Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Wetboek Economisch recht 2015: Bijgewerkt tot 1 september 2015
Wetboek Economisch recht 2015: Bijgewerkt tot 1 september 2015
Wetboek Economisch recht 2015: Bijgewerkt tot 1 september 2015
Ebook1,688 pages16 hours

Wetboek Economisch recht 2015: Bijgewerkt tot 1 september 2015

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Zakboekje Wetboek Economisch Recht  bevat het Wetboek Economisch Recht in een klein handig formaat. Ideaal om mee te nemen in het auditorium of op de rechtbank!
De wetgeving is bijgewerkt tot 1 september 2015.
!! BIJZONDERE VOORWAARDEN*: Bij intekening op een abonnement op de jaarlijkse editie van een Zakboekje: 15% korting -Voor studenten gelden bijzondere prijzen (alleen mits copie studentenkaart!):
€ 25 i.p.v. € 35 voor een Zakboekje - Duo-aanbod zakboekje e-book.
In geval van aankoop van papieren versie én e-book geniet u 50% korting op het e-book via een promocode.


 *Voor al deze bijzondere voorwaarden / modaliteiten, neem ook contact met Larcier:cedric.depauw@larciergroup.com
LanguageNederlands
Release dateOct 5, 2015
ISBN9782804485399
Wetboek Economisch recht 2015: Bijgewerkt tot 1 september 2015

Related to Wetboek Economisch recht 2015

Related ebooks

Reviews for Wetboek Economisch recht 2015

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Wetboek Economisch recht 2015 - Collectief

    (art. 45)

    Wetboek van Economisch Recht

    Wetboek – Wetboek van Economisch recht, ingevoerd bij wet 28 februari 2013

    Wetboek van Economisch recht (B.S. 29 maart 2013)

    Verwijzing  1. Het Wetboek van economisch recht werd ingevoerd bij art. 2 wet 28 februari 2013, B.S., 29 maart 2013, en de inhoud ervan werd middels de techniek van de ‘aanbouwwetgeving’ vastgesteld bij opeenvolgende wetten van 28 februari 2013, B.S., 29 maart 2013 (boek II en boek VIII), 3 april 2013, B.S., 26 april 2013 (boek IV en boek V), 25 april 2013, B.S., 27 mei 2013 (boek IX), 17 juli 2013, B.S., 14 augustus 2013 (boek III), 7 november 2013, B.S., 29 november 2013 (titel I van boek I), 20 november 2013, B.S., 29 november 2013 (boek XV), 15 december 2013, B.S., 9 januari 2014 (boek XIII), wet 15 december 2013, B.S., 14 januari 2014 (boek XII), 21 december 2013, B.S., 30 december 2013, err., B.S., 20 januari 2014 (boek VI), 26 december 2013, B.S., 14 januari 2014 (art. XII.V in boek XII), 26 december 2013, B.S., 28 januari 2014 (boek XVII), 27 maart 2014, B.S., 29 april 2014 (boek XVIII), 2 april 2014, B.S., 28 april 2014 (boek X), 4 april 2014, B.S., 12 mei 2014 (boek XVI), 19 april 2014, B.S., 28 mei 2014 (boek VII), 19 april 2014, B.S., 12 juni 2014 (boek XI), 15 mei 2014, B.S., 30 mei 2014 (boek XIV)

    De oorspronkelijke wet van 28 februari 2013, B.S., 29 maart 2013, houdende de boeken II en VIII van het Wetboek van economisch recht, is in werking getreden op 12 december 2013 (zie art. 1 K.B. 8 december 2013, B.S., 11 december 2013). De inwerkingtreding van de latere wetten werd vastgesteld bij diverse koninklijke besluiten zoals vermeld onder de titels van de opeenvolgende boeken (I tot en met XVIII) van het Wetboek.

    Aan het Wetboek van economisch recht wordt gerefereerd als WER.

    Inhoudsopgave

    Boek I. – Definities

    Titel 1. – Algemene definities (art. i.1)

    Titel 2. – Definities eigen aan bepaalde boeken

    Hfdst. 1. – Definities eigen aan boek III (art. i.2)

    Hfdst. 2. – Definitie eigen aan boek IV (art. i.6)

    Hfdst. 3. – Definities eigen aan boek V (art. i.7)

    Hfdst. 4. – Definities eigen aan boek VI (art. i.8)

    Hfdst. 5. – Definities eigen aan boek VII (art. i.9)

    Hfdst. 5. – Definities eigen aan boek XIV (art. i.8)

    Hfdst. 6. – Definities eigen aan boek VIII (art. i.9)

    Hfdst. 7. – Definities eigen aan boek IX (art. i.10)

    Hfdst. 8. – Definities eigen aan boek X (art. i.11)

    Hfdst. 9. – Definities eigen aan boek XI (art. i.13)

    Hfdst. 10. – Definities eigen aan Boek XII (art. i.18)

    Hfdst. 12. – Definities eigen aan boek XV (art. i.20)

    Hfdst. 11. – Definities eigen aan boek XVI (art. i.19)

    Hfdst. 12. – Definitie eigen aan boek XVII (art. i.20)

    Hfdst. 13. – Definities eigen aan boek XVII (art. i.21)

    Boek II. – Algemene beginselen

    Titel 1. – Toepassingsgebied (art. ii.1)

    Titel 2. – Doelstellingen (art. ii.2)

    Titel 3. – Vrijheid van ondernemen (art. ii.3)

    Boek III. – Vrijheid van vestiging, dienstverlening en algemene verplichtingen van de ondernemingen

    Titel 1. – Vrijheid van vestiging en van dienstverlening

    Hfdst. 1. – Toepassingsgebied (art. iii.1)

    Hfdst. 2. – Vrijheid van vestiging

    Afd. 1. – Vergunningsstelsels (art. iii.2)

    Afd. 2. – Andere vereisten (art. iii.12)

    Hfdst. 3. – Vrijheid van dienstverlening (art. iii.13)

    Titel 2. – Kruispuntbank van Ondernemingen en erkende ondernemingsloketten

    Hfdst. 1. – Kruispuntbank van Ondernemingen

    Afd. 1. – Oprichting van de Kruispuntbank van Ondernemingen (art. iii.15)

    Afd. 2. – Inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (art. iii.17)

    Afd. 3. – Toekenning en gebruik van het ondernemings- en vestigingseenheidsnummer (art. iii.22)

    Afd. 4. – Toegang en gebruik van de gegevens opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen (art. iii.29)

    Afd. 5. – Realisatie van het principe van de unieke gegevensinzameling (art. iii.36)

    Afd. 6. – Inschrijving, wijziging of doorhaling van de onjuiste of ontbrekende gegevens (art. iii.38)

    Afd. 7. – Bijzondere bepalingen omtrent de werking van de Kruispuntbank van Ondernemingen (art. iii.43)

    Hfdst. 2. – Inschrijving van handels-, ambachtsondernemingen en niet-handelsondernemingen naar privaat recht

    Afd. 1. – Verplichting tot inschrijving (art. iii.49)

    Afd. 2. – Verplichting tot wijziging (art. iii.51)

    Afd. 3. – Verplichting tot doorhaling (art. iii.52)

    Afd. 4. – Gemeenschappelijke bepalingen aan de inschrijving, wijziging of doorhaling (art. iii.53)

    Hfdst. 3. – Inrichting van de ondernemingsloketten

    Afd. 1. – Instelling en taken van de ondernemingsloketten (art. iii.58)

    Afd. 2. – Erkenningsvoorwaarden voor de ondernemingsloketten (art. iii.61)

    Afd. 3. – Verplichtingen van de ondernemingsloketten (art. iii.70)

    Afd. 4. – Vergoeding van de ondernemingsloketten (art. iii.73)

    Titel 3. – Algemene verplichtingen van de ondernemingen

    Hfdst. 1. – Informatie, transparantie en niet-discriminatie

    Afd. 1. – Informatie- en transparantieverplichtingen (art. iii.74)

    Afd. 2. – Niet-discriminatie van de afnemers (art. iii.80)

    Hfdst. 2. – Boekhouding van de ondernemingen (art. iii.82)

    Boek IV. – Bescherming van de mededinging

    Titel 1. – Mededingingsregels

    Hfdst. 1. – Restrictieve mededingingspraktijken (art. iv.1)

    Hfdst. 2. – Concentraties (art. iv.6)

    Hfdst. 3. – Overheidsondernemingen (art. iv.12)

    Hfdst. 4. – Maatregelen of beslissingen door een vreemde staat (art. iv.13)

    Titel 2. – Handhaving van het mededingingsrecht

    Hfdst. 1. – De Belgische Mededingingsautoriteit

    Afd. 1. – Organisatie (art. iv.16)

    Onderafd. 1. – De voorzitter en de dienst van de voorzitter (art. iv.17)

    Onderafd. 2. – Het Mededingingscollege (art. iv.21)

    Onderafd. 3. – Het directiecomité (art. iv.23)

    Onderafd. 4. – De auditeur-generaal en het auditoraat (art. iv.26)

    Onderafd. 5. – Wraking en tucht (art. iv.32)

    Onderafd. 6. – Het beroepsgeheim en immuniteit (art. iv.34)

    Onderafd. 7. – Onverenigbaarheden (art. iv.37)

    Onderafd. 8. – De Commissie voor de Mededinging (art. iv.39)

    Afd. 2. – Procedures

    Onderafd. 1. – Onderzoeksprocedure (art. iv.41)

    Onderafd. 2. – Specifieke onderzoeksregels betreffende restrictieve mededingingspraktijken (art. iv.42)

    Onderafd. 3. – Beslissing inzake restrictieve praktijken (art. iv.45)

    Onderafd. 4. – Procedure inzake transacties (art. iv.51)

    Onderafd. 5. – Onderzoek inzake concentratie (art. iv.58)

    Onderafd. 6. – Beslissing inzake concentratie (art. iv.60)

    Onderafd. 7. – Onderzoek en beslissing tijdens een vereenvoudigde procedure bij concentraties (art. iv.63)

    Onderafd. 8. – Voorlopige maatregelen (art. iv.64)

    Onderafd. 9. – Bekendmaking en kennisgeving (art. iv.65)

    Onderafd. 10. – Samenwerking met de Europese Commissie en de mededingingsautoriteiten van de andere Lid-Staten van de Europese Unie (art. iv.67)

    Afd. 3. – Geldboeten en dwangsommen (art. iv.70)

    Hfdst. 2. – Prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Cassatie en tussenkomsten als AMICUS CURIAE (art. iv.75)

    Hfdst. 3. – Hoger beroep (art. iv.79)

    Hfdst. 4. – Overige bepalingen (art. iv.80)

    Boek V. – De mededinging en de prijsevoluties

    Titel 1. – Algemene bepalingen (art. v.1)

