Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De Schrijver: De Avonturen Van Azakis En Petri
De Schrijver: De Avonturen Van Azakis En Petri
De Schrijver: De Avonturen Van Azakis En Petri
Ebook304 pages4 hours

De Schrijver: De Avonturen Van Azakis En Petri

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

BOEK 3/3 En wat als wij ook niets anders waren dan de personages in een fantastische roman getiteld ”De Mens”? In dit derde deel van de serie ”De avonturen van Azakis en Petri” worden onze twee sympathieke inwoners van Nibiru geconfronteerd met een verschrikkelijke bedreiging vanuit de verre ruimte. Deze keer is hun kracht en ongelooflijke technologie misschien niet genoeg. Wat als er hulp uit een totaal onverwachte hoek zou komen? Wendingen, onthullingen en herinterpretaties van gebeurtenissen en historische incidenten laten de lezer met ingehouden adem wachten tot de allerlaatste regel van deze roman.
LanguageNederlands
PublisherTektime
Release dateFeb 22, 2023
ISBN9788835449256
De Schrijver: De Avonturen Van Azakis En Petri

Related to De Schrijver

Related ebooks

Related articles

Reviews for De Schrijver

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De Schrijver - Danilo Clementoni

    Inleiding

    De twaalfde planeet, Nibiru (de planeet van transitie) zoals de Soemeriërs hem noemden, of Marduk (de koning van de hemelen) zoals hij door de Babyloniërs werd genoemd, is in feite een hemellichaam dat in een baan van 3.600 jaar om onze zon draait. Zijn baan is behoorlijk elliptisch, retrograde (draait rond de zon in de tegenovergestelde richting van de andere planeten) en is duidelijk gekanteld ten opzichte van het vlak van ons zonnestelsel.

    Elke cyclische benadering heeft in ons zonnestelsel bijna altijd enorme interplanetaire omwentelingen veroorzaakt, zowel in de banen als in de structuur van de planeten waaruit het zonnestelsel bestaat. Tijdens een van zijn tumultueuzere transities werd Tiamat, de majestueuze planeet tussen Mars en Jupiter met een massa van ongeveer negen keer die van de huidige aarde, rijk aan water en gezegend met elf satellieten, in een catastrofale botsing vernietigd. Een van de zeven manen in een baan rond Nibiru botste tegen de gigantische Tiamat, waardoor de planeet in tweeën splitste en de twee delen in tegengestelde banen werden gekatapulteerd. In de volgende transitie (de ‘tweede dag’ in Genesis) voltooiden de resterende satellieten van Nibiru dit proces, waarbij een van de twee delen gevormd bij de eerste botsing, volledig werd vernietigd. Het puin dat door meerdere inslagen werd gegenereerd, creëerde wat we nu als de ‘asteroïdengordel’ kennen, of de ‘gehamerde armband’ zoals de Soemeriërs de gordel noemden. Het puin werd door de naburige planeten gedeeltelijk opgeslokt. Vooral Jupiter ving het meeste puin op, waardoor haar massa merkbaar toenam.

    De satellietartefacten van deze ramp, inclusief die welke de botsing met Tiamat overleefden, werden meestal ‘afgeschoten’ naar buitenste banen en vormden wat wij nu als ‘kometen’ kennen. Het deel dat de tweede transitie overleefde, bevindt zich vandaag in een stabiele baan tussen Mars en Venus. Het nam de laatste overgebleven satelliet mee en vormde wat wij nu de Aarde noemen, samen met haar onafscheidelijke metgezel, de Maan.

    Het litteken van die kosmische inslag, die ongeveer 4 miljard jaar geleden plaatsvond, is vandaag nog gedeeltelijk zichtbaar. Het beschadigde deel van de planeet is nu volledig bedekt met water en noemen we vandaag de Stille Oceaan. Deze beslaat ongeveer een derde van het aardoppervlak en strekt zich uit over 179 miljoen vierkante kilometer. In dit immense gebied is er vrijwel geen landmassa. In plaats daarvan is er een grote depressie die reikt tot een diepte van meer dan tien kilometer.

