Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De Zweed
De Zweed
De Zweed
Ebook308 pages4 hours

De Zweed

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Nadat de Zweedse inlichtingendienst te weten is gekomen dat er een Zweedse staatsburger wordt vastgehouden in Moskou, krijgt rechercheur Hans Edelman al snel door dat dit een van de moeilijkste zaken in zijn carrière zal worden. Samen met zijn collega David Karlén begint hij aan het onderzoek zonder te weten wie De Zweed is, waar hij vandaan komt en waarom hij gevangen gehouden wordt. Gaandeweg komen ze dichter bij de waarheid en moeten ze zichzelf de vraag stellen wat ze zelf bereid zijn op te offeren om een leven te redden... De Zweed is het eerste deel is een serie van veelgeprezen thrillers over de rechercheurs Hans Edelman en zijn collega David Karlén van de veelgeprezen Zweedse auteur Karl Eidem.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateDec 10, 2021
ISBN9788726874297

Related to De Zweed

Titles in the series (7)

View More

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for De Zweed

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De Zweed - Karl Eidem

    De Zweed

    Translated by Madeleine Kiers-Bolink

    Original title: Svensken

    Original language: Swedish

    Copyright © 2015, 2021 Karl Eidem and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726874297

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga Egmont - a part of Egmont, www.egmont.com

    Jeruzalem

    1 februari 2012

    Het boek fascineerde hem. De historische verhalen met foto’s die getuigden dat de verhalen op waarheid berustten. Zowel in grote lijnen als bij bepaalde gebeurtenissen. En nu dit. Een foto. Een zwartwit foto van een jonge generaal. Die fanatieke blik. Chiang Kai-shek, die voordat hij door Mao Zedong verdreven werd de leider van China geweest was, had een zoon. Die zoon was in zijn jonge jaren naar Moskou gestuurd om meer te leren over het communisme. Dat was op zich niet uniek. Tussen de twee communistische grootmachten in wording vond regelmatig een levendige, gesanctioneerde uitwisseling plaats van goederen, diensten en ideeën. Minder bekend voor de buitenwereld is, dat Jozef Stalin, de toenmalige dictator van de Sovjet-Unie, de jongen in gijzeling nam om druk uit te oefenen op Chiang Kai-shek. De zoon mocht simpelweg niet meer terug naar huis. Als Stalin politieke of militaire hulp nodig had uit China, zette hij de jongen in als lokaas. Een tactiek die uitstekend werkte. Toen de zoon uiteindelijk weer naar China terug mocht keren, had Stalin van Kai-shek gekregen wat hij wilde.

    Hij legde het boek weg en dacht na over wat hij net gelezen had. Dit was de eerste keer dat hij iets over dit voorval hoorde. Een vriend had hem het boek over de geschiedenis van China gegeven en gezegd dat hij het zou moeten lezen. Hij stond op, liep naar het raam en deed het open. De geluiden en geuren uit de stad sloegen hem tegemoet. Het verkeer vormde zoals gebruikelijk een muur van geluid – voortdurend getoeter, gebrom van automotoren – en diesel. De geuren van de vele eettentjes in de stad stegen langzaam omhoog: versgemalen koffie, pitabrood, vruchten – maar daarnaast ook de walm van duizenden koekenpannen en provisorische barbecueroosters. En natuurlijk de strakblauwe lucht.

    Hij ademde diep in. Dit was zijn stad, Jeruzalem. Hij kon het voorval waarover hij net gelezen had, niet van zich afzetten. Het sloot aan bij iets waar hij al een hele tijd onderzoek naar deed. Als een plotse, onverwachte vrije associatie dat het verband laat zien tussen twee op het oog losstaande gebeurtenissen. Misschien was dit een doorbraak? Het ontbrekende puzzelstukje? De schaakzet waar hij zolang naar gezocht had? Een internationaal gijzeldrama op het absoluut hoogste niveau. Hij snoof de lucht door het open raam verder op. Jeruzalem, Jeruzalem…