    Titel 2. – Prijsvaststelling van geneesmiddelen en gelijkgestelden

    Hfdst. 1. – Toepassingsgebied (art. v.9)

    Hfdst. 2. – Beslissingen tot prijsvaststelling (art. v.10)

    Boek VI. – Marktpraktijken en consumentenbescherming

    Titel 1. – Algemene principes (art. vi.1)

    Titel 2. – Informatie van de markt

    Hfdst. 1. – Algemene verplichting tot informatie van de consument (art. vi.2)

    Hfdst. 2. – Prijsaanduiding (art. vi.3)

    Hfdst. 2/1. – Afronding van het te betalen bedrag (art. vi. 7/1)

    Hfdst. 3. – Benaming, samenstelling en etikettering van goederen en diensten (art. vi.8)

    Hfdst. 4. – Aanduiding van de hoeveelheid (art. vi.11)

    Hfdst. 5. – Vergelijkende reclame (art. vi.17)

    Hfdst. 6. – Promoties inzake prijzen

    Afd. 1. – Verwijzing naar de eigen, voorheen toegepaste prijs (art. vi.18)

    Afd. 2. – Uitverkopen (art. vi.22)

    Afd. 3. – Opruimingen of solden (art. vi.25)

    Afd. 4. – Titels die recht geven op terugbetaling of prijsvermindering (art. vi.31)

    Hfdst. 7. – Diverse bepalingen (art. vi.34)

    Titel 3. – Overeenkomsten met consumenten

    Hfdst. 1. – Algemene bepalingen (art. vi.37)

    Hfdst. 2. – Overeenkomsten op afstand

    Afd. 1. – Overeenkomsten op afstand die geen betrekking hebben op financiële diensten (art. vi.45)

    Afd. 2. – Overeenkomsten op afstand met betrekking tot financiële diensten (art. vi.54)

    Afd. 3. – Aan dit hoofdstuk gemene bepalingen (art. vi.62)

    Hfdst. 3. – Buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten (art. vi.64)

    Hfdst. 4. – Openbare verkoop (art. vi.75)

    Hfdst. 5. – Gezamenlijk aanbod (art. vi.80)

    Hfdst. 6. – Onrechtmatige bedingen (art. vi.82)

    Hfdst. 7. – Bestelbon (art. vi.88)

    Hfdst. 8. – Bewijsstukken (art. vi.89)

    Hfdst. 9. – Verlenging van overeenkomsten (art. vi.91)

    Titel 4. – Verboden praktijken

    Hfdst. 1. – Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten

    Afd. 1. – Toepassingsgebied (art. vi.92)

    Afd. 2. – Oneerlijke handelspraktijken (art. vi.93)

    Afd. 3. – Misleidende handelspraktijken (art. vi.97)

    Afd. 4. – Agressieve handelspraktijken (art. vi.101)

    Hfdst. 2. – Oneerlijke marktpraktijken jegens andere personen dan consumenten (art. vi.104)

    Hfdst. 3. – Ongewenste communicaties (art. vi.110)

    Hfdst. 4. – Verkoop met verlies (art. vi.116)

    Titel 5. – Collectieve consumentenovereenkomsten (art. vi.118)

    Titel 6. – Bijzondere regels inzake geregistreerde benamingen (art. vi.124)

    Titel 7. – Slotbepalingen (art. vi.128)

    Bijlage 1. – Modelinstructies voor herroeping

    Herroepingsrecht

    1. Gevolgen van de herroeping

    2. Instructies voor het invullen van het formulier

    Bijlage 2. – Modelformulier voor herroeping

    Boek VII. – Betalings- en kredietdiensten

    Titel 1. – Algemene principes (art. vii.1)

    Titel 2. – Toepassingsgebied (art. vii.2)

    Titel 3. – Betalingsdiensten

    Hfdst. 1. – Inleidende bepaling (art. vii.4)

    Hfdst. 2. – Eenmalige betalingstransacties

    Afd. 1. – Toepassingsgebied (art. vii.5)

    Afd. 2. – Voorafgaande informatie en voorwaarden (art. vii.6)

    Afd. 3. – Informatie na betalingsopdracht en na betalingstransactie (art. vii.9)

    Hfdst. 3. – Raamcontract en de daaronder vallende afzonderlijke betalingstransacties

    Afd. 1. – Toepassingsgebied (art. vii.11)

    Afd. 2. – Raamcontract

    Onderafd. 1. – Voorafgaande informatie en voorwaarden (art. vii.12)

    Onderafd. 2. – Wijziging van de voorwaarden en opzegging van het raamcontract (art. vii.15)

    Afd. 3. – Afzonderlijke betalingstransacties

    Onderafd. 1. – Informatie vóór de uitvoering van de betalingstransactie (art. vii.17)

    Onderafd. 2. – Informatie vóór de uitvoering van de betalingstransactie (art. vii.18)

    Afd. 4. – Afwijkende bepalingen (art. vii.20)

    Hfdst. 4. – Bepalingen die gelden voor alle betalingstransacties bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 (art. vii.21)

    Hfdst. 5. – Toestaan van betalingstransacties

    Afd. 1. – Instemming met de uitvoering van betalingsopdrachten en mogelijke beperkingen van gebruik van betaalinstrumenten (art. vii.27)

    Afd. 2. – Verplichtingen met betrekking tot betaalinstrumenten (art. vii.30)

    Afd. 3. – Kennisgeving en betwisting in geval van niet-toegestane of niet correct uitgevoerde betalingstransacties (art. vii.33)

    Afd. 4. – Aansprakelijkheid in geval van niet-toegestane betalingstransacties (art. vii.35)

    Afd. 5. – Terugbetaling van door of via een begunstigde geïnitieerde betalingstransactie (art. vii.37)

    Hfdst. 6. – Uitvoeren van betalingstransacties

    Afd. 1. – Betalingsopdrachten en overgemaakte bedragen (art. vii.39)

    Afd. 2. – Uitvoeringstermijn en valutadatum (art. vii.43)

    Afd. 3. – Aansprakelijkheid in geval van onjuiste unieke identificator, niet-uitvoering of gebrekkige uitvoering (art. vii.48)

    Hfdst. 7. – Bepalingen die gelden voor alle betalingstransacties bedoeld in de hoofdstukken 5 en 6 (art. vii.54)

    Hfdst. 8. – Basisbankdienst (art. vii.57)

    Hfdst. 9. – Uitgifte en terugbetaalbaarheid van elektronisch geld en verbod op rente (art. vii.60)

    Hfdst. 10. – Gegevensbescherming (art. vii.63)

    Titel 4. – Kredietovereenkomsten

    Hfdst. 1. – Consumentenkrediet

    Afd. 1. – Kredietpromotie

    Onderafd. 1. – Reclame (art. vii.64)

    Onderafd. 2. – Leuren (art. vii.67)

    Onderafd. 3. – Promotieaanbiedingen (art. vii.68)

    Afd. 2. – Totstandkoming van de kredietovereenkomst

    Onderafd. 1. – Inlichtingen te vragen door de kredietgever en de kredietbemiddelaar (art. vii.69)

    Onderafd. 2. – Precontractuele informatie (art. vii.70)

    Onderafd. 3. – Plicht tot bijzondere informatieverstrekking van de kredietbemiddelaar (art. vii.73)

    Onderafd. 4. – Passende toelichtingen (art. vii.74)

    Onderafd. 5. – Raadgevingsverbintenissen (art. vii.75)

    Onderafd. 6. – Onderzoeksplicht (art. vii.76)

    Onderafd. 7. – Sluiten van de kredietovereenkomst (art. vii.78)

    Onderafd. 8. – Kredietweigering (art. vii.79)

    Onderafd. 9. – Bijzondere bepalingen inzake financieringshuur (art. vii.80)

    Afd. 3. – Herroepingsrecht (art. vii.83)

    Afd. 4. – Onrechtmatige bedingen

    Onderafd. 1. – Onrechtmatige betalingen (art. vii.84)

    Onderafd. 2. – Berekening van de debetintresten en veranderlijkheid van de debetrentevoet en de kosten (art. vii.86)

    Onderafd. 3. – Nevendiensten (art. vii.87)

    Onderafd. 4. – Ongeoorloofde waarborgen (art. vii.88)

    Afd. 5. – Uitvoering van de kredietovereenkomst

    Onderafd. 1. – Terbeschikkingstelling van het kredietbedrag (art. vii.90)

    Onderafd. 2. – Financiering van goederen en diensten (art. vii.91)

    Onderafd. 3. – Maximale kosten en terugbetalingstermijnen (art. vii.94)

    Onderafd. 4. – Vervroegde terugbetalingsmodaliteiten en beëindiging (art. vii.96)

    Onderafd. 5. – Rekeningafschrift (art. vii.99)

    Onderafd. 6. – Ongeoorloofde debetstand en overschrijding (art. vii.100)

    Afd. 6. – Overdracht van de kredietovereenkomst en van de vorderingen die voortvloeien uit deze overeenkomst (art. vii.102)

    Afd. 7. – Niet-uitvoering van de kredietovereenkomst (art. vii.105)

    Afd. 8. – Zekerheden (art. vii.109)

    Afd. 9. – Kredietbemiddelaars (art. vii.112)

    Afd. 10. – Schuldbemiddeling (art. vii.115)

    Afd. 11. – Verwerking van persoonsgegevens

    Onderafd. 1. – Overmaking van persoonsgegevens (art. vii.116)

    Onderafd. 2. – Verwerking van gegevens (art. vii.120)

    Hfdst. 2. – Hypothecair krediet

    Afd. 1. – Reclame en Kosten (art. vii.123)

    Afd. 2. – Algemene bepalingen (art. vii.125)

    Afd. 3. – De kredietovereenkomst (art. vii.133)

    Afd. 4. – Betalingsfaciliteiten (art. vii.147)

    Hfdst. 3. – Centrale voor Kredieten aan Particulieren

    Afd. 1. – Registratie (art. vii.148)

    Afd. 2. – Mededeling en raadpleging van gegevens (art. vii.149)

    Afd. 3. – Diverse bepalingen (art. vii.155)

    Hfdst. 4. – Toegang tot de activiteit van de kredietgevers en de kredietbemiddelaars (art. vii.158)

    Afd. 1. – Kredietgevers (art. vii.159)

    Afd. 2. – Kredietgevers naar Belgisch recht

    Onderafd. 1. – Vergunningsvoorwaarden (art. vii.160)

    Onderafd. 2. – Bedrijfsuitoefeningsvoorwaarden (art. vii.166)

    Afd. 3. – Kredietgevers naar buitenlands recht

    Onderafd. 1. – Bepaalde gereglementeerde financiële ondernemingen die ressorteren onder het recht van een andere Lid-Staat (art. vii.174)

    Onderafd. 2. – Andere kredietgevers naar buitenlands recht (art. vii.176)

    Afd. 4. – Kredietbemiddelaars (art. vii.177)

