Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Inspecteur Tegeler en de zelfingenomenen: Misdaadroman
Inspecteur Tegeler en de zelfingenomenen: Misdaadroman
Inspecteur Tegeler en de zelfingenomenen: Misdaadroman
Ebook139 pages1 hour

Inspecteur Tegeler en de zelfingenomenen: Misdaadroman

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

door Alfred Bekker


De omvang van dit boek komt overeen met 140 paperback pagina's.


Rechercheurs Ortwin Tegeler en Ludwig Härtl werken voor de speciale eenheid van de federale politie in München. Maar dan worden ze beiden naar Berlijn gestuurd voor een opdracht. Terwijl Ludwig Härtl daar officieel verschijnt als rechercheur, krijgt Tegeler een nieuwe identiteit zodat hij undercover kan werken. De moord op twee rechercheurs moet worden opgelost, die op het spoor waren van een groep genaamd 'Justice Warriors'. Aangezien het vermoeden bestaat dat er ook BKA-detectives bij betrokken zijn, is uiterste voorzichtigheid geboden...




Alfred Bekker is een bekend auteur van fantasy-romans, thrillers en jeugdboeken. Naast zijn grote boeksuccessen heeft hij talrijke romans geschreven voor suspense series zoals Ren Dhark, Jerry Cotton, Cotton reloaded, Kommissar X, John Sinclair en Jessica Bannister. Hij heeft ook gepubliceerd onder de namen Neal Chadwick, Henry Rohmer, Conny Walden, Sidney Gardner, Jack Raymond, Jonas Herlin, Adrian Leschek, John Devlin, Brian Carisi, Robert Gruber en Janet Farell.
LanguageNederlands
PublisherAlfredbooks
Release dateDec 25, 2022
ISBN9783745226430
Inspecteur Tegeler en de zelfingenomenen: Misdaadroman

Read more from Alfred Bekker

Related to Inspecteur Tegeler en de zelfingenomenen

Related ebooks

Related categories

Reviews for Inspecteur Tegeler en de zelfingenomenen

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Inspecteur Tegeler en de zelfingenomenen - Alfred Bekker

    Inspecteur Tegeler en de zelfingenomenen: Misdaadroman

    door Alfred Bekker

    De omvang van dit boek komt overeen met 140 paperback pagina's.

    Rechercheurs Ortwin Tegeler en Ludwig Härtl werken voor de speciale eenheid van de federale politie in München. Maar dan worden ze beiden naar Berlijn gestuurd voor een opdracht. Terwijl Ludwig Härtl daar officieel verschijnt als rechercheur, krijgt Tegeler een nieuwe identiteit zodat hij undercover kan werken. De moord op twee rechercheurs moet worden opgelost, die op het spoor waren van een groep genaamd 'Justice Warriors'. Aangezien het vermoeden bestaat dat er ook BKA-detectives bij betrokken zijn, is uiterste voorzichtigheid geboden...

    Alfred Bekker is een bekend auteur van fantasy-romans, thrillers en jeugdboeken. Naast zijn grote boeksuccessen heeft hij talrijke romans geschreven voor suspense series zoals Ren Dhark, Jerry Cotton, Cotton reloaded, Kommissar X, John Sinclair en Jessica Bannister. Hij heeft ook gepubliceerd onder de namen Neal Chadwick, Henry Rohmer, Conny Walden, Sidney Gardner, Jack Raymond, Jonas Herlin, Adrian Leschek, John Devlin, Brian Carisi, Robert Gruber en Janet Farell.

    Copyright

    Een boek van CassiopeiaPress CASSIOPEIAPRESS, UKSAK E-Books, Alfred Bekker, Alfred Bekker presents, Casssiopeia-XXX-press, Alfredbooks, Uksak Special Edition, Cassiopeiapress Extra Edition, Cassiopeiapress/AlfredBooks en BEKKERpublishing zijn imprints van.

    Alfred Bekker

    © roman van auteur Alfred Bekker

    © van deze uitgave 2022 door AlfredBekker/CassiopeiaPress, Lengerich/Westfalen

    De verzonnen personen hebben niets te maken met werkelijk levende personen. Overeenkomsten in namen zijn toevallig en niet bedoeld.

