Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De duivel van Münster: misdaadroman
De duivel van Münster: misdaadroman
De duivel van Münster: misdaadroman
Ebook342 pages4 hours

De duivel van Münster: misdaadroman

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

door Alfred Bekker




Er loopt een seriemoordenaar rond in het Münsterland, en zijn laatste slachtoffer is gevonden op de beroemde middeleeuwse markt in Telgte. Maar terwijl hoofdinspecteur Sven Haller van de recherche in Münster en criminologisch psycholoog Anna van der Pütten in het duister tasten, zit een rechercheur de krankzinnige moordenaar, die zelf krankzinnig lijkt te zijn, op de hielen: hij noemt zichzelf Branagorn de Elfenkrijger en beweert uit een andere wereld te komen. Maar hij lijkt de enige te zijn die het tegen de moordenaar kan opnemen ...
LanguageNederlands
PublisherAlfredbooks
Release dateAug 6, 2023
ISBN9783745232486
De duivel van Münster: misdaadroman

Read more from Alfred Bekker

Related to De duivel van Münster

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for De duivel van Münster

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De duivel van Münster - Alfred Bekker

    Copyright

    Een CassiopeiaPress-boek: CASSIOPEIAPRESS, UKSAK E-Books, Alfred Bekker, Alfred Bekker presents, Cassiopeia-XXX-press, Alfredbooks, Uksak Special Edition, Cassiopeiapress Extra Edition, Cassiopeiapress/AlfredBooks en BEKKERpublishing zijn imprints van

    Alfred Bekker

    © Roman door Auteur

    © van deze uitgave 2023 door AlfredBekker/CassiopeiaPress, Lengerich/Westfalen

    De verzonnen personen hebben niets te maken met werkelijk levende personen. Overeenkomsten in namen zijn toevallig en niet bedoeld.

    Alle rechten voorbehouden.

    www.AlfredBekker.de

    postmaster@alfredbekker.de

    Volg ons op Twitter:

    https://twitter.com/BekkerAlfred

    Hier vindt u het laatste nieuws:

    https://alfred-bekker-autor.business.site/

    Naar de blog van de uitgever!

    Blijf op de hoogte van nieuwe publicaties en achtergronden!

    https://cassiopeia.press

    Alles over fictie!

    Proloog

    Wie is in staat om te beoordelen wat de droom is, wat de waan en wat de echte wereld - behalve de Heer? En zijn velen van ons niet zoals de bezeten man in het verhaal van de varkens van Gerasa, aan wie Jezus vraagt hoe hij heet, en die antwoordt: Mijn naam is Legioen, want wij zijn met velen. Branagorn van Corvey (ook bekend als Fra Branaguorno d'Elbara), leraar, opvoeder en adviseur van keizer Otto III in de jaren 989-1002.

    Sire, geef dwaze vrijheid!

    Mynona (ook bekend als Salomo Friedlaender; 1871-1946)

    De dode vrouw in Telgte

    De blik door de kijker toont het lichaam van een jonge vrouw. Pas op het tweede gezicht ziet u dat het een vrouw is, omdat haar schedel helemaal kaal is. Ze leunt met haar rug tegen het wiel van een aanhangwagen. Haar blik is gefixeerd en doods, haar ogen wijd, haar gelaatstrekken een masker van pure afschuw. Het dradenkruis is precies op de nek gericht, waar nog steeds bloed uit sijpelt dat vervolgens door de kleding wordt geabsorbeerd.

    Er komt een man aan. Hij draagt het gewaad van een middeleeuwse koopman. Zijn drinkhoorn valt eraf van schrik. Er spuit mede uit. Hij schreeuwt hard en probeert het geluid van de middeleeuwse rockband met zijn irritante lier te overstemmen. Zijn stem klinkt schor. Het duurt niet lang voordat er anderen naderen. Er vormt zich een kleine menigte.

    Noodarts! roept iemand.

    Nee, het is te laat voor hem.

    Veel te laat.

    De gruwel verspreidt zich als een besmettelijke ziekte. Slechts één ziel voelt nu iets wat op tevredenheid lijkt. Nee, eerder tevredenheid. En zelfs dat slechts voor een heel kort, zeldzaam moment dat snel voorbij is. Een paar hartslagen - meer is er niet nodig.