    Zijn naam was Ido Zakai. Hij was in de vijftig en werkte als een van de vele ambtenaren bij de Mossad, de Israëlische inlichtingendienst. Gespecialiseerd in internationale operaties. Zijn donkere haar en baard begonnen nu een duidelijk grijze ondertoon te krijgen. Hij droeg een degelijke, klassieke bril met een overdreven dik en hoekig montuur. Zijn kinderen hadden het meestal over zijn TV-bril. Achter de TV-bril ontmaskerden de intense, donkere ogen een oplettende, alerte burger. Hij was niet uitgesproken lang of kort. Eigenlijk helemaal niet iemand naar wie mensen op straat om zouden kijken in Jeruzalem of in welke andere stad dan ook. Eerder een onopvallende man die makkelijk opging in de menigte – een handige eigenschap in zijn beroep. Net als zijn bijna alledaagse uiterlijk, waren ook zijn karakter en intellect goed in balans en onopvallend. Hij was zeer intelligent, maar niet op een provocerende of aanstootgevende manier. Zijn mening was meestal goed doordacht, gebaseerd op feiten. Hij had niet de neiging om door te schieten in extreme richting; en dat in een land waar alle denkbare extreme opvattingen goed vertegenwoordigd waren. Zo bezien was hij een prima vertegenwoordiger van de Mossad. Ondanks alle mythes en legenden was de Mossad allesbehalve extremistisch. De dienst nam bewust en consequent geen mensen in dienst met onnodig sterke politieke opvattingen of andere buitensporige trekken. Dat zat de opdracht uiteindelijk alleen maar in de weg. Ze hadden altijd behoefte aan intelligente, analytische, evenwichtige burgers, die niet gericht waren op heldendaden, maar op het plannen en uitvoeren van gecompliceerde opdrachten. Mensen die het risico op allerlei soorten vergissingen zoveel mogelijk konden beperken.

    Nog steeds in gedachten verzonken, zocht hij zijn spullen bij elkaar en sloot zijn computer af. Hij stuurde een berichtje naar zijn vrouw Mira dat hij nu naar huis ging en zin had in een avondje thuis. Misschien konden ze samen naar een goed programma kijken, In Treatment bijvoorbeeld. Mira was psycholoog. Hij vond het heerlijk om haar professionele en al even humoristische commentaar op de afleveringen te horen. Ah, this is pure Hollywood! kon ze ineens roepen, net als hij zelf vond dat het heel realistisch was. Als ze samen naar Homeland keken, was het dan weer andersom. Mira vond het fascinerend, terwijl hij het meestal flauwekul vond. Maar toch keken ze samen en daar ging het om. Hij gleed discreet het gebouw uit en besloot om eerst een paar haltes te gaan lopen voordat hij de bus naar huis nam. Vanuit het perspectief van Stalin was de ontvoering van de jongen bijzonder succesvol geweest. Het doel heiligde de middelen. Natuurlijk was het een inbreuk geweest op alle bestaande regels en protocollen, maar so what? De communistische zaak had er voordeel bij gehad. Hij schudde de gedachten van zich af en sprong op de bus.

    Een paar dagen later had hij de toespraak van de minister gehoord in de grote conferentiezaal op de bovenste verdieping van het gebouw van de Mossad. Het land werd weer aangevallen, maar deze keer op een meer subtiele manier. Er was een globale distantiëring van Israël gaande. De wereld was alweer aan het vergeten. Iedereen, de hele wereld, moest eraan herinnerd worden wat er ooit gebeurd was. Waarom de staat ooit gesticht was. Nieuwe generaties moesten geïnformeerd worden en bij die inspanning waren alle middelen geoorloofd. Net als andere overheidsinstanties en bureaus of diensten met een internationaal werkgebied, kreeg de Mossad deze taak voorgeschoteld. Iedereen werd aangemoedigd om erover na te denken hoe ze een bijdrage konden leveren en welke zaken en situaties nu voorrang moesten krijgen. Ido deed het raam dicht en belde een verkort nummer. Een collega nam gelijk op.

    Met Ido Zakai. Kun je iets voor me doen? Kun je met Moskou checken of ze nog nieuws hebben van Lena Feldbin?

    Feldbin? mompelde de man als antwoord. Wie is dat?

    Inderdaad, Feldbin. Sayanim. Een schoonmaakster. Observeert een situatie waar we informatie over nodig hebben. Station Moskou is overal van op de hoogte.

    Wil je nog iets bepaalds weten?