    Afd. 5. – Bemiddelaars inzake hypothecair krediet

    Onderafd. 1. – Algemene bepalingen (art. vii.180)

    Onderafd. 2. – Inschrijvingsvoorwaarden (art. vii.181)

    Onderafd. 3. – Inschrijvingsprocedure (art. vii.182)

    Onderafd. 4. – Vrijheid van vestiging en vrijheid van dienstverrichting (art. vii.183)

    Afd. 6. – Bemiddelaars inzake consumentenkrediet

    Onderafd. 1. – Algemene bepalingen (art. vii.184)

    Onderafd. 2. – Inschrijvingsvoorwaarden (art. vii.186)

    Onderafd. 3. – Inschrijvingsprocedure (art. vii.188)

    Titel 5. – Burgerlijke sancties

    Hfdst. 1. – Betalingsdiensten (art. vii.189)

    Hfdst. 2. – Consumentenkrediet (art. vii.194)

    Hfdst. 3. – Hypothecair krediet (art. vii.209)

    Hfdst. 4. – Gemeenschappelijke bepalingen (art. vii.215)

    Titel 6. – Buitengerechtelijke regeling van consumentengeschillen (art. vii.216)

    Titel 7. – Slotbepalingen (art. vii.217)

    Boek VIII. – Kwaliteit van producten en diensten

    Titel 1. – Normalisatie

    Hfdst. 1. – Algemene bepalingen (art. viii.1)

    Hfdst. 2. – Het Bureau voor Normalisatie (art. viii.3)

    Hfdst. 3. – De Hoge Raad voor Normalisatie (art. viii.19)

    Titel 2. – Accreditatie van instellingen voor de conformiteitsbeoordeling (art. viii.30)

    Titel 3. – Meeteenheden, de meetstandaarden en de meetinstrumenten

    Hfdst. 1. – Wettelijke eenheden

    Afd. 1. – Algemeenheden (art. viii.33)

    Afd. 2. – Meeteenheden van het internationaal stelsel (art. viii.34)

    Afd. 3. – Meeteenheden die niet behoren tot het internationaal stelsel (art. viii.36)

    Afd. 4. – Tabel van de wettelijke meeteenheden (art. viii.37)

    Afd. 5. – Aanpassing van de wetgeving aan het internationaal stelsel (art. viii.38)

    Afd. 6. – Gebruik van de meeteenheden (art. viii.39)

    Afd. 7. – Standaarden en regels (art. viii.40)

    Hfdst. 2. – Meetinstrumenten

    Afd. 1. – Gebruiksregelen (art. viii.43)

    Afd. 2. – Ijking van de meetinstrumenten (art. viii.47)

    Hfdst. 3. – Gemeenschappelijke bepalingen (art. viii.55)

    Boek IX. – Veiligheid van producten en diensten

    Hfdst. 1. – Algemene veiligheidsverplichting (art. ix.1)

    Hfdst. 2. – Informatie- en adviesstructuren (art. ix.12)

    Boek X. – Handelsagentuurovereenkomsten, commerciële samenwerkingsovereenkomsten en verkoopconcessies

    Titel 1. – Handelsagentuurovereenkomsten (art. x.1)

    Titel 2. – Precontractuele informatie in het kader van commerciële samenwerkingsovereenkomsten (art. x.26)

    Titel 3. – Eenzijdige beëindiging van voor onbepaalde tijd verleende concessies van alleenverkoop (art. x.35)

    Boek XI. – Intellectuele eigendom

    Titel 1. – Uitvindingsoctrooien

    Hfdst. 1. – Algemeenheden (art. xi.1)

    Hfdst. 2. – Het uitvindingsoctrooi

    Afd. 1. – Algemene bepalingen (art. xi.3)

    Afd. 2. – Het recht om een uitvindingsoctrooi te bekomen (art. xi.9)

    Afd. 3. – De aflevering van het uitvindingsoctrooi (art. xi.14)

    Afd. 4. – Rechten en verplichtingen verbonden aan het uitvindingsoctrooi en aan de aanvraag ervan (art. xi.28)

    Afd. 5. – Het octrooi en de octrooiaanvraag als deel van het vermogen (art. xi.49)

    Afd. 6. – Nietigheid, afstand en herroeping van het uitvindingsoctrooi (art. xi.55)

    Afd. 7. – Bescherming van de door het uitvindingsoctrooi verleende rechten (art. xi.60)

    Hfdst. 3. – Vertegenwoordiging voor de Dienst (art. xi.62)

    Hfdst. 4. – Diverse bepalingen (art. xi.77)

    Hfdst. 5. – Europese octrooien (art. xi.82)

    Hfdst. 6. – Internationale aanvragen (art. xi.91)

    Titel 2. – Aanvullende beschermingscertificaten

    Hfdst. 1. – Verlening en verlenging van de duur van het certificaat (art. xi.92)

    Hfdst. 2. – Taksen en vergoedingen (art. xi.100)

    Hfdst. 3. – Herstel (art. xi.102)

    Titel 3. – Kwekersrecht

    Hfdst. 1. – Materieel recht

    Afd. 1. – Voorwaarden inzake de verlening van het kwekersrecht (art. xi.104)

    Afd. 2. – Rechthebbenden of rechtverkrijgenden (art. xi.111)

    Afd. 3. – Rechtsgevolgen van het kwekersrecht (art. xi.113)

    Afd. 4. – Duur en beëindiging van het kwekersrecht (art. xi.120)

    Afd. 5. – Het kwekersrecht als deel van het vermogen (art. xi.124)

    Hfdst. 2. – De Raad en de Commissie (art. xi.127)

    Hfdst. 3. – De procedure voor de Dienst

    Afd. 1. – Partijen in de procedure en gemachtigden (art. xi.129)

    Afd. 2. – De aanvraag (art. xi.131)

    Afd. 3. – Het onderzoek (art. xi.135)

    Afd. 4. – Beslissingen (art. xi.141)

    Afd. 5. – Instandhouding van het kwekersrecht (art. xi.144)

    Afd. 6. – Overige procedurevoorschriften (art. xi.148)

    Afd. 7. – Vergoedingen en taksen (art. xi.150)

    Afd. 8. – Bijhouden van het register (art. xi.152)

    Hfdst. 4. – Handhaving van de rechten

    Afd. 1. – Namaak (art. xi.155)

    Afd. 2. – Opeising van het kwekersrecht en identificatie van een ras (art. xi.159)

    Afd. 3. – Verjaring (art. xi.162)

    Titel 4. – Merken en tekeningen of modellen (art. xi.163)

    Titel 5. – Auteursrecht en naburige rechten

    Hfdst. 1. – Algemeenheden (art. xi.164)

    Hfdst. 2. – Auteursrecht

    Afd. 1. – Auteursrecht in het algemeen (art. xi.165)

    Afd. 2. – Bijzondere bepalingen betreffende de werken van letterkunde (art. xi.172)

    Afd. 3. – Bijzondere bepalingen betreffende de werken van grafische of beeldende kunst (art. xi.173)

    Afd. 4. – Bijzondere bepalingen betreffende de audiovisuele werken (art. xi.179)

    Afd. 5. – Bijzondere bepalingen betreffende databanken (art. xi.186)

    Afd. 6. – Uitzonderingen op de vermogensrechten van de auteur (art. xi.189)

    Afd. 7. – Gemeenschappelijke bepaling betreffende de geluidswerken en audiovisuele werken (art. xi.194)

    Afd. 8. – Het uitgavecontract (art. xi.195)

    Afd. 9. – Het opvoeringscontract (art. xi.201)

    Hfdst. 3. – Naburige rechten

    Afd. 1. – Algemene bepaling (art. xi.203)

    Afd. 2. – Bepalingen betreffende de uitvoerende kunstenaars (art. xi.204)

    Afd. 3. – Gemeenschappelijke bepalingen betreffende de producenten van fonogrammen en van de eerste vastleggingen van films (art. xi.209)

    Afd. 4. – Bepaling betreffende de verhuring van fonogrammen en van de eerste vastleggingen van films (art. xi.211)

    Afd. 5. – Gemeenschappelijke bepalingen betreffende de uitvoerende kunstenaars en de producenten (art. xi.212)

    Afd. 6. – Bepalingen betreffende de omroeporganisaties (art. xi.215)

    Afd. 7. – Gemeenschappelijke bepalingen voor de afdelingen 1 tot 6 (art. xi.217)

    Hfdst. 4. – Mededeling aan het publiek per satelliet en doorgifte via de kabel

    Afd. 1. – Mededeling aan het publiek per satelliet (art. xi.220)

    Afd. 2. – Doorgifte via de kabel (art. xi.223)

    Hfdst. 5. – Het kopiëren voor eigen gebruik van werken en prestaties (art. xi.229)

    Hfdst. 6. – De reproductie op papier of op soortgelijke drager van werken voor privégebruik of ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek (art. xi.235)

    Hfdst. 7. – De reproductie en/of de mededeling van werken of prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek (art. xi.240)

    Hfdst. 8. – Bepalingen inzake openbare uitlening (art. xi.243)

    Hfdst. 8/1. – Bepalingen inzake verweesde werken (art. xi.245/1)

    Hfdst. 9. – Vennootschappen voor het beheer van de rechten (art. xi.246)

    Hfdst. 10. – Transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten

    Afd. 1. – Regulering van het auteursrecht en de naburige rechten (art. xi.274)

    Afd. 2. – De Controledienst van de beheersvennootschappen (art. xi.279)

    Afd. 3. – Economische analyse van het auteursrecht en de naburige rechten (art. xi.284)

    Afd. 4. – Bepalingen gemeenschappelijk aan de afdelingen 1 tot 3 (art. xi.286)

    Hfdst. 11. – Toepassingsgebied (art. xi.289)

    Hfdst. 12. – Rechtsbescherming van technische voorzieningen en informatie betreffende het beheer van rechten (art. xi.291)

    Hfdst. 13. – Namaak (art. xi.293)

    Titel 6. – Computerprogramma's (art. xi.294)

    Titel 7. – Databanken

    Hfdst. 1. – Begrippen en toepassingsgebied (art. xi.305)

    Hfdst. 2. – Rechten van de producenten van databanken (art. xi.307)

    Hfdst. 3. – Uitzonderingen op het recht van de producenten van databanken (art. xi.310)

    Hfdst. 4. – Rechten en verplichtingen van de rechtmatige gebruikers (art. xi.311)

    Hfdst. 5. – Beschermingsgerechtigden (art. xi.315)

    Hfdst. 6. – Rechtsbescherming van technische voorzieningen en van informatie betreffende het beheer van rechten (art. xi.316)

    Hfdst. 7. – Namaak (art. xi.318)

    Titel 8. – Topografieën van halfgeleiderproducten

    Hfdst. 1. – Het exclusief recht op een topografie van een halfgeleiderproduct

    Afd. 1. – Het voorwerp en de houder van het exclusief recht (art. xi.319)

