Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Bouw- en Vastgoedlexicon
Bouw- en Vastgoedlexicon
Bouw- en Vastgoedlexicon
Ebook2,026 pages24 hours

Bouw- en Vastgoedlexicon

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Dit lexicon verklaart alle belangrijke begrippen uit het vastgoed  en bouw en bestrijkt zowel het technische als administratieve, juridische en financiële vlak. Het werk verklaart veel voorkomende en minder frequent voorkomende vaktermen m.b.t. vastgoed,  bouw, renovatie, nieuwbouw, bestaande en historische bouw(onder)delen.

Voor het praktisch nut zijn deze  items aangevuld met technische illustraties, modelcontracten, bouw-  & onderhoudtips, nuttige websites.        Dit maakt van het werk een onmisbaar werkinstrument voor astgoedmakelaars, vastgoedexperten, syndici,  vastgoedpromotoren, landmeters, aannemers, bouwpromotoren, architecten, ingenieurs, energiedeskundigen, veiligheidscoördinatoren, werfleiders   
stedenbouwkundige ambtenaren bij de gemeenten, maar ook
notarissen en advocaten
LanguageNederlands
Release dateMar 24, 2015
ISBN9782804456061
Bouw- en Vastgoedlexicon

Related to Bouw- en Vastgoedlexicon

Related ebooks

Reviews for Bouw- en Vastgoedlexicon

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Bouw- en Vastgoedlexicon - Hendrik Leurs

    couverturepagetitre

    Met bijzondere dank aan Hubert De Doncker / graficus; Eddy Gaethofs / vastgoedexpert; Hendrik De Vos / vastgoedexpert; collega’s bij Fexpro, Syntra, Hogescholen; Jana Schepens / echtgenote en toeverlaat.

    © Groep Larcier nv, Brussel, 2015

    Larcier Gent

    Coupure Rechts 298 – 9000 Gent

    Verantwoordelijke uitgever: Marc-Olivier Lifrange, Algemeen directeur Groep Larcier nv

    Lay-out: punctilio.be

    EAN: 978-2-8044-5606-1

    Cette version numérique de l’ouvrage a été réalisée par Nord Compo pour le Groupe Larcier. Nous vous remercions de respecter la propriété littéraire et artistique. Le « photoco-pillage » menace l’avenir du livre.

    Voorwoord

    Naarmate gebouwen almaar duurzamer en energiezuiniger worden, is steeds intensievere samenwerking tussen verschillende bouwpartners nodig: ontwikkelaar, ontwerper, aannemer, installateur, afwerker. Ook steeds meer aandacht voor professioneel onderhoud in kader van aandacht voor beheersing van exploitatiekosten op lange termijn. Bouwen eindigt niet langer bij definitieve oplevering.

    In plaats van dat disciplines na elkaar op de bouwplaats aan bod komen, vindt steeds meer voorafgaand overleg tussen bouwpartners plaats. Ontwerper spreekt nog voor de aanvang van de werken met de aannemer. Nog voor de uitvoeringsfase wordt onderlinge afstemming tussen bouwschil en installaties onderzocht om tot optimale interactie te komen. Ontwerp, bouw en exploitatie lopen steeds meer in elkaar over. Al in de ontwerpfase worden elementen voor een optimaal gebouwenbeheer op lange termijn gelegd.

    Meer en meer wordt samengewerkt in bouwteams. Traditionele grenzen tussen bouwberoepen vervagen.

    Steeds meer communicatie: vandaar steeds meer noodzaak een gemeenschappelijke taal te spreken. Woorden en hun betekenis kennen, ook buiten het eigen vakgebied. Aannemer moet voor een stuk historicus worden, vastgoedontwikkelaar voor een stuk bouwtechnieker, ontwerper voor een stuk vastgoedkenner. Vandaar uitstekend idee om vaktermen uit diverse disciplines te bundelen.

    Ook goed idee om daarin stand van zaken van diverse wetgevingen te verwerken. Ook hier belang voor aannemer om niet alleen bouwtechnische maar ook milieu- en stedenbouwkundige wetgeving te kennen en voor ontwikkelaar en ontwerper om inzicht te hebben in de almaar strengere en complexere bouwtechnische eisen.

    Niet alleen belang van hantering van zelfde begrippen met zelfde inhoud: ook van contractuele afspraken waarbij niet telkens het warm water wordt uitgevonden. Vandaar nut van modelcontracten die in deze publicatie zijn opgenomen.

    Als projectontwikkelaar en vastgoeddeskundige heeft Hendrik Leurs altijd bijzondere aandacht gehad voor duurzaamheid. Hij heeft gepionierd op vlak van bouwen voor een vergrijzende bevolking; vandaar tips voor onderhoud die levensduur van gebouwen verlengen; vandaar principes van levenslang wonen, Universal design en toegankelijkheid.

    Dit lexicon kan dan ook ruim publiek aanspreken. Hopen dat het zijn weg vindt om aldus de dialoog tussen de verschillende bouwpartners bij de oprichting van de almaar duurzamere gebouwen mee te faciliteren.

    Voorwoord

    De rol van de architect in het bouwproces is reeds een aantal jaren in volle verandering en hangt nauw samen met de evolutie die de bouwsector heeft gekend en continu blijft kennen. De geïntegreerde samenwerking tussen verschillende bouwpartners is hét snijpunt waar al die evoluties bij elkaar komen. Denk bijvoorbeeld aan het groeiende aantal adviseurs en experts dat vandaag komt kijken bij een bouwproject. Hoe kanaliseren we al die inbreng en kennis tot een coherent geheel? Hoe gaan we om met de kennis, begrippen en toepassingen ervan? Wie draagt welke verantwoordelijkheid? Welke ambities worden voorop gesteld? Wat met het toenemend belang van duurzaamheid en energiezuinigheid? De nieuwe samenwerkingsvormen als PPS en de verschillende varianten van DBFMO zijn niet altijd vanzelfsprekend. Tal van vragen die tegelijkertijd om een antwoord schreeuwen.

    Deze verandering, en de vragen en onzekerheden die ermee gepaard gaan, moet goed worden begeleid. Alle hulpmiddelen daartoe zijn welkom. Daarom ook zet het NAV, de grootste beroepsvereniging van en voor architecten, sterk in op vorming en ondersteuning, onder meer door creatie van tools en hulpmiddelen. Bij de uitvoering van deze ondersteuning mocht het NAV reeds meermaals een beroep doen op de ervaring en deskundigheid van Hendrik Leurs, auteur van dit bijzonder lexicon. En dit onder meer in de specialiteiten van duurzaamheid, Universal Design en toegankelijkheid. Deze inbreng werd telkens bijzonder geapprecieerd door onze architecten. We dan ook verheugd dat Hendrik alle expertise en kennis heeft gebundeld in een nieuwe uitgave.

    NAV is er dan ook van overtuigd dat dit lexicon kan bijdragen tot een verdere ondersteuning van alle partners in het bouwproces, waaronder de architecten. Proficiat alvast aan de auteurs voor dit bijzondere werk.

    Voorwoord

    Kennis is alleen van nut als ze ook wordt gedeeld, is het uitgangspunt van Hendrik Leurs om met dit lijvig handboek te starten. Als docent aan Syntra en Hogescholen in vastgoedvakken wordt hij veel geconfronteerd met de beperkte begrippen- en termenkennis van studenten. Met dit boek wordt die leemte nu opgevuld.

    Ook binnen het professionele vastgoedcircuit van vastgoedmakelaars, vastgoedsyndici, vastgoedpromotoren en zelfs vastgoedexperten is het geen vanzelfsprekendheid de juiste woorden te vinden voor de juiste benamingen.

    Als stichter en voorzitter van Fexpro kan ik een dergelijk initiatief alleen maar aanmoedigen, ook in het besef dat dit een never-ending-story is. Elke dag worden nieuwe begrippen en producten gelanceerd, worden nieuwe technieken ontwikkeld en worden nieuwe organisaties en instituten boven het doopvont gehouden. Vandaar dat dit handboek gekoppeld wordt aan een interactieve website om de actualiteit te kunnen blijven volgen en het handboek periodiek bij te werken.

    Het handboek ligt dan ook volledig in de lijn van de professionele ondersteuning die wij vanuit Fexpro aan de vastgoedpromotoren, vastgoedexperten en de daarmee gerelateerde personen willen leveren.

    De Federatie Experten en Promotoren, afgekort FEXPRO, werd opgericht in 2013 en groepeert vastgoedpromotoren en vastgoedexperten over heel Vlaanderen. Wekelijks sluiten er nog nieuwe leden aan uit alle geledingen van het vastgoed: promotoren, experten, vastgoedmakelaars, advocaten, notarissen, revisoren, e.a.

    Deze federatie werd opgericht om de belangen van de vastgoedpromotoren en vastgoedexperten te behartigen. De vereniging richt zich op de verdere professionalisering van haar leden door het aanbieden van gratis juridisch eerstelijnsadvies, modeldocumenten, nieuwsbrieven, een reeks gevarieerde opleidingsdagen en een grote keuze aan netwerkmomenten met andere vastgoedprofessionals, partners, groot publiek, enz. Fexpro heeft een aankoopplatform opgericht door middel van exclusieve akkoorden met interessante partners waarbij aangesloten leden als groep betere aankoopvoorwaarden krijgen dan als individu. U kan ook op onze website www.fexpro.be terecht voor meer informatie en een overzicht van onze leden.

    Inleiding

    Kennis en ervaring zijn alleen van nut als ze ook uitgewisseld worden.

