaten. Maar anders dan de vorige keer. Er was een gat waar de kerk had gestaan en de school leek dichterbij dan hij zich herinnerde. Of misschien kwam het door de mist. Verderop in de straat werd die dichter.

    Hij bleef het rustig aan doen. In gedachten leek alles zich terug te trekken terwijl hij roerloos stond te luisteren en zich te concentreren, informatie opnemend met zijn ogen en neus.

    Spoedig zouden ze opduiken. Telkens zou hij maar één kans krijgen, meer niet.

    Ondanks dat hij erop was verdacht, verraste de eerste hem, snel oprijzend vanachter een vuilnisbak. De gestalte droeg een kogelvrij vest en een bivakmuts. Zijn handen kwamen uit zijn zakken. Slechts een fractie van een seconde om te beslissen. Het wapen dat eensklaps verscheen in de handen van de man gaf de doorslag.

    Met één soepele, gecoördineerde beweging zakte Morton door de knieën, mikte en schoot twee keer. Een deel van zijn hersenen registreerde dat de schoten zo dicht op elkaar werden afgevuurd dat ze klonken als één. De gestalte werd omgeslingerd door de inslag van de kogels. Hij hoorde de patroonhulzen van de Walther tinkelend op de grond vallen. Tegen die tijd bewoog hij zich alweer naar voren, bestreek beide kanten van de straat in een onophoudelijke boog, de armen recht, het pistool losjes in de handen.

    Hij was de kliniek voorbij, aangegeven met een verlicht rood kruis, toen de deur ervan openvloog. En tweede gestalte, met een Uzi op de heup, werd zichtbaar. Ze droeg een blouse en een kort rokje met bijpassende groene, hoge hakken. Later zouden ze hem vragen welke kleur. Hij draaide zich bliksemsnel om en vuurde drie keer op haar lichaam. Opnieuw klonken de schoten weer bijna als één.

    Vijf verbruikt. Nog twee.

    Hij liep verder de straat in, zich half omdraaiend en weer terug, steeds in beweging, zijn ademhaling nu sneller.

    Aan de overkant werd een raam omhoog geklapt. Hij wierp zich naar links en voelde de trottoirrand in zijn heup. Er klonk gesis toen de laatste zak met samengeperste lucht scheurde.

    Nog steeds rollend richtte hij het pistool terwijl zijn ogen hardnekkig probeerden door de mistslierten de gestalte in

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1