    Op het gebied van structuur lijkt Nibiru momenteel veel op de Aarde. Twee derde van het oppervlak is bedekt met water, terwijl de rest wordt ingenomen door één continent dat zich uitstrekt van noord naar zuid, met een totale oppervlakte van meer dan 100 miljoen vierkante kilometer. Al honderdduizenden jaren benutten sommige Nibiru-bewoners de nabijheid van hun planeet ten opzichte van de onze; zij brengen regelmatig een bezoek en beïnvloeden telkens de cultuur, de kennis, de technologie en de evolutie van het menselijk ras. Onze voorouders hebben op vele manieren naar hen verwezen, maar misschien is ‘goden’ altijd de naam geweest, die hen het beste omschrijft.

    Achtergrond

    Azakis en Petri, de twee beminnelijke en onafscheidelijke buitenaardse wezens die de hoofdrol spelen in dit avontuur, zijn na een van hun jaren (3.600 aardse jaren) teruggekeerd naar de planeet Aarde. Hun missie? Een kostbare lading terughalen die ze bij hun vorige bezoek overhaast hadden achtergelaten door een defect in het koppelingssysteem. Maar, bij deze reis treffen ze een heel andere aardbevolking aan dan bij hun eerste bezoek. Gewoontes, tradities, cultuur, technologie, communicatiesystemen, wapens: alles is zo anders dan bij hun vorige bezoek.

    Bij aankomst ontmoeten ze een paar aardbewoners: dr. Elisa Hunter en kolonel Jack Hudson, die hen enthousiast verwelkomen. Na talloze avonturen helpen ze hen om hun delicate missie tot een einde te brengen.

    Maar wat de twee buitenaardse wezens liever niet aan hun nieuwe vrienden hadden willen vertellen, is dat hun eigen planeet, Nibiru, snel nadert en in slechts zeven aardse dagen de baan van de Aarde kan kruisen. Volgens de berekeningen van hun Ouderen komt een van zijn zeven satellieten zo dichtbij dat hij de planeet bijna kan raken, wat een reeks klimaatverstoringen zou veroorzaken, vergelijkbaar met die van zijn vorige passage, die in één enkele definitie is samengevat: de Grote Zondvloed.

    In de twee vorige boeken (‘Terug naar de Aarde en ‘Kruising met Nibiru’) zijn de hoofdpersonen van dit avontuur er ondanks talloze moeilijkheden in geslaagd om de aarde voor een ram te behoeden. Maar nu wacht hen een nieuw avontuur. De terugreis naar huis van Azakis en Petri is gesaboteerd en een nog angstaanjagender bedreiging staat op het punt het hele zonnestelsel te treffen.

    In het vorige boek lieten we de inzittenden van de majestueuze Theos geschokt achter door de plotse activering van de zelfvernietigingssequentie van het ruimteschip en daar start het verhaal van dit fantastische nieuwe avontuur.

    Ruimteschip Theos –

    De evacuatie

    ‘Verlaat het schip!’, riep Azakis wanhopig.

    Het dwingende bevel van de kapitein verspreidde zich gelijktijdig over alle niveaus van de Theos. Na een korte aarzeling volgden de weinige bemanningsleden automatisch de evacuatieprocedure, die ze zo vaak tijdens noodoefeningen hadden gesimuleerd.

    Tachtig seconden tot zelfvernietiging’, kondigde de warme, kalme vrouwenstem van het centrale systeem weer aan.

    ‘Kom op, Zak!’, riep Petri. ‘We hebben niet veel tijd meer, we moeten hier weg.’

    ‘Maar kunnen we niets doen om de reeks te onderbreken?’, antwoordde Azakis ongelovig.

    ‘Helaas niet, kerel. Denk je niet dat ik het anders al gedaan had?’

    ‘Maar dat kan gewoon niet,’ zei de kapitein terwijl zijn metgezel in alle avonturen hem aan de arm meesleurde in de richting van interne communicatiemodule nummer drie.

    ‘Wel, eigenlijk zouden we kunnen proberen de procedure handmatig te onderbreken, maar dat zou minstens dertig minuten duren en we hebben nog maar ongeveer een minuut.’

    ‘Wacht, stop!’, riep Azakis uit en hij rukte zich los uit de sterke greep van zijn vriend. ‘We kunnen het hier niet laten exploderen. De energiegolf die de explosie genereert zal de aarde binnen enkele minuten bereiken. Het blootgestelde oppervlak van de planeet zal getroffen worden door een gigantische schokgolf die alles in zijn doorgang zal vernietigen.’

    ‘Ik heb de Theos al op afstand bediend vanuit de shuttle. We verplaatsen hem zodra we aan boord zijn, als je nu maar opschiet’, schold Petri terwijl hij opnieuw de arm van zijn vriend greep en hem met geweld in de richting van de module sleepte.

    ‘Zestig seconden tot zelfvernietiging.’

    ‘Maar waar wil je het naartoe verplaatsen?’, ging Azakis verder toen op de brug van de shuttle op niveau 6, de deur van interne communicatiemodule openging. ‘Een minuut is niet genoeg om voldoende afstand te bereiken om...’

    ‘Wil je alsjeblieft ophouden met kletsen?’, onderbrak Petri hem. ‘Hou je mond en ga daar zitten. Ik handel dit nu af.’

    Zonder verder commentaar volgde Azakis het bevel op en ging zitten in de grijze leunstoel aan de zijkant van de centrale console. Zoals hij al tientallen keren eerder had gedaan, in even gevaarlijke situaties, besloot hij volledig te vertrouwen op de vaardigheid en ervaring van zijn metgezel. Terwijl Petri koortsachtig rommelde met een reeks driedimensionale manoeuvrehologrammen, dacht hij eraan het resultaat van de evacuatie van de rest van de bemanning te controleren en tegelijkertijd contact op te nemen met de individuele piloten. Binnen een paar seconden bevestigden ze allemaal dat hun shuttles succesvol waren losgemaakt van het moederruimteschip. Ze bewogen zich snel weg. De kapitein slaakte een grote zucht van verlichting en richtte toen zijn aandacht weer op de vaardige manoeuvres van zijn vriend.

    ‘Dertig seconden tot zelfvernietiging.’

    ‘We zijn eruit!’, riep Petri. ‘Nu verplaats ik de Theos.’

    ‘Wat kan ik doen om je te helpen?’

    ‘Niets, maak je geen zorgen. Je bent in goede handen’, en hij gaf hem een knipoog met zijn rechteroog, zoals zijn aardse vrienden hem hadden geleerd. ‘Ik positioneer het schip achter de maan. Van daaruit kan het geen schade veroorzaken.’

    ‘Cho’, riep Azakis uit, ‘daar had ik niet aan gedacht.’

    ‘Daarom ben ik er toch?’

    ‘De explosiegolf zal breken op de satelliet die al zijn energie zal absorberen. Je bent een fenomeen, mijn vriend.’

    ‘En het zal zeker geen schade aanrichten op de maan’, vervolgde Petri. ‘Er is daar niets anders dan rotsen en kraters.’

    ‘Tien seconden tot vernietiging.’

    ‘Bijna klaar...’, zei Petri zwakjes.

    ‘Drie... Twee... Eén...’

    ‘Klaar! De Theos is in positie.’

    Precies op dat moment, op de decimale coördinaten breedtegraad 24.446471 en lengtegraad 152.171308 op het verborgen oppervlak van de maan, wat overeenkomt met wat aardbewoners de Komarov-krater noemen, was er een vreemde tellurische beweging. Op het kale, ruwe oppervlak van de krater opende zich een grote, diepe spleet met ongelooflijk perfecte randen, alsof er plotseling een enorm onzichtbaar mes in was gestoken. Onmiddellijk daarna schoot een vreemd eivormig object met een onwaarschijnlijke snelheid naar buiten, alsof het rechtstreeks uit de krater was geschoten en de ruimte in ging, met een hellende baan van ongeveer dertig graden ten opzichte van de loodlijn. Het object bleef slechts enkele seconden zichtbaar voordat het voorgoed verdween in een flits van blauwachtig licht.

    In de shuttle gaf de elliptische opening uitzicht op de ruimte erbuiten. Een verblindende flits verlichtte de zwarte, koude buitenruimte en overspoelde de binnenkant van de shuttle met een bijna onwerkelijk licht.

    ‘Mijn vriend, wat zeg je ervan dat we maken dat we wegkomen?’, stelde Azakis bezorgd voor, terwijl hij toekeek hoe de energiegolf zich uitbreidde en hun positie snel naderde.

    ‘Volg me’, riep Petri in de communicator naar de piloten van de andere shuttles. Zonder er verder iets aan toe te voegen, manoeuvreerde hij zijn voertuig en bracht het snel in beweging om te schuilen achter de kant van de maan die altijd naar de aarde is gericht. ‘Hou je vast’, voegde hij eraan toe, terwijl hij de armleuningen van de commandostoel waar hij op zat stevig vastgreep.

    Ze wachtten in absolute stilte, terwijl eindeloze seconden verstreken, hun blikken gericht op het centrale display, in de hoop dat de plotselinge beweging van de Theos een ramp op aarde had weten af te wenden.

    ‘De energiegolf verspreidt zich in de ruimte’, zei Petri rustig. Toen pauzeerde hij even. Nadat hij een hele reeks onbegrijpelijke berichten had gecontroleerd die waren verschenen in de hologrammen voor hem, voegde hij eraan toe: ‘en de maan heeft het deel dat op de planeet gericht was, perfect geabsorbeerd.’

    ‘Wel, ik zou zeggen dat je het echt uitstekend gedaan hebt, kerel’, zei Azakis toen hij weer begon te ademen.

    ‘Het enige dat echt geleden heeft, is de arme maan. Die heeft een flinke slag gekregen.’

    ‘Bedenk wat er gebeurd zou zijn als de golf op aarde was aangekomen.’

    ‘Het zou de halve planeet hebben opgebrand.’

    ‘Zijn jullie allemaal in orde?’, haastte Azakis zich om via de communicator aan alle andere piloten te vragen, die in navolging van Petri's manoeuvres ook hun shuttles in de beschutting van de satelliet hadden geplaatst. Er kwamen achtereenvolgens geruststellende antwoorden terug en nadat ook de laatste kapitein had bevestigd dat zowel de bemanning als zijn voertuig in perfecte staat waren, leunde hij achterover tegen de rugleuning van zijn stoel en blies hij alle lucht uit zijn longen.

    ‘Dat is goed verlopen’, merkte Petri tevreden op.

    ‘Ja, maar wat doen we nu? De Theos bestaat niet meer. Hoe komen we weer thuis?’

    Tell el-Mukayyar –

    Flits in de hemel

    In het basiskamp van dokter Elisa Hunter was het kleine katje Lulù, nadat ze uit de armen van de archeologe was gesprongen, nerveus beginnen rondsluipen met haar blik op de hemel gericht. De zon ging onder en een prachtige, bijna volle maan stond al hoog aan de horizon.

    ‘Lulù, wat is er aan de hand?’, vroeg Elisa een beetje bezorgd, terwijl ze naar het onrustige katje keek.

    ‘Ze zal wel verdrietig zijn omdat ze doorheeft dat onze vrienden weg zijn’, merkte Jack laconiek op, terwijl hij haar probeerde te troosten door haar zachtjes onder haar kin te aaien.

    De kleine kat leek aanvankelijk te genieten van de aandacht, spinde en wreef met haar neus tegen de grote hand van de kolonel. Maar plotseling verstarde ze, maakte een vreemd geluid en draaide haar ogen recht naar de bleke satelliet van de aarde. Elisa en de kolonel, geïntrigeerd door dat bizarre gedrag, draaiden zich instinctief ook in dezelfde richting. Door wat ze na enkele ogenblikken zagen, stokte bij hen allebei de adem. Een abnormale gloed leek zich om de maan te wikkelen. Een schitterend wit licht, dat zich ongeveer tien keer verder dan de diameter van de satelliet uitstrekte, vormde een soort kroon eromheen. Het duurde maar een paar seconden, maar het was alsof er in de schemering nog een zon aan de hemel was verschenen, die het hele gebied verlichtte met een beslist onnatuurlijk licht.

    ‘Maar wat in hemelsnaam...’, kon de verbijsterde kolonel slechts fluisteren.

    H abnormale licht verdween net zoals het was verschenen en alles leek weer precies zoals voorheen. De maan was er nog en de zon vervolgde lui haar daling achter de duinen die tegen de horizon afgetekend waren.

    ‘Wat was dat?’, vroeg Elisa verbaasd.

    ‘Ik heb geen flauw idee.’

    ‘Ik was even bang dat de maan ontploft was.’

    ‘Het was echt ongelooflijk’, riep de kolonel uit terwijl hij, met zijn open hand boven zijn wenkbrauwen, de heldere hemel afspeurde op zoek naar aanwijzingen.

    ‘Azakis.... Petri...’, zei Elisa plotseling. ‘Er moet iets met hen gebeurd zijn, ik voel het.’

    ‘Ga door. Misschien was het gewoon het effect van het starten van de motoren van hun schip.’

    ‘Dat is niet mogelijk. Dat leek op een echte explosie. Jij zou over die dingen toch meer moeten weten dan ik, niet?’

    ‘Lieverd’, zei de kolonel geduldig, ‘om de effecten van zo'n explosie vanaf deze afstand te zien, moeten er minstens honderd atoombommen tegelijk op de maan zijn ontploft, of misschien wel duizend.’

    ‘Wat is er dan gebeurd?’

    ‘We zouden het aan onze militaire vrienden kunnen vragen. Ik maak tenslotte nog deel uit van ELSAD. Met al die apparatuur die altijd op de hemel gericht is, zal zo'n gebeurtenis hen zeker niet ontgaan zijn.’

    ‘Zelfs Lulù merkte het op.’

    ‘Ik denk dat dit katje veel slimmer is dan wij twee samen.’

    ‘Katachtigen zijn een superieur ras’, zei Elisa terwijl ze de kitten weer oppakte. ‘Had je dat nog niet door?’

    ‘Ja. Ik denk dat de oude Egyptenaren ze ook aanbaden, bijna als godheden.’

    ‘Precies, schat’, zei Elisa, blij dat de discussie zich op een terrein had bewogen waarin ze goed thuis was. ‘Bastet, bijvoorbeeld, was een van de belangrijkste en meest vereerde godheden van de oude Egyptische religie, afgebeeld als of met het uiterlijk van een vrouw met een kattenkop of direct als kat. Oorspronkelijk was Bastet een godheid van de zonnecultus, maar mettertijd werd ze meer en meer een godin van de maancultus. Toen de Griekse invloed zich uitbreidde tot de Egyptische gemeenschap, werd Bastet definitief een maangodin, omdat de Grieken haar identificeerden met Artemis, de personificatie van de 'rijzende maan'.’

    ‘Oké, oké. Bedankt voor de les, eminente doctor’, zei Jack ironisch, terwijl hij de zin met een lichte buiging benadrukte. ‘Maar laten we nu proberen te begrijpen wat er daarboven in hemelsnaam is gebeurd. Ik zal een paar telefoontjes plegen.’

    ‘Altijd lieverd, ik ben er altijd voor je’, antwoordde Elisa, die haar stem langzaam verhief terwijl de kolonel wegliep in de richting van de laboratoriumtent.

    Lulù, nu weer rustig, genoot met gesloten ogen van de aai die haar menselijke vriendin zonder karigheid uitdeelde.

    Shuttle zes – Maaninspectie

    Nadat de onzichtbare hand van angst rond zijn maag eindelijk was verdwenen en hem met rust had gelaten, begon Azakis op de brug van de shuttle nerveus cirkeltjes te lopen terwijl hij onverstaanbare zinnen mompelde.

    ‘Wil je ophouden met rondjes draaien als een tol?’, schold Petri hem uit. ‘Je verslijt de vloer en zo dadelijk in de ruimte ronddrijven als twee oude, afgedankte satellieten.’

    ‘Maar hoe kun je zo kalm zijn? De Theos is vernietigd, we zijn miljoenen kilometers van onze eigen planeet verwijderd, we kunnen met niemand contact opnemen en zelfs als we zouden slagen, is het onmogelijk dat iemand ons komt halen. En wat doe jij? Je ligt daar onderuitgezakt in je leunstoel alsof je op vakantie bent, zittend op de klif aan de Golf van Saraan genietend van het uitzicht bij zonsondergang.’

    ‘Kalmeer ouwe jongen, kalmeer. We vinden wel een oplossing, je zult het zien.’

    ‘Op dit moment kan ik er absoluut geen bedenken.’

    ‘Waarom ben je zo van streek? Het zijn de gammagolven die je arme vermoeide hersenen uitzenden, die je verhinderen om helder te redeneren.’

    ‘Denk je dat?’

    ‘Natuurlijk’, antwoordde Petri met een heerlijke glimlach van oor tot oor. ‘Kom naast me zitten, haal diep adem en probeer je te ontspannen. Je zult zien dat alles binnenkort heel anders zal lijken.’

    ‘Misschien heb je wel gelijk, mijn vriend’, zei Azakis terwijl hij zich, op advies van zijn metgezel, zwaar in de grijze leunstoel van de tweede piloot liet vallen, ‘maar op dit moment kan ik alles doen behalve ontspannen.’

    ‘Als je belooft te kalmeren, laat ik je zelfs een van die vieze, stinkende dingen roken die je altijd bij je draagt.’

    ‘Wel, eigenlijk is dat een goed idee. Ik weet zeker dat het me een beetje zal helpen.’ Meteen haalde hij een lange donkere met de hand gerolde sigaar uit zijn zak, stopte hem in zijn mond, na de uiteinden met een vreemd veelkleurig apparaat te hebben afgeknipt, en stak hem aan. Hij inhaleerde snel enkele trekjes en liet kleine blauwachtige rookwolken de kamer binnenstromen. Met een licht gesis werd het automatische luchtzuiveringssysteem van de shuttle geactiveerd. Binnen enkele ogenblikken verdween de rook en daarmee ook de doordringende zoetige geur.

    ‘Maar, op deze manier is er geen plezier,’ riep Azakis uit die al in een veel betere stemming was. ‘Ik was vergeten hoe efficiënt onze zuiveringssystemen zijn.’

    ‘Jij hebt ze ontworpen,’ antwoordde Petri. ‘Ze konden niet anders.’

    De spanning leek langzaam weg te ebben.

    ‘Laten we de situatie bekijken,’ stelde Azakis voor terwijl hij, met zijn sigaar nog tussen de lippen, een reeks hologrammen inschakelde die zich in de lucht rondom de twee aliens opstelden. ‘We hebben vier operationele shuttles, inclusief de onze. De Theos-2 is nu geland op Nibiru en beide zijn buiten het bereik van het optische vortex-communicatiesysteem.’ Hij pufte nog een paar rookwolkjes uit en vervolgde: ‘De voorraad stuwstof en voedsel is negenennegentig procent.’

    ‘Goed gedaan, ik zie dat je de situatie weer onder controle hebt. Ga door’, drong Petri tevreden aan.

    ‘Alle overige zes leden van de bemanning zijn in perfecte conditie. Schilden en apparatuur staan op maximale efficiëntie. Het enige probleem is dat we geen H^COM meer hebben om contact op te nemen met de Ouderen en de situatie te rapporteren.’

    ‘En daar heb je het mis’, riep Petri uit.

    ‘Wat bedoel je?’

    ‘Ik bedoel dat er nog één werkende H^COM is.’

    ‘Maar de enige die we hadden, is vernietigd met het ruimteschip.’

    ‘En degene die we bij de aardbewoners achterlieten dan?’

    ‘Je hebt gelijk. Daar had ik niet aan gedacht. We moeten teruggaan en zorgen dat ze het aan ons geven.’

    ‘Kalmeer ouwe jongen, kalmeer. Daar hebben we nog tijd voor. Eerst zou ik op de maan gaan kijken of we iets kunnen terugvinden van ons mooie schip dat je zo vrolijk in stukken uiteen hebt laten spatten.’

    ‘Ik? Wat heb ik ermee te maken? Jij was het die het daar liet ontploffen.’

    ‘En wie was het die de afstandsbediening verloor?’

    ‘Maar dat was jouw schuld. De sluiting was defect.’

    ‘Oké, oké! Wat gebeurd is, is gebeurd. Laten we nu proberen deze situatie onder controle te krijgen. Hoewel ik een ongeneeslijke optimist ben, zie ik op dit moment geen briljante oplossingen.’

    ‘Dat zullen de gammagolven zijn’, antwoordde Azakis, zijn vriend terugbetalend met dezelfde munt. ‘Ervan uitgaande natuurlijk dat die vier neuronen in je lege hoofd nog steeds in staat zijn om ze uit te zenden.’

    ‘Na die zielige grap kan ik eindelijk aankondigen dat de oude Zak weer onder ons is. Welkom terug.’

    ‘Kun je deze shuttle naar de explosieplaats brengen zonder op een maanverhoging te crashen?’

    ‘Zeker, meneer. Op uw bevel’, riep Petri uit terwijl hij de militaire manieren imiteerde, die hij vaak bij zijn aardse vrienden had gezien. ‘Bestemming maan’, voegde hij er vrolijk aan toe, nadat hij de motoren had gestart en koers naar de satelliet had gezet.

    Het duurde slechts een paar minuten om de plaats te bereiken waar de Theos was uiteengespat. De shuttle begon langzaam te vliegen over het gebied van het verborgen maanoppervlak dat de impact van de explosie had ondergaan. De grond, normaal zeer hobbelig en vol kraters veroorzaakt door de oude inslagen van honderden meteorieten die de maan in miljoenen jaren hadden doorzeefd, leek nu ongelooflijk glad en vlak over een oppervlakte van ongeveer zeshonderd vierkante kilometer. De energiegolf die door de explosie

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1