Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Het Latrinecommando
Het Latrinecommando
Het Latrinecommando
Ebook203 pages7 hours

Het Latrinecommando

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

In september 1941 bepaalden de Duitse bezetters dat joden geen straat- en markthandel meer mogen drijven.

Nathan Milstein, een joodse boekverkoper in de Amsterdamse Oudemanhuispoort, gaat boeken uitlenen in plaats van te verkopen om zijn gezin te onderhouden. Hij wordt verraden en naar een concentratiekamp in Duitsland gestuurd, een speciaal kamp voor uitgevers, boekverkopers en iedereen die de Duitsers ervan verdenken deel uit te maken van het internationale 'boekenmannencomplot', dat uit is op de ondergang van het Derde Rijk. In het kamp zijn geen gaskamers, wel is er het Latrinecommando waaraan niemand ontsnapte. Ook Nathan wordt tot het Latrinecommando veroordeeld, maar een onbekende haalt hem uit de volle geul van de latrine waar hij had moeten stikken.
Na de oorlog terug in Amsterdam blijken Nathan's vrouw en zoontje in Sobibor te zijn vergast. Gebukt onder het schuldgevoel de oorlog te hebben overleefd terwijl zijn vrouw en kind zijn vermoord, is hij niet in staat weer een normaal leven te leiden. Hij gaat in Duitsland en in de Sovjet-Unie op zoek naar Litvak de commandant van het Latrinecommando, die bij de bevrijding van het boekenmannenkamp wist te ontkomen.
Als Nathan Litvak tenslotte vindt, volgt een onverwachte ontknoping wanneer Nathan zijn revolver op Litvak richt.


“Ferares’ onbevangen stijl en meedogenloze observaties maken het boek tot een buitengewoon indringend oorlogsdocument.” (NRC-Handelsblad)
“Het boek is een ontroerend debuut vol ingehouden verdriet.” (Vrij Nederland)
“Ik heb veel boeken over de oorlog gelezen, ook over Amsterdam tijdens de bezetting, maar ik ben niet eerder zo koud geworden en ontroerd geraakt.” (Het Parool)
“Hij dook onder, sloot zich aan bij het verzet en overleefd als enige van zijn familie de oorlog. Vooral van de armoede onder het joodse proletariaat in Amsterdam weet hij een levendig beeld te schetsen.” (De Volkskrant)
LanguageNederlands
PublisherXinXii
Release dateDec 13, 2014
ISBN9783957036704
Het Latrinecommando

Read more from Maurice Ferares

Related to Het Latrinecommando

Related ebooks

Related categories

Reviews for Het Latrinecommando

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Het Latrinecommando - Maurice Ferares

    Het latrinecommando

    © 1999 Maurice Ferares

    © 2014 ebookeditie Maurice Ferares

    Contact: www.abigador.nl / m.ferares@kpn.nl

    Vormgeving omslag: Frits van Hartingsveldt

    Afbeelding omslag: Schilderij van J.-J. Morvan uit de serie Nuit et brouillard

    Exposition permanente: Centre National Jean Moulin, te Bordeaux.

    E-Book-ISBN: 978-3-9570-3670-4

    GD Publishing Ltd. & Co KG

    E-Book Distribution: XinXii

    http://www.xinxii.com

    Als u het boek waardeerde, adviseer dan uw vrienden om hun eigen exemplaar op XinXii.com te downloaden. Dank u vriendelijk voor het respecteren van het werk van de auteur!

    Dit ebook, met inbegrip van alle onderdelen daarvan, is auteursrechtelijk beschermd en mag niet worden gekopieerd, doorverkocht of verspreid zonder toestemming van de auteur.

    Maurice Ferares

    HET LATRINECOMMANDO

    VERSCHENEN VAN M. FERARES

    DE ROMANS :

    VIOLIST IN HET VERZET, 1991

    HET LATRINE COMMANDO, 1999

    HET AVONDCONCERT, 1999

    MOUSSEBILINES, 2007

    DE WRAAK VAN EEN ONDERDUIKER, 2012

    Binnenkort verschijnt (maart 2014):

    DE REVOLUTIE DIE VERBODEN WERD

    Deze boeken zullen in de loop van 2014 geleidelijk als ebook te verkrij-gen zijn bij:

    http://www.xinxii.com/nl

    Nadere informatie over gedrukte boeken ( print-on-demand) bij : 

    ABIGADOR

    www.abigador.nl

    m.ferares@kpnmail.nl

    INHOUD

    HET COMPLOT

    DE SPECIALE INRICHTING

    VERBODEN VOOR JODEN

    DE PRIJS VAN DE VRIJHEID.