    Alleen of ze recent nog gerapporteerd heeft. Bel maar om het te checken en rapporteer dan naar mij. Zo snel als je kunt.

    Hij pakte zijn jasje van zijn stoelleuning, gooide het over zijn schouder en nam de lift naar de begane grond om een wandeling door de buurt te maken. Hij had sterke koffie met iets zoets nodig om de uren door te komen die nog voor hem lagen voordat hij naar huis kon. Hij moest ook nadenken over wat eigenlijk de betekenis was van het historische gijzeldrama in Moskou. Stalin tegen Chiang Kai-shek. Was dit relevant voor wat zijn sayanim al een tijd lang gerapporteerd had? Om te beginnen moest hij een eenvoudige tijdlijn maken waarin hij de verschillende gebeurtenissen bij de juiste periode kon zetten. Hij moest ook, en niet voor het eerst, met iemand praten die ervaring met de KGB had. In het verleden en het heden. Verder was die andere vrouw in Moskou er ook nog. Hoe heette zij ook alweer? Haar moest hij ook spreken.

    Moskou

    5 februari 2012

    De twee patrouillerende agenten die de auto bij de betonnen rivierdijk geparkeerd hadden, waren niet erg ontevreden dat ze de dode vrouw gevonden hadden. Ze was uit de diepte van de rivier naar boven komen drijven en afgedreven naar een van de trappetjes. Een burger met verantwoordelijkheidsgevoel had het lichaam ontdekt en de politie gebeld. Geen van beiden wilden ze natte voeten krijgen. Daarom lieten ze versterking en materieel aanrukken en trokken haar met een haak naar de kant.

    Gadverdamme! Klotestad, Moskou…, bromde een van hen. De ander glimlachte. Eindelijk gebeurde er eens een keertje wat. Een beetje actie. Ze trokken het levenloze lichaam op de betonnen rivierdijk en lieten het daar liggen. Ondertussen zaten ze even uit te blazen en belden ze om versterking. Het was hoe dan ook een weinig glamoureuze manier om dood te gaan. Nadat de lijkwagen, die precies op een ambulance leek, ver genoeg achteruitgereden was, sjorden ze het lichaam erin. Toen ging het dwars door Moskou naar het mortuarium ter identificatie. Alle betrokkenen gingen ervan uit dat dit geen resultaat op zou leveren. De twee agenten nuttigden een uitgebreide lunch met extra wodka.

    Zeg, zei een van hen. Ik heb me altijd afgevraagd waarom lijken naar boven komen drijven. Ze zinken verdomme gelijk. Wat gebeurt er daarna dan?

    Zijn collega, die het antwoord wel wist, glimlachte neerbuigend en zei toen schoolmeesterachtig: Weet je dat echt niet? Heb je zitten slapen op de Politieacademie? Het lichaam zinkt direct als de longen vollopen met water. Maar na een tijdje worden er gassen in het lichaam gevormd. Dan wordt het lichter dan het water en komt het bovendrijven. Weet je trouwens waarom ze altijd met hun gezicht naar beneden liggen?

    Geen flauw idee. Vertel!

    Hij nam een hap van zijn pirog.

    Dat heeft eigenlijk niets met het gezicht te maken, maar met de ledematen. De armen en benen gaan opzij hangen. Of naar beneden. Zo gaat dat met ledematen. Dus daarom komen ze altijd naar boven drijven met hun buik naar beneden …

    Zoals bij die vrouw die we net gevonden hebben?

    Zoals bij die vrouw die we net gevonden hebben! Je bent een snelle leerling. Proost!

    De glazen klonken en de lunch werd voortgezet. Gelet op het grote aantal verdwijningen in Moskou en het slechte onderzoeksysteem was het zeer onwaarschijnlijk dat het lijk een naam zou krijgen en gekoppeld zou worden aan het lot van een persoon. Het lichaam kon overal wel in de rivier gegooid zijn, misschien al een hele tijd geleden. Het zou ook ver afgedreven kunnen zijn. Of misschien ook niet. Vanwege de ongewoon zachte winter was de ijsvorming slecht en langzaam geweest.

    Maar toevallig paste het lichaam heel goed bij de beschrijving van iemand die nog maar net verdwenen was. Er vond een formeel telefoongesprek plaats met de persoon die de vermissing gemeld had op de Israëlische ambassade. Zij was, net als de verdwenen persoon, schoonmaakster van beroep. Ze nam gelijk op, alsof ze uiterst gespannen naast de telefoon had zitten wachten. Ze had al lang niets van haar vriendin gehoord.