    Alle rechten voorbehouden.

    www.AlfredBekker.de

    postmaster@alfredbekker.de

    Volg op Twitter

    https://twitter.com/BekkerAlfred

    Ga hier naar de blog van de uitgever

    https://cassiopeia.press

    Alles over fictie!

    Blijf op de hoogte van nieuwe publicaties en achtergronden!

    1

    Industriële woestenij.

    Zo zou je het kunnen noemen.

    Een moderne woestijn.

    Elmer Weber parkeerde de auto op het afgelegen industrieterrein aan de rand van Berlijn. Er was hier al lang niets meer geproduceerd. Alles dood en vergeten. De fabriekshallen stonden leeg, een paar machines die niet verkocht konden worden toen het bedrijf failliet ging, stonden weg te roesten.

    Hier was de opleving voorbij en was de recessie de permanente toestand.

    Het was moeilijk voor te stellen dat het hier ooit anders was geweest.

    Dat deze plek een oase van productiviteit en drukte was geweest.

    Het bruto nationaal product is nu elders verhoogd.

    Niet meer hier.

    En waarschijnlijk nooit meer...

    Ratten en zwerfkatten kunnen hier nog steeds rondzwerven. En mensen die een plek zochten voor een ongestoorde vergadering en door niemand in de gaten wilden worden gehouden.

    Elmer Weber deed de kraag van zijn jas omhoog. Zijn hand gleed in het zijvak. Daar sloot het zich om het handvat van een automaat.

    Een ijzige wind blies vanuit het nabijgelegen meer.

    Weber bereikte de zij-ingang van het eerste fabrieksgebouw. Het slot was verwijderd. Men kon gewoon naar binnen lopen.

    Veiligheid nul.

    Schroot hoefde niet bewaakt te worden, zou men denken.

    Hallo, ben je daar? vroeg Weber.

    Geen antwoord.

    Hallo?

    Weber bevroor.

    De man die hij had willen ontmoeten lag op de grond in een vreemd verwrongen houding. Een kogelgat ter grootte van een duim in zijn voorhoofd.

    Hij was zeker dood.

    2

    Weber trok zijn pistool en keek om zich heen. Maar er was nergens iemand te bekennen. Geen enkel geluid verried dat de moordenaar nog in de buurt was.

    Weber knielde neer naast het lijk.

    Hij keek goed.

    Het bloed dat uit de kogelwond was gelekt, was allang gestold. Er had zich een donkere vlek gevormd. Een plas bloed was in het beton gedrongen.

    Toen hoorde hij voetstappen.

    Weber keek op.

    Hij haalde diep adem.

    Een figuur kwam tevoorschijn vanachter een van de roestende machineblokken.

    Als een schaduw.

    Griezelig.

    De jas reikte tot aan de knieën. De kraag was opgedraaid. In zijn rechterhand hield hij een automaat met een opgeschroefde geluiddemper. De snuit op Weber gericht op hoofdhoogte.

    Jij? vroeg Weber. Hij keek ontzet en compleet verrast.

    Hoe dan ook, je kunt niet zeggen dat je niet gewaarschuwd was, zei de man in de jas.

    Luister...

    Nee.

    I...

    Weber wist dat hij te lang had geaarzeld. Het ene moment van schok waarin hij zich had gerealiseerd wie hij voor zich had, ontbrak nu. Hij probeerde het toch, want het was hem duidelijk dat hij geen andere kans had.

    Het is nu of nooit.

    Er was geen andere kans.

    Weber hief zijn dienstwapen en vuurde.

    Hij was snel als een flits.

    Een luide knal.

    Maar de man in de jas was sneller.

    En stil.

    Zijn schot werd nauwelijks gehoord. Het geluid klonk als een hevige niesbui of een klap met een opgerolde krant.

    Het geluid van een geluiddemper.

    Weber's lichaam trilde.

    Hij kromde zich onnatuurlijk.