    KONZENTRATIONSLAGER 14

    OOST-BERLIJN

    DE REÜNIE

    TOMSK

    DE CONTROLEUR

    HET COMPLOT

    Sientje, die door het bellen wakker was geworden, schudde Nathan heen en weer. ‘Er wordt gebeld. Wie kan dat in hemelsnaam zijn, het is amper zes uur.’

    ‘Ik ga wel even kijken’, zei Nathan nog half slapend.

    Hij stond op en strompelde de trap af naar het halletje.

    ‘Wie is daar?’, riep hij vanachter de voordeur, en toen er geen antwoord kwam, mompelde hij: ‘Ze zal het wel gedroomd hebben.’ Op het moment dat hij zich omdraaide om weer naar bed te gaan, werd er hard op de voordeur gebonsd en schreeuwde iemand: ‘ Aufmachen, Tür aufma-chen!’ Geschrokken deed Nathan het nachtslot van de deur en opende hem een stukje. Onmiddellijk daarop werd de deur hard opengeduwd. Een van de twee mannen die met getrokken revolver voor de deur stonden, richtte zijn wapen op Nathan en schreeuwde terwijl hij hem achteruit de gang in duwde: ‘Bist du Milstein? Sicherheitsdienst, anziehen, mitkommen, rasch!’ De tweede man bleef in het halletje staan.

    ‘Bij wie moet u zijn?’, vroeg Nathan in een poging om tijd te winnen.

    ‘Anziehen, und jetzt schnell mitkommen!’ schreeuwde de eerste SD’er opnieuw.

    ‘Mitkommen’, mag ik weten waarom?’

    ‘Schnell Mensch’, snauwde de Duitser, ‘oder willst du ungekleidet mitgehen?’

    Sientje, die op de overloop voor de slaapkamer was blijven staan, riep:

    ‘Wat is er aan de hand?’

    De SD’er keek naar boven maar zei niets. Toen Nathan de trap op liep om in de slaapkamer zijn kleren te gaan aantrekken, volgde de Duitser hem met zijn revolver in de hand, terwijl hij brulde: ‘Scheissjude, schnell, schneller!’ Bovenaan de trap gaf hij Nathan een harde duw, waardoor deze languit over de vloer van de overloop schoot.

    ‘Schoft!’, schreeuwde Sientje, ‘waarom doe je dat, hij heeft toch niets gedaan?’ De Duitser haalde met zijn arm uit in haar richting maar raakte haar niet.

    Nathan, die begreep dat protesteren zinloos was, zei: ‘Ga jij maar naar Simon.’

    ‘Niks daarvan. Ik kleed me aan en ga mee.’

    ‘Dat heeft geen enkele zin. Het is natuurlijk een misverstand. Ik ben zo terug, ze zijn bij de verkeerde. Dat merken ze direct.’

    ‘Ik vraag de buurvrouw of Simon bij haar mag blijven tot we terug zijn’, zei Sientje.

    ‘Niet doen, jij blijft gewoon hier, dan hoef je Simon ook niet wakker te maken.’

    ‘Kom meteen terug; bel de groenteman als ze je weer hebben laten gaan.’

    ‘Ik bel direct.’

    Toen hij in het halletje zijn regenjas van de kapstok wilde pakken, schudde de SD’er die daar stond met zijn hoofd en zei: ‘U.U.’ Snel draaide hij Nathan met z’n gezicht naar de muur, rukte zijn beide armen naar achteren en deed hem handboeien aan.

    ‘Waarom handboeien? Ik ben geen misdadiger.’

    De SD’er grijnsde: ‘Aha, kein Verbrecher’ en duwde hem de voordeur uit. Buiten stonden twee auto’s, een DKW en een overvalwagen van de Grüne Polizei, die met groen zeildoek was overspannen.

    Voordat hij in de DKW geduwd werd, zag Nathan dat mannen van de Grüne Polizei stapels boeken uit zijn schuur naar de overvalwagen brachten. Vanuit de DKW kon hij niet meer zien wat er buiten gebeurde.

    Met uitzondering van de voorste ruit waren de andere zwart gemaakt. Hij had het koud en rilde van de zenuwen.

