Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Vrienden van vroeger: Kate en Sophie, #2
Vrienden van vroeger: Kate en Sophie, #2
Vrienden van vroeger: Kate en Sophie, #2
Ebook379 pages5 hours

Vrienden van vroeger: Kate en Sophie, #2

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Tijdens de middelbare school reünie van een oud examenklas, breekt er een brand uit in de gymzaal van de school. Wanneer er een lichaam wordt gevonden in de uitgebrande gymzaal, is al snel duidelijk dat er opzet in het spel is.

Moordzaken rechercheurs Kate Verbeek en Sophie van Wageningen worden met hun team op de zaak gezet. Het onderzoek leidt naar de vriendengroep van het slachtoffer en een dodelijk geheim dat zij overduidelijk al jaren met zich meedragen. Wanneer er een volgend slachtoffer wordt gevonden uit diezelfde vriendengroep, begint het tikken van de klok voelbaar mee te wegen in de moordzaak. 

Ondertussen struggelt Sophie nog steeds met de merkbare gevolgen van haar infiltratie. En ook bij Kate komen de geesten uit haar verleden genadeloos bij haar spoken, wanneer de moordenaar van haar vader weer actief blijkt te zijn. Het grootste onogeloste vraagstuk in haar leven.

Weten Kate en Sophie het geheim van de vroegere vrienden op tijd te ontrafelen? Of blijkt dat een onmogelijke opgave wanneer op privégebied, de stabiele grond onder je voeten onophoudelijk lijkt te schuiven? 

Terwijl de klok doortikt gaan Kate en Sophie driftig op zoek naar iemand in de vriendengroep die de last van het geheim niet meer kan dragen, voordat er meer slachtoffers zullen vallen. Want welk geheim weegt er zo zwaar, dat je zelfs bereid bent ervoor te sterven? 

 

Vrienden van vroeger is het tweede deel in de Kate & Sophie reeks. Eerder in deze reeks verschenen is; De donkerste nacht.

LanguageNederlands
Release dateAug 20, 2023
ISBN9798223254652
Vrienden van vroeger: Kate en Sophie, #2

Related to Vrienden van vroeger

Titles in the series (2)

View More

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Vrienden van vroeger

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Vrienden van vroeger - Chloë van Silfhout

    Proloog

    Het schoolplein zag er nog precies zo uit als vroeger, alleen was er een grote houten overkapping over de fietsenstalling geplaatst. Het hout van de overkapping vertoonde op sommige plekken al groene aanslag, sporen van alg en schimmel. Het bouwwerk stond er duidelijk al even, terwijl deze voor Marieke nieuw was. Het deed haar beseffen hoeveel jaren er verstreken waren sinds ze voor het laatst voet op de middelbare school had gezet. Hoe vergankelijk alles was.

    Het was de fietsenstalling waar ze ooit haar eerste echte zoen had mogen beleven, maar ook stiekem haar eerste sigaretje gerookt had. De fietsenstalling waar ze vijf jaar lang, vijf dagen in de week haar fiets parkeerde. Vijf jaren waren niets op een mensenleven, maar de jaren middelbare school hadden haar gevormd. Deze vijf jaren hadden haar gemaakt tot wie ze nu was.

    Het schoolgebouw was ook weinig veranderd. De kozijnen en deuren waren in een andere kleur geschilderd, maar verder zag het er nog precies zo uit als in haar herinnering.

    De ondergaande zon wierp een warme oranje gloed over het gebouw waar ze groot geworden was. Het gebouw waar zoveel herinneringen aan kleefden. Het gebouw waar ze haar kindertijd in één klap achter zich had gelaten.

    Marieke inhaleerde een diepe teug lucht en stapte het schoolgebouw binnen. Ze had getwijfeld of ze wel moest gaan en aan de nerveuze bal in haar maag te merken twijfelde ze ook nu direct weer of ze wel de juiste keuze had gemaakt.

    Bij binnenkomst hing er een groot spandoek met daarop de tekst; Welkom, klas van 1997!