    Afd. 2. – Voorwaarden op het stuk van nationaliteit, verblijf of vestiging (art. xi.324)

    Afd. 3. – De duur en het verstrijken van het exclusief recht (art. xi.327)

    Hfdst. 2. – De beperkingen van het exclusief recht op een topografie van een halfgeleiderproduct (art. xi.328)

    Titel 9. – Burgerrechtelijke aspecten van de bescherming van intellectuele eigendomsrechten

    Hfdst. 1. – Algemeenheden (art. xi.333)

    Hfdst. 2. – Staking van de inbreuk en andere maatregelen (art. xi.334)

    Hfdst. 3. – Vergoeding van de schade geleden door de namaak (art. xi.335)

    Hfdst. 4. – Vordering betreffende de toepassing van technische voorzieningen in het kader van het auteursrecht, de naburige rechten en het recht van de producenten van databanken (art. xi.336)

    Titel 10. – Aspecten van gerechtelijk recht van de bescherming van intellectuele eigendomsrechten

    Hfdst. 1. – Bevoegdheid inzake uitvindingsoctrooien en aanvullende beschermingscertificaten (art. xi.337)

    Hfdst. 2. – Bevoegdheid inzake kwekersrechten (art. xi.339)

    Hfdst. 3. – Bevoegdheid inzake de transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten (art. xi.340)

    Hfdst. 4. – Bevoegdheid inzake topografieën van halfgeleiderproducten (art. xi.342)

    Hfdst. 5. – Gemeenschappelijke bepaling (art. xi.343)

    Boek XII. – Recht van de elektronische economie

    Titel 1. – Bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij

    Hfdst. 1. – Voorafgaande bepalingen (art. xii.1)

    Hfdst. 2. – Grondbeginselen

    Afd. 1. – Het beginsel van vrijheid van vestiging (art. xii.2)

    Afd. 2. – Het beginsel van vrij verrichten van diensten (art. xii.3)

    Afd. 3. – Afwijkingen van het beginsel van het vrij verrichten van diensten (art. xii.4)

    Hfdst. 3. – Informatie en doorzichtigheid (art. xii.6)

    Hfdst. 4. – Reclame (art. xii.12)

    Hfdst. 5. – Langs elektronische weg gesloten contracten (art. xii.15)

    Hfdst. 6. – Aansprakelijkheid van dienstverleners die als tussenpersoon optreden

    Afd. 1. – «Mere conduit» (doorgeefluik) (art. xii.17)

    Afd. 2. – Opslag in de vorm van tijdelijke kopiëring van gegevens (art. xii.18)

    Afd. 3. – Hosting (host-diensten) (art. xii.19)

    Afd. 4. – Toezichtverplichtingen (art. xii.20)

    Hfdst. 7. – De juridische bescherming van diensten van de informatiemaatschappij gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang. (art. xii.21)

    Hfdst. 8. – Het registreren van domeinnamen (art. xii.22)

    Boek XIII. – Overleg

    Titel 1. – De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven Algemene organisatie (art. xiii.1)

    Titel 2. – Bijzondere raadgevende commissies

    Hfdst. 1. – Oprichting (art. xiii.6)

    Hfdst. 2. – Samenstelling en werking (art. xiii.7)

    Hfdst. 3. – Integratie van bestaande raadgevende commissies (art. xiii.17)

    Hfdst. 4. – Door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven ingerichte bijzondere raadgevende commissies (art. xiii.18)

    Hfdst. 5. – Bijzondere bepalingen

    Afd. 1. – Behandeling van de adviesaanvraag (art. xiii.20)

    Afd. 2. – Verhouding tussen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de bijzondere raadgevende commissies (art. xiii.21)

    Afd. 3. – Bepalingen inzake het secretariaat en het personeel (art. xiii.22)

    Boek XIV. – Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende beoefenaars van een vrij beroep

    Titel 1. – Algemene principes (art. xiv.1)

    Titel 2. – Informatie aan de consument

    Hfdst. 1. – Algemene verplichting tot informatie aan de consument (art. xiv.2)

    Hfdst. 2. – Prijsaanduiding (art. xiv.4)

    Hfdst. 2/1. – Afronding van het te betalen bedrag (art. xiv. 8/1)

    Hfdst. 3. – Vergelijkende reclame (art. xiv.9)

    Hfdst. 4. – Promoties inzake prijzen

    Afd. 1. – Verwijzing naar de eigen, voorheen toegepaste prijs (art. xiv.10)

    Afd. 2. – Titels die recht geven op terugbetaling of prijsvermindering (art. xiv.14)

    Hfdst. 5. – Diverse bepalingen (art. xiv.17)

    Titel 3. – Overeenkomsten met consumenten

    Hfdst. 1. – Algemene bepalingen (art. xiv.18)

    Hfdst. 2. – Overeenkomsten op afstand (art. xiv.26)

    Hfdst. 3. – Buiten de gebruikelijke plaats van beroepsuitoefening gesloten overeenkomsten (art. xiv.38)

    Hfdst. 4. – Gezamenlijk aanbod (art. xiv.48)

    Hfdst. 5. – Onrechtmatige bedingen (art. xiv.49)

    Hfdst. 7. – Bestelbon (art. xiv.55)

    Hfdst. 8. – Bewijsstukken (art. xiv.56)

    Hfdst. 9. – Verlenging van dienstenovereenkomsten (art. xiv.58)

    Titel 4. – Verboden praktijken

    Hfdst. 1. – Oneerlijke beroepspraktijken jegens consumenten

    Afd. 1. – Toepassingsgebied (art. xiv.59)

    Afd. 2. – Oneerlijke beroepspraktijken (art. xiv.60)

    Afd. 3. – Misleidende beroepspraktijken (art. xiv.64)

    Afd. 4. – Agressieve beroepspraktijken (art. xiv.68)

    Hfdst. 2. – Oneerlijke beroepspraktijken jegens andere personen dan consumenten (art. xiv.71)

    Hfdst. 3. – Ongewenste communicaties (art. xiv.77)

    Titel 5. – Slotbepalingen (art. xiv.83)

    Bijlage 1. – Modelinstructies voor herroeping

    Bijlage 2. – Modelformulier voor herroeping

    Boek XV. – Rechtshandhaving

    Titel 1. – De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken

    Hfdst. 1. – Algemene bevoegdheden (art. xv.1)

    Hfdst. 2. – Bijzondere bevoegdheden

    Afd. 1. – De bijzondere bevoegdheden inzake opsporing en vaststelling van inbreuken op boek VI (art. xv.11)

    Afd. 2. – De bijzondere bevoegdheden inzake opsporing en vaststelling van inbreuken op boek VII

    Onderafd. 1. – Algemene bepalingen (art. xv.17)

    Onderafd. 2. – De bevoegdheden van de FSMA (art. xv.18/1)

    Afd. 3. – De bijzondere bevoegdheden voor de toepassing van Boek IX (art. xv.19)

    Afd. 4. – De bijzondere bevoegdheden voor de toepassing van boek XI

    Onderafd. 1. – Bestrijding van namaak en piraterij (art. xv.21)

    Onderafd. 2. – Collectief beheer van het auteursrecht en naburige rechten en transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten (art. xv.25/4)

    Afd. 6. – De bijzondere bevoegdheden inzake opsporing en vaststelling van inbreuken op boek XIV (art. xv.27)

    Afd. 7. – De bijzondere bevoegdheden inzake opsporing en vaststelling van inbreuken op boek XVIII (art. xv.28)

    Afd. 8. – De bijzondere bevoegdheid van het openbaar ministerie en de onderzoeksrechter (art. xv.30)

    Hfdst. 3. – Waarschuwings- en openbaarmakingsprocedures

    Afd. 1. – Algemene bepalingen (art. xv.31)

    Afd. 2. – Transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten (art. xv.31/1)

    Hfdst. 3/1. – Bevel en en dwangsomprocedures (art. xv.31/3)

    Hfdst. 4. – Coördinatie en opvolging tussen verschillende overheidsdiensten

    Afd. 1. – Algemeen (art. xv.32)

    Afd. 2. – Coördinatie en opvolging van de acties in het kader van titel 1 van boek III

    Onderafd. 1. – Toepassingsgebied (art. xv.35)

    Onderafd. 2. – Principes (art. xv.36)

    Onderafd. 3. – Bescherming van persoonsgegevens (art. xv.49)

    Afd. 2/1. – Informatieverstrekking aan de FSMA in het kader van boek VII, titel 4, hoofdstuk 4 (art. xv.57/1)

    Afd. 3. – Bestrijding tegen namaak en piraterij (art. xv.58)

    Titel 2. – De bestuurlijke handhaving

    Hfdst. 1. – De transactie

    Afd. 1. – Algemene bepalingen (art. xv.61)

    Afd. 2. – Bepalingen betreffende boek XI

    Onderafd. 1. – Bestrijding tegen namaak en piraterij (art. xv.62)

    Onderafd. 2. – Collectief beheer van het auteursrecht en de naburige rechten (art. xv.62/1)

    Hfdst. 2. – De bestuurlijke sancties

    Afd. 1. – Bestuurlijke sancties in het kader van boek III (art. xv.63)

    Afd. 3. – Bestuurlijke sancties inzake het auteursrecht en de naburige rechten (art. xv.66/1)

    Hfdst. 3. – Schrapping en andere herstelmaatregelen in het kader van boek VII, titel 4, hoofdstuk 4

    Afd. 1. – Schrapping en andere herstelmaatregelen toepasselijk op kredietgevers en kredietbemiddelaars naar Belgisch recht (art. xv.67)

    Afd. 2. – Schrapping en andere herstelmaatregelen van toepassing op kredietgevers naar buitenlands recht (art. xv.67/3)

    Afd. 3. – Schrapping en andere herstelmaatregelen van toepassing op bemiddelaars inzake hypothecair krediet naar buitenlands recht (art. xv.68)

    Titel 3. – De strafrechtelijke handhaving van dit Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten

    Hfdst. 1. – Algemene bepalingen (art. xv.69)

    Hfdst. 2. – De strafrechtelijk gesanctioneerde inbreuken

    Afd. 1. – De straffen voor de inbreuken op boek III (art. xv.75)

    Afd. 2. – De straffen voor de inbreuken op Boek IV (art. xv.80)

    Afd. 3. – De straffen voor de inbreuken op Boek V (art. xv.81)

    Afd. 4. – De straffen voor de inbreuken op boek VI (art. xv.83)

    Afd. 5. – De straffen voor de inbreuken op boek VII (art. xv.87)

    Afd. 6. – De straffen voor de inbreuken op Boek VIII (art. xv.99)

    Afd. 7. – De straffen voor de inbreuken op Boek IX (art. xv.102)

    Afd. 8. – De straffen voor inbreuken op boek XI

    Onderafd. I. – Bestrijding van namaak en piraterij (art. xv.103)

    Onderafd. 2. – Collectief beheer van het auteursrecht en de naburige rechten (art. xv.112)

    Afd. 9. – De straffen voor de inbreuken op Boek XII (art. xv.118)

    Afd. 10. – De straffen voor de inbreuken op boek XIV (art. xv.124)

    Afd. 11. – De straffen voor de inbreuken op boek XVI (art. xv.127)

    Afd. 11/1. – De straffen voor de inbreuken op boek XVII (art. xv.125/1)

    Afd. 11/2. – De straffen voor de inbreuken op boek XVIII (art. xv.125/24)

    Afd. 12. – Belemmering van toezicht (art. xv.126)

    Hfdst. 3. – Bijkomende straffen

    Afd. 1. – Definitief of tijdelijk verbod om gereglementeerde verrichtingen uit te oefenen (art. xv.127)

    Afd. 2. – Verbeurdverklaring (art. xv.130)

    Afd. 3. – De aanplakking van het vonnis of arrest (art. xv.131)

    Afd. 4. – Gehele of gedeeltelijke sluiting (art. xv.131/1)

    Afd. 5. – Beslag op de ontvangsten (art. xv.131/2)

    Boek XVI. – Buitengerechtelijke regeling van consumentengeschillen

    Titel 1. – Algemene bepaling (art. xvi.1)

    Titel 2. – De behandeling van klachten door de ondernemingen (art. xvi.2)

    Titel 3. – De Consumentenombudsdienst

    Hfdst. 1. – Oprichting en opdrachten (art. xvi.5)

    Hfdst. 2. – Werking (art. xvi.8)

    Hfdst. 3. – Bevoegdheden

    Afd. 1. – Informatie (art. xvi.13)

    Afd. 2. – De buitengerechtelijke regeling van consumentengeschillen

    Onderafd. 1. – De ontvangst van de aanvragen (art. xvi.15)

    Onderafd. 2. – Behandeling van consumentengeschillen (art. xvi.16)

    Hfdst. 4. – De personeelsleden van de Consumentenombudsdienst (art. xvi.22)

    Titel 4. – De gekwalificeerde entiteiten voor buitengerechtelijke regeling van consumentengeschillen (art. xvi.24)

    Boek XVII. – Bijzondere rechtsprocedures

    Titel 1. – Vordering tot staking

    Hfdst. 1. – Algemene bepalingen (art.xvii. 1)

    Hfdst. 2. – Titularissen van de vordering tot staking (art. xvii.7)

    Hfdst. 3. – Bijzondere bepalingen eigen aan boek VI (art. xvii.9)

    Hfdst. 4. – Bijzondere bepalingen eigen aan boek XI

    Afd. 1. – Vordering tot staking in geval van inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht (art. xvii.14)

    Afd. 2. – Vordering tot staking inzake de controle van de vennootschappen voor het beheer van de auteursrechten en de naburige rechten (art. xvii.21)

    Hfdst. 5. – Bijzondere bepalingen eigen aan boek XII (art. xvii.22)

    Hfdst. 5/1. – Bijzondere bepalingen eigen aan boek XIV (art. xvii.25/1)

    Hfdst. 6. – Intracommunautaire vordering tot staking op het gebied van de bescherming van de consumentenbelangen (art. xvii.26)

    Titel 2. – De rechtsvordering tot collectief herstel

    Hfdst. 1. – Algemene bepalingen

    Afd. 1. – Bevoegdheid van de hoven en rechtbanken te Brussel (art. xvii.35)

    Afd. 2. – Ontvankelijkheidsvoorwaarden (art. xvii.36)

    Afd. 3. – Samenstelling van de groep (art. xvii.38)

    Afd. 4. – De groepsvertegenwoordiger (art. xvii.39)

    Hfdst. 2. – De procedure

    Afd. 1. – De ontvankelijkheidsfase (art. xvii.42)

    Afd. 2. – De onderhandeling van een akkoord tot collectief herstel (art. xvii.45)

    Afd. 3. – De homologatie van het akkoord tot collectief herstel (art. xvii.49)

    Afd. 4. – Beslissing ten gronde (art. xvii.52)

    Afd. 5. – De uitvoering van het gehomologeerde akkoord of van de beslissing ten gronde (art. xvii.57)

    Hfdst. 3. – Verjaring, tussengeschillen en verband met andere procedures

    Afd. 1. – Verjaring (art. xvii.63)

    Afd. 2. – Tussengeschillen (art. xvii.64)

    Afd. 3. – Verband met andere procedures (art. xvii.67)

    Boek XVIII. – Maatregelen voor crisisbeheer

    Titel 1. – Reglementering in crisistijd (art. xviii.1)

    Titel 2. – Opeising in crisistijd (art. xviii.2)

    Titel 3. – Gemeenschappelijke bepalingen (art. xviii.3)

    Boek I - Definities

    ¹[Titel 1 - Algemene definities]¹

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. Opschrift ingevoegd bij art. 2 wet 7 november 2013, B.S. 29 november 2013, inwerkingtreding: 12 december 2013 (art. 5 K.B. 8 december 2013, B.S. 11 december 2013)

    ¹[Art. I.1.

    Behoudens andersluidende bepaling in titel 2, wordt voor de toepassing van dit Wetboek verstaan onder:

    1° onderneming: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen;

    2° consument: iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen;

    3° minister: de minister bevoegd voor Economie;

    4° producten: goederen en diensten, onroerende goederen, rechten en verplichtingen;

    5° dienst: elke prestatie verricht door een onderneming in het kader van haar professionele activiteit of in uitvoering van haar statutair doel;

    6° goederen: de lichamelijke roerende zaken;

    7° gedragscode: een overeenkomst of een aantal niet bij wettelijke, reglementaire of bestuursrechtelijke bepalingen voorgeschreven regels waarin wordt vastgesteld hoe ondernemingen die zich aan de code binden, zich moeten gedragen met betrekking tot een of meer handelspraktijken of bedrijfssectoren;

    8° Lid-Staat: een Lid-Staat van de Europese Unie of in zoverre het akkoord over de Europese Economische Ruimte het voorziet, een Staat die dit akkoord heeft ondertekend;

    9° werkdagen: het geheel van alle kalenderdagen met uitsluiting van de zondagen en wettelijke feestdagen. Als een termijn, uitgedrukt in werkdagen, op een zaterdag afloopt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag;

    10° adres: een geografisch adres en, in voorkomend geval, het elektronisch adres;

    11° elektronisch adres: een geheel van elektronische gegevens waarmee een persoon elektronisch kan gecontacteerd worden;

    12° geografisch adres: het geheel van geografische gegevens omvattend, in voorkomend geval, het huisnummer, de straat, de postcode en de gemeente waar een persoon een vestiging heeft of gecontacteerd kan worden;

    13° FOD Economie: de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie.

    Het eerste lid, 1°, 4°, 5° en 8°, is niet van toepassing op Boek XI.

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. – Ingevoegd bij art. 2 wet 7 november 2013, B.S. 29 november 2013, inwerkingtreding: 12 december 2013 (art. 5 K.B. 8 december 2013, B.S. 11 december 2013)

    Titel 2 - Definities eigen aan bepaalde boeken

    ¹[Hoofdstuk 1 - Definities eigen aan boek III]¹

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. Opschrift ingevoegd bij art. 2 wet 17 juli 2013, B.S. 14 augustus 2013, inwerkingtreding: 9 mei 2014 (art. 1 K.B. 26 maart 2014, B.S. 28 april 2014)

    ¹[Art. I.2.

    Voor de toepassing van boek III gelden de volgende definities:

    1° Kruispuntbank van Ondernemingen: register, opgericht binnen de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, die belast is met de opdrachten bedoeld in artikel III.15;

    2° bevoegde autoriteit: elke autoriteit of instantie die een toezichthoudende of regelgevende rol vervult ten aanzien van dienstenactiviteiten; met name de administratieve autoriteiten, met inbegrip van de rechtbanken die in die hoedanigheid optreden, de beroepsorden of andere professionele organen die in het kader van hun juridische autonomie de toegang tot de dienstenactiviteiten of de uitoefening ervan collectief regelen;

    3° dienstverrichter: iedere natuurlijke persoon onderdaan van een Lid-Staat of rechtspersoon in de zin van artikel 54 van het VWEU, gevestigd in een Lid-Staat die een dienst aanbiedt of verricht;

    4° vergunningstelsel: elke procedure die voor een dienstverrichter of voor een afnemer de verplichting inhoudt bij een bevoegde autoriteit stappen te ondernemen ter verkrijging van een formele of stilzwijgende beslissing over de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit;

    5° dienst: elke economische activiteit, anders dan in loondienst, die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt, bedoeld in artikel 57 van het VWEU;

    6° vestiging: de daadwerkelijke uitoefening van een economische activiteit, zoals bedoeld in artikel 49 van het VWEU, door de dienstverrichter voor onbepaalde tijd en vanuit een duurzame infrastructuur van waaruit daadwerkelijk diensten worden verricht;

    7° afnemer: iedere natuurlijke persoon die onderdaan is van een Lid-Staat of die rechten heeft die hem door communautaire besluiten zijn verleend, of iedere rechtspersoon in de zin van artikel 54 van het VWEU die in een Lid-Staat is gevestigd en, al dan niet voor beroepsdoeleinden, van een dienst gebruik maakt of wil maken;

    8° gereglementeerd beroep: een beroepswerkzaamheid of een geheel van beroepswerkzaamheden waartoe de toegang of waarvan de uitoefening of één van de wijzen van uitoefening krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties; met name het voeren van een beroepstitel die door wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen beperkt is tot personen die een specifieke beroepskwalificatie bezitten, geldt als een wijze van uitoefening;

    9° ambachtsonderneming: de onderneming opgericht door een private persoon die over een vestigingseenheid beschikt in België en er gewoonlijk, krachtens een overeenkomst tot verstrekking van diensten, hoofdzakelijk materiële prestaties levert, voor zover daarmee geen leveringen van waren dan wel slechts toevallige leveringen van waren gepaard gaan en aldus vermoed wordt de hoedanigheid van «ambachtsman» te hebben;

    10° handelsonderneming: elke persoon, die over een vestigingseenheid beschikt in België en er daden van koophandel uitoefent, zoals beschreven in het Wetboek van koophandel en die aldus wordt vermoed de hoedanigheid van «handelaar» te hebben;

    11° niet-handelsonderneming naar privaat recht: elke onderneming van privaat recht, bedoeld in artikel III.16, § 1, 1°, 3°, 4° of 5°, die een vestigingseenheid in België heeft maar die niet de hoedanigheid van handels- of ambachtsonderneming heeft;

    12° vereiste: elke verplichting, verbodsbepaling, voorwaarde of beperking uit hoofde van de wet, het reglement of administratieve bepalingen of voortvloeiend uit de rechtspraak, de administratieve praktijk, de regels van beroepsorden of de collectieve regels van beroepsverenigingen of andere beroepsorganisaties, die deze in het kader van de hun toegekende juridische bevoegdheden hebben vastgesteld;

    13° ondernemingsloket: de instelling die erkend is in uitvoering van boek III, titel 2, hoofdstuk 3 en belast is met taken van openbare dienst of van algemeen belang bedoeld in deze titel 2;

    14° handelsregister: deelverzameling van de Kruispuntbank van Ondernemingen die de gegevens omvat van de in de Kruispuntbank van Ondernemingen geregistreerde handels- en ambachtsondernemingen;

    15° rechtspersonenregister: deelverzameling van de Kruispuntbank van Ondernemingen omvattende de gegevens van de in de Kruispuntbank van Ondernemingen geregistreerde rechtspersonen;

    16° vestigingseenheid: een plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een adres, waar ten minste een activiteit van de onderneming wordt uitgeoefend of van waaruit de activiteit wordt uitgeoefend.

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. – Ingevoegd bij art. 2 wet 17 juli 2013, B.S. 14 augustus 2013, inwerkingtreding: 9 mei 2014 (art. 1 K.B. 26 maart 2014, B.S. 28 april 2014)

    ¹[Art. I.3.

    Voor de toepassing van boek III, titel 1, gelden de volgende definities:

    1° dwingende redenen van algemeen belang: redenen zoals in het bijzonder de openbare orde, de openbare veiligheid, de staatsveiligheid, de volksgezondheid, de handhaving van het financiële evenwicht van het sociale zekerheidsstelsel, de bescherming van consumenten, afnemers van diensten en werknemers, de eerlijkheid van handelstransacties, de fraudebestrijding, de bescherming van het milieu en het stedelijke milieu, dierenwelzijn, de intellectuele eigendom, het behoud van het nationaal historisch en artistiek erfgoed en doelstellingen van het sociaal beleid en het cultuurbeleid;

    2° beroepsaansprakelijkheidsverzekering: een door de dienstverrichter afgesloten verzekering ter dekking, jegens afnemers en, in voorkomend geval, derden, van zijn eventuele aansprakelijkheid in het geval van schade voortvloeiend uit de verrichting van de dienst;

    3° arbeidsrecht: alle wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen betreffende de arbeids- en tewerkstellingsvoorwaarden met inbegrip van het welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk en de daarmee gepaard gaande organisatorische structuren, alsook de controles en de sancties die daarop betrekking hebben en ook de relaties tussen de sociale partners, zoals het recht om collectieve arbeidsovereenkomsten te onderhandelen en deze te sluiten en toe te passen en het recht om te staken en vakbondsacties te voeren;

    4° Lid-Staat van vestiging: de Lid-Staat op wiens grondgebied de betrokken dienstverrichter is gevestigd;

    5° recht van sociale zekerheid: alle wets-, verordenings- en sectorale bepalingen betreffende de inning van de bijdragen en de organisatie en toekenning van de sociale uitkeringen waarop de sociaal verzekerden recht hebben en die tot doel hebben een al dan niet beroepsgebonden inkomen toe te kennen, te vervangen of aan te vullen, om ze te vrijwaren tegen de gevolgen van de sociale risico's die gedekt worden in de reglementeringen betreffende de verzekeringsplicht voor werknemers en zelfstandigen, geneeskundige verzorging en uitkeringen, arbeidsongevallen en beroepsziekten, pensioenen, gezinsbijslag, werkloosheid, jaarlijkse vakantie, tegemoetkomingen voor personen met een handicap;

    6° federale coördinator: de natuurlijke persoon benoemd binnen de FOD Economie, om in het kader van de administratieve samenwerking, bepaald in de artikelen XV.35 tot XV.48, het aanspreekpunt te zijn tussen de Europese Commissie en de bevoegde autoriteiten bedoeld in artikel I.2, 2°.

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. – Ingevoegd bij art. 2 wet 17 juli 2013, B.S. 14 augustus 2013, inwerkingtreding: 9 mei 2014 (art. 1 K.B. 26 maart 2014, B.S. 28 april 2014)

    ¹[Art. I.4.

    Voor de toepassing van boek III, titel 2 gelden de volgende definities:

    1° onderneming: elke entiteit die zich dient in te schrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen krachtens artikel III.16;

    2° dienst: openbare dienst, instelling, natuurlijke persoon of rechtspersoon, aan wie taken van openbare dienst of van algemeen belang zijn toevertrouwd in uitvoering van boek III, titel 2;

    3° beheersdienst: de dienst binnen de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie belast met het beheer van de Kruispuntbank van Ondernemingen;

    4° de minister: de Minister bevoegd voor Middenstand.

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. – Ingevoegd bij art. 2 wet 17 juli 2013, B.S. 14 augustus 2013, inwerkingtreding: 9 mei 2014 (art. 1 K.B. 26 maart 2014, B.S. 28 april 2014)

    ¹[Art. I.5.

    Voor de toepassing van boek III, titel 3, hoofdstuk 2, gelden de volgende definities:

    1° onderneming:

    a) de natuurlijke personen die koopman zijn;

    b) de handelsvennootschappen, de vennootschappen die de rechtsvorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen, met uitzondering van de administratieve openbare instellingen bedoeld in artikel 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, en de Europese economische samenwerkingsverbanden;

    c) de openbare instellingen die een statutaire opdracht vervullen van commerciële, financiële of industriële aard;

    d) de instellingen, niet bedoeld in het b) en het c), al dan niet met eigen rechtspersoonlijkheid die, met of zonder winstoogmerk, een commercieel, financieel of industrieel bedrijf uitoefenen en waarop dit hoofdstuk, per soort van instellingen, van toepassing wordt verklaard door een koninklijk besluit.

    Voor natuurlijke personen zonder woonplaats in België, voor ondernemingen naar buitenlands recht zoals bedoeld in het b), het c) en het d) van het eerste lid, en voor de Europese economische samenwerkingsverbanden waarvan de zetel in een andere Staat is gevestigd, zijn de bepalingen van dit hoofdstuk alleen van toepassing op hun in België gevestigde bijkantoren en centra van werkzaamheden met dien verstande dat hun gezamenlijke bijkantoren en centra van werkzaamheden in België als één onderneming worden beschouwd. De boeken, rekeningen en verantwoordingsstukken betreffende die bijkantoren en centra worden in België bewaard.

    In de besluiten waarbij de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing worden verklaard op ondernemingen bedoeld in het d) van het eerste lid, worden de verplichtingen die voor de betrokken ondernemingen voortvloeien uit de besluiten ter uitvoering van boek III, titel 3, aangepast aan wat vereist wordt door de bijzondere aard van de werkzaamheid of door het wettelijk statuut van de betrokken ondernemingen.

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. – Ingevoegd bij art. 2 wet 17 juli 2013, B.S. 14 augustus 2013, inwerkingtreding: 9 mei 2014 (art. 1 K.B. 26 maart 2014, B.S. 28 april 2014)

    ¹[Hoofdstuk 2 - Definitie eigen aan boek IV]¹

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. Opschrift ingevoegd bij art. 2 wet 3 april 2013, B.S. 26 april 2013, err., B.S. 16 februari 2015, inwerkingtreding: 6 september 2013 (art. 1 K.B. 30 augustus 2013, B.S. 6 september 2013)

    ¹[ Art. I.6.

    Voor de toepassing van boek IV geldt de volgende definitie:

    – machtspositie: de positie die een onderneming in staat stelt om de instandhouding van een daadwerkelijke mededinging te verhinderen en het haar mogelijk maakt zich, jegens haar concurrenten, afnemers of leveranciers, in belangrijke mate onafhankelijk te gedragen.

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. – Ingevoegd bij art. 2 wet 3 april 2013, B.S. 26 april 2013, err., B.S. 16 februari 2015, inwerkingtreding: 6 september 2013 (art. 1 K.B. 30 augustus 2013, B.S. 6 september 2013)

    ¹[Hoofdstuk 3 - Definities eigen aan boek V]¹

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. Opschrift ingevoegd bij art. 3 wet 3 april 2013, B.S. 26 april 2013, err., B.S. 16 februari 2015, inwerkingtreding: 12 december 2013 (art. 2 K.B. 8 december 2013, B.S. 11 december 2013)

    ¹[Art. I.7.

    Voor de toepassing van boek V geldt de volgende definitie:

    – prijzenobservatorium: de instelling belast met de observaties en analyses bedoeld onder artikel 108, i), van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen.

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. – Ingevoegd bij art. 3 wet 3 april 2013, B.S. 26 april 2013, err., B.S. 16 februari 2015, inwerkingtreding: 12 december 2013 (art. 2 K.B. 8 december 2013, B.S. 11 december 2013)

    ¹[Hoofdstuk 4 - Definities eigen aan boek VI]¹

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. Opschrift ingevoegd bij art. 2 wet 21 december 2013, B.S. 30 december 2013, err., B.S. 20 januari 2014, err., B.S. 18 maart 2014, err., B.S. 16 februari 2015, inwerkingtreding: 31 mei 2014 (art. 1 K.B. 28 maart 2014, B.S. 29 april 2014)

    ¹[Art. I.8.

     Voor de toepassing van boek VI gelden de volgende definities:

    1° homogene diensten: alle diensten waarvan de eigenschappen en de modaliteiten identiek of gelijkaardig zijn, ongeacht onder meer het ogenblik, de plaats van de uitvoering, de dienstverstrekker of de persoon voor wie ze bestemd zijn;

    2° etikettering: de vermeldingen, aanwijzingen, gebruiksaanwijzingen, merken, afbeeldingen of tekens die betrekking hebben op een goed of op een homogene dienst en die voorkomen op het goed zelf of op enig verpakkingsmiddel, document, bordje, etiket, band of label dat bij dit goed of bij deze dienst is gevoegd of daarop betrekking heeft;

    3° op de markt brengen: de invoer met het oog op de verkoop, het bezit met het oog op de verkoop, de tekoopaanbieding, de verkoop, het huuraanbod van goederen en diensten, de verhuring van goederen en diensten, de afstand onder bezwarende titel of gratis, als deze verrichtingen worden gedaan door een onderneming;

    4° geregistreerde benaming:

    a) voor de landbouwproducten en de levensmiddelen:

    de beschermde benaming van oorsprong of de beschermde herkomstaanduiding of elke gelijkwaardige benaming, waarop de landbouwproducten en de levensmiddelen zich kunnen beroepen bij toepassing van de bepalingen van de Europese Unie die de regels met betrekking tot hun bescherming bepalen;

    b) voor de andere producten:

    – de beschermde benaming van oorsprong waarop de producten afkomstig uit een bepaalde streek of een bepaalde plaats zich kunnen beroepen en waarvan de kwaliteit of de kenmerken hoofdzakelijk of uitsluitend aan het geografische milieu, dat factoren van natuurlijke en menselijke aard omvat, zijn toe te schrijven, en waarvan de productie, de verwerking en de bereiding in het geografische gebied geschiedt, wanneer deze erkend werd overeenkomstig de toepasselijke gewestelijke regelgeving;

    – de beschermde geografische aanduiding waarop de producten afkomstig uit een streek of een bepaalde plaats zich kunnen beroepen en waarvan een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk aan deze geografische oorsprong kan worden toegeschreven, en waarvan de productie en/of de verwerking en/of de bereiding in het geografische gebied geschieden, wanneer deze erkend werd overeenkomstig de toepasselijke gewestelijke regelgeving;

    5° los verkochte goederen: goederen die niet vooraf worden verpakt en die door of in tegenwoordigheid van de consument worden gemeten of gewogen;

    6° per stuk verkochte goederen: goederen die niet kunnen worden gefractioneerd zonder hun aard of eigenschappen te wijzigen;

    7° geconditioneerde goederen: goederen die een fractionering, weging, telling of meting ondergaan hebben, zelfs tijdens het fabricageproces, al dan niet gevolgd door een verpakking, en met het doel die verrichting overbodig te maken bij de tekoopaanbieding;

    8° voorverpakte goederen: de geconditioneerde goederen die verpakt zijn alvorens te koop te worden aangeboden ongeacht de aard van de verpakking, die het goed geheel of slechts ten dele bedekt, maar op zo'n wijze dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat de verpakking wordt geopend of gewijzigd.

    Daaronder vallen:

    a) voorverpakte goederen in vooraf bepaalde hoeveelheden: zodanig voorverpakte goederen dat de in de verpakking aanwezige hoeveelheid overeenstemt met een vooraf gekozen waarde;

    b) voorverpakte goederen in variabele hoeveelheden: zodanig voorverpakte goederen dat de in de verpakking aanwezige hoeveelheid niet overeenstemt met een vooraf gekozen waarde;

    9° meeteenheid: de eenheid als bedoeld in boek VIII;

    10° vulbedrijf: de persoon die de goederen werkelijk voorverpakt met het oog op de tekoopaanbieding ervan;

    11° conditioneerder: de persoon die de goederen conditioneert met het oog op de tekoopaanbieding ervan;

    12° nominale hoeveelheid: het op een voorverpakking aangegeven gewicht of volume dat overeenstemt met de nettohoeveelheid die deze voorverpakking wordt geacht te bevatten;

    13° reclame: iedere mededeling die rechtstreeks of onrechtstreeks ten doel heeft de verkoop van producten te bevorderen, ongeacht de plaats of de aangewende communicatiemiddelen;

    14° vergelijkende reclame: elke vorm van reclame waarbij een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd;

    15° overeenkomst op afstand: iedere overeenkomst die tussen de onderneming en de consument wordt gesloten in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop of dienstverlening op afstand zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de onderneming en de consument en waarbij, tot op en met inbegrip van het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een of meer technieken voor communicatie op afstand;

    16° techniek voor communicatie op afstand: ieder middel dat, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van onderneming en consument, kan worden gebruikt voor de sluiting van de overeenkomst tussen deze partijen;

    17° communicatietechniek-exploitant: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, publiekrechtelijk of privaatrechtelijk, wiens beroepsactiviteit erin bestaat één of meer technieken voor communicatie op afstand aan de ondernemingen ter beschikking te stellen;

    18° financiële dienst: iedere dienst van bancaire aard of op het gebied van kredietverstrekking, verzekering, individuele pensioenen, beleggingen en betalingen;

    19° duurzame gegevensdrager: ieder hulpmiddel dat de consument of de onderneming in staat stelt om persoonlijk aan hem gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is aangepast aan het doel waarvoor de informatie is bestemd, en die een ongewijzigde weergave van de opgeslagen informatie mogelijk maakt;

    20° aanbieder: iedere onderneming die optreedt als de contractuele verrichter van diensten op grond van overeenkomsten op afstand;

    21° gezamenlijk aanbod: het aanbod waarbij de al dan niet kosteloze verkrijging van goederen of diensten gebonden is aan de verkrijging van andere goederen of diensten;

    22° onrechtmatig beding: elk beding of elke voorwaarde in een overeenkomst tussen een onderneming en een consument die, alleen of in samenhang met een of meer andere bedingen of voorwaarden, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen ten nadele van de consument;

    23° handelspraktijk: iedere handeling, omissie, gedraging, voorstelling van zaken of commerciële communicatie, met inbegrip van reclame en marketing, van een onderneming, die rechtstreeks verband houdt met de verkoopbevordering, verkoop of levering van een product;

    24° het economische gedrag van consumenten wezenlijk verstoren: een handelspraktijk gebruiken om het vermogen van de consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar te beperken, waardoor de consument tot een transactie besluit waartoe hij anders niet had besloten;

    25° professionele toewijding: het normale niveau van bijzondere vakkundigheid en zorgvuldigheid dat redelijkerwijs van een onderneming in haar activiteitsdomein ten aanzien van de consument mag worden verwacht, overeenkomstig de eerlijke handelsgebruiken;

    26° uitnodiging tot aankoop: een commerciële boodschap die de kenmerken en de prijs van het product op een aan het gebruikte medium aangepaste wijze vermeldt en de consument aldus in staat stelt een aankoop te doen;

    27° ongepaste beïnvloeding: het uitbuiten van een machtspositie ten aanzien van de consument om, zelfs zonder gebruik van of dreiging met fysiek geweld, druk uit te oefenen op een wijze die het vermogen van de consument om een geïnformeerd besluit te nemen, aanzienlijk beperkt;

    28° besluit over een transactie: elk door een consument genomen besluit over de vraag of, en, zo ja, hoe en op welke voorwaarden hij een product koopt, geheel of gedeeltelijk betaalt, behoudt of van de hand doet, of een contractueel recht uitoefent in verband met het product, ongeacht of de consument wel of niet tot handelen overgaat;

    29° collectieve consumentenovereenkomst: een akkoord dat afgesloten wordt binnen de Raad voor het Verbruik tussen de consumentenorganisaties en de beroepsorganisaties, en die de relaties regelt tussen ondernemingen en consumenten wat betreft goederen of diensten of categorieën van goederen of diensten;

    30° volgens specificaties van de consument vervaardigde goederen: goederen die niet geprefabriceerd zijn en die worden vervaardigd op basis van een individuele keuze of beslissing van de consument;

    31° buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst: iedere overeenkomst tussen de onderneming en de consument:

    a) die wordt gesloten in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de onderneming en de consument op een andere plaats dan de verkoopruimten van de onderneming; of

    b) waarvoor een aanbod werd gedaan door de consument onder dezelfde omstandigheden als bedoeld onder a); of

    c) die gesloten wordt in de verkoopruimten van de onderneming of met behulp van een techniek voor communicatie op afstand, onmiddellijk nadat de consument persoonlijk en individueel is aangesproken op een plaats die niet de verkoopruimte van de onderneming is, in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de onderneming en de consument; of

    d) die gesloten wordt tijdens een excursie die door de onderneming is georganiseerd met als doel of effect de promotie en de verkoop van goederen of diensten aan de consument;

    32° verkoopruimten:

    a) iedere onverplaatsbare ruimte voor detailhandel waar de onderneming op permanente basis zijn activiteiten uitvoert; of

    b) iedere verplaatsbare ruimte voor detailhandel waar de onderneming gewoonlijk zijn activiteiten uitvoert;

    33° verkoopsovereenkomst: iedere overeenkomst waarbij de onderneming de eigendom van goederen aan de consument overdraagt of zich ertoe verbindt deze over te dragen en de consument de prijs daarvan betaalt of zich ertoe verbindt de prijs daarvan te betalen, met inbegrip van elke overeenkomst die zowel goederen als diensten betreft;

    34° dienstenovereenkomst: iedere andere overeenkomst dan een verkoopovereenkomst, waarbij de onderneming de consument een dienst levert of zich ertoe verbindt een dienst te leveren en de consument de prijs daarvan betaalt of zich ertoe verbindt de prijs daarvan te betalen;

    35° digitale inhoud: gegevens die in digitale vorm geproduceerd en geleverd worden;

    36° openbare veiling: een verkoopmethode waarbij goederen of diensten door de onderneming worden aangeboden aan consumenten die persoonlijk aanwezig zijn of de mogelijkheid krijgen om persoonlijk aanwezig te zijn op de veiling, door middel van een transparante competitieve biedprocedure, onder leiding van een ministeriële ambtenaar die belast is met de openbare verkoopverrichtingen, en waarbij de winnende bieder verplicht is de goederen of diensten af te nemen;

    37° commerciële garantie: iedere verbintenis van de onderneming of een producent om boven hetgeen hij wettelijk verplicht is uit hoofde van het recht op conformiteit, aan de consument de betaalde prijs terug te betalen of de goederen op enigerlei wijze te vervangen, herstellen of onderhouden, wanneer die niet voldoen aan de specificaties of aan enige andere vereisten die geen verband houden met de conformiteit;

    die vermeld zijn in de garantieverklaring of in de desbetreffende reclameboodschappen ten tijde van of vóór de sluiting van de overeenkomst;

    38° aanvullende overeenkomst: een overeenkomst waarbij een consument goederen of diensten verwerft in verband met een overeenkomst, en deze goederen of diensten door de onderneming worden geleverd of door een derde partij op basis van een afspraak tussen die derde partij en de onderneming.

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. – Ingevoegd bij art. 2 wet 21 december 2013, B.S. 30 december 2013, err., B.S. 20 januari 2014, err., B.S. 18 maart 2014, err., B.S. 16 februari 2015, inwerkingtreding: 31 mei 2014 (art. 1 K.B. 28 maart 2014, B.S. 29 april 2014)

    ¹[Hoofdstuk 5 - Definities eigen aan boek VII]¹

    Annotatie die de wetshistoriek weergeeft  1. Opschrift ingevoegd bij art. 2 wet 19 april 2014, B.S. 28 mei 2014, inwerkingtreding: 29 mei 2014 (art. 1, 1°, K.B. 19 april 2014, B.S. 28 mei 2014)

    ¹[Art. I.9.