    Toen ze het Betondorp uitreden, zei hij tegen de SD’er die hem voortdurend in huis op z’n hielen gevolgd was en naast hem zat: ‘Het is een misverstand.’

    Zonder op Nathans woorden te reageren, zei de Duitser iets tegen de chauffeur wat Nathan niet begreep, maar wat tot gevolg had, dat de chauffeur harder ging rijden.

    ‘Verstaat u geen Nederlands?’, vroeg Nathan, in de hoop dat dit misschien de reden was waarom de SD’er niet antwoordde.

    ‘Het zal zo wel blijken, dat u mij niet moet hebben’, zei Nathan enige ogenblikken later, al wat minder zeker van zijn zaak.

    De tweede SD’er, die naast de chauffeur zat, draaide zich met een ruk om en schreeuwde: ‘Maul halten du Schwein!’

    Door de voorruit kon Nathan zien dat ze over de Berlagebrug reden.

    Een vroege skiffeur trok onbekommerd zijn slanke vaartuig met lange halen door het water van de Amstel naar Ouderkerk. Het eerste jaar dat Nathan in de Oudemanhuispoort had gestaan, was hij donateur van de joodse roeivereniging Poseidon geweest. ‘Je weet nooit waar het goed voor is’, zei hij tegen Sientje. ‘Het zijn allemaal zoontjes van rijke joden.

    Uiteindelijk verkoop ik de meeste boeken aan studenten. Relaties is toch alles, zonder relaties begin je niks.’

    De vereniging was lang voor de oorlog opgericht, want ook toen werden joden bij de roeiverenigingen aan de Amstel niet als lid ingeschreven.

    De stad was nog maar net ontwaakt en het verkeer begon langzaam op gang te komen terwijl de chauffeur de auto met grote snelheid door de Amstellanen reed. In de bloemperken zochten kinderen, die hun vriendjes voor wilden zijn, naar stukken verwrongen metaal van de granaten die de Duitsers ‘s nachts op overvliegende geallieerde vliegtuigen hadden afge-vuurd.

    Vaak hadden Nathan en Sientje wakker gelegen van het gebulder van de luchtafweerkanonnen die in de buurt van hun huis stonden. Ze hadden niet gemopperd. ‘Ze raken ze toch niet. Hoe meer er overvliegen hoe liever ik het heb’, had Nathan gezegd. Ze schatten de tijd die de vliegtuigen nodig hadden om over Nederland te vliegen.

    Wanneer het gedreun van de vliegtuigen op de terugweg naar Engeland veel korter duurde dan op de heenweg naar Duitsland, waren er veel neergeschoten. Als het gedreun van de terugkerende vliegtuigen lang had geduurd, zei Nathan de volgende ochtend steevast tegen z’n buurman: ‘Ze hebben weer wat aan te vegen gehad vanmorgen voor ze gingen ontbijten in Mofrika. Heb je het gehoord?’ De buurman, een joodse onderwijzer, had het gehoord, ook als hij het niet had gehoord. Welke jood kon het zich veroorloven te bekennen dat hij de hele nacht had geslapen en niet wist hoeveel Engelse vliegtuigen Essen en Berlijn hadden gebombardeerd?

    ‘Als het Ruhrgebied en Berlijn plat liggen,’ had Nathan tegen Sientje gezegd, ‘is de zaak bekeken en kunnen ze zakkies plakken, als er dan nog zakkies zijn.’ Dat was ruim een jaar geleden.

    De chauffeur draaide een zijstraat in en stopte aan de achterkant van een gebouw dat op een school leek.

    De SD’er die naast hem had gezeten, trok Nathan aan zijn geboeide handen de auto uit, duwde hem de stoep op, de deur door en de gang in.

    Halverwege de gang waren trappen naar boven en beneden. De SD’er haalde zijn revolver weer tevoorschijn en wees daarmee zwijgend naar boven. Op de tweede verdieping deed hij in het midden van de gang een deur open en vóórdat Nathan begreep wat er gebeurde, lag hij op de grond in een hok. De sleutel in het slot werd omgedraaid en even later stierf het geluid van de voetstappen van de Duitser weg.

    Het hok was ongeveer twee meter breed en twee meter vijftig lang. In de achterwand, op ongeveer twee meter hoogte, zat een raampje dat wit was gemaakt waardoor het onmogelijk was om naar buiten te kijken. Door het raam drongen geen geluiden van buiten door; wel wat licht. Het raampje keek waarschijnlijk uit op een verlaten binnenplaats. De vloer waarop Nathan terecht was gekomen, lag vol met kolengruis en resten van turf, waardoor hij eruit zag alsof hij een vrachtwagen met brandstoffen had gelost. Het meubilair bestond uit een smerige emmer en een met een ketting aan de muur vastgemaakt ijzeren bed zonder matras of dekens.

    Nathan kroop overeind en ging op de spiraal zitten.

    Ik zit godverdomme gevangen, zei hij in zichzelf. Wat zou dat getei-sem van me willen? Waarom zouden ze me hier naartoe hebben gebracht?

    Zien ze me misschien voor Chris de Groot aan? Zou die nog communistische boeken hebben verkocht, of zou hij in het verzet zitten? Hij heeft me in het begin van de oorlog wel eens een blad verkocht: Rusland van Heden. Het blad was niet verboden; Duitsland was toen nog niet met Rusland in oorlog. Zouden ze denken dat ik communist ben omdat ik het blad heb gekocht of dat ik met ze sympathiseer? Best mogelijk dat iemand gezien heeft dat Chris het me gaf.

    Zou Schreuder uit de Poort het hebben gezien, vuile fascist. Ze hebben openlijk met het blad op straat gecolporteerd, terwijl SS’ers en de Groe-nen langsliepen. Vreselijk stom vond ik dat. Toen ik het tegen Chris zei, citeerde hij Lenin en dan had hij altijd gelijk.

    De legale met de illegale mogelijkheden combineren, zou Lenin gezegd hebben, alsof er onder fascistische bezetting legale politieke activi-teiten mogelijk zouden zijn. Wat was hij kwaad toen ik tegen hem zei dat Lenin het fascisme niet had meegemaakt en dat de tsaar van toen wel iets anders was, dan die van nu, ofschoon die Russische ook niet bepaald een lekkere jongen was. De SD heeft vast iedereen die het blad kocht, gefo-tografeerd. Ik heb Chris al een hele tijd niet gezien. Hij heeft me goed geholpen toen ik door de SD uit de Poort ben gezet, terwijl we toch vaak ruzie hadden over de politiek.

    In de schuur hebben ze natuurlijk boeken gevonden van joodse schrijvers en in de kast de socialisten.

    Ik had ze niet in de schuur moeten bewaren en niet meer moeten verkopen en uitlenen. Iemand moet het verraden hebben. Zou dat de reden zijn waarom ik hier zit? Ik kon mijn handel toch niet verbranden. Dat had me een smak geld gekost. Iedereen verwachtte dat de oorlog vlug afgelopen zou zijn. Ik heb maar aan een paar mensen boeken uitgeleend. Zou iemand van de buren me verraden hebben? Dat kan ik me niet voorstellen. Govers, de onderwijzer, zal dat niet gedaan hebben en bakker De Vries ook niet.

    Van Kleef heeft het zeker niet gedaan, dat is zelf een jood. Zouden joden, joden verraden? Hij en zijn vrouw zijn wel echte kletskonten, maar slechte mensen zijn het niet. Als die gasten hier wat van hem te weten zijn gekomen, heeft hij me niet met opzet verraden, dan heeft hij zich versproken. Het was heel aardig van hem dat hij een paar maal aanbood om me te helpen toen ik niet meer in de Poort mocht staan.

    Iemand kan natuurlijk verraden hebben dat ik regelmatig boeken naar hem toebracht. Dat ik de laatste keer Joodse Sagen en Legenden aan hem leende, heeft niemand kunnen zien omdat ik de omslag van Mein Kampf op de echte had geplakt. Sientje zei nog toen ik het bij een partijtje kreeg:

    ‘Gooi weg die rotzooi. Daar krijg je als jood last mee.’ Ze had gelijk.

    Daarom heb ik het boek weggegooid. De kaft heb ik als curiositeit bewaard, toen niet wetend dat ik hem nog ergens voor kon gebruiken.

    Als Van Kleef zich niet heeft versproken en ook niemand gezien heeft dat ik boeken aan hem uitleende, wie heeft me dan verraden?

    Leeuwenhoek van het café op de Brink? Mogelijk dat ze hem gedwongen hebben mensen aan te geven. Zouden ze hem gechanteerd hebben? Er kwam veel gajes in het café dat wist dat hij clandestien jenever stookte.

    Zou een andere kroegbaas hem uit broodnijd verlinkt hebben, en is hij tijdens het verhoor doorgeslagen over allerlei andere dingen? Dat boek van Querido over de Jordaan heb ik hem geleend. Had ik niet moeten doen. Ik heb me gek laten maken. Hij wilde het zo graag lezen omdat hijzelf in de Jordaan geboren was. Hoe kon ik daar intrappen. Govers heeft me beslist niet verraden. Hij heeft Het Ganzenmannetje van Jacob Wasserman nog, maar dat heeft hij zeker aan niemand verteld. Dat is een Duits-joodse schrijver en daar zijn ze helemaal gebrand op. Het zat in een tas toen ik het bracht, dat weet ik heel zeker, maar ook aan dat boek kon niemand zien wat het was omdat ik er de kaft van het Jubileumboek van de Rotterdamse bank omheen had gedaan. Echte socialistische boeken heb ik niet uitgeleend. Daar was geen vraag naar. De mensen durfden ze niet in huis te hebben.

    Nathans gepeins werd onderbroken door het aanflitsen van een kleine lamp en de komst van een bewaker. Terwijl de bewaker Nathan de handboeien afdeed, beval hij op militaire toon: ‘Veters uit schoenen halen, broekriem en polshorloge afdoen, zakken leegmaken, alles voor me op de grond leggen en kleren uittrekken!’

    Toen Nathan naakt was, beval de bewaker: ‘Op de brits.’

    Hij onderzocht Nathans oren, oksels, neus en anus en tot slot voelde hij of er niets in zijn kleren was achtergebleven.

    ‘Weet u lang het nog duurt?’, vroeg Nathan.

    ‘Dat merk je wel’, antwoordde de bewaker. ‘Kleed je maar weer aan.’

    Hij deed Nathans bezittingen in een papieren zak en verdween.

    Er liepen voortdurend mensen door de gang. Regelmatig werd er in het Duits of in het Nederlands iets geschreeuwd. Nathan kon echter niet horen wat er geschreeuwd werd. Door het sleutelgat kon hij de mensen zien die langs het hok kwamen. Doordat de meesten snel liepen en hij bovendien alleen hun benen en de onderkant van hun lichaam zag, kon hij niet zien wie het waren. Hij zag pijpen en mouwen van uniformen en burgerkos-tuums en handen met of zonder handschoenen. Toch bleef hij kijken. Een paar maal meende hij een stem van mensen uit zijn buurt te horen.

    Dat lijkt Van Kleef wel, zei hij in zichzelf. Een tijdje later meende hij de stemmen van Govers en Renes te herkennen. Ik geloof dat ik niet goed wijs word. Overal hoor ik bekende stemmen, het lijkt wel of ze de hele buurt hiernaartoe gebracht hebben. Flauwekul. Wat zouden ze van al die mensen moeten?

    Voor hij naar het antwoord op die vraag kon gissen, werd een sleutel in het slot omgedraaid en kwam een grote gespierde man het hok binnen.

    Nathan herkende direct Jan Lolij een politieagent die dagelijks op het Waterlooplein rondliep toen hij daar met boeken had gestaan. Omdat Lolij met zijn lange hangende oren op een Spaniel leek, werd hij door de kooplieden ‘de hondenlul’ genoemd.

    ‘Dag Jan,’ zei Nathan zo losjes mogelijk maar met een dikke strot van de zenuwen, ‘dat is ook toevallig. Ben je nog steeds bij de politie?’

    Lolij, die Nathan had herkend, bleef strak kijken en zei niets.

    ‘Ze hebben zeker eindelijk ontdekt dat ze de verkeerde te pakken hebben. Was me dat schrikken. Sientje zal wel in de zenuwen zitten nu ik zo lang ben weggebleven. Ik had ook niet verwacht dat het zo lang zou duren.

    Ik neem het niemand kwalijk. Een vergissing is menselijk. Als je me mijn spullen teruggeeft, neem ik gauw de benen. Ik hoop dat ze het eten warm heeft gehouden. Je kent Sientje toch nog wel van toen ze bij me achter de stal stond op het Waterlooplein?’

    ‘Spullen teruggeven is er niet bij’, zei Lolij. ‘Ik heb hier

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1