    Ida Feinberg. Met wie spreek ik?

    U spreekt met de politie. We bellen over een eventuele identificatie.

    Lena?

    "U hebt melding gemaakt van de vermissing van een zekere Lena Feldbin. Bent u in de gelegenheid om naar het mortuarium te komen voor een identificatie?"

    Mijn god! Hebben jullie haar gevonden?

    Kunt u alstublieft voor identificatie naar het mortuarium komen …

    Het lichaam van Lena Feldbin werd een paar dagen later gecremeerd. Als doodsoorzaak werd een klap met een stomp voorwerp vastgesteld. Ze was al dood voordat ze in het water terecht kwam. Behalve haar vriendin Ida had Feldbin geen familie; geen kinderen, broers, zussen of ouders. Ze werkte meestal als schoonmaakster. De politie maakte duidelijk dat ze niet van plan waren om onderzoek te doen naar dit geval. Het betrof hier een burger met een lage prioriteit en ook haar dood had geen prioriteit. De ambassade nam niet de moeite om hiertegen te protesteren. Ze wisten dat het zinloos was.

    Het onopvallende nieuws over haar dood kwam echter via een van de routinerapporten van de ambassade terecht bij een van de ambassademedewerkers. Deze had toevallig net een vraag uit Jeruzalem ontvangen over de persoon in kwestie, Lena Feldbin. Hij kon rapporteren dat ze dood was, waarschijnlijk vermoord, maar dat de politie van Moskou niet geïnteresseerd was in het nemen van maatregelen of het openen van een onderzoek. Daar zou het verhaal hebben kunnen eindigen.

    Maar toen Ido Zakai bij de Mossad in Jeruzalem het nieuws een paar dagen later hoorde, bleef hij in de gang voor zijn werkkamer staan. Hij keek naar buiten en zag alle gebouwen van de stad in de middagzon. Maar hij zag ook iets anders. De contouren van een patroon. Hij draaide zich om en liep terug naar zijn kamer. Hij zocht in een doos met oude visitekaartjes die hij bewaard had. Het was tijd om contact op te nemen met de Zweden. Dit was het teken waar hij op gewacht had.

    Stockholm

    7 februari 2012

    Hans Edelman zat op een houten bank in de kleedkamer. Vanuit de douche hoorde hij zijn collega een refrein neuriën. Blijkbaar was hij tevreden met zichzelf en de uitslag van de wedstrijd. Terecht ook. Er hing een scherpe geur van zweet, massageolie en verlies in de kleine ruimte. Hans was helemaal niet tevreden met zichzelf en de uitslag van de wedstrijd. Zelfs zijn squashracket lag geheel verslagen naast hem op het bankje. Z’n collega verscheen in de deur van de douche.

    Echt hartstikke leuk dit! En wat een mooie squashhal!

    Nou, zeker! mompelde Hans als antwoord, terwijl hij zich langzaam uit begon te kleden. Hij had erop gestaan dat ze deze wedstrijd zouden spelen. In het diepste geheim had hij privé squashlessen genomen. Hij had het gevoel gehad, dat hij klaar was om zijn jongere collega tegemoet te treden op de baan en hem echt te verbazen. Laten zien dat hij hem bij kon houden. En dan liep het zo af. Hij was ingemaakt. Vernederd. Hij had hem niet bij kunnen houden. Het had er vast komisch uitgezien hoe hij achter de bal aan heen en weer liep te rennen, zonder een serieuze kans om meer dan een enkel puntje bij elkaar te sprokkelen. Hij probeerde het vervelende gevoel van zich af te schudden, maar had het idee dat het nog wel even zou blijven hangen.

    Moet je terug naar het hoofdkwartier? vroeg z’n collega.

    Was ik wel van plan.

    Oké, ik ben met de auto. Je kan meerijden als je wilt.

    Bedankt, alleen nog even douchen.

    Hans ging zich gauw wassen zonder het opgewekte gevoel dat je na een overwinning hebt. Shit, hoe had het nou zover kunnen komen? Had hij zijn tegenstander onderschat? Of had hij zichzelf, zijn eigen techniek en zijn conditie overschat? Hij kleedde zich vlug aan en zat op de weg terug terneergeslagen in de auto.