    Uiteindelijk zakt de blik door de scoop, hoewel het nauwelijks mogelijk is om zich uit de ban van de gebeurtenissen te bevrijden.

    Een hand reikt in de brede zakken van de mantel en voelt aan de plukjes haar die erin zitten. Het is dik, dik haar. Het lijkt meer op de manen van een paard dan op het haar van een vrouw. Het voelt zeker goed aan.

    Er komt een gedachte bij me op.

    Nu is het van mij!

    *

    Bedankt dat u zo vriendelijk was om mij mee te nemen, zei Anna van der Pütten. Ze was 31, strafpsychologe, had donkerbruin, schouderlang haar, dat ze met een paar spelden had opgestoken in een kapsel dat er op dit moment nogal gehavend uitzag. Het was allemaal een beetje snel gegaan, en tot overmaat van ramp was haar auto vandaag net in de werkplaats geweest. Maar helaas hielden moordenaars geen rekening met zulke dingen. En seriemoordenaars leken in dit opzicht bijzonder meedogenloos te zijn. Een onderbreking van zes maanden zonder moord en dan feilloos een dag uitkiezen waarop het hen slecht uitkwam. Je zou er bijna kwade opzet achter kunnen vermoeden. Of eerder een projectie van mijn kant, dacht Anna, druk bezig met het sorteren van de inhoud van haar handtas. Niet dat het nodig was om de tas op te ruimen. Het was eerder een soort ritueel voor haar dat diende om zich te concentreren. Geordende tas, geordende geest. Een trucje om alles wat een paar minuten geleden nog belangrijk had geleken en nu niets anders dan mentale ballast was, zo snel mogelijk kwijt te raken om zichzelf te verzamelen voor de volgende vraag, op korte termijn te kunnen omwisselen en vergeten. Dit was een terugkerend probleem in het beroep van Anna van der Pütten. In een gesprek met een patiënt was men erg betrokken geraakt bij hun respectievelijke probleem, was men diep ingegaan op de traumatiserende ervaringen van een persoon die was mishandeld, en moest men zich vervolgens in een flits aanpassen aan een potentiële zelfmoordenaar die moedwillig als een verkeerde weggebruiker op de A1 had gereden, om daarbij zijn dood te vinden, en bij wie het noodzakelijk was om vast te stellen in hoeverre het gevaar voor zichzelf of anderen nog bestond.

    Aan het stuur van de Volvo zat hoofdinspecteur Sven Haller van de recherche in Münster. Het was ruim een kwartier geleden dat de telefoon in zijn kantoor op het hoofdbureau van politie aan de Friesenring was overgegaan en hij het nieuws had ontvangen dat er een nieuw slachtoffer van de 'barbier' was.

    Het was een half jaar stil geweest. En nu had de mysterieuze seriemoordenaar, die al eerder vier vrouwen had vermoord, weer toegeslagen. De roddelpers was hem Barber gaan noemen omdat hij de gewoonte had om het haar van zijn slachtoffers post-mortem af te scheren, waarvan op de plaats delict bijna niets meer over was.

    Vrouwenhaar leek zoiets als een trofee voor de moordenaar. Voor de rest leek geen enkele misdaad op een andere en tastten de onderzoekende autoriteiten nog volledig in het duister.

    Het was zeven jaar geleden sinds de eerste zaak. In het begin was de LKA erbij betrokken geraakt en was er een grote speciale commissie gevormd, die een tijdje bijna de hele personeelscapaciteit van de recherche in Münster had opgeslokt. Maar de belangstelling van de media en het publiek was vluchtig - en nadat de onderzoeken op een gegeven moment min of meer waren vastgelopen, eindigde de zaak uiteindelijk bij de onopgeloste misdaden. Dat waren er niet veel. Bij de moorden die überhaupt als zodanig bekend werden, kon men tenminste een bijna volledig ophelderingspercentage verwachten.

    De kapper was slechts één van de weinige uitzonderingen. Hij had in de jaren daarna keer op keer toegeslagen. De slachtoffers waren altijd jonge vrouwen en hij beveiligde hun haar altijd als trofee - of welke afwijkende rechtvaardiging uiteindelijk ook werd gebruikt voor zijn daden. De collega's van de LKA hadden een zogenaamde profilering uitgevoerd en probeerden de misdaden toe te schrijven aan een bepaald type dader op basis van een nauwkeurige analyse van de plaats delict, die misschien kon worden ingeperkt.