    Het Bouw- en Vastgoedlexicon wil binnen het gehele multimediagebeuren een tastbare leegte opvullen met een zo compleet mogelijk naslagwerk voor de bouw en het vastgoed. Veel voorkomende en minder frequent voorkomende vaktermen m.b.t. vastgoed, bouw, renovatie, nieuwbouw, bestaande en historische bouw(onder)delen, aangevuld met technische illustraties, modelcontracten, bouw- & onderhoudtips en nuttige websites.

    Het Bouw- en Vastgoedlexicon is geschreven voor een zo breed mogelijke doelgroep van mensen die betrokken zijn bij de bouw en het vastgoed, alsook voor hen die hierin hun toekomst plannen:

    aannemers, architecten, ingenieurs, projectleiders, bouwpromotoren, bouwadviseurs en -deskundigen, studenten bouw en architectuur;

    notarissen, vastgoedmakelaars, vastgoedbeheerders, vastgoedpromotoren, vastgoedexperts, hypotheekverstrekkers, studenten vastgoed;

    bouwheren, vastgoedinvesteerders, patrimoniumbeheerders, juristen, beleggingsadviseurs, energiedeskundigen, veiligheidscoördinatoren, e.a.

    Het Bouw- en Vastgoedlexicon is een groeiboek dat, door de steeds sneller evoluerende bouw- en vastgoedmarkt, jaarlijks aangevuld wordt met nieuwe begrippen, termen en productinformatie om zo tot hét referentienaslagwerk bij uitstek voor de sector te evolueren. Het is de bedoeling om deze uitgave periodiek aan te vullen en up-to-date te houden met suggesties, ideeën, aanvullingen en correcties van de gebruikers. U kunt hiervoor terecht op: lexicon@tangrams.be. Zo kunnen we samen onze kennis en ervaring uitwisselen en delen.

    DEEL I

    BOUW- EN VASTGOEDVAKTERMEN

    Veel voorkomende en minder frequent voorkomende vaktermen m.b.t. vastgoed, bouw, renovatie, nieuwbouw, bestaande en historische bouw(onder)delen

    Wetende dat er elke dag nieuwe begrippen, termen, organisaties, instellingen, bedrijven en initiatieven worden gelanceerd, is deze uitgave een nooit-eindigend-verhaal.

    Mogen wij u daarom vragen om ons via onze interactieve mailbox lexicon@tangrams.be

    de voor u ontbrekende zaken, aanvullingen en/of suggesties door te mailen. Wij zullen deze dan ook opnemen in de volgende bijwerkingen van deze uitgave. Uit al de inzendingen worden jaarlijks 5 inzenders beloond met een waardevol vakboek van Uitgeverij Larcier.

    A

    AAA / AA / A / B / C LOCATIE • Zowel voor winkels en in mindere mate voor kantoren wordt over A, B en C locaties gesproken. Voor retail- en FMCG-ondernemers (Fast Moving Consumer Goods) zijn de locaties van immens belang.

    – AAA locatie: Gebieden of winkelstraten met de hoogste bezoekersaantallen, uitgedrukt in een drukte-index lopend van 100 tot 75. Kenmerken zijn een voetgangersdomein, landelijk bekende publiekstrekkers en hoge koop- en huurprijzen. Modezaken, schoenen- en lederwarenzaken en warenhuizen bezetten hier meer dan 75% van de winkelvloeroppervlakte.

    Een AAA locatie is gelegen in het hoofdwinkelgebied van een stad. M.a.w., de bekende winkelstraten van grote steden met de bekende winkelformules. Het ’fun shopping gehalte’ is op AAA locaties groot. Op deze plaats komen de meeste passanten voorbij en is de huur van de panden het hoogst. De beste locaties liggen in de buurt van grootwarenhuisketens, die veel klanten trekken. Verhuist zo’n zaak, dan lokt een winkelstraat minder passanten en dan dreigt een toekomst als AA of A locatie, inclusief dalende huurprijzen. De prijs per m² is relatief hoog en er is weinig leegstand (2-4%). De betere merken, mainstream en ketens die zich naar grotere doelgroepen richten vinden hier hun gading.

    – AA locatie: AA locaties vormen de aanloopstraten naar AAA-locaties toe. Gebieden of winkelstraten met een drukte-index van 50 tot 75. Modezaken, schoenen- en lederwarenzaken zijn met 55% van de winkelvloeroppervlakte dominant aanwezig op AA locaties. Landelijk en regionaal opererende filiaal- en franchisebedrijven vestigen zich hier met name. De leegstand is redelijk (5-7%). Hier opereren vooral ketens die zich richten naar de middenklasse, boetieks en speciaalzaken in voeding.

    – A locatie: De A locatie zit aan de rand van het stadshart, maar profiteert wel degelijk mee van de klantenrouting in het centrum. Deze locatie ligt vaak in de buurt van parkeerplaatsen. De leegstand is nog steeds redelijk (8-10%). Hier vestigen zich hoofdzakelijk ketens voor een speciale doelgroep en kleinere merken.

    – B locatie (ook B+ locatie genoemd): Verschilt met een A locatie in het aantal passanten. Ook zijn deze locaties nog te bereiken met het openbaar vervoer en de auto. Zij trekken vooral éénmanszaken als kunsthandels, brocanterie, meubels en decoratiezaken aan.

    – C locatie (ook B- locatie genoemd): Winkelstraten met weinig passanten waar de kleine zelfstandigen gevestigd zijn: slager, bakker, fietsenhandel, horlogemaker, sleutelmaker e.a. De winkels op deze locatie zijn te bereiken met het openbaar vervoer en met de auto. Winkels op deze locaties hebben meer mogelijkheden voor de klant om te parkeren in de buurt.

    Analoog hiermee worden ook voor residentiële woonomgevingen deze quoteringen gehanteerd.

    A PASSE ZAGEN • Natuursteen term: met het groefleger mee gezaagd. Natuursteenplaten die meegaand met de natuurlijke laagstructuur gezaagd zijn leveren platen af met verschillende tekeningen, maar de tekening is overal even duidelijk.

    Tegen het leger gezaagd wordt contre passe genoemd. Natuursteenplaten die loodrecht op de natuurlijke laagstructuur gezaagd zijn, waardoor een min of meer gestreept oppervlak ontstaat.

    A-SPANT • Traditioneel houten spant in een A-vorm, bestaande uit verschillende houten onderdelen en waaronder ruimte is voor bv. een zolder.

    AANAARDEN • – Met aarde of zand aanvullen rondom funderingsmetselwerk en onder de vloerplaat.

    – Het aanbrengen van grond aan planten om vorstschade te voorkomen, alsook om soms gebleekte plantendelen te bekomen of om grondscheuten te laten bewortelen.

    AANBESTEDING / AANBESTEDING OP UITNODIGING / ONDERHANDSE AANBESTEDING / OPENBARE AANBESTEDING • Het ontvangen van een inschrijving voor een bepaald werk op grond van een bestek of werkomschrijving, waarvan de opdracht tot uitvoering op basis daarvan kan opgedragen worden. Er zijn 3 erkende vormen van aanbesteding:

    Aanbesteding op uitnodiging, waarbij een beperkt aantal inschrijvers vooraf geselecteerd worden.

    Onderhandse aanbesteding: inschrijving op basis van vergelijking van door de aannemers ingediende en door de architect opgestelde aanbesteding

    Openbare aanbesteding: hierbij kan in principe door iedereen een inschrijfbedrag ingediend worden, mits beantwoordend aan de modaliteiten hiertoe.

    AANBETALING • Gedeeltelijke betaling van verschuldigde som, geldend als voorschot of als waarborg op de verschuldigde som.

    AANBOUW • Het begin en de voorzetting van een bouwwerk.

    Ook wel een gedeelte dat tegen een ander gebouw aangezet wordt en hiervan structureel los staat vanwege zijn functie of latere toevoeging.

    AANBOD • Eenzijdige rechtshandeling die na aanvaarding ervan tot een overeenkomst leidt. Het aanbod moet voldoende volledig zijn voor de totstandkoming van de overeenkomst en diegene die het aanbod doet moet de bedoeling hebben dat door de aanvaarding de overeenkomst ontstaat.

    AANBRANDEN • Behandelen van het oppervlak van een vloer of wand met een dunne cementpap om een goede hechting te krijgen met de specielaag.

    AANBRENGPREMIE / FINDERS FEE • Ook wel finders fee genoemd: ereloon of honorarium voor het aanbrengen van een projectgrond, onroerend goed of contact ten behoeve van het realiseren van het project. Kan op basis van vast honorarium of procentuele verloning in functie van het belang van de aanbreng.

    AANDEEL • De houder van een aandeel in een mede-eigendom is mede-eigenaar ten belope van zijn aandeel in de mede-eigendom, gekoppeld aan bepaalde inspraakrechten op de algemene vergadering en bepaalde deelname in de algemene kosten (beheerskosten) van de mede-eigendom.

    AANDRUKKEN • De grond aandrukken met een rol, drukplank of stamper. Wordt veelvuldig toegepast voor het inzaaien van grassen en gazon.

    AANEENGESLOTEN BEBOUWING / LINTBEBOUWING • Gebouwen die zonder tussenruimte aan elkaar gebouwd zijn en één geheel vormen, ook soms lintbebouwing genoemd.

    AANGELANDE • Eigenaar die een stuk land bezit dat aan een weg, dijk of waterloop grenst.

    AANGIETEN • Planten water geven als ze net geplant zijn, zodat de aarde dichter tegen de wortels komt.

    AANGIFTE NALATENSCHAP • Opgave van alle bezittingen van de overledene voor de Ontvanger van Registratie, die de belasting moet berekenen op basis van de aangifte van nalatenschap die de erfgenamen hebben opgesteld.

    AANGIFTE INKOMSTEN ONROERENDE GOEDEREN • Onroerende goederen (gebouwde of ongebouwde) worden dubbel belast: via de onroerende voorheffing en via de personenbelasting.

    De verplichte opgave in de jaarlijkse belastingaangifte van de inkomsten uit de onroerende goederen van de belastingplichtige, die een onderdeel vormen van zijn belastbaar inkomen. Elke eigenaar van een (bebouwd of onbebouwd) onroerend goed wordt geacht inkomsten te innen uit dat onroerend goed, ongeacht of het al dan niet wordt verhuurd. Deze inkomsten worden – naar gelang het geval – berekend op basis van het kadastraal inkomen (KI) of van de huur. Het (niet-geïndexeerd) kadastraal inkomen van een onroerend goed kan normaalgezien worden teruggevonden op het aanslagbiljet inzake onroerende voorheffing.

    AANGIFTE INKOMSTEN ONROERENDE GOEDEREN BUITENLAND • Wie gronden of gebouwen bezit in het buitenland, moet aangifte doen van de eventueel ontvangen huur of de brutohuurwaarde ervan. Dat laatste is de jaarlijkse huuropbrengst die u zou kunnen krijgen, indien u het goed toch zou verhuren. Hoeveel die bedraagt, kunt u onder meer te weten komen bij de buitenlandse belastingautoriteiten.

    Meestal worden de ontvangen huur of brutohuurwaarde niet daadwerkelijk belast, ingevolge de overeenkomsten die België met tal van staten heeft gesloten. Deze bedragen zullen echter een invloed hebben op de andere in België belastbare inkomsten.

    AANHANGIG MAKEN • Met een zaak of geschil naar het gerecht stappen, door bij het bevoegde gerecht of de bevoegde rechter een processtuk (bijv. een verzoek tot dagvaarding) in te dienen.

    AANHANGSEL • Document waarin een wijziging t.o.v. de oorspronkelijke overeenkomst wordt vastgelegd, als aanvulling bij deze overeenkomst.

    AANHELEN • Aanhelen is het aanwerken aan een bestaand stuk werk tot een sluitend geheel, bv. bij een verbouwing een stukje plint maken tegen een al bestaande plint of een stuk parketvloer maken tegen een bestaande parketvloer.

    AANHOEKER • Schuin afgezaagde dakpan bij de aansluiting van een hoekkeper, noordboom of kilkeper.

    AANHOGEN • Met aarde aanvullen tot op de vereiste hoogte.

    AANHORIGHEDEN • – Extra kredietbedrag dat de bank of kredietinstelling doorgaans vraagt bij een hypothecaire inschrijving bovenop de hoofdsom; meetal een forfaitaire verhoging van met 5 tot 10%. Het laat de bank of kredietinstelling toe om de extra kosten te recupereren, die door haar gemaakt worden indien het onroerend goed gedwongen verkocht dient te worden bij wanbetaling van het krediet. Hoewel de kredietnemer dit bedrag niet bovenop het kredietbedrag moet terugbetalen, worden ze wel samengevoegd met het bedrag van de hoofdsom voor de berekening van de aktekosten van het krediet.

    – Het geheel van bijgebouwen, kleine opstallen en losse elementen, die een geheel vormen bij de beschrijving van een onroerend goed bij verkoop, zonder hierbij in detail te moeten treden.

    AANKOOP OP PLAN OF IN OPBOUW / WONINGBOUWWET / WET BREYNE • De wet dateert al van 1971 en werd in 1993 aangepast. De Wet Breyne dient tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen, m.a.w. al wie op plan of sleutel-op-de-deur een huis of een appartement koopt, laat bouwen of verbouwen zou door die wet beschermd moeten worden.

    Deze wet is toepasselijk op iedere overeenkomst tot eigendomsovergang van een te bouwen of in aanbouw zijnde huis of appartement, alsmede op iedere overeenkomst waarbij de verbintenis wordt aangegaan om een zodanig onroerend goed te bouwen, te doen bouwen of te verschaffen, mits het huis of het appartement tot huisvesting of tot beroepsdoeleinden en huisvesting is bestemd en de koper of de opdrachtgever volgens de overeenkomst verplicht is vóór de voltooiing van het gebouw een of meer stortingen te doen.

    Opdat de wet Breyne zou gelden, moet er aan 3 voorwaarden voldaan zijn:

    het gebouw moet dienen om in te wonen;

    de aannemer of projectontwikkelaar moet het goed bouwen, doen bouwen of verschaffen. M.a.w. dit betekent dat één aannemer (projectontwikkelaar …) voor het geheel moet instaan. Als u beroep doet op verschillende aannemers en dus op verschillende contracten is de wet niet van toepassing, zelfs niet als u een overeenkomst afsluit met één aannemer voor ruwbouw-winddicht.

    Als u nog geen bouwgrond heeft, geldt de wet voor een ’verkoop op plan’ van woning én grond. Als u wel al bouwgrond heeft, geldt de wet voor zowel een algemene aannemingsovereenkomst (met uw architect en een algemene aannemer) als voor een sleutel-op-de-deur-contract (op basis van plannen van de firma);

    u moet één of meer betalingen doen vóór de voltooiing van de woning.

    Deze wet is ook van toepassing op iedere overeenkomst tot eigendomsovergang waarbij de verbintenis wordt aangegaan een huis of appartement, bestemd tot huisvesting of tot beroepsdoeleinden en huisvesting, te verbouwen of uit te breiden waarbij de totale prijs van de verbouwings- of uitbreidingswerken hoger is dan het minimumbedrag waarvan de berekeningsmodaliteiten zullen bepaald worden door de Koning en de koper of opdrachtgever volgens de overeenkomst verplicht is vóór de voltooiing van deze werken één of meer stortingen te doen.

    De wet Breyne (sinds de aanpassing van 1993) geldt ook bij verbouwingen of uitbreidingen, maar slechts in beperkte mate.

    De verbouwingen moeten deel uitmaken van de overeenkomst van eigendomsovergang. Bv. al een projectontwikkelaar een bestaande woning koopt en in het contract laat opnemen dat er werken aan moeten uitgevoerd worden, zou de wet van toepassing kunnen zijn.

    Op voorwaarde dat de totale prijs van de werken een ’minimumbedrag dat door de koning bepaald zal worden’ haalt. Dat bedrag werd later, in de uitvoeringsbesluiten bepaald op minstens 80% van de verkoopprijs van de woning en moet hoger zijn dan € 18.600.

    Ook hier geldt de voorwaarde dat er betalingen moeten gebeuren vóór de voltooiing van de werken.

    AANKOOPKOSTEN WONING / BESTAANDE WONING / NIEUWBOUW • Als u een woning koopt moet u uiteraard de koopsom betalen aan de eigenaar. Maar er zijn ook bijkomende kosten en die verschillen van geval tot geval.

    Bij aankoop van een bestaande woning is de berekening verschillend bij een verkoop uit de hand of bij een openbare verkoop.

    Bij een aankoop uit de hand een bestaande woning betaalt men:

    ereloon van de notaris

    De notaris rekent een vast percentage op de koopsom als honorarium. Dat percentage is wettelijk vastgelegd. Hoe hoger de koopsom, hoe lager het percentage.

    registratierechten

    In Vlaanderen bedragen de registratierechten 5% van de aankoopsom voor een bescheiden woning. U moet er wel zelf binnen de drie jaar gaan wonen en er ook minstens drie jaar blijven wonen. Voor andere aankopen is het tarief 10%.

    Op de eerste schijf van €15.000 betaalt u geen registratierechten als het uw eerste eigendom is waar u zelf gaat wonen, dus een vermindering van € 750 aan het lage tarief. Dit wordt abattement genoemd.

    Gaat u een hypotheeklening aan om uw eerste woning te kopen, dan verminderen de registratierechten met €1000.

    Wie een woning koopt die opgenomen is op de inventaris van verwaarlozing, ongeschiktheid of onbewoonbaarheid, wordt voor een schijf van € 30.000 vrijgesteld van registratierechten, dus een bijkomende vermindering van € 1.500 aan het lage tarief. Dit is het renovatie-abattement. Volgt deze aankoop op een verkoop van een eigen woning dan bestaat de mogelijkheid in Vlaanderen om ook te genieten van meeneembaarheid van registratierechten.

    diverse notariskosten

    Het praktische werk dat de notaris doet zoals opzoekingen en administratie, zit niet vervat in het ereloon, maar wordt apart aangerekend. De tarieven hiervoor worden bepaald per handeling en kunnen dus verschillen.

    Bij aankoop van een nieuwbouw of op plan, dan betaalt men op de bouwgrond registratierechten, indien de grondeigenaar en de projectontwikkelaar verschillend zijn. Voor het gebouw zelf betaald u 21% BTW op de facturen van de architect en de aannemer. Koopt u grond en gebouw van dezelfde persoon of firma dan is 21% BTW op de totaliteit verschuldigd. Was u al eigenaar van de grond, dan heeft u in principe geen notaris meer nodig.

    Bij aankoop van een nieuwbouwappartement moet men rekening houden met de bijkomende kosten voor de basisakte en het reglement van mede-eigendom. Beide documenten samen zijn de statuten van mede-eigendom en moeten vastgelegd worden in een authentieke akte bij de notaris en ingeschreven op het hypotheekkantoor. Ook de syndicus zal kosten aanrekenen.

    Let echter ook op de eventuele bijkomende kosten voor architect, projectcoördinatie, veiligheidscoördinator, energieverslaggever, aansluitingskosten voor nutsvoorzieningen, alsook voor de bankkosten voor een hypothecaire lening. Niet elke projectontwikkelaar of -promotor is transparant in de prijsvoorstelling en de bijkomende kosten.

    De kosten bij een openbare verkoop

    Bij een openbare verkoop kunnen de kosten verschillen naargelang de streek. Informeer dus vooraf bij de notaris, want het gaat om een belangrijke som.

    Alle belastingen en kosten worden samen uitgedrukt in een percentage van de aankoopprijs. Hoe duurder de woning, hoe lager het kostenpercentage. Voor de meeste aankopen ligt het tussen 10% en 15%. De kosten bij een openbare verkoop zullen altijd hoger zijn dan bij een verkoop uit de hand, omdat de notaris de kosten voor de aanplakbrieven, de huur van de verkoopzaal e.d. doorrekent.

    AANKOOP BOUWGROND • Bij aankoop van een bouwgrond betaalt men:

    ereloon van de notaris

    De notaris rekent een vast percentage op de koopsom als honorarium. Dat percentage is wettelijk vastgelegd. Hoe hoger de koopsom, hoe lager het percentage.

    registratierechten

    In Vlaanderen bedragen de registratierechten 10% van de aankoopsom.

    diverse notariskosten

    Het praktische werk dat de notaris doet zoals opzoekingen en administratie, zit niet vervat in het ereloon, maar wordt apart aangerekend. De tarieven hiervoor worden bepaald per handeling en kunnen dus verschillen.

    AANKOOPKOSTEN • Bijkomende kosten bij de aankoop van een onroerend goed, vaak verschillend van onroerend goed tot onroerend goed.

    Meestal: registratierechten, honoraria notaris, architect, veiligheidscoördinator, aansluitingskosten voor nutsvoorzieningen, coördinatiekosten, bankkosten voor hypothecaire lening. Deze opsomming is niet limitatief.

    AANLASSEN • Verbinden van een nieuw stuk hout aan een oud stuk hout, waarbij de verbinding tot stand komt door het maken van een schuine liplas.

    AANLEG / EERSTE AANLEG • Niveau binnen de hiërarchie van de rechtbanken waarop een zaak in zijn geheel en ten gronde wordt beslecht. Men spreekt dan ook van eerste aanleg als de zaak op een eerste niveau voorkomt of van tweede aanleg als een zaak na een eerste beslissing op een tweede niveau, in hoger beroep voorkomt.

    AANLEGBREEDTE / AANLEGDIEPTE • De berekende breedte van de fundering bij een fundering op staal noemt men aanlegbreedte; de afstand van onderkant van de fundering tot aan het maaiveld noemt men aanlegdiepte.

    AANLEGGEN • Het beginnen van een bouwwerk door het leggen van de eerste laag stenen voor gemetselde funderingen van opgaande muren.

    AANLEGGER • Natuurlijke persoon of rechtspersoon, die als eiser, verzoeker of als appellant een gerechtelijke procedure, bij verzoekschrift of dagvaarding, bij het gerecht inleidt.

    AANLEGVERGUNNING • Door de gemeente verleende toestemming aan particulieren of bedrijven om in gebieden met landschappelijke of cultuurhistorische waarde wegen aan te leggen, sloten te graven of te dempen, bomen te planten of te rooien.

    AANLEUNWONING • Senioren- of gehandicaptenwoning aanleunend bij desbetreffend woonzorgcentrum of verzorgingscentrum met het accent op zelfredzaamheid. Vaak is een aanleunwoning een overgangswoning naar een serviceflat of het rusthuis. Veelal worden aanleunwoningen ter beschikking gesteld van oudere koppels, ook andere familieleden, waarvan er een meer hulpbehoevend is.

    AANLOOPJAREN • Periode nadat de boom geplant is tot een volledige oogst is bekomen. Bij houtig kleinfruit zijn meestal geen aanloopjare; zij geven meestal direct vruchten. Bij peren en kersen zijn meerdere aanloopjaren nodig.

    AANLOPER • Ook oplanger genoemd is een verlengstuk van een dakspar.

    AANMANING • Schriftelijke waarschuwing om iets te doen of na te laten, zoals bv. wanneer iemand zijn huur niet betaalt. Een aanmaning via een aangetekende brief is normaal de eerste stap in een procedure van ingebrekestelling.

    AANNEEMSOM • Som waarvoor een aannemer de uitvoering van een werk, een dienst of een taak aanneemt.

    AANNEMER / ALGEMEEN AANNEMER / ERKENDE AANNEMER • De ondernemer, die in opdracht van een derde (de opdrachtgever of, ingeval van bouwwerken, de bouwheer), bepaalde taken, diensten, opdrachten of werken uitvoert, coördineert, stuurt, bouwt, verbouwt, afwerkt of inricht; zowel voor dienstverlening in de brede zin, als voor het bouwen van een woning, appartement, utiliteitsgebouw, wegenbouw, buitenaanleg, decoratie e.v.a.

    Een algemeen aannemer is een aannemer die niet gespecialiseerd is in één bepaalde bouwdiscipline (zoals bvb. elektriciteitswerken), maar algemene bouwwerken uitvoert en hiervoor beroep doet op meerdere onderaannemers.

    Wil een aannemer in aanmerking komen voor overheidsopdrachten dan dient hij zijn erkenning als erkend aannemer aan te vragen. Hierbij worden de aannemers ingedeeld in categorieën, ondercategorieën en klassen.

    AANNEMER HOOFDELIJKE AANSPRAKELIJKHEID • Wie een overeenkomst afsluit met een aannemer (bouw, elektro of schoonmaak) moet sinds 1/1/2008 nagaan of die aannemer sociale schulden heeft. Is dit het geval dan is de opdrachtgever (met uitzondering van particuliere opdrachtgevers) hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van die schulden. Als de aannemer (nog) sociale schulden heeft op het ogenblik van de uitbetaling van diens factuur, dan moet de opdrachtgever 35% van dit bedrag inhouden en doorstorten aan de RSZ. Deze regeling vervangt de regeling waarbij de opdrachtgever moest nagaan of de aannemer al dan niet geregistreerd was. Deze wijzigingen zijn gepubliceerd in het Belgische Staatsblad van 31 december 2007. De registratie als aannemer speelt geen rol meer in de hoofdelijke aansprakelijkheid en inhoudingsplicht van de opdrachtgever. Het al dan niet hebben van sociale schulden, staat centraal.

    AANNEMING TEGEN ABSOLUUT VASTE AANNEMINGSSOM / ABSOLUUT FORFAIT • Is de opdracht waarbij de aannemer zich ertoe verbindt de aanneming uit te voeren tegen de vaste en onveranderlijke totale prijs opgegeven in zijn offerte en waarbij de bouwheer, behoudens onderling akkoord van de partijen, ervan afziet enige wijziging aan het oorspronkelijke ontwerp aan te brengen. De absolute vastheid van de aannemingssom wordt niet aangetast door de toevoeging van een indicatieve prijslijst met hoeveelheden en eenheidsprijzen en sluit de toepassing van de prijsherzieningsclausule niet uit.

    AANNEMING TEGEN RELATIEF VASTE AANNEMINGSSOM / RELATIEF FORFAIT • Is de opdracht waarbij de aannemer zich ertoe verbindt de aanneming uit te voeren tegen de totale prijs opgegeven in zijn offerte en waarbij de bouwheer zich het recht voorbehoudt, in overleg met zijn architect, wijzigingen aan te brengen aan de oorspronkelijke aanneming. Deze wijzigingen worden verrekend volgens de eenheidsprijzen die de aannemer in zijn offerte heeft vermeld, of, bij gebrek daaraan, aan de hand van overeen te komen eenheidsprijzen.

    AANNEMING VOLGENS PRIJSLIJST • Is de opdracht waarin alleen de eenheidsprijzen vast zijn. Bij de offerte wordt een lijst gevoegd met opgave van de vermoedelijke hoeveelheden aan werken, leveringen of prestaties, waarvoor de aannemer de eenheidsprijzen bepaalt. De te betalen prijs wordt vastgelegd door deze eenheidsprijzen toe te passen op de werkelijk uitgevoerde hoeveelheden die op tegenspraak door de architect en de aannemer worden bepaald op basis van de norm NBN B 06-00, de norm NBN B 06-002 of de normen die bij de indiening van de offerte van kracht zijn.

    AANNEMING TEGEN TERUGBETALING / AANNEMING VOLGENS OPEN BOEK • Is de opdracht waarbij de te betalen prijs, na controle, overeenstemt met de kostprijs van de arbeid, de materialen en het gebruik van specifiek materieel, verhoogd met een afgesproken percentage dat de algemene kosten en de winst van de aannemer vertegenwoordigt.

    De prijsbestanddelen die in rekening worden gebracht, de manier waarop ze worden bepaald en het verhogingspercentage worden vastgelegd in het aannemingscontract.

    AANNEMING IN REGIE • Is de opdracht waarbij de prijs bepaald wordt naargelang de gepresteerde tijd en de verwerkte materialen, op basis van een uurtarief voor de arbeid en een vooraf afgesproken eenheidsprijs voor de materialen.

    AANNEMINGEN TYPEN • Aanneming van werken, bv. bouwwerken, wegenwerken, werken van burgerlijke bouwkunde, e.a., waarbij de werken het grootste deel van de aanneming uitmaken.

    Aanneming van leveringen, bv. levering van kantoorbenodigdheden, meubelen, brandstoffen, voertuigen, e.d., waarbij de leveringen het grootste deel van de aanneming uitmaken. Hierin vervat het leveren van roerende goederen, die onroerend kunnen worden door bestemming.

    Aanneming van diensten, bv. schoonmaakdiensten, consultancydiensten, bemiddelingsopdrachten (vastgoedmakelaar), drukwerken (papier niet inbegrepen), maaien van gras, het kappen van bomen, e.d., waarbij de diensten het grootste deel van de aanneming uitmaken. Er worden dus noch onroerende goederen gecreëerd, noch roerende goederen geleverd.

    Gemengde vorm. Indien de opdracht zowel een combinatie is van diensten en leveringen, van leveringen en werken, van diensten en werken of zelfs een combinatie van de drie; dan zal men de wetgeving en regelgeving van het belangrijkste deel toepassen.

    AANNEMINGEN PRIJSSTELLING • Contractueel kunnen aannemingen uitgevoerd worden tegen een forfaitaire totaalprijs; volgens forfaitaire eenheidsprijzen toe te passen op de hoeveelheden van de verrichte prestaties; volgens de open-boek methode, waarbij de prestaties worden verrekend op basis van de kostprijzen, verhoogd met een vooraf bepaalde vaste fee of vergoeding, uitgedrukt in een percentage; tegen stelprijzen of onder regie volgens de gebruikte hoeveelheden en werkelijk geleverde prestaties.

    AANNEMINGSDOCUMENTEN • De aanneming geschiedt onder de voorwaarden van het algemeen bestek, gewijzigd en/of aangevuld door de bepalingen van het bijzonder bestek en, in voorkomend geval, van het aannemingscontract. De uitvoering te goeder trouw van de overeenkomst impliceert evenwel dat elke afwijking van dit algemeen bestek noodzakelijkerwijze vooraan in het bijzonder bestek moet worden aangegeven om geldig te zijn.

    In geval van tegenstrijdigheid tussen de aannemingsdocumenten zal de voorrang gelden in deze volgorde:

    het contract;

    de door de bouwheer aanvaarde offerte;

    de aanwijzingen van de plannen;

    de aanwijzingen van de opmetingsstaat;

    de bijzondere voorwaarden;

    de algemene voorwaarden.

    Wanneer de plannen tegenstrijdigheden bevatten, mag de aannemer laten gelden dat hij de voor hem meest gunstige hypothese heeft voorzien, tenzij de opmetingsstaat daaromtrent nadere aanwijzingen bevat.

    AANNEMINGSOVEREENKOMST • Overeenkomst, waarbij de aannemer zich verbindt tegenover de aanbesteder een werk uit te voeren tegen de aannemingssom volgens een bepaald plan en voorwaarden, vastgelegd in een bestek. Een aannemingsovereenkomst bevat de meest essentiële elementen, zoals de juiste identiteitsgegevens van de contracterende partijen, het akkoord tot aanvang der werken, de plannen, eventuele detailtekeningen, het bestek of lastenboek en de meetstaat. (Zie voorbeeld in deel III: modelovereenkomsten).

    AANPALEND • Ook belendend genoemd is fysiek aangrenzend aan de grond of het gebouw.

    AANPASBAAR BOUWEN / LEVENSLANG WONEN / MEEGROEIWONEN • Aanpasbaar bouwen is een manier van bouwen waarbij in de ontwerpfase reeds rekening gehouden wordt met de mogelijkheid dat mensen (tijdelijk of permanent) minder valide of minder mobiel zijn. Bv. als ze in een rolstoel terecht komen, ouder en moeilijk te been worden. Het is geen ’gehandicapten-woning’ maar een woning die relatief eenvoudig aangepast kan worden aan veranderde eisen van de bewoner.

    Het is geraadzaam om bij elk bouwinitiatief, nieuwbouw of vernieuwbouw, privatief of publiek, de principes van levenslang wonen of meegroeiwonen toe te passen. (Lees meer hierover in deel IV: bouw- en onderhoudstips)

    AANPASSINGS- EN VERBETERINGSPREMIES • Federaal, gewestelijk of regionaal toegekende premies allerhande. Best te raadplegen op www.premiezoeker.be.

    AANPIKKER • De diender of metselknecht die hijslasten (bouwmaterialen, specie, e.a.) aanslaat en het hijsen begeleidt.

    AANRAZEREN • Het aanvullen met metselwerk of beton van de holten tussen de gewelfkappen of gewelfbogen.

    AANRECHT • Vast werkblad van een keuken, met één of meer gootstenen, vaak voorzien van de kookplaten en met een onderbouw van kastjes en laden.

    AANSCHERVEN • Verlengen van hout door middel van een spits scherfstuk dat op niets eindigt. Aangescherfd hout kan geen belasting dragen, daar d e scherven langs elkaar heen schuiiven. De lasstukken kunnen het best met roestvrije schroeven of met roestvrije bouten aan elkaar worden geschroefd.

    AANSCHRIJVING • Een schriftelijke mededeling van de gemeente door het College van Burgemeester en Schepenen, die een eigenaar verplicht bepaalde voorzieningen aan het onroerend goed te treffen of gebreken te herstellen, vaak naar aanleiding van klachten van derden.

    AANSLAAN • Het vormen van nieuwe wortels, zoals bv. bij stekken en verplante gewassen.

    AANSLAG / AANSLAGLIJST • Gedeelte van de stijl en de dorpel, waartegen een deur of draaiend raam sluit en waarbij, meestal onder een rechte hoek, de sponning aansluit. Deze aanslag of naald, die aan één van de deuren of ramen is bevestigd en er dus is geen middenstijl aanwezig wordt de aanslaglijst genoemd. De functie van de aanslaglijst is de kier tussen de twee deuren of ramen te bedekken, de deur- of raampartij visueel aantrekkelijker te maken en bij buitendeuren tocht tegen te gaan.

    AANSLUITVOORWAARDEN • Door desbetreffende openbare instellingen, zoals bv. nutsbedrijven, gemeentes of intercommunales opgestelde voorwaarden en voorschriften, opdat het onroerend goed aangesloten kan worden op het openbare leidingennet van gas, water, elektriciteit, kabeldistributie en riolering.

    AANSLUITWAARDE • Bij elektrische apparaten geeft de aansluitwaarde het wattage aan dat maximaal gebruikt mag worden, bv. bij een elektrische oven 2,6 kW en een keramische inductiekookplaat 6 à 7 kW met een totaal van vier hittezones.

    AANSPRAKELIJKHEID TIENJARIGE / DECENNALE AANSPRAKELIJKHEID / AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING • De aansprakelijkheid van de aannemer op grond van de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek voor het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van een gebouw door een ernstig gebrek in de bouw (of door de ongeschiktheid van de grond) gedurende tien jaar vanaf de definitieve oplevering van de werken (of, indien dat uitdrukkelijk is bedongen, vanaf de voorlopige oplevering). De decennale of tienjarige aansprakelijkheidspolis verzekert de aansprakelijkheid van aannemers, onderaannemers, architecten, raadgevend ingenieurs en ontwerpers gedurende tien jaar voor alle wanprestaties die het bouwwerk ongeschikt maken voor de bestemming waarvoor het werd gebouwd. De tienjarige aansprakelijkheid is contractueel vastgelegd en gaat in wanneer de architect zijn opdracht krijgt en de overeenkomst met de aannemer gesloten wordt.

    De tienjarige aansprakelijkheidsverzekering wordt afgesloten door de bouwheer of de hoofdaannemer en verzekert de personen die hebben deelgenomen aan het ontwerpen en het oprichten van het verzekerde bouwwerk, met uitsluiting van de bouwheer, tenzij hij deelgenomen heeft aan het ontwerp of de oprichting. De duurtijd van de polis is 10 jaar vanaf de oplevering; meestal vanaf de definitieve oplevering, tenzij contractueel opgenomen vanaf de voorlopige oplevering. De verzekering dekt de contractuele aansprakelijkheid tegenover de bouwheer. De verzekeraars dekken m.a.w. de vergoeding voor de schade aan het bouwwerk. Eventueel kan de polis worden uitgebreid voor gebreken aan de waterdichtheid en de gevolgen ervan, na een wachttijd van twee jaar. Uitsluitingen zijn de slijtage en andere progressieve beschadigingen, brand en ontploffing, tenzij ze vallen onder de toepassing van de tienjarige aansprakelijkheid, schade door natuurramp, schade die de stabiliteit van het bouwwerk niet in het gedrang brengt. De verzekerde waarde is de waarde van de gecontroleerde gedeelten van het bouwwerk, verhoogd met 10% voor de afbraak- en opruimingskosten.

    AANSPRAKELIJKHEID UIT ONRECHTMATIGE DAAD • Aansprakelijkheid die niet voortvloeit uit een contract of een contractuele wanprestatie, maar uit een onrechtmatige daad buiten elke contractuele relatie, bv. wanneer een auto tegen een gevel botst.

    AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEBOUWEN / GEBOUW • De aansprakelijkheid van de eigenaar van een gebouw voor de schade door instorting ervan, indien de instorting te wijten is aan een verzuim van onderhoud of een gebrek in de bouw. Het is een vorm van buitencontractuele aansprakelijkheid.

    AANSTIPLIJST BOUWAANVRAAG EENVOUDIGE DOSSIERSAMENSTELLING • Voor een kleine bouwaanvraag (zonder architect) dienen aan het bouwaanvraagdossier dienen de juiste aanvraagformulieren in 4-voud toegevoegd te worden, alsook alle plannen in 7-voud.

    Kleurenfoto’s van de plaats waar de werken gaan plaatsvinden, bestaande uit minstens 3 verschillende foto’s genummerd op één blad en dit in 4-voud.

    Een inplantingsplan met:

    schaal en de noordpijl;

    de weg waaraan het goed paalt of via dewelke het goed bereikt kan worden met vermelding van de naam van die weg;

    belangrijkste afmetingen perceel;

    bovenaanzicht van bestaande en geplande constructies met aanduiding van afmetingen en afstanden, ook tot perceelsgrenzen, met aanduiding van de te behouden, te slopen of te verwijderen constructies, hoogstammige bomen of verhardingen;

    opnamepunten van foto’s + nummer en kijkrichting;

    erfdienstbaarheden (indien van toepassing);

    aanduiding van bebouwing aanpalende percelen.

    Tekeningen op schaal van de geplande werken, groter dan of gelijk aan 1/100, met aanduiding van:

    de gebruikte schaal;

    plattegronden op schaal van de geplande werken met vermelding van de afmetingen,

    gevelaanzichten op schaal met afmetingen (ook hoogtematen) en materialen met vermelding van kleur (indien van toepassing: de aanzet van de gevels waartegen gebouwd wordt tot op minstens 2m met vermelding van de gebruikte uitwendige materialen en kleur);

    vermelding van de werken, handelingen of wijzigingen die zonder vergunning werden uitgevoerd en voor welke werken, handelingen of wijzigingen een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd;

    bij zwembad of vijver dient een doorsnede weergeven met aanduiding van het niveau, zoals boven, onder of gelijk met het maaiveld.

    Indien de verkaveling dit bepaalt, de verklaring van de aanpalenden betreffende de autogarages in de bouwvrije zijtuinstrook.

    Indien de aanvraag dient onderworpen te worden aan een bekendmaking via een openbaar onderzoek naar de aanpalende eigenaars, is het aangewezen om de aanpalende eigenaars alle aanvraagformulieren en de bouwplannen mee te laten ondertekenen voor akkoord.

    AANSTIPLIJST BOUWAANVRAAG UITGEBREIDE DOSSIERSAMENSTELLING • Bij elk dossier van de bouwaanvraag (met architect) voor een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een uitgebreide dossiersamenstelling vereist is hoort een aanstiplijst waar de aanvrager moet aanduiden welke documenten deel uitmaken van het dossier. Bij de dossierstukken, die alleen in bepaalde gevallen moeten toegevoegd worden, zijn gemarkeerd met een asterisk naast het aankruishokje (0 *).

    – Vergunningsaanvraagformulier (art. 16, 1°)

    – Beschrijvende nota (art. 16, 2°)

    * Beschrijving inzake integrale toegankelijkheid (art. 16, 2°, c)

    – Tekeningen van de geplande werken (art. 16, 3°):

    – Liggingsplan (art. 16, 3°, a)

    – Omgevingsplan (art. 16, 3°, b)

    – Inplantingsplan (art. 16, 3°, c)

    – Minstens één terreinprofiel (art. 16, 3°, d):

    – * Tekeningen op grotere schaal van de geplande werken of handelingen (art. 16, 3°, e):

    – * Plattegronden

    – * Funderingstekeningen

    – * Gevelaanzichten

    – * Minstens één doorsnede

    – Minstens 6 kleurenfoto’s (art. 16, 4°)

    – * Vragenlijst (statistisch formulier) (art. 16, 5°)

    – * Milieueffectenrapport of verzoek tot ontheffing + goedkeuring ervan (art. 16, 7°)

    – * Compensatieformulier voor ontbossingen (art. 16, 8°)

    – * Passende beoordeling (art. 16, 9°)

    – * Attest van de gemeente ivm kredieteenheden (art. 16, 11°)

    – * Schrijven van de VMSW ivm CBO-procedure (art. 16, 12°)

    – * Verklaring op eer ivm CBO-procedure (art. 16, 12°)

    – * Mobiliteitsstudie (art. 16, 13°)

    AANSTORTEN • Verzwaren van dijken en wallen door het storten van zand met puin en keien.

    AANTASTING BETON • Door invloeden van buiten kan beton aangetast worden, met hoofdzakelijk de versnelde corrosie van het betonstaal tot gevolg, gepaard gaande met betonrot. De meest voorkomende zijn cabonatatie, door aantasting van de vrije kalk in het beton; de sulfaataantasting, door de zure regen (zwavelzuurgas); de chlooraantasting.

    AANTASTING METSELWERK • In bakstenen kunnen stoffen voorkomen die uitslag op de muren geven. De meest voorkomende zijn de gewone witte kalkuitslag en uitkristallisatie van zouten, door het naar buiten treden van vocht bij het drogen van de bakstenen na het metselen, met soms uitschilferen van de bakstenen tot gevolg.

    AANTREDE • De afstand tussen de voorkant van een traptrede tot de voorkant van de volgende traptrede, ook tredebreedte genoemd. Deze is o.a. van belang bij de geldende toegankelijkheidsnormen van de Vlaamse overheid.

    AANVAARDEN / AANVAARDING • Rechtshandeling waarmee een aanbod wordt aanvaard en waardoor aldus een overeenkomst tot stand komt.

    AANVAARDEN NALATENSCHAP • Dit houdt in dat de erfgenamen de erfenis ontvangen, ook moeten instaan voor de betaling van alle schulden. Overtreffen deze laatste het actief, dan zullen zij moeten bijleggen.

    AANVANGSTERKTE • De aanvangssterkte van beton is de mechanische sterkte die het beton de eerste tijd na het aanmaken heeft, dwz. wanneer nog niet de normsterkte (pas na 28 dagen) is bereikt. Een geringe aanvangssterkte houdt bv. in dat het beton niet zo snel belast mag worden en bij bekistingen dat langer gewacht moet worden voordat ontkist kan worden. De aanvangssterkte en de sterkteontwikkeling van beton zijn o.m. afhankelijk van de cementsoort,

    de watercementfactor (wcf), het gebruik van hulpstoffen en de omgevingstemperatuur.

    AANVERWANTEN / AANVERWANTSCHAP • Personen die behoren tot de aangetrouwde familie, m.n. de echtgenoot en de bloedverwanten van de echtgenoot.

    Verwantschap door een huwelijk wordt dan ook aanverwantschap genoemd.

    AANWAS • – Indien een gerechtigd erfgenaam of legataris in een erfenis wegvalt (bijv. doordat deze gestorven is of de nalatenschap verwerpt) dan komt diens deel toe aan de andere gerechtigde(n) of m.a.w. wast aan bij de andere gerechtigde(n).

    – Aangroeien van schors.

    AANWASBOOR • Holle boor die gebruikt wordt om de groei of de aanwas van bomen te kunnen bepalen, alsook soms de vitaliteit en tot zekere dikte de leeftijd van de bomen. Bij palen of bielzen kan met de aanwasboor een monster genomen worden uit de kern van het paalhout, vaak ter controle van impregneerdiepte.

    AANWERKEN • Zorgvuldig opsluiten in metselwerk, zoals de muurzijden van deuropeningen en kozijnen e.d.

    AANWIJZING • Een onderdeel uit de aanbestedingsprocedure. Indien bv. bepaalde zaken betreffende bouwterrein en omgeving niet afdoende in bestek en tekeningen omschreven kan worden, dan kan de aanbesteder zo nodig een aanwijzing ter plaatse organiseren.

    AANZET • Geboorte of begin van een boog of van een gewelf. De eerste steen of laag boven de rechtstand, die al deel is van de kromming van de boog of de gewelfkap.

    AANZETSTEEN • Eerste steen links en rechts in een gemetselde boog. Evenals de sluitsteen zijn de aanzetstenen op constructieve punten geplaatst. Ze worden vanwege hun zwaardere belasting, maar ook uit decoratief oogpunt, veelal in natuursteen uitgevoerd.

    AAR • Bloeiwijze met een onvertakte as, waarop aparte bloemen staan ingeplant.

    AARD EN BESTEMMING • Vermelding op kadastrale legger van het soort onroerend goed en de zone waarin het onroerend goed zich bevindt. Dit is van zeer groot belang bij elke transactie, stedenbouwkundige aanvraag, waardebepaling of taxatie van het onroerend goed.

    AARDEKLEUREN / AARDETINTEN • Zachtere kleuren van de aarde, zoals van zand, löss, klei, gesteente, herfstbladeren, d.w.z. bruine, gele, rode, terracotta en zachtgroene tinten.

    AARDELEKTRODE / AARDING / AARDINGSLUS • Diep in de grond aangebrachte metalen stang of koperen lus onder de funderingdzolen geplaatst, waarop de aarding van een elektrische installatie kan worden aangesloten en die de plotse stroomverliezen afleid naar de aarde. Aarding is het geleidend verbinden van het chassis of de geleidende behuizing van een elektrisch apparaat of een elektrisch circuit aan aarde. Hiermee kan onder andere worden bereikt dat er geen ongewenste elektrische spanning op het apparaat komt te staan als het apparaat een geleidende behuizing heeft.

    AARDLEKSCHAKELAAR OF STROOMVERLIESSCHAKELAAR • Schakelaar die de stroom automatisch uitschakelt bij gebreken of kortsluitingen aan in gebruik zijnde elektrische apparaten of elektrische circuits.

    AARDNET • Het aardnet is soms een ander woord voor aardleiding, het geheel van leidingen die voor de aarding zorgen, bestaande uit een ondergrondse koperdraad, die onder de fundering en rond de woning is gelegd.

    AARDVOCHTIG • Betonspecie met de samenhang van vochtige aarde; het eerste consistentiegebied bij betonspecie en dus de minst vloeibare vorm van de betonspecie. Voor aardvochtig beton zijn speciale plastificeerders, die oppervlaktescheuren en onvolkomenheden verminderen en het beton een verbeterde verdichting geven met een meer gesloten oppervlak.

    AARDWARMTE / GEOTHERMIE / DIEPTEGEOTHERMIE • Ook geothermie genoemd, is het benutten van de warmte van de aarde zelf. De warmtebron is hier een warme aardlaag die niet heel ver onder het maaiveld ligt. De aarde heeft op 1000 m diepte bijna overal al een temperatuur tussen 35 tot 40 graden C en vormt hiermee dus een zeer grote bron van warmte. Per 100 m neemt de temperatuur met ca. 3 graden C toe. De dieptegeothermie omvat diepten vanaf 5500 m waar een temperatuur kan heersen vanaf ca. 175 graden C.

    ABACUS • Dekplaat op het kapiteel van een zuil, meestal zonder ornamenten. Bij de Toscaanse en Dorische orde is de abacus vierkant; bij de andere orden is hij aan alle zijden gebogen.

    ABATTEMENT • Is een fiscale vrijstelling op registratierechten, verbonden aan zeer strikte voorwaarden; er zijn drie typen abattementen: het gewoon abattement, het verhoogd abattement en het renovatie-abattement.

    Bij het gewoon abattement wordt bij de aankoop van een onroerend goed wordt de eerste schijf van € 15.000 vrijgesteld van registratierechten

    Om van het abattement te kunnen genieten, moeten alle kopers voldoen aan de volgende voorwaarden:

    zuivere aankoop, dus betaling van de prijs in geld en bv. geen ruil of uitonverdeeldheidtreding);

    de koper is een natuurlijke persoon;

    de aankoop betreft een geheelheid in volle eigendom;

    de aankoop betreft een tot bewoning aangewend of bestemd onroerend goed; een bouwgrond kan van abattement genieten, evenals een tot woning te verbouwen goed;

    het goed moet gelegen zijn in Vlaanderen;

    de koper zal zijn hoofdverblijfplaats vestigen in de woning, in principe binnen 2 jaar na datum van registratie van de aankoop; binnen 5 jaar indien de aankoop een bouwgrond betreft of een gebouw dat op het ogenblik van aankoop nog niet als woning aangewend kan worden;

    geen enkele verkrijger mag, op de datum van de onderhandse aankoopovereenkomst, voor de geheelheid volle eigenaar zijn van een ander onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd, noch van een perceel bouwgrond gelegen in België.

    Indien er meerdere kopers zijn, mogen deze kopers evenmin reeds gezamenlijk volle eigenaar zijn van de geheelheid van een ander onroerend goed, geheel of gedeeltelijk bestemd tot bewoning of van een perceel bouwgrond.

    Het verhoogd abattement is van toepassing indien de aankoop van het onroerend goed die van het gewone abattement kan genieten gepaard gaat met een hypothecaire inschrijving die met het oog op de financiering wordt genomen om het betreffende goed, wordt bijkomend een abattement toegekend van € 10.000 (indien de aankoop onderworpen is aan het gewone tarief van 10%) of van € 20.000 (indien de aankoop onderworpen is aan het verlaagd tarief van 5%). Dit bijkomend abattement wordt toegekend bovenop het gewone abattement van € 15.000, zodat het verhoogde abattement ofwel € 25.000 bedraagt ofwel € 35.000.

    Bovenop de voorwaarden van het gewone abattement, moet een hypotheek worden gevestigd op het aangekocht goed. De hypothecaire inschrijving moet gebeuren binnen 2 jaar na datum van registratie van de aankoop of binnen 5 jaar indien de aankoop een bouwgrond betreft of een gebouw dat op het ogenblik van aankoop nog niet als woning aangewend kan worden. Het is niet vereist dat alle kopers een hypothecaire inschrijving nemen op het goed.

    Het renovatie-abattement geldt vanaf 1 september 2009 en heeft tot doel het (opnieuw) in gebruik nemen als woning van renoveerbare verwaarloosde, leegstaande, onbewoonbarepanden. De vermindering van € 30.000 euro van de heffingsgrondslag voor de berekening van de registratierechten kan afzonderlijk gevraagd worden of gecumuleerd worden met een ander abattement.

    De belangrijkste voorwaarden zijn:

    het goed moet gelegen zijn in Vlaanderen;

    er moet sprake zijn van een aankoop;

    de aankoop moet een onroerend goed betreffen om er een hoofdverblijfplaats te vestigen;

    op het ogenblik van aankoop moet het goed zijn opgenomen in één of meer van volgende registers, inventarissen of lijsten (het leegstandsregister, de inventaris van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten, de lijsten van ongeschikte en/of onbewoonbare woningen en verwaarloosde gebouwen en/of woningen;

    het goed mag maximaal 4 opeenvolgende jaren vóór de aankoop gelijktijdig of consecutief in één of meerdere van die registers, inventarissen of lijsten opgenomen zijn;

    het goed moet gerenoveerd worden;

    het aangekochte goed moet bestemd worden als hoofdverblijfplaats binnen een termijn van 2 of 5 jaar na de datum van de registratie.

    ABEX / ABEX-INDEX • Door de leden van de Indexcommissie van de Associatie van Belgische experten worden over het ganse land de verschillende eenheidsprijzen voor de bouw van private nieuwbouwwoningen verzameld en dit telkens over een periode van 6 maanden, de ABEX-index genoemd. Deze kan geraadpleegd worden via de website van ABEX: www.ABEX.be.

    AB INTESTAT • Sterven zonder testament te hebben opgemaakt met wettelijke erfopvolging tot gevolg.

    ABIOTISCH MILIEU • Het geheel van niet-levende omgeving zoals bodem, waterhuishouding, klimaat en lucht.

    ABRASIE • Vorm van erosie waarbij steenachtige deeltjes in water, ijs, gletsjerijs of wind oppervlakten van gesteenten schuren. De van het gesteente loslatende deeltjes kunnen gemakkelijk vervoerd worden door het vervoerende medium, water, ijs of wind en veroorzaken op hun beurt weer abrasie. De mate van erosie door abrasie is o.m. afhankelijk van de hardheid van het gesteente, de snelheid van het vervoerende medium, de massa van de deeltjes in het vervoerende medium en de concentratie van de deeltjes.

    ABR / ALLE BOUWPLAATS RISICOVERZEKERING • De ABR-verzekering is een verzekering die meestal door de aannemer afgesloten wordt en dekking biedt tegen materiële schade die kan ontstaan tijdens de bouw. Een volledige ABR-verzekering dekt ten eerste het bouwwerk, bv. tegen brand; ten tweede de aansprakelijkheid tegenover derden ten gevolge van de bouwwerkzaamheden, ten derde de schade die zou kunnen ontstaan aan eigendommen van de opdrachtgever en ten vierde de materialen die op het werk worden gebruikt. De verzekeraar waarbordt derhalve het herstel van elke schade naar aanleidng van het uitvoeren van het bouwwerk voor zover deze schade te wijten is aan een onvoorzienbaar feit, waartoe de verzekerde krachtens Art. 1382 tot 1386 van het BW tegenover derden gehouden is.

    De ABR is uitbreidbaar mits het betalen van een meerpremie met de waarborg foutloze aansprakelijkheid voor abnormale burenhinder en met gekruiste aansprakelijkheid, waarbij de aansprakelijkheid tussen de verzekerden onderling kan verzekerd worden.

    ABS / ACRYLONITRIL BUTADIEEN STYREEN • Acrylonitril Butadieen Styreen of ABS is een harde kunststof die in de bouw veel gebruikt wordt in bv. temperatuurbestendige afvoersystemen voor binnenshuis. Alhoewel door het toevoegen van pigmenten allerlei kleuren mogelijk zijn, worden in de bouw meestal de grijze en witte varianten toegepast.

    ABSOLUTE NIETIGHEID • Ongeldigheid van een rechtshandeling, bv. in een overeenkomst, waarin een regel indruist tegen de openbare orde. De rechtshandeling die aangetast is kan dan in principe ook niet bevestigd worden en dit kan door elke partij op elk ogenblik in een proces aangevoerd worden, zelfs door de rechter ambtshalve (in tegenstelling tot een relatieve nietigheid).

    ABSOLUTE ZETTING • Of ook gelijkmatige zetting genoemd is de zakking van een pand in zijn geheel.

    ABSORPTIE • Opnemen van stof in een andere stof, meestal een vloeistof die wordt opgenomen door een vaste stof of om geluid dat in een isolatiemateriaal wordt opgenomen. Absorptie is een belangrijk verschijnsel, bv. omdat door absorptie van water in een bouwelement op termijn schade kan ontstaan, zoals verminderde isolatiewaarde, vorstschade door optrekkend vocht e.d. Holle ruimten in een materiaal zorgen dat vocht door absorptie diep in een materiaal kan treden.

    ACANTHUS • De acanthus is een doornachtige plant waarvan de sierlijk krullende bladeren als voorbeeld werden gebruikt voor ornamenten in de bouwkunst, bv. in het Corinthisch kapiteel.

    ACCOLADEBOOG • Boog in de vorm van een accolade, die bij de snijding een spits vormt.

    ACCORDEREN • Bijhakken van natuursteen, zodanig dat het profiel doorloopt.

    ACCOYA / ACETYLEREN / ACETYLATIE • Handelsnaam voor hout dat via acetyleren is verduurzaamd. Acetyleren of acetylatie is het modificatieproces waarbij hout door en door behandeld wordt met een hoge concentratie azijnzuuranhydride. In het hout wordt hierdoor het aanwezige hydroxyl vervangen door acetylgroepen. De hydroxylgroepen trekken vocht aan, zorgen voor zwellen en krimpen van het hout en laten het hout sneller verteren. Door de hydroxylgroep te vervangen door een acetylgroep wordt het hout verduurzaamd, zodat wanneer het accoya-hout gedroogd is het moeilijk water opneemt.

    ACCREDITEREN • De echtheid van volmacht bewijzen en van geloofsbrieven voorzien. Een geaccrediteerde gezant is een officieel toegelaten of erkend gezant.

    ACCUMULATIE • Het langzaam opslaan van iets in een object, vaak met het doel het op een later tijdstip te gebruiken, zoals bv. de accu of batterij van een auto die langzaam oplaadt en de stroom op een later tijdstip weer kan afgeven. Maar ook wordt bv. gesproken over accumulatie van warmte in accumulatoren, in erosieproducten, van kapitaal of van chemische stoffen in de natuur.

    ACCUMULATOR • Warmteaccumulatie houdt in de praktijk in dat de warmte van enige warmtebron langzaam wordt opgeslagen in een medium die op een later moment gebruikt wordt om de ruimte te verwarmen. De warmtebron kan naast de normale energiebronnen zoals elektriciteit of kachels, ook van bv. zoninstraling komen, de zonnestraling die het gebouw binnentreedt. Het medium dat hiervoor geschikt is, de accumulator genoemd, is o.m. water, beton, baksteen, speksteen, paraffine. Het latere moment is bv. de avond waarbij geprofiteerd wordt van de warmteaccumulatie overdag.

    ACHTERGROND • Grond behorende tot een vooraan gelegen perceel. Opgelet: dit perceel kan zowel in eenzelfde bestemmingszone liggen als in een andere zone. Voor een taxatie of waardebepaling van een onroerend goed, alsook voor stedenbouwkundige vergunningen is het van essentieel belang te weten wat de bestemming van een perceel is.

    ACHTERHOUT • Het deel van een trapboom achter de achterste rand van een trede.

    ACHTERHUIS • Bedrijfsruimte van een woning, vaak bij boerderijen, waarin zich stallen, spoelhoek en werkruimtes bevinden.

    ACHTERKAMER • Meestal een later aan een bestaand gebouw toegevoegde kamer, soms met een verdieping.

    ACHTERWERKER • Baksteen van mindere kwaliteit, zoals boerkes, die achter de mooie gevelsteen verwerkt wordt bij anderhalfsteens- of dubbelsteensverband voor het zogenaamde vuilmetselwerk.

    ACRYLAATVERF OF ACRYLAATDISPERSIEVERF • Dispersieverven zijn waterverdunbare verven. Een dispersie is een fijne verdeling van vaste of vrijwel vaste deeltjes in water.

    ACRYLAATKIT • Watergedragen en overschilderbare acrylaatkitten worden toegepast voor het afdichten van kleine binnenvoegen en scheurtjes, die aan kleine werkingen onderhevig zijn, zoals tussen raamkozijnen en wandaansluitingen, tussen plinten en wanden, alsook voor het dichten van kleine scheuren en krimpnaden in muren en plafonds.

    ACRYLKIT • Kitten die hoofdzakelijk bestaan uit acrylaatpolymeren en krijt, met als oplosmiddel xyleen.

    ADEMEN / ADEMEND VERMOGEN • Het doorlaten van waterdamp door een materiaal. Zo hebben bv. beton en hout een ademend vermogen dat onder veel omstandigheden niet volledig mag afgesloten worden door door verf e.d. Het voordeel van een ademend vermogen is dat de waterdamp niet in het leefmilieu aanwezig blijft en ook niet in het materiaal zelf. Een teveel aan waterdamp in een ruimte kan onder bepaalde omstandigheden leiden tot condensatie en schimmelvorming.

    ADIABATISCH • Zonder warmte-uitwisseling met de omgeving, een proces zonder warmteoverdracht. Compressie leidt tot opwarming en expansie tot afkoeling. De werking van een koelkast berust op een adiabatisch proces, waarbij een samengeperst gas door een vernauwing gestuwd wordt en expandeert, waardoor de temperatuur van het gas afneemt.

    ADMINISTRATIE OPMETINGEN & WAARDERINGEN • Administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën, bevoegd voor:

    het opmeten van de percelen en constructies,

    het opmeten van de administratieve grenzen in het kader van de actualisering van het kadastraal percelenplan en de ontwikkeling van een geografisch informatiseringsysteem (GIS),

    het bijwerken van het kadastraal percelenplan op basis van landmetersplannen,

    het bepalen van de belastbare grondslag zoals het kadastraal inkomen t.v.v. taxerende overheden en het verifiëren van de aangegeven waarde inzake registratie- en successierechten,

    het verifiëren van de constructiewaarde inzake de BTW en de waarde van de roerende goederen, zoals aandelen in ondernemingen, kunstwerken …

    ADMINISTRATIE RECHTSZEKERHEID • Administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën, bevoegd voor:

    de heffing en de inning van de registratierechten en de successierechten (ten bate van de Gewesten), evenals van de hypotheek- en griffierechten en de diverse rechten en taksen,

    de onroerende hypothecaire publiciteit van de akten van de openbare ambtenaren,

    het bijwerken van de patrimoniumdocumentatie.

    ADMINISTRATIE PATRIMONIUMDIENSTEN • Administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën, bevoegd voor:

    het verwerven, in der minne of door gerechtelijke onteigening, van onroerende goederen die nuttig of noodzakelijk zijn om de door de openbare diensten vastgelegde infrastructuurwerken te realiseren,

    het verkopen van onroerende goederen in opdracht van de voormelde overheden,

    het opstellen van de authentieke akten betreffende deze aankopen en verkopen evenals bepaalde bijzondere akten voor rekening van openbare overheidsinstellingen in de rol van notaris van de overheid,

    het beheren van het privaat onroerend patrimonium van de Staat, hetzij door het te verhuren of door het in concessie te geven, hetzij door het te verkopen,

    de verkoop van roerende goederen die niet langer gebruikt worden door de overheden,

    het verkopen, recycleren of, indien nodig, vernietigen van in beslag genomen goederen.

    ADMINISTRATIE INFORMATIEVERZAMELING & -UITWISSELING • Administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën, bevoegd voor:

    het verzamelen en het uitwisselen van patrimoniuminformatie, zowel roerende als onroerende, van natuurlijke personen en rechtspersonen,

    het verspreiden van deze informatie naar de openbare en privé instellingen alsook naar de burgers; dit dient uiteraard te gebeuren met respect voor de bepalingen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

    ADMINISTRATIE NIET-FISCALE INVORDERING • Administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën, bevoegd voor:

    het invorderen van de penale boeten en het tussenkomen in de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen van diverse openbare overheden,

    het invorderen van ten onrechte uitgekeerde werkloosheidsuitkeringen, administratieve geldboeten, of nog, van toelagen en studieleningen,

    het invorderen van de onderhoudsgelden die door de schuldenaars ervan niet betaald werden, op vraag van de onderhoudsgerechtigden.

    ADOPTIE / ADOPTANT / ADOPTIEOUDER • Aannemen als wettig kind, waardoor tussen het kind en de adoptiefouders en eventueel hun bloedverwanten familierechtelijke banden ontstaan en komt tot stand via een procedure voor de rechtbank van eerste aanleg of indien het kind minderjarig is, voor de jeugdrechtbank. Adoptie staat tevens open voor partners van verschillend en hetzelfde geslacht; voor getrouwde en ongetrouwde koppels. Diegene die iemand adopteert wordt adoptant of adoptieouder genoemd.

    ADSORPTIE • Het hechten van een stof aan het oppervlak van een andere stof. Adsorptie wordt o.a. toegepast bij het zuiveren van stoffen doordat de vervuilingen zich aan het oppervlak hechten van een hulpstof, het adsorptiemiddel, zoals bv. aan koolstoffilters.

    ADVERTEREN INFORMATIEPLICHT • Informatieplicht met betrekking tot publiciteit (art. 5.2.6 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

    Iedereen die voor eigen rekening of als tussenpersoon een goed verkoopt, verhuurt voor meer dan negen jaar, inbrengt in een vennootschap, een erfpacht of een opstalrecht overdraagt, of op andere wijze de eigendomsoverdracht met een vergeldend karakter van het goed bewerkstelligt, is gehouden in de advertentie volgende vragen te beantwoorden en de informatie via afkortingen weer te geven in elke advertentie:

    1.of er voor het goed een stedenbouwkundige vergunning is uitgereikt: Vg = vergunning uitgereikt; Gvg = geen vergunning uitgereikt;

    2.de meest recente stedenbouwkundige bestemming van dit goed met de benamingen gebruikt in het plannenregister: wg = woongebied; Wche = woongebied met culturele, historische en esthetische waarde; Wp = woonpark; Wug = woonuitbreidingsgebied; Igb = industriegebied; Iab = industriegebied met ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen; Gdr = gebieden voor dagrecreatie; Gvr = gebieden voor verblijfsrecreatie; Ag = agrarisch gebied; Lwag = landschappelijk waardevol agrarisch gebied; Bg = bosgebied; Ng = natuurgebied; Nr = natuurreservaat; Pg = perkgebied;

    3.of er voor het goed een dagvaarding werd uitgebracht overeenkomstig artikel 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en iedere in de zaak gewezen beslissing: Dv = dagvaarding uitgebracht; Gdv = geen dagvaarding uitgebracht;

    4.of er op het goed een voorkooprecht rust, zoals bedoeld in artikel 2.4.1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: Vkr = voorkooprecht ruimtelijke ordening aanwezig; Gvkr = geen voorkooprecht ruimtelijke ordening aanwezig;

    5.of voor het goed een verkavelingsvergunning van toepassing is: Vv = verkavelingsvergunning; Gvv = geen verkavelingsvergunning.

    AEDICULA

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1