    Ik hoor het wel als je weer wilt spelen! riep zijn partner toen ze op kantoor bij de liften elk hun eigen kant opgingen. Hans knikte en glimlachte verkrampt terug. Het duurde nog een paar uur voor hij het onbehagen van zich afgeschud had en alles weer in zijn juiste perspectief kon zien. Zoals gewoonlijk in dit jaargetijde werd het al vroeg donker. Zijn gedachten gingen naar de komende avond. Misschien een goede film? Wat zouden ze vanavond eten? Was er goede of tenminste acceptabele wijn in huis? Geen wijn om mee te koken, maar echte wijn om lekker te drinken? Hij wilde net zijn jas aantrekken om naar huis te gaan toen de telefoon ging.

    Even overwoog hij om het gesprek door te schakelen naar zijn mobiel, maar besloot toch om nog even op kantoor te blijven om het telefoontje aan te nemen. Hij deed de deur dicht. Het telefoontje kwam van iemand die hij zeker al vijf jaar niet gesproken had. Of was het al langer? Hij heette Ido Zakai (dat stond tenminste op zijn kaartje). Hij werkte bij de Mossad, de Israëlische inlichtingendienst in Jeruzalem. Net als Hans was hij een seniormedewerker, verantwoordelijk voor de beveiliging. Verder wist Hans niets specifieks over zijn functie. Daar werd niet nodeloos over gesproken als de omstandigheden daar geen aanleiding toe gaven. Ze hadden nooit samen een operatie gepland en al helemaal niet uitgevoerd. Ze waren elkaar alleen tegengekomen op een internationale conferentie over veiligheidsvraagstukken in een kleine Centraal-Europese hoofdstad. Ze zaten toevallig naast elkaar en hadden een paar gezellige dagen met elkaar gehad. Overdag hadden ze seminars gevolgd, aantekeningen gemaakt en zelfs deelgenomen aan een aantal werkgroepen. ’s Avonds hadden ze wijn gedronken en over van alles en nog wat gediscussieerd, van wereldpolitiek tot het WK-voetbal. Hans had tot zijn genoegen gemerkt dat de gebruikelijke Israëlische stugge houding ten opzichte van Zweden en zijn inwoners ontbrak. Na de conferentie hadden ze nog een aantal maanden mailcontact tot dit verwaterd was. Iedere keer als Hans iets over Israël of de Mossad las, gingen zijn gedachten even naar Ido.

    Is this Hans Edelstam? This is Ido Zakai from The Mossad. Remember me?

    Ido, What’s up? It’s Edelman, not Edelstam, otherwise you’re absolutely right! Good to hear from you. Dat is lang geleden – maar ik dacht van de week nog aan je. Jullie zijn weer met bommen aan het gooien, begrijp ik.

    Ido hapte gelijk op het grapje en diende hem van repliek.

    Alles hier in het Midden-Oosten is rustig en onder controle. Maar we hebben gehoord dat jullie van plan zijn om Noorwegen over te nemen. Al die olie …!

    Ze moesten allebei lachen en maakten even een praatje. Totdat Ido ineens en zonder plichtplegingen een ander onderwerp aansneed. De lichte toon was verdwenen.

    Hans, we moeten praten. Ik heb iets belangrijks dat ik met je wil bespreken. Kunnen we gauw afspreken – hoe eerder hoe beter. Ik ben volgende week op dienstreis in Londen. Denk je dat we elkaar daar kunnen ontmoeten?

    Hans kreeg een vluchtig maar wel aangenaam gevoel. Een korte dienstreis was altijd een welkome onderbreking van de routine. En bovendien een kans om iets voor zijn vrouw te kopen. De squashwedstrijd was als sneeuw voor de zon uit zijn gedachten verdwenen.

    Ik zal kijken wat ik kan doen. Heb je nog steeds hetzelfde mailadres? Ik laat het morgen weten. Tot horens!

