Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Lotsbestemming
Lotsbestemming
Lotsbestemming
Ebook216 pages3 hours

Lotsbestemming

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De krachtige heksen Hunter, Morgan en Alisa komen in turbulente omstandigheden terecht.Hunter wil graag los komen uit de beperkende greep van het kleine stadje en hunkert naar iets diepzinnigers. Morgan leeft in constante angst, achtervolgd door de gedachte aan een leven zonder hem. En Alisa worstelt met het gewicht van haar afkomst en komt in het reine met haar identiteit als bloedheks.Deze drie krachtige heksen zijn verenigd door hun magische krachten. Maar hun laatste gevaar vormt een hele grote uitdaging. Om deze nieuwe tegenstander te overwinnen en hun eigen overleving te garanderen, moeten ze de confrontatie aangaan met zichzelf en hun innerlijke zwakheden overwinnen. -
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateAug 1, 2023
ISBN9788728489567
Lotsbestemming

Read more from Cate Tiernan

Related to Lotsbestemming

Titles in the series (15)

View More

Related ebooks

Related articles

Reviews for Lotsbestemming

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Lotsbestemming - Cate Tiernan

    Lotsbestemming

    Translated by Gerda Wolfswinkel

    Original title: Full Circle

    Original language: English

    Geproduceerd door Alloy Entertainment, LLC

    Copyright ©2002, 2023 Cate Tiernan and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788728489567

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga is a subsidiary of Egmont. Egmont is Denmark’s largest media company and fully owned by the Egmont Foundation, which donates almost 13,4 million euros annually to children in difficult circumstances.

    1.

    Morgan

    Godin, hoe ben ik hier gekomen?

    Ik sta op mijn blote voeten op een smalle, rotsachtige kust en de scherpe stenen steken in mijn voetzolen. Ik strompel naar links en naar rechts en het lopen kost me veel inspanning. Er steekt een harde wind op, die mijn haar in verwarde slierten om mijn gezicht blaast, zodat ik haast niets kan zien. Het ruikt hier een beetje naar brak water, algen en vis.

    Waar ben ik? Hoe kom ik hier?

    Ik merk dat ik bang ben. Ik vind het ontzettend eng dat ik hier ben. Iedere vezel van mijn lichaam smeekt erom van dit strand weg te komen. Ik zou het meer of het bos dat aan de rand van het water groeit, in kunnen gaan. Als ik maar weg ben van deze cotsachtige waterkant, waar ik me zo kwetsbaar en alleen voet. Waar ben ik? Wat is dit voor een meer? Het is me volstrekt onbekend. Ik kijk naar het bos en dan verschijnt er een grote schaduw boven me.

    Koud en zwart. En hij wordt groter.

    Mijn hele lichaam verstijft. Alles in mij is zich ervan bewust dat deze schaduw gevaar betekent. Als ik opkijk krijg ik een schok. Wat is hij dichtbij! In een reflex hurk ik neer op de stenen oever. Nu kan ik de oorzaak ervan zien: een enorme, donkergevederde havik, die vlak boven me vliegt. Hij kijkt dreigend met zijn wrede, goudkleurige ogen. Wie ben jij? Schreeuwt het in mijn geest. Wat wil je van me? Maar de havik heeft iets anders in het oog gekregen.

    Terwijl ik verteerd door paniek toekijk, vouwt de roofvogel zijn vleugets en schiet als een pijl uit een boog naar beneden. Drie meter boven het water zwaait hij zijn krachtige poten naar voren en slaat met zijn kromme klauwen als scheermessen op de korte golfslag van het wateroppervlak. Even later spreidt hij zijn brede, donkere vleugets weer en slaat ermee in de lucht. Hij stijgt eerst langzaam en vervolgens steeds sneller. In zijn klauwen hangt een hevig spartelende, gespikkelde regenboogforel. Hij kromt zich naar achteren in een poging zich te bevrijden. Terwijl de havik omhoogschiet en weldra een klein stipje wordt tegen de tucht, zie ik dat het leven uit de ogen van de vis geweken is.