    Maar op de een of andere manier leek de kapper zich aan al deze categoriseringen te onttrekken. Geen twee misdaden waren hetzelfde, de methode was elke keer anders, en ondertussen had Sven Haller de expertises van zijn collega's al in de prullenbak gegooid. In dit geval klopte er niets van. Elk spoor leek alleen maar verder af te dwalen.

    En toch dachten noch Sven Haller noch Anna van der Pütten eraan om op te geven.

    Anna van der Pütten was pas zes maanden geleden voor de laatste zaak ingeschakeld. Ze had zich vertrouwd gemaakt met de materie, en aanvankelijk had Haller gehoopt dat haar steun hem in staat zou stellen om de draad van het onderzoek weer op te pakken.

    Maar deze hoop was helaas niet uitgekomen. In de afgelopen zeven jaar was er geen dag voorbij gegaan dat Sven Haller niet aan deze zaak had gedacht, althans voor korte momenten. De gedachte dat een moordenaar niet alleen nog steeds op vrije voeten was, maar waarschijnlijk op zoek zou gaan naar meer slachtoffers en op een gegeven moment opnieuw zou toeslaan, had Haller niet losgelaten.

    Dat was nu precies wat er gebeurd was.

    Is het echt zeker dat het de kapper was? vroeg Anna van der Pütten in de drukkende stilte. Haller was zojuist de Westbeverner Straße opgereden. Vanaf nu hoefden ze alleen nog maar de borden 'Telgte' te volgen om daadwerkelijk in Telgte te komen. Ze passeerden net een poster die wees op de beroemde middeleeuwse markt die twee keer per jaar werd gehouden in het stadje net buiten Münster.

    De dader had blijkbaar juist deze gebeurtenis uitgekozen voor zijn comeback als seriemoordenaar.

    Volgens wat de collega's hebben doorgegeven, zijn alle kenmerken van toepassing. Zelfs degene die niet in de pers stonden. Het moet wel dezelfde gek zijn.

    Ik weet dat dit geen troost is, Mr. Haller, maar misschien brengt deze moord ons wat dichter bij hem!

    Nee, dat is inderdaad geen troost, mompelde Haller somber.

    Probeer hier niet persoonlijk bij betrokken te raken, zei Anna van der Pütten. Beschouw het feit dat deze moordenaar opnieuw heeft toegeslagen en nog steeds geen handboeien draagt niet als een persoonlijke nederlaag.

    Het spijt me, maar het is zo, antwoordde Haller enigszins verontwaardigd. Ik kan daar niet zomaar mijn werk doen. Dat kan gewoon niet.

    Misschien is dat wel het beste.

    Wat?

    Als u gewoon uw werk doet. En niet meer.

    Ik zou u dankbaar zijn als u deze onbekende gek zou willen analyseren - en niet mij, mevrouw van der Pütten! Hallers woorden klonken een beetje boos. De grootste fouten werden meestal aan het begin van een onderzoek gemaakt, wist Anna. Vroege vaststellingen als gevolg van te veel persoonlijke sympathie, individuele vooroordelen of te veel empathie met het slachtoffer. Maar Anna zweeg nu. Ze wist maar al te goed dat het er niet om ging iemand de waarheid te vertellen. Het hing er veeleer vanaf of deze waarheid op het juiste moment verteld moest worden - en dat was altijd een moment waarop ze ook geaccepteerd kon worden. Al het andere was gewoon zinloos.

    Hij is net een cicade, zei Haller plotseling.

    Wie?

    Nou, de moordenaar. Wie nog meer?

    Om eerlijk te zijn heb ik geen idee hoe deze vergelijking bedoeld is. Ik was nooit erg goed in biologie.

    Haller glimlachte wanhopig. Krekels komen maar eens in de 17 jaar uit. In de tussentijd lijken ze verdwenen, maar na 17 jaar verschijnen ze in zulke massa's dat hun roofdieren volledig overweldigd worden door de grote zwermen. Ziet u het niet? Een tijdje in de vergetelheid verdwijnen is een strategie om iemands jagers te ontlopen, om hen te laten geloven dat iemand niet meer bestaat. En als de persoon dan plotseling weer verschijnt, verwacht niemand hem!