    Op weg naar buiten bleef zijn blik hangen op zijn spiegelbeeld in het raam. Zijn kleine, kinderlijke gezicht met de spitse neus, het hoge voorhoofd, het korte, steile haar. Iemand had hem ooit beschreven als non-descript. Hij dacht dat dat zoiets betekende als ‘nietszeggend’ en hij nam aan dat dit geheel of gedeeltelijk kwam door zijn extreem dunne, lichte wenkbrauwen. Ze waren nauwelijks aanwezig en dat leek ervoor te zorgen dat mensen de neiging hadden om zijn gezicht te vergeten; ze herkenden hem niet. Hij glimlachte naar zijn spiegelbeeld. Hoe dan ook, hij was nu op weg naar huis en ging bovendien binnenkort ook op weg naar Londen.

    Ruim een week later zat Hans Edelman in de lobby van een anoniem luchthavenhotel vlakbij London Heathrow, toen Ido Zakai via de draaideur naar binnen kwam stappen. Hij was oud geworden. Zijn vroeger ravenzwarte baard was nu duidelijk grijs doorschoten. Hij had wel nog dezelfde bril. Hoe zat het eigenlijk met zijn eigen veroudering? Vast niet veel beter. Ze bestelden allebei een biertje en na een poosje vroeg Ido naar zijn huidige functie, zijn verantwoordelijkheden en positie binnen de Zweedse dienst. Was er iets veranderd? Was hij nog steeds chef Beveiliging? Was hij al een éminence grise geworden? Hij luisterde goed, evalueerde de antwoorden en leek uiteindelijk tot de slotsom te komen dat hij de juiste persoon uitgekozen had voor zijn verhaal.

    "Hans, jij bent de enige die ik ken bij de Säpo, de Zweedse veiligheidsdienst. Je lijkt me een geschikt figuur. Ik heb wat, hoe zal ik het noemen, extra onderzoek gedaan voordat ik je gebeld heb. Je hebt een indrukwekkende cv en bovendien zonder ruis. I couldn’t find any noise in your profile!" voegde hij er nadrukkelijk aan toe.

    Ik ben op zoek naar een Zweed die zijn vak verstaat, een geheim kan bewaren en in actie komt als het er echt op aankomt. Ik ben er 100% van overtuigd dat jij die persoon bent.

    Hij nam een slok bier en vervolgde zijn goed ingestudeerde monoloog.

    "Wat ik van plan ben aan je te vertellen heeft misschien een beperkte nieuwswaarde, wie zal het zeggen? Zoals ik al zei, ben je de enige die ik ken binnen de Säpo. Het is geheel aan jou wat je met deze informatie doet. Wat ik nu onthullen ga, komt misschien nooit verder dan hier. Wij gaan er niets mee doen. Je weet misschien dat we een systeem van vrijwillige medewerkers hebben – die noemen we sayanim. Sayan betekent assistent in het Hebreeuws. Het meervoud is sayanim. We betalen ze niets en daar staat tegenover dat we ze niet in acuut gevaar brengen. Meestal. Ze geven ons informatie over verschillende dingen, helpen bij kleine opdrachten. Kan zijn dat iemand een huurauto nodig heeft zonder papieren te hoeven invullen. Kan zijn dat een schoonmaakster iets moet zoeken in een hotel op de kamer van een bepaalde gast. Kan eigenlijk van alles en nog wat zijn. Deze medewerkers zijn onze lange arm, of hand, in de buitenwereld. We delen dezelfde normen."

    Hij vertelde verder over sayanim in het algemeen en gaf een paar voorbeelden van bekende sayanim, zoals Viktor Ostrovsky, de beroemde Canadese schrijver. Toen werd hij ineens weer specifieker.

    "Een tijdje geleden kregen we informatie die erop wijst dat er een Zweed verborgen gehouden wordt in Rusland. Het woord shvet, dat is Zweed in het Russisch, kwam meerdere keren ter sprake in conversaties waar het eigenlijk niet in thuis hoorde. Terwijl er geen aanleiding voor was dat het ter sprake kwam. We kunnen het natuurlijk verkeerd verstaan hebben, we geven geen garanties. Maar volgens onze beste inschatting op dit moment gaat het om iemand die verborgen gehouden wordt in een villa in Moskou. En die iemand is een shvet – een Zweedse man."

    Een tijdje geleden? vroeg Hans. Wat betekent dat?

    "Dat is een goede vraag. We hebben dit geval al een hele poos op de radar,

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1