    Naast de ingang bevonden zich de kluisjes en Marieke legde even haar hand op het kluisje dat ze vijf jaar lang in bruikleen had gehad. Ze vroeg zich af of het lelijke metalen ding nog steeds zo piepte bij het open- en dichtdoen en of de stickers die zij aan de binnenkant had geplakt er ooit goed af zouden zijn gegaan. Het rook hier zelfs nog hetzelfde als vroeger.

    Het was precies als in haar herinnering.

    ‘Marieke?’ Een herkenbare stem sprak haar naam en ze hoefde zich niet eens om te draaien om te weten dat Shirley achter haar stond.

    ‘Shir!’ Ze draaide zich om en pakte haar vroegere beste vriendin vast om haar tegen zich aan te trekken.

    ‘Wow, je haar!’ Marieke keek verbaasd naar het krullende kroeshaar van de vrouw tegenover haar, die grijnzend haar jas uittrok.

    ‘Anders, hè. Ik heb mijn natural curls maar leren omarmen, in plaats van iedere ochtend dwangmatig de stijltang erop los te laten, zoals ik vroeger deed.’

    Marieke bedacht zich hoe jaloers ze destijds kon zijn op de prachtig volle, steile en glanzend zwarte bos haar van haar vriendin, maar dit stond haar pas echt geweldig. De tijd had haar goed gedaan.

    ‘Gek hé, om hier weer te zijn.’ Shirley liet haar blik door de gang van het schoolgebouw glijden toen Marieke haar weer los had gelaten.

    ‘Het voelt wel een beetje onwennig, ja. En toch ook zo vertrouwd. Er is hier letterlijk niets veranderd.’

    ‘Dames! Jullie komen voor de reünie van de examenklas uit 1997?’ Een ouder uitziende man stapte op de twee vrouwen af en Marieke zag Shirley knikken.

    ‘Klopt helemaal.’

    ‘Nou welkom dan. Ik ben Erik, sinds een paar jaar ben ik hier conciërge. De meeste van jullie oud-klasgenoten zijn er al, ze staan in de gymzaal.’ Hij wees met zijn arm de gang in, om de route naar de gymzaal aan te geven. Overbodig, de vrouwen kenden de weg hier op hun duimpje.

    Gymzaal. Bij alleen het horen van het woord trok er een kleine huivering langs Marieke haar ruggengraat. Hadden ze de reünie niet gewoon in de aula kunnen organiseren?

    ‘Dank je wel.’ Knikte Marieke even vriendelijk naar de conciërge, terwijl ze de gang in liep richting de gymzaal, op de voet gevolgd door Shirley.

    ‘Ik heb het gevoel dat ik iets mis, dat ik iets vergeten ben.’ Grinnikte Shirley en Marieke wist direct waar ze op doelde.

    ‘Ik weet niet of missen de juiste beschrijving is hoor, als je het over onze altijd veel te zware boekentassen hebt.’

    ‘Blijft toch een gek gegeven, dat wanneer het gaat over werk, alles ergonomisch verantwoord moet zijn omdat je anders de Arbo op je dak krijgt. Maar dat we ons vroeger dagelijks een hernia moesten tillen aan boeken en niemand daar ook maar iets van gezegd heeft.’

    Marieke hoorde Shirley in de verte wel praten, maar het drong niet helemaal tot haar door. Ze humde even bevestigend terwijl ze de klaslokalen inkeek die ze passeerden op weg naar de gymzaal.

    Het was nog precies als in haar herinnering.

    ‘Marieke, Shirley!’ Dorian opende zijn armen wijd en liep uitnodigend op de vrouwen af. ‘Jullie zijn er!’

    ‘Was je bang dat we niet zouden komen, Dor?’ Grijnsde Shirley en Marieke keek toe hoe Dorian haar vastpakte en drie zoenen op de wang drukte, waarna hij dit vervolgens herhaalde bij Marieke zelf.

    ‘Het is best druk.’ Concludeerde ze, terwijl ze haar blik door de gymzaal liet glijden. Er hingen slingers en uitgeprinte foto’s van vroeger. Er stonden verschillende statafels en in de hoek hadden ze een bar opgebouwd.