    Een goede vergelijking. Maar ik ben bang dat onze moordenaar geen 17 jaar nodig heeft om weer op te duiken. Als het echt dezelfde dader is geweest voor alle moorden in deze serie, dan moet zijn irritatiedrempel inmiddels behoorlijk verlaagd zijn. Hij zal steeds sneller die speciale kick nodig hebben die zijn daden hem geven.

    *

    Verschillende weilanden waren tijdens de middeleeuwse markt in Telgte omgebouwd tot parkeerplaatsen. Maar Haller dacht er niet eens aan om het laatste stuk naar de zogenaamde Planwiese te lopen, waar alles draaide om middeleeuwse legerkampen en een uitgebreide markt. Hij reed helemaal tot aan de eigenlijke markt. Stewards die hem probeerden tegen te houden, kregen zijn badge te zien.

    Uiteindelijk was het echter niet meer mogelijk, zelfs niet met de hulp van deze pas. Haller zette de auto bij een paar andere dienstvoertuigen die eerder waren aangekomen. Anna van der Pütten stapte even voor hem uit.

    Ze liet haar ogen over de middeleeuwse markt dwalen. Veel van de exposanten en talrijke gasten waren gekleed in middeleeuws gewaad. Ze droegen doublets, mantels, puntige leren laarzen die bij de teen de vorm van een omgekeerde snavel hadden. De vrouwen droegen geregen jurken en op elke hoek lagen zwaarden, drinkhoorns en andere dingen die echt of zogenaamd middeleeuws waren. Soms werd dit vermengd met accessoires uit de gothic- en fantasiewereld, en zo was er tussen alle rechtopstaande krijgers, schone kasteelmeisjes of kleurrijke jongleurs die wisten hoe ze mensen met hun trucjes moesten vermaken, af en toe een ondode vampier of een min of meer goed opgemaakte orc. Anna was al een keer naar de middeleeuwse markt in Telgte geweest - maar in de tijd voor Kerstmis, toen daar een heel andere, maar niet minder charmante sfeer heerste en de nobele ridders en schone maagden de kou bestreden met veel mede. In hun historische gewaden waren ze tenminste zo natuurgetrouw dat ze hun kleren bijvoorbeeld met paardenhaar opvulden. Het was nu zomer, en omdat het de afgelopen weken niet geregend had, zakte je op de weide tenminste niet tot je enkels weg in de modder.

    Het viel op dat veel mensen bij elkaar stonden en praatten, terwijl een middeleeuwse rockband op het podium tevergeefs probeerde hun publiek op te winden. Maar dat was absoluut niet de schuld van de muzikanten. Net zo min als het de schuld van de handelaren was dat er op dit moment bijna niemand geïnteresseerd was in dolken, zwaarden, kleding of CD's met waarheidsgetrouwe Minnesang in historisch correct Middelhoogduits. Blijkbaar had het gerucht zich verspreid dat er iets vreselijks was gebeurd. Het relatief grote aantal geüniformeerde politieagenten was daar een aanwijzing voor. Bovendien was een deel van de markt vrijwel afgezet. Markeringen met vlaggetjes gaven aan welke gebieden niet meer betreden mochten worden.

    Daar zijn jullie dan eindelijk, begroette een van de geüniformeerde mannen de twee nieuwkomers. Hij was midden vijftig, had een grijze baard en zag er een beetje bezadigd uit. Anna had het gevoel dat ze dit gezicht ooit eerder had gezien, maar dat kon ook bedrog zijn. Ze ging vaak om met politieagenten en er waren er veel in die jaren en met vergelijkbare grijze baarden.

    Haller fronste zijn wenkbrauwen.

    Wie bent u? vroeg hij.

    Hoofdinspecteur Ternieden. Ik heb hier de leiding over de operatie.

    Ik begrijp het.

    Maar als tegenprestatie weet ik wie u bent - namelijk van de collega in de flodderige corduroy jas.

    Is commissaris Raaben er al?

    Ja. Al een tijdje.

    En waar is de dode vrouw nu?

    Achter dat hokje verderop. Volg mij maar. Voordat ze vertrokken, wendde Ternieden zich tot Anna van der Pütten. U bent waarschijnlijk de forensisch patholoog?

    Nee, criminele psycholoog. Mijn naam is Anna van der Pütten.

    Oh sorry.

    Wat?

    Niemand heeft me verteld dat er iemand zoals jij zou komen. Ik zeg altijd dat als iemand al dood is, het eigenlijk te laat is om een psycholoog in te schakelen. Anna wist niet zeker of dat gekscherend bedoeld was. Ternieden leek zelf een beetje onduidelijk te zijn. Hij keek in ieder geval een beetje beteuterd en onzeker. Het beste is dat jullie twee gewoon gaan kijken wat er aan de hand is, zei hij uiteindelijk. Nou, ik loop al heel lang mee en ik heb al veel dingen gezien. Van ongelukken op de A1 tot wat dan ook - maar dit zal me zeker een paar nachten van mijn slaap beroven! was hij overtuigd.

    *

    De dode vrouw leunde tegen het wiel van een aanhangwagen. Anna schrok onwillekeurig. Het was niet de plaats delict die haar bang maakte, en als Haller gelijk had in zijn veronderstelling, was het niet eens de eerste waar deze dader verantwoordelijk voor was. En toch kon Anna niet voorkomen dat er een koude rilling over haar rug liep. Er waren dingen waar je gewoon niet aan kon wennen, ondanks alle professionele afstand. En misschien was dat maar goed ook. Je kon je gewoon niet zo laten meeslepen door de gruwelijke omstandigheden van een misdaad dat je je werk niet meer kon doen. Zoals zo vaak was de dosis cruciaal. Een beetje empathie was goed, te veel empathie was vergif als het erom ging dichter bij de waarheid te komen.

    Op de achtergrond hoorde Anna, als van ver weg, een van de politieagenten over de radio vragen waarom de forensische opsporing nog niet gearriveerd was en dat de dode vrouw alsjeblieft nu langzaam opgehaald kon worden. Het was waarschijnlijk te wijten aan een van de regelmatige files waardoor je bijna zeker vast kwam te zitten als je Münster op bepaalde tijden probeerde te verlaten of als je de stad van buitenaf in wilde. Het was allemaal een kwestie van timing. En als Anna goed interpreteerde wat ze van het radioverkeer hoorde, hadden haar collega's waarschijnlijk de verkeerde tijd en de verkeerde route gekozen.

    Anna liep naar de dode vrouw toe, die een vreselijke wond in haar nek had gekregen. Een snee alsof ze met een zeis of een lang mes gemaakt was. Haar dode ogen staarden in het niets. De dode vrouw droeg een donkere broek, een witte blouse en een donkere blazer. De kleren zaten vol bloed.

    De schedel was zeer zorgvuldig geschoren.

    Net als de andere slachtoffers van de kapper!, ging het door Anna's hoofd. Het laatste slachtoffer - nummer vier in de serie van de kapper - had Anna alleen in het mortuarium gezien. Wat betreft de vrouwen die de onbekende seriemoordenaar eerder had vermoord, was ze afhankelijk geweest van het fotomateriaal dat was gemaakt op de respectieve plaats waar het lichaam was gevonden. Maar dit materiaal bestond in totaal uit enkele duizenden foto's, die elk detail op de geheugenchip vastlegden dat op dat moment belangrijk werd geacht. Het probleem was natuurlijk altijd dat men meestal pas later kon zeggen wat echt relevant was en wat niet. In ieder geval had Anna dagenlang naar deze foto's gekeken, in de hoop een detail te vinden dat haar iets meer over de dader zou kunnen vertellen. Per slot van rekening gaf elke persoon op elk moment een staaltje van zijn persoonlijkheid door middel van zijn gedrag. Een voorbeeld dat altijd tot op zekere hoogte representatief was voor het geheel en waaruit men conclusies kon trekken over de persoonlijkheid - zolang men maar wist hoe men dit voorbeeld correct moest interpreteren.

    En het gedrag van een dader op de plaats delict was - daar waren alle experts het over eens - het meest betekenisvolle gedragsmonster dat denkbaar is. Niets daarvan was gewoon willekeurig of het resultaat van omstandigheden.

    Weten we de naam van de dode? vroeg Haller aan zijn collega Kevin Raaben. Raaben was misschien begin dertig en dus ruim tien jaar jonger dan Haller. Hij droeg een leren jack en een haveloze spijkerbroek. Er zat ook een tatoeage in zijn nek. Een soort kronkelteken dat Anna, die Raaben maar een beetje kende, niet wist te interpreteren. Het zag er Chinees uit. Anna vermoedde dat Raaben deze tatoeage op de een of andere manier wilde gebruiken om iets te doen aan het saaie, oncoole ambtenarenimago dat bij zijn baan hoorde.

    Jennifer Heinze, verklaarde Raaben. Ze had een identiteitskaart bij zich. Woont in Ladbergen. Ze had ook een autosleutel bij zich.

    Dat betekent dat we nu alle auto's op de parkeerplaats moeten controleren om te zien of de sleutel past! zuchtte Willi Ternieden. Maar misschien kunnen we het makkelijker hebben.

    Ik sta altijd open voor suggesties, zei Haller.

    Ik stel voor dat u haar gewoon thuis belt. Ze zal wel familie hebben. Lerchenweg in Ladbergen - daar zijn alleen eengezinswoningen. Ze is nog te jong om er zelf een te bezitten. Ze is tenslotte pas 26, dus ik neem aan dat het slachtoffer nog bij haar ouders woonde.

    En dan wilt u hen aan de telefoon vertellen dat de nek van uw dochter is doorgesneden en dan vragen naar het merk auto waarin haar dochter rijdt? vroeg Anna tussen hen in. Klinkt niet als veel tact, meneer Ternieden.

    De hoofddetective haalde zijn schouders op. Ze komen er wel een keer achter. En je moet bedenken hoe we hier de eindjes aan elkaar knopen, denk ik ...

    Ik denk dat de auto nu niet het belangrijkste is, zei Haller. "Eerst en vooral moeten we de persoonlijke gegevens van de getuigen veiligstellen. Anders zijn ze weg en moeten we de media afgaan om ze weer bij elkaar te krijgen, wat uit ervaring nooit echt werkt!

    *

    Op dat moment was er tumult te horen. Anna zag een man in een grijze wambuis van vloeiende stof, die met beide handen een zwaard vasthield. Hij droeg een nauwsluitende broek en hoge leren laarzen. Terwijl hij met het zwaard naar voren stormde, slaakte hij een doordringende strijdkreet. De kap die tot dan toe zijn hoofd bedekt had, gleed naar achteren en onthulde witblond haar tot op schouderlengte. Zijn gezicht zag er fijngesneden en erg bleek uit. Het tweesnijdende lemmet dwarrelde met moorddadige snelheid en precisie door de lucht. Men geloofde nauwelijks dat de man, die lang maar toch tenger en delicaat was, de nodige kracht had om dit te doen. Het lemmet streek maar een haartje over het snavelmaskerdragende hoofd van een pestdokter. Een gedempt geluid kwam van onder het masker. De dokter wankelde naar achteren, terwijl de bleke, langharige krijger een nieuwe slag wilde toedienen.

    Twee politieagenten in uniform kwamen dichterbij.

    Hou op! riep hoofdinspecteur Willi Ternieden, die ook onderweg was. De pestarts baande zich een weg tussen de mensen die zich hadden verzameld rond de plek waar het lichaam was gevonden. Ondertussen liep de zwaardslag van de krijger op niets uit. Hij verloor zijn evenwicht, struikelde bijna. Toen grepen verschillende officieren hem vast. Een van hen nam het zwaard van hem af.

    Hou hem vast! Stop de droomman! Grijp de boodschapper van de dood of je zult er spijt van krijgen! schreeuwde de uitgemergelde krijger uit volle borst. Hij doelde duidelijk op de figuur met het masker met de snavels, die even later in de menigte was verdwenen.

    De krijger liet zich maar met moeite door de ambtenaren vasthouden. Hij mobiliseerde zijn uiterste kracht om los te komen en leek als een bezetene vervuld te zijn van het verlangen om de boodschapper van de Zwarte Dood te volgen.

    Wat is dit voor gekkenhuis? mompelde Haller.

    Raaben daarentegen bevroor en Willi Ternieden riep: Handboeien! Waar wachten jullie op?

    Anna van der Pütten liep ondertussen met vastberaden passen naar de langharige krijger toe.

    Wacht, blijf hier! eiste Haller.

    Ik ken de man!, verklaarde Anna kortaf.

    En wie is die gek? vroeg Haller.

    Zijn echte naam is Frank Schmitt, maar hij denkt dat hij Branagorn de Elfenkrijger is!

    Nou, godzijdank is het niet Jack the Ripper!

    Dat is niet grappig, meneer Haller!

    Is hij bij u onder behandeling?

    Ja.

    Haller volgde Anna en probeerde haar in te halen.

    Laat me erdoor! riep ze toen, met een vastberadenheid die op het eerste gezicht nauwelijks geloofwaardig was, tegen een politieagente die haar probeerde tegen te houden om dichter bij de krijger te komen, die zich nog steeds uit de greep van de vrouw in uniform probeerde te wringen, schreeuwend als een bezetene. Hij schreeuwde nu onbegrijpelijke woorden in een vreemde taal - maar misschien alleen maar betekenisloze lettergrepen aaneengeregen. Dat was niemand van de aanwezigen helemaal duidelijk.

    Branagorn, hou daarmee op! riep Anna. Hoe durf je iemand met je zwaard te slaan!

    De man keek verstijfd toen hij Anna zag. Het volgende moment gaf hij zijn verzet op tegen de agenten die hem vasthielden.

    Een van de agenten haalde de handboeien tevoorschijn.

    Dat zal niet nodig zijn!, verzekerde Anna.

    Het zag er net even anders uit! zei de agent.

    Ik ken de man! En u kunt me geloven dat ik de situatie onder controle heb. Laat hem gaan. Hij zal niemand kwaad doen! Ze wendde zich tot Willi Ternieden. Alstublieft! Als u wilt dat escalatie vermeden wordt, dan moet u naar mij luisteren! Meneer Schmitt is mijn patiënt! Waarom hij uitgerekend hier en nu zijn impulsen niet onder controle kon houden, weet ik niet, maar er zal een reden voor zijn. Hij is niet gevaarlijk.

    Ternieden knikte uiteindelijk. Doe geen domme dingen, spoorde hij aan.

    Branagorn alias Frank Schmitt werd losgelaten en leek een beetje gekalmeerd te zijn. Ik weet wie de vrouw vermoord heeft! Ik ken de boodschapper van de dood!

    Eén tegelijk, Mr., uh ... Schmitt, zei Ternieden toen wat ongemakkelijk.

    Het is de droom-henchman! En je laat hem ongestoord weglopen. De elvenkrijger strekte zijn hand met zijn schriele en erg lange vingers uit in de richting waar de pestdokter met het snavelmasker was verdwenen. De voetstappen van de boodschapper van de dood zijn nog steeds duidelijk te horen en jullie volgen hem niet, hoewel het jullie plicht zou zijn om het kwaad te bestrijden!

    Rustig maar! eiste Anna. Je kent me toch? We kunnen over alles praten en zullen zeker een oplossing voor je probleem vinden.

    Hij keek haar aan. Hoe kon ik je gezicht vergeten, lieve Cherenwen! zei de elvenkrijger nu op een veel zachtere toon. Maar je vergist je, niet ik heb een probleem, maar jullie allemaal! Want de droom-verwoester is onder jullie. De dood-in-vorm! De pure wil tot kwaad en verdorvenheid! En hij neemt bezit van jullie! Hij kruipt in jullie zielen tot hij één is met één van jullie en maakt van hem een instrument van corruptie, want dat is zijn aard! Ik ken hem! Ik ken deze brenger van dood en verderver van zielen!

    Het belangrijkste is dat je nu kalmeert, Branagorn! zei Anna. Ze had hem een paar maanden geleden moeten onderzoeken om vast te stellen of hij een gevaar voor anderen of voor zichzelf was. Na een tijdelijk verblijf in de Westfaalse regionale kliniek in Lengerich was zijn toestand verbeterd. Verbeterd in de zin dat hij zijn dagelijks leven als Hartz IV-ontvanger in een project voor begeleid wonen in Münster-Kinderhaus weer aankon. Ze had hem voor het eerst ontmoet toen hij op het dak van de hoogbouw Signal-Iduna aan de Servatii-Platz bij het centraal station stond

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1