    Voor de toepassing van boek VII gelden de volgende definities:

    1° betalingsdienst: elke dienst, te koop aangeboden in het raam van een bedrijfsactiviteit, als hierna vermeld:

    a) diensten waarbij de mogelijkheid wordt geboden contanten op een betaalrekening te plaatsen alsook alle verrichtingen die voor het beheren van een betaalrekening vereist zijn;

    b) diensten waarbij de mogelijkheid wordt geboden contanten van een betaalrekening op te nemen alsook alle verrichtingen die voor het beheren van een betaalrekening vereist zijn;

    c) uitvoering van betalingstransacties, met inbegrip van de overmaking van geldmiddelen op een betaalrekening bij de betalingsdienstaanbieder van de gebruiker of bij een andere betalingsdienstaanbieder:

    – uitvoering van domiciliëringen;

    – uitvoering van betalingstransacties via een betaalinstrument;

    – uitvoering van overschrijvingen, met inbegrip van doorlopende betalingsopdrachten;

    d) uitvoering van betalingstransacties waarbij de geldmiddelen zijn gedekt door een krediet die aan de betalingsdienstgebruiker wordt verstrekt:

    – uitvoering van domiciliëringen;

    – uitvoering van betalingstransacties via een betaalinstrument;

    – uitvoering van overschrijvingen, met inbegrip van doorlopende betalingsopdrachten;

    e) uitgifte van en/of aanvaarding van betaalinstrumenten;

    f) geldtransfers;

    g) uitvoering van betalingstransacties waarbij de instemming van de betaler met een betalingstransactie wordt doorgegeven met behulp van een telecommunicatie-, digitaal- of informatica-instrument en de betaling rechtstreeks geschiedt aan de beheerder van de telecommunicatiediensten, het informaticasysteem of het netwerk, die louter optreedt als tussenpersoon tussen de betalingsdienstgebruiker en de persoon die de goederen levert of de diensten verricht;

    2° betalingsdienstaanbieder: iedere rechtspersoon die betalingsdiensten verstrekt aan een betalingsdienstgebruiker en beantwoordt aan de kenmerken van een van de hierna opgesomde instellingen:

    a) de kredietinstellingen bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut en het toezicht op de kredietinstellingen;

    b) de instellingen voor elektronisch geld bedoeld in artikel 4, 31°, van de wet van 21 december 2009;

    c) de naamloze vennootschap van publiek recht bpost;

    d) betalingsinstellingen: de rechtspersonen die gemachtigd zijn betalingsdiensten aan te bieden en uit te voeren overeenkomstig de wet van 21 december 2009;

    e) de Nationale Bank van België en de Europese Centrale Bank, wanneer zij niet handelen in hun hoedanigheid van monetaire- of andere publieke autoriteit;

    f) de Belgische federale, regionale en lokale overheden voor zover zij krachtens de wetgeving die hun opdrachten regelt en/of hun statuten hiertoe gemachtigd zijn en zij niet handelen in hun hoedanigheid van publieke autoriteit.

    De persoon die als gewoon beroep of bedrijf betalingsdiensten verstrekt aan betalingsdienstgebruikers of elektronisch geld levert aan een houder van elektronisch geld zonder hiertoe over de nodige vergunning of toelating te beschikken blijft niettemin onderworpen aan de dwingende bepalingen van deze wet;

    3° betalingsdienstgebruiker: de natuurlijke of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betalingsdienst gebruikmaakt;

    4° betaler: de natuurlijke of rechtspersoon die houder is van een betaalrekening en een betalingstransactie vanaf die betaalrekening toestaat, of de natuurlijke of rechtspersoon die bij het ontbreken van een betaalrekening, een betalingsopdracht geeft;

    5° begunstigde: de natuurlijke of rechtspersoon die de beoogde uiteindelijke ontvanger is van de geldmiddelen waarop een betalingstransactie betrekking heeft;

    6° betalingstransactie: een door de betaler of de begunstigde geïnitieerde handeling waarbij geldmiddelen worden gedeponeerd, overgemaakt of opgenomen, ongeacht of er onderliggende verplichtingen tussen de betaler en de begunstigde zijn;

    7° betalingsopdracht: door een betaler of begunstigde aan zijn betalingsdienstaanbieder gegeven instructie om een betalingstransactie uit te voeren;

    8° betaalrekening: een op naam van een of meer betalingsdienstgebruikers aangehouden rekening die voor de uitvoering van betalingstransacties wordt gebruikt;

    9° geldmiddelen: bankbiljetten en muntstukken, giraal geld en elektronisch geld zoals bedoeld in artikel 4, 11°, van de wet van 21 december 2009;

    10° betaalinstrument: elk gepersonaliseerd instrument en/of geheel van procedures, overeengekomen tussen de betalingsdienstgebruiker en de betalingsdienstaanbieder, waarvan de betalingsdienstgebruiker gebruikmaakt om een betalingsopdracht te initiëren;

    11° authentificatie: een procedure die de betalingsdienstaanbieder in staat stelt het gebruik van een welbepaald betaalinstrument na te gaan met inbegrip van de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken;

    12° unieke identificator: de door de betalingsdienstaanbieder aan de betalingsdienstgebruiker opgegeven combinatie van letters, nummers of symbolen, door laatstgenoemde te verstrekken om voor een betalingstransactie de andere betrokken betalingsdienstgebruiker en/of zijn betaalrekening ondubbelzinnig te identificeren;

    13° domiciliëring: een betalingsdienst voor het debiteren van de betaalrekening van een betaler, waarbij een betalingstransactie wordt geïnitieerd door de begunstigde op basis van een door de betaler aan de begunstigde, aan de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde of aan de betalingsdienstaanbieder van de betaler verstrekte instemming;

    14° geldtransfer: een betalingsdienst waarbij, zonder opening van betaalrekeningen op naam van de betaler of de begunstigde, van een betaler geldmiddelen worden ontvangen met als enig doel het daarmee overeenstemmende bedrag over te maken aan een begunstigde of aan een andere, voor rekening van de begunstigde handelende betalingsdienstaanbieder, en/of waarbij dergelijke geldmiddelen voor rekening van de begunstigde worden ontvangen en aan de begunstigde beschikbaar worden gesteld;

    15° betalingssysteem: een systeem met formele en gestandaardiseerde procedures en gemeenschappelijke regels voor de verwerking, verrekening en/of afwikkeling van betalingstransacties dat toelaat geldmiddelen over te maken;

    16° raamcontract: een betalingsdienstencontract dat de toekomstige uitvoering regelt van afzonderlijke en opeenvolgende betalingstransacties en dat de verplichtingen en voorwaarden voor de opening van een betaalrekening kan omvatten;

    17° werkdag: een dag waarop de relevante betalingsdienstaanbieder van de betaler of de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde die betrokken is bij de uitvoering van een betalingstransactie toegankelijk is voor de bij de uitvoering van een betalingstransactie vereiste werkzaamheden;

    18° valutadatum: het referentietijdstip dat door een betalingsdienstaanbieder wordt gebruikt voor de berekening van de interesten op de geldmiddelen waarmee een betaalrekening wordt gedebiteerd of gecrediteerd;

    19° referentiewisselkoers: de wisselkoers die als berekeningsgrondslag wordt gehanteerd bij een valutawissel en die door de betalingsdienstaanbieder beschikbaar wordt gesteld of afkomstig is van een bron die voor het publiek toegankelijk is;

    20° referentierentevoet: de rentevoet die als berekeningsgrondslag wordt gehanteerd voor het aanrekenen van interesten en die afkomstig is van een voor het publiek toegankelijke bron en door beide partijen bij een betalingsdienstencontract kan worden nagegaan;

    21° techniek voor communicatie op afstand: ieder middel dat, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de betalingsdienstaanbieder en de betalingsdienstgebruiker, kan worden gebruikt voor het sluiten van een betalingsdienstencontract;

    22° duurzame drager: ieder hulpmiddel dat een persoon in staat stelt om persoonlijk aan hem gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie gemakkelijk toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de informatie kan dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de opgeslagen informatie mogelijk maakt;

    23° gepersonaliseerde veiligheidskenmerken: elk technisch middel toegewezen door een betalingsdienstaanbieder aan een bepaalde betalingsdienstgebruiker voor het gebruik van een betaalinstrument. Deze kenmerken, eigen aan de betalingsdienstgebruiker en onder zijn toezicht, laat toe om het gebruik van een welbepaald betaalinstrument na te gaan en beoogt de gebruiker te authentiseren;

    24° agent: een natuurlijke of rechtspersoon die bij de uitvoering van betalingsdiensten voor rekening van een betalingsdienstaanbieder optreedt;

    25° bijkantoor: een bedrijfszetel die niet het hoofdkantoor is en die een onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid vormt van een betalingsdienstaanbieder, van een kredietgever of van een kredietbemiddelaar en rechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, de handelingen verricht die eigen zijn aan de werkzaamheden van een betalingsdienstaanbieder een kredietgever of een kredietbemiddelaar; verscheidene bedrijfszetels in eenzelfde Lid-Staat van een betalingsdienstaanbieder een kredietgever of een kredietbemiddelaar met hoofdkantoor in een andere Lid-Staat worden als één bijkantoor beschouwd;

    26° elektronisch geld: elektronisch, met inbegrip van magnetisch, opgeslagen monetaire waarde vertegenwoordigd door een vordering op de uitgever, die is uitgegeven in ruil voor ontvangen geld om betalingstransacties te verrichten en die wordt aanvaard door een andere natuurlijke of rechtspersoon dan de uitgever van elektronisch geld;

    27° uitgever van elektronisch geld: een uitgever van elektronisch geld als bedoeld in artikel 4, 32° van de wet van 21 december 2009;

    28° instelling voor elektronisch geld: een instelling voor elektronisch geld als bedoeld in artikel 4, 31°, van de wet van 21 december 2009;

    29° houder van elektronisch geld: een natuurlijke of rechtspersoon die geld overhandigt aan een uitgever van elektronisch geld in ruil voor de uitgifte van elektronisch geld door die uitgever;

    30° wet van 21 december 2009: wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen;

    31° overschrijving: een betalingsdienst voor het crediteren van de betaalrekening van een begunstigde met een betalingstransactie of een reeks betalingstransacties van een betaalrekening van een betaler door de betalingsdienstaanbieder die de betaalrekening van de betaler beheert, op basis van een door de betaler gegeven instructie;

    32° Verordening (EG) nr. 924/2009: Verordening (EG) nr. 924/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2560/2001;

    33° Verordening (EU) nr. 260/2012: Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009;

    34° kredietgever: elke natuurlijke persoon of elke rechtspersoon die, in het raam van zijn handels- of beroepsactiviteiten, een krediet toestaat, met uitzondering van de persoon die een kredietovereenkomst aanbiedt of sluit wanneer deze overeenkomst het voorwerp uitmaakt van een onmiddellijke overdracht of indeplaatsstelling ten gunste van een vergunninghoudende of geregistreerde kredietgever aangewezen in de overeenkomst;

    35° kredietbemiddelaar: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet optreedt als kredietgever en die in het raam van zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten tegen een vergoeding in de vorm van geld of een ander overeengekomen economisch voordeel:

    a) aan consumenten kredietovereenkomsten voorstelt of aanbiedt;

    b) consumenten anderszins dan onder a) bedoeld, bijstaat bij de

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1