    ‘Had je anders verwacht dan? Ik bedoel, ik was rete-nieuwsgierig naar hoe iedereen uiteindelijk opgedroogd is. Wie het gemaakt heeft en wie, tegen alle verwachtingen in, juist totaal niet.’ Dorian knikte daarbij even in de richting van een lange man in een zwart pak.

    ‘Fred?’ Fluisterde Shirley vragend en Dorian knikte smalend.

    ‘Ons wonderkind die zijn examens heeft afgerond met tienen en daarbij altijd het lievelingetje van alle leraren was. De jongen die de hoogste ogen gooide en waarvan iedereen had verwacht dat hij inmiddels multimiljonair zou zijn met een hele knappe dame aan zijn zijde? Hij werkt dus gewoon bij een telefoonwinkel in de stad. Hij verkoopt mobieltjes.’ Dorian sloeg theatraal zijn hand tegen zijn voorhoofd en zelfs Marieke moest even lachen. Dorian was in ieder geval helemaal niets veranderd.

    ‘Maar dit is dus precies waarom ik hier ben. Dit is het beste leedvermaak.’ Grijnsde Dorian van oor tot oor. ‘Zal ik een drankje voor jullie halen?’

    ‘Lekker.’ Gaf Shirley antwoord, maar Marieke leek alweer in gedachten verzonken.

    ‘Mariek?’

    ‘Huh, wat sorry? Ik was even afgeleid.’

    ‘Of je ook wat te drinken wil?’

    ‘O, ja lekker. Ik wil wel graag een rood wijntje.’

    Dorian rolde even met z’n ogen. ‘Nog steeds de dromer, hé, Mariek. O, kijk nou, daar is Ella!’

    ‘Nog steeds snel afgeleid, hé, Dorian.’ Grijnsde Marieke even spottend terwijl ze Ella door de deur van de gymzaal zag komen lopen.

    ‘O, wat leuk dat jullie gekomen zijn!’ Ella klonk oprecht blij en Marieke begreep dat. Ella had de reünie georganiseerd en hoe jammer zou het zijn wanneer je eigen vrienden van vroeger niet op het door jou geïnitieerde evenement kwamen.

    ‘Dit hadden we niet willen missen.’ Lachte Shirley.

    ‘Dus jij hebt het hier vroeger zo leuk gehad, dat je dacht, ik zet dat even voort. Ik ga hier gewoon werken?’ Dorian zijn vraag klonk sarcastisch en Marieke wist dat dat ook zo bedoeld was.

    Toen ze hun examens hadden afgerond en de school hadden verlaten, was Dorian met gierende banden weggereden en hij zou nooit meer omkijken. Ella daarentegen was inmiddels decaan op de school waar zij vijf jaren van hun jeugd hadden doorgebracht en vanuit die positie had ze de reünie ook georganiseerd. Ella was de enige waar Marieke heel af en toe nog contact mee had. Met de rest van hun vriendengroep was het door de jaren heen verwaterd, maar het verbaasde haar hoe fijn ze het eigenlijk vond om hen nu weer te zien. Ondanks het oud zeer dat het weerzien behendig terug naar de oppervlakte wist te stuwen.

    Marieke deed heel even haar ogen dicht en slikte, zichzelf tot kalmte manend. Haar gedachten mochten niet afdwalen naar 1997. Dat hadden ze achter zich gelaten.

    ‘Dus we missen er nog twee?’ Shirley keek de gymzaal rond, op zoek naar de twee mannen die hun groep van vroeger compleet zouden maken. Marieke volgde haar voorbeeld en kwam tot de conclusie dat de oude gymzaal, op een lik frisse witte verf, ook weinig was veranderd.

    Het was precies als in haar herinnering.

    ‘Nee, we missen er één. Maarten is er wel, die staat daar verderop, ik heb hem net al even gesproken. Alleen Kevin heb ik nog niet gezien.’

    ‘Kevin heeft zich wel aangemeld toen ik de uitnodigingen verstuurde. Hij was erg enthousiast, dus ik denk dat hij zo nog wel zal komen.’ Ella streek haar rok glad en Marieke keek vol bewondering naar de enorme hakken die ze eronder droeg. In de verte zag ze Maarten hun kant op komen lopen.