    Het eerste schot had hem in de torso geraakt, ongeveer ter hoogte van het hart. De kracht van de groot kaliber kogel rukte hem terug. Weber droeg een beschermend vest onder zijn kleding. Zijn eigen schot werd gescheurd en ging ergens in een van de roestige machines.

    Het volgende schot trof Weber midden op het voorhoofd en deed hem wankelen.

    Hij zwaaide maar viel niet.

    Nog niet.

    Een derde en vierde schot volgden - ook treffers in het hoofd.

    Een man die al dood was stond nog even op twee benen.

    Maar hij kon het niet langer volhouden.

    De levenskracht was uit hem verdwenen.

    En de zwaartekracht eiste nu zijn tol.

    Weber ging neer als een gevelde boom en bleef op de betonnen vloer liggen in een vreemd verwrongen houding. Het zou onmogelijk zijn geweest om zijn gezicht nu te herkennen.

    De man in de jas schroefde de geluiddemper los en stopte hem in zijn jaszak. Hij legde het pistool zelf naast de dode man.

    Klaar, mompelde hij.

    Een stem zo ijskoud als de dood en zo snijdend als een tapijtmes.

    De moordenaar droeg latex handschoenen. Noch schotresten noch andere sporen werden op zijn handen gevonden.

    Hij draaide de dode man half om en begon hem systematisch te doorzoeken. Hij leek geen haast te hebben. Het was meer dan onwaarschijnlijk dat iemand hier het schot van de dode man had gehoord. En als ze dat deden, zou niemand verbaasd zijn, dacht de man in de jas. Zo ver is het gekomen met onze stad...

    Iemand moet de orde handhaven, dacht de man in de jas.

    En wat als niemand anders dat doet?

    Dan moet je het in eigen hand nemen.

    Wat nog meer?

    3

    Ik heb Ludwig die ochtend opgehaald (zoals ik wel vaker doe). Het was hondenweer. Fijne motregen had München veranderd in een wasserette en als je het weerbericht mocht geloven, was er geen vooruitzicht op veel verandering binnen de komende week.

    Het weer van een hond.

    Zelfs een paraplu helpt niet! zei mijn collega nadat hij zich bij mij in de bedrijfsauto - of beter gezegd, in een zilverblauwe Mercedes Benz - had gevoegd. Ik reed weg.

    Zou fijn zijn als je nu niet met je natte haar zou schudden, zei ik.

    Heel grappig! Ik heb zelden zo gelachen, Ortwin!

    In alle ernst, ik hoop echt dat meneer Brackmeier werk voor ons heeft dat niet in München gedaan kan worden!

    Hoe zit het met Sylt?

    Sylt?

    Ja.

    "Je maakt een grapje.

    Het maakt tenslotte ook deel uit van het landelijke operatiegebied van onze Special Branch, en het zou momenteel warm en zonnig zijn.

    Met het geluk dat we nu hebben, stuurt meneer Brackmeier ons naar Rügen of Rostock - en daar regent het veel meer dan hier op dit moment.

    Zou kunnen.

    Of naar het Ruhrgebied.

    Nou...

    We worstelden ons door het ochtendverkeer in München en bereikten uiteindelijk het hoofdkantoor waar Ludwig en ik sinds onze promotie onze kantoren hadden. Onze weg leidde echter eerst naar het kantoor van onze baas, Kriminalhauptkommissar Brackmeier.

    Ik keek even op het horloge om mijn pols. We waren zelfs een beetje vroeg.

    Ga toch naar binnen, begroette Dorothea Schneidermann, de secretaresse van onze baas, ons.

    Toen we het kantoor van Detective Chief Inspector Brackmeier binnenkwamen, was hij druk in gesprek aan de telefoon. Met een gebaar gaf hij aan dat we moesten gaan zitten.

    Waarover het telefoongesprek, dat hoofdinspecteur Brackmeier toen voerde, precies ging, kon ik uit de fragmenten niet opmaken. Hoofdinspecteur Brackmeier's aandeel in het gesprek was daar blijkbaar te klein voor.

    Toen er eindelijk iemand anders de kamer binnenkwam,

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1