    De angst die ik voel overweldigt me, ook al is de havik weg. Ik sidder over mijn hele lichaam en ik ben verdoofd, alsof ik zelf zojuist aan de dood ben ontsnapt. Zonder het te begrijpen weet ik dat de havik het op mij had gemunt. Heeft gemunt.

    Ik moet van deze oever weg!

    Ik ren naar de bomen en haal mijn voeten open op de stenen. Al gauw loop ik te hinken en te strompelen, en ik kijk telkens achterom, in een vertwijfelde poging de bosrand te bereiken voordat de havik terugkeert.

    Dan, even snel als de havik verschenen was, ben ik bij de ingang van het bos en duik ik het donker in. Hier is het koeler. Het duurt even voordat mijn ogen aan het getemperde licht gewend zijn. De grond is bedekt met dennennaalden, kruipende planten, verwelkte bladeren, die allemaal dor en brokkelig zijn. Ik kijk om me heen, maar zie niets wat op een pad lijkt dat ergens heen leidt. In de buurt ligt een omgevallen boomstam en daarop groeit een groep bleke, dunne paddestoelen die opschieten als een klein bos van dr. Seuss. Grote zwarte mieren zwermen over de stam heen. Ze bewegen zich snel voort in een kronkelende lijn.

    O, Godin, waarvoor ben ik hier? Doordat ik dat niet weet, voel ik me zo alleen en bang. Wat zijn dit voor bossen? Eén ding is duidelijk: ik moet een weg naar buiten zien te vinden. Ik zal mijn eigen pad moeten zoeken. Als ik snel om me heen kijk, zie ik een minder dichtbegroeid stuk en ik loop erheen. Ik duw dunne takken opzij als ik erdoorheen loop, dieper het bos in.

    Dan blijf ik stokstijf staan en ik voel al mijn zintuigen tintelen. Magie. Hier is magie. Het is meer dan die continue, lage zoemtoon van energie die de meeste bloedheksen oppikken en vervolgens negeren als ruis op de achtergrond. Hier wordt volgens plan en met inspanning van mentale energie magie bedreven en gecreëerd. Mijn huid tintelt en mijn adem gaat snel.

    Ik sluit mijn ogen, schakel mijn verhoogde waarneming in en ga op zoek naar de bron van de magie. Ik concentreer me, vertraag mijn hartslag en blijf volslagen stilstaan… daar is het. Ik sla mijn ogen op en zoek automatisch voor me uit in de richting van elf uur; noordnoordwest. Ik baan me een weg tussen dicht opeenstaande bomen door en stap over omgevallen boomstammen en slingerplanten heen, die tot aan mijn dijbenen reiken en het pad blokkeren. Ik kom nog dichter bij die ongrijpbare, onweerstaanbare vibratie, de vibratie van een bloedheks die kracht uit de lucht trekt. Nu wordt de boslucht van humus, droge boombast, schimmels en insecten overdekt door rookslierten die door elkaar heen lopen, afkomstig van het branden van kruiden. Op een of andere manier weet ik zonder enige twijfel dat een machtige bloedheks met deze magie bezig is, dat ze een vreemde voor me is en dat ik iets van haar kan leren. Mijn vingers jeuken van verwachting – wat kan zij mij leren? Wat kan ik haar laten zien van mijn eigen krachten? Mijn borst zwelt, niet alleen van trots, maar ook van onzekerheid: ik weet dat ik krachtige vermogens bezit, ongewoon krachtig zelfs, en dat heksen die veel meer opleiding hebben gehad dan ik onder de indruk van me zijn. Ik weet ook dat mijn successen soms stom geluk zijn – dat mijn vermogens onvoorspelbaar zijn, omdat ik niet ben opgeleid en niet ben ingewijd.

    Ik kan het nu voelen, de magie, die zichzelf als een geur tussen de bomen door weeft. Deze vibraties zijn me vreemd wordt hier wel goede magie bedreven? En als dat niet zo is? Maar als het zwarte magie was, dan zou ik het toch zeker oppikken? Ik aarzel even. Stel, dat… Maar ik ga verder. Vlak voor me wordt het groenachtige licht dat door de boomkruinen wordt gefilterd, helderder: verderop is een open plek. Ik slik en probeer vooruit te komen. Ik ploeter onhandig tussen de bomen en struiken door en sla de slingerplanten opzij. Hier is het weldra, weldra zal ik degene zien die magie beoefent. Weldra zal ik me met haar meten zij zal beter opgeleid zijn en meer kennis hebben, maar ik zal sterker zijn. Mijn keel zit dicht van opwinding. Gauw, gauw, nog een stap… dan blijft mijn voet achter een boomwortel haken en verlies ik mijn evenwicht.

    Terwijl ik mezelf voel vallen, spannen mijn spieren zich en sla ik mijn armen uit. Mijn pols komt met een schrikbarende klap op iets hards terecht. Met verwilderde ogen trek ik mezelf overeind in zithouding. Ik kan niets logisch opmaken uit wat ik zie. Ben ik Hauwgevallen? Heeft de heks op een of andere manier bezwering over me uitgesproken?

    Nee. Ik was thuis in mijn slaapkamer. Het was nog tamelijk donker de dag was nog niet aangebroken, leek het. Mijn bed was zacht en voelde op een vreemde manier glad aan, ik verwachtte immers brokkelige randen van bladeren en twijgjes onder me. Ik knipperde met mijn ogen en keek om me heen. Het was een droom geweest.

    Mijn hart ging nog altijd tekeer. In het vreemde schemerduister van mijn kamer kon ik nog steeds die havik boven me zien, het glimmen van die messcherpe klauwen toen hij de vis te grazen nam. Ik duwde mijn vochtige haar uit mijn gezicht en stelde mezelf gerust dat niets daarvan echt was, dat alles in mijn kamer nog net zo was als ik hem gisteravond had achtergelaten. Natuurlijk was dat ook zo. Het was maar een droom. Wel een ongelooflijk realistische, sterke droom, die vanuit mijn diepste innerlijk kwam.

    Ik ging langzaam achteroverliggen en draaide mijn kussen om naar de koele kant. Zo bleef ik met mijn ogen naar de zoldering liggen knipperen en keek toen op mijn klok. Bijna half zes. Zo vroeg word ik nooit wakker. Het was zaterdag. Geen school. Als ik wilde kon ik nog uren doorslapen. Ik probeerde mezelf te kalmeren, maar ik voelde me nog steeds angstig en ik had een beetje hoofdpijn. Ik sloot mijn ogen en begon mezelf welbewust te ontspannen, dwong mezelf alle spanning los te laten en in een lichte meditatie te gaan. Heel zachtjes fluisterde ik: ‘Alles is licht en zacht. De dag volgt op elke nacht. Het kwaad moet wijken voor mijn kracht. De Godin koestert mij in haar macht.’

    Het was een eenvoudige, geruststellende spreuk, om me te helpen de resterende angst van mijn droom uit te bannen. Het was niet echt een náchtmerrie geweest ‒ niet helemaal. Maar wel vreemd, met angstaanjagende onderdelen, die ik me nauwelijks meer kon herinneren.

    Toen ik mijn ogen weer opende, voelde ik me beter, rustiger. Toch kon ik de slaap niet meer vatten. In plaats daarvan bleef ik in bed liggen kijken hoe mijn kamer zich langzaam vulde met die altijd vrolijk makende roze gloed van de dageraad. Tegen zessen was het zonder meer licht buiten en hoorde ik de vogels kwetteren en af en toe een auto langs ons huis rijden. Hoewel mijn ogen weer dichtvielen, sliep ik niet meer in en hoorde ik mijn ouders rond half acht opstaan. Ik hoorde hen naar beneden gaan en zachtjes praten, het stromen van water toen mam het koffiezetapparaat vulde het wiegenlied, dat me uiteindelijk toch weer in slaap deed vallen. Ik droomde niet meer en werd de eerstvolgende twee uur ook niet wakker. Toen ik mijn jongere zusje Mary K. de douche in onze gezamenlijke badkamer hoorde aanzetten moest ik glimlachen. Ze begon een liedje te zingen dat je de laatste tijd heel vaak op de radio hoorde.

    Alles is licht en zacht, zei ik tegen mezelf, ik rekte me uit en gaapte luidruchtig. Mijn familie was om me heen. Ik lag veilig in bed. Straks zou ik Hunter zien, en zoals altijd huiverde ik van plezier bij de gedachte aan mijn vriend met zijn korte, witblonde haar, zijn peilloze groene ogen en zijn ontzettend aantrekkelijke, Engelse accent. Alles was rustig en normaal, een ongelooflijke verandering ten goede, als ik eraan dacht hoe de afgelopen weken waren geweest.

    Alles was oké. Ik was Morgan Rowlands, bloedheks van de Woodbaneclan. Vanavond zou ik met mijn coven bijeenkomen voor onze geregelde heksenkring op zaterdagavond. Maar nu wilde ik naar beneden, om te kijken of we Pop-Tarts in huis hadden.

    2.

    Hunter

    ‘Goed,’ zei ik, ‘maar waarom moet je hier de twééde begrenzingsformule gebruiken? Deze bezwering gaat alleen over de plaatsaanduiding, de plek waar je je bevindt en waar je wilt dat de bezwering in werking treedt.’

    Mijn vader knikte. ‘Ja. Maar wat beoog je ermee?’

    ‘Je wilt een barrière creëren, die iets tegenhoudt of vertraagt,’ antwoordde ik. Het was zaterdagochtend en pa en ik hadden nog ongeveer een uur voordat we weg moesten: ik naar mijn werk bij ‘Practical Magick’, een van de betere occulte boekhandels in de omgeving, en pa naar een lezing in een stadje twee uur hiervandaan. Sinds hij de bezwering had gecreëerd om een zwarte golf te ontmantelen, werd hij vaak gevraagd als spreker op bijeenkomsten van covens. Overal wilden heksen dolgraag weten hoe je deze massale dreiging kon uitbannen en vader wilde het hen graag leren.

    Op dit moment was hij bezig het mij te leren.

    ‘Daar heb je gelijk in,’ zei pa, ‘maar is de plaats waar je de bezwering in werking stelt het belangrijkste aspect?’

    ‘Natúúrlijk,’ zei ik. ‘Als je de barrière op de verkeerde plek neerzet is hij nutteloos.’

    Pa keek me aan met die gelaten blik waarmee hij me het gevoel gaf dat ik bijzonder traag van begrip was. Hij was ongelooflijk begaafd in het creëren van bezweringen en ik was zo gelukkig dat ik de kans had van hem te leren. Als Zoeker was ik op veel gebieden opgeleid, maar wat het maken van bezweringen betreft, daarvoor had ik alleen de meest fundamentele dingen geleerd.

    Waar wilde hij naartoe? Ik wachtte en hield mezelf voor dat ik kalm moest blijven en me niet tegen mijn haren in laten strijken. Dat was niet zo makkelijk: pa en ik hadden de afgelopen maanden heel wat ruzie gehad.

    ‘Wat voor niveau heeft deze starr?’ vroeg pa, en hij bladerde afwezig een beetje in zijn Boek der Schaduwen.

    ‘Wat voor niveau? Dit is een… een…’ Hè, verdomme nog aan toe! schreeuwde het in mijn hoofd toen ik de valstrik zag waar ik ingetrapt was. Potverdorie! Ik háát het als ik iets stoms doe. Vooral, voorál waar mijn vader bij was. Ik probeerde te voorkomen dat mijn wangen gingen branden van schaamte. Ik voelde me zowel vernederd dat ik een fout maakte waar mijn vader bij was, als ergernis vanwege de preek die er nu aan zat te komen.

    Maar tot mijn verbazing zei hij: ‘Het is ook niet eenvoudig, jongen. Je kunt jarenlang studeren op het maken van bezweringen en dan evengoed nog fouten maken als deze. En wie weet? Je kunt je omstandigheden voorstellen waarin de exacte locatie van een starr inderdaad belangrijker is dan zijn kracht.’

    Ik knikte, verrast door dit ongekende genadebetoon. ‘Ma was meesterlijk in het creëren van bezweringen, hè?’ vroeg ik zacht. Ik had er zelf nog steeds verdriet van en ik wist hoe zwaar de dood van mijn moeder, vier maanden geleden nog maar, mijn vader had getroffen.

    Pa kneep zijn ogen tot spleetjes, alsof hij opeens in het zonlicht stapte. Toen zag ik zijn mond vertrekken en vervolgens ontspannen. ‘Ja,’ hij klonk ouder dan daarvoor, ‘dat was ze zeker.’ Er kwam een weemoedig glimlachje op zijn gezicht. ‘Als je je moeder bezig zag met het uitwerken van een bezwering, was het alsof je een ambachtelijke houtsnijder bezig zag met het maken van ingewikkelde figuren in een gewoon stuk hout. Fantastisch was dat. Toen ik nog jong was, onderwezen mijn ouders en leraren me in de fundamentele kennis van de Woodbanes, maar je moeder, met haar duizend jaar oude, overgeërfde kennis van de Wyndenkells, leerde mij de schoonheid van het ontwerpen van bezweringen.’

    ‘Ik zou dolgraag ooit een meester willen zijn in het maken van bezweringen,’ zei ik, ‘net als ma.’

    Pa schonk me een van zijn zeldzame glimlachjes en zijn magere, verweerde gezicht klaarde ervan op, zoals ik mijn vader lang geleden had gekend. ‘Dat zou een waardevolle gave zijn, mijn jongen,’ zei hij, ‘maar dan heb je nog heel wat werk voor de boeg.’

    ‘Ik weet het,’ verzuchtte ik. Ik keek op de klok en zag dat ik nog een half uur had, voordat ik weg moest. In Engeland was het nu middag. Ik moest telefoneren. ‘Ja, ik ga Kennet maar eens bellen. Ik heb er nu even de kans voor,’ zei ik achteloos.

    Eerlijk gezegd zag ik tegen dit gesprek op. Een paar weken geleden, na ons gevecht met de zwarte golf, had ik besloten mijn functie als Zoeker voor de Internationale Raad van Heksen neer te leggen. Op mijn zeventiende was ik de jongste Zoeker uit de geschiedenis geworden. Een tijdlang had ik volledig op het oordeel van de irvh vertrouwd. Ik was trots geweest op mijn werk, ik maakte de wereld immers veiliger voor goede heksen. Maar dat was voordat de raad me op cruciale punten in de steek liet. Ze hadden het ten eerste niet nodig gevonden me op de hoogte te stellen van het feit dat ze mijn ouders hadden gevonden, wat tot gevolg had dat mijn moeder stierf voor ik de kans had gekregen haar nog te zien en afscheid van haar te nemen. Ook hadden ze Morgan en mij niet geïnformeerd over het feit dat haar vader, Ciaran MacEwan, de leider van de zwarte heksenkring Amyranth, uit gevangenschap was ontsnapt en mogelijk naar Widow’s Vale zou komen om ons kwaad te doen (of een zwarte golf op ons af te sturen, wat later het geval bleek te zijn).

    Pa zweeg. Ik wist dat hij zijn bedenkingen had over het feit dat ik de raad verliet, maar ik wist ook dat ik niet kon blijven werken voor een systeem dat ik niet meer vertrouwde. Kennet Muir was altijd mijn mentor en vriend geweest, maar wat mij betrof inmiddels niet meer.

    ‘Weet je het heel zeker?’ vroeg pa even later.

    ‘Ja.’

    ‘Het is nog niet te laat om van gedachten te veranderen, weet je,’ zei hij. ‘Je werk bij Practical Magick is op dit ogenblik prima, maar na verloop van

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1