    Het was vreemd om met z’n allen samen te zijn. Sommige van haar oude vrienden had ze al in geen jaren gezien en toch voelde het niet ongemakkelijk. Alsof ze elkaar nooit uit het oog waren verloren.

    ‘Op een reünie merk je pas goed hoe geweldig of verschrikkelijk je schooljaren eigenlijk waren.’ Merkte Shirley op. ‘Ik bedoel, er zullen mensen zijn die het op een avond als deze voornamelijk over hun huidige leven zullen hebben. Die graag willen vertellen over hoe geweldig hun baan is, gezin of andere dingen die ze nu meemaken. Dat zijn dus de mensen die niet zo’n leuke schooltijd hebben gehad. De mensen die fantastisch terugkijken op die jaren zullen namelijk bijna niet praten over hun huidige leventje. Die zullen herinneringen ophalen aan vroeger, lachen en oude anekdotes delen die de ander alweer bijna vergeten was. Dingen waar ik met niemand anders over kan praten dan met jullie, omdat ik ze met jullie heb meegemaakt. Ik vond onze schooltijd echt geweldig.’

    ‘Spreek voor jezelf.’ Schudde Dorian zijn hoofd terwijl hij nonchalant zijn hand door zijn al grijzer wordende haren haalde. Voor een keer moest Marieke hem gelijk geven. Natuurlijk had ze geweldige herinneringen aan die tijd, maar ze wisten allemaal dat de middelbareschooltijd ook zijn sporen had nagelaten op eenieder van hun levens. Onuitwisbare sporen.

    ‘Hier zijn mijn favoriete mensen.’ Hoorde ze een bekende stem zeggen.

    Het was precies als in haar herinnering.

    ‘Maarten, hoe is het met je?’ Shirley gaf hem drie zoenen en ook Marieke en Ella volgden haar voorbeeld.

    ‘Ja, het gaat heel goed eigenlijk. Met jullie ook?’

    ‘Helemaal prima! Alleen Dorian verviel alweer in zijn oude gewoontes door te zeuren over zijn schooltijd.’

    Maarten schudde lachend zijn hoofd. ‘Sommige dingen veranderen nooit. Hebben jullie nog geen drankje?’

    ‘Ik stond op het punt om wat te halen, maar er kwam steeds iemand tussen.’

    ‘Nou, dan lopen we nu even naar de bar toch. Anneke staat daar ook, ze is nog net zo knap als vroeger.’ Knipoogde Maarten naar Dorian en Marieke keek naar de vrouw aan de bar. De hoogblonde vrouw in haar zwarte jurkje zag er ook nog steeds zo onsympathiek uit als vroeger.

    ‘Haar voorgevel is wel flink gegroeid door de jaren heen.’ Schudde Shirley afkeurend haar hoofd, maar de mannen namen er geen aanstoot aan. Ook dat was niet veranderd.

    ‘We kunnen ook even wachten op Kevin en dan allemaal samen een drankje halen?’ Hoorde ze Ella zeggen, maar Dorian schudde zijn hoofd.

    ‘Als Kevin hier eerder geweest was dan wij, had hij zeker niet gewacht, hij was linea recta naar de bar gelopen.’

    ‘Dat is waar.’ Lachte Ella en de dames volgden de mannen naar de bar, die verlekkerd in de richting van Anneke liepen.

    ‘Hoe is het toch mogelijk dat ze nog precies zo onvolwassen zijn als vroeger.’ Rolde Shirley weer met haar ogen en Marieke kon haar lachen niet inhouden. Aan de bar hoorde ze de mannen drankjes bestellen en ze zette haar tas op één van de statafels.

    Plots werd Marieke overvallen door een indringende en herkenbare geur. De geur van allesverwoestend vuur. Voor een seconde dacht ze dat haar hersenen een gemeen spel met haar speelde door haar zintuigelijke herinneringen te geven aan de trauma’s uit haar jeugd, maar toen klonk er gegil en geschreeuw.

    ‘Brand!!’

    ‘De gymzaal staat in brand!’

    In een flits draaide ze zich om en zag oranjerode vlammen uit het berghok met de sportmaterialen komen. De vlammen klommen naar boven in de touwen en verspreidde zich snel over het oude platenplafond.

    ‘Marieke!’ Gilde Shirley en ze voelde een ruk aan haar arm die haar direct weer terug in het nu bracht. Ze keek om en zag hoe Maarten en Dorian, met twee andere oud-klasgenoten, probeerden om de deur naar buiten open te trappen. Iemand had de deur afgesloten.

    Marieke voelde zich misselijk worden en alles begon voor haar ogen te draaien. In de verte klonk geschreeuw en gegil, maar het leek surrealistisch. Droomde ze dit? Was dit weer één van haar nachtmerries?

    De gymzaal vulde zich razendsnel met verstikkende rook en de warmte op haar huid deed haar doodsangsten uitstaan. Ze gingen hier dood. Ze zouden hier levend verbranden.

    Rode en oranje vlammen dansten over de muur en het plafond en het was alsof ze haar uitlachten. Alsof ze de draak met haar staken.

    Plots klonk er een knal en Marieke zag dat de mannen de deur van de gymzaal open hadden gekregen. De zuurstof die de gymzaal introk voelde bevrijdend, maar deed de vlammen aanzwellen met een onmeetbare snelheid. Een gillende en schreeuwende menigte probeerde zich al dringend een weg uit de gymzaal te banen en Marieke merkte nu pas dat Shirley haar ene hand vasthield en Ella haar andere.

    De blinde paniek van de klas van 1997 was intens voelbaar en mensen die vijf jaar lang met elkaar opgroeiden liepen elkaar nu onder de voet. Er werd geduwd en getrokken om naar buiten te komen en vlak buiten de gymzaal deuren verloor Marieke haar evenwicht. Ze viel voorover en haar wang raakte de koude vloer. Het voelde vreemd aan in deze extreme hitte en een fractie van een seconde liet Marieke de gedachte toe dat ze wel kon blijven liggen. Toen ze iemand aan haar armen voelde trekken wist ze dat ze overeind moest komen. Ze moesten naar buiten.

    Heel even keek ze achterom terwijl ze opkrabbelde van de vloer. De vlammen traden inmiddels buiten de gymzaal en sloegen als voelende handen om de deurpost.

    ‘We moeten weg, Marieke!’ Gilde Shirley.

    Al dat vuur. Al die hitte. Marieke rook de geur van smeltende materialen. Van een smeltende jeugd, een brandende schooltijd. Zou het in de hel ook zo ruiken? De vlammen waren allesvernietigend, allesverwoestend.

    Het was precies als in haar herinnering.

    Hoofdstuk 1

    Sophie zat op het gras aan de waterkant en tuurde in gedachten verzonken naar de overkant. De harde wind produceerde kleine golfjes en bruine herfstbladeren zwierden sierlijk over het vieze donkerbruine water. Het gras was eigenlijk te koud en vochtig, maar haar lange, zwart gewatteerde winterjas reikte tot aan haar knieën en leende zich er prima voor om op te zitten.

    Ze wreef over haar steeds boller wordende buik, welke nog dikker leek door haar jas. Sophie kwam net bij de verloskundige vandaan waar ze weer een echo had gehad. Opgelucht dat alles goed was, moest ze hier de boel even laten bezinken.

    Sophie was bijna tweeëndertig weken zwanger en had graag willen weten wat het geslacht van haar baby was. Bij de twintig weken echo bleek het groeiende wonder in haar buik al kerngezond, maar had hij of zij het geslacht nog niet willen prijsgeven. De baby was nu al eigenwijs. Precies als zijn of haar vader. Eigenwijs, recalcitrant en rebels.

    Maar nu wist ze het. Tijdens deze extra ingeplande echo konden ze niet meer om het geslacht heen. Het was een meisje. Ze kreeg een meisje, dat was haar zojuist verteld. Een echt klein mensje met alles erop en eraan. Een meisje.

    Het was zo overweldigend bijzonder om dit mee te mogen maken, maar na iedere echo was Sophie gesloopt. Tegenstrijdige emoties verscheurden haar van binnen, want hoe ze iedere keer weer werd overvallen door het intens gelukkige gevoel van blijdschap en dankbaarheid, stond in zo’n groot contrast met het immense gemis.

    Een meisje. Esra had het geweldig gevonden. Esra zou zijn hele leven in het teken hebben gezet van het beschermen van zijn wonder. Een klein, kwetsbaar en onschuldig kind. Zijn kind. Esra had hier moeten zijn. Hij had dit moeten meemaken, hij had haar moeten leren kennen, vasthouden en liefde geven zoals alleen hij dat kon. Dit meisje zou haar vader nooit leren kennen en dat gevoel brak Sophie iedere dag weer.

    En wanneer het gemis haar eigenlijk teveel werd, kwam ze hier. Hier aan de waterkant, op hun plek. Sophie en Esra. Al wist hij op dat moment nog niet beter dan dat ze Nathalie heette, de liefde was hier ontstaan.

    Sophie trok haar zandkleurige paardenstaart aan en ritste haar jas verder dicht. Ze sloeg haar benen over elkaar en zag natte grassprietjes aan de zijkanten van haar witte sneakers plakken. Soms wist ze niet meer zo goed hoe ze moest zitten, alle houdingen waren maar korte tijd comfortabel.

    De wind trok aan en in één ruk zwiepten er meerdere bruine bladeren van de boom aan de overkant waarna ze werden meegevoerd op het sierlijke ritme van de wind. De dorre bladeren stierven toen ze van de tak werden getrokken, maar dansten ritmisch door de lucht alsof het ze niets kon schelen. Alsof ze niet straks neer zouden komen op de koude grond en langzaam zouden verdorren in de schoot van Moeder Aarde. Het leven was zo betrekkelijk. Ieder leven op aarde. Liefde daarentegen, liefde verging nooit. Dat wist Sophie zeker.

    In de verte hoorde ze het naderende geluid van een motor en even deed ze haar ogen dicht. Het geluid overspoelde haar met een golf van herinneringen en bracht haar direct terug naar toen. Ondanks dat het pas een paar maanden geleden was, voelde het als een eeuwigheid. Een mensenleven.

    Tot haar verbazing kwam de motor tot stilstand en licht geschrokken keek Sophie op. Ze zag een man afstappen en haar kant op lopen. Het was Leon.

    ‘Ik dacht al wel dat ik je hier zou kunnen vinden.’ Hoorde ze hem zeggen, terwijl hij zijn helm afdeed en haar zijn typerende grijns schonk. Zijn kwajongensachtige ogen twinkelden terwijl hij met zijn tanden zijn leren handschoenen uittrok. Ondanks zijn baard kon Sophie de groeven naast zijn mond goed zien. Lachrimpels. Het gaf hem een karakteristieke uitstraling, maar maakte ook dat hij er guitig en toegankelijk uitzag. Hoe streng zijn ogen ook konden staan en hoe woest zijn voorkomen ook was.

    ‘Je kent me goed.’ Glimlachte ze zacht.

    ‘Hoe was de echo?’ Leon nam naast haar plaats in het gras. Gezien de leren broek van zijn motorpak zou ook hij niet veel hinder ondervinden van de koude grond.

    ‘Alles zag er heel goed uit. Tien vingertjes, tien teentjes, zoals we al wisten natuurlijk. Het is een kerngezond meisje.’

    ‘Meisje?!’ Leons ogen werden groot en hij keek verrukt.

    ‘Ja, het is een meisje.’ Sophie haar glimlach werd breder en ze merkte dat het nog echter voelde wanneer ze het hardop uitsprak.

    Leon sloeg een arm om haar heen en trok haar even zijn kant op, waarbij hij een kus op haar kruin drukte. ‘Je krijgt een meisje.’

    ‘Ik krijg een meisje.’ Herhaalde Sophie weer.

    ‘Maar even voor de duidelijkheid.’ Zei Leon grijnzend terwijl hij haar weer losliet. ‘Als het een jongen was geweest had je hem zeker weten Brammetje genoemd toch?’

    ‘Uiteraard.’ Smaalde Sophie.

    Zoals zij in de huid van Nathalie Spijkers was gekropen, had Leon de rol van Bram Spijkers mogen vertolken. Haar grote broer. Sophie en Leon waren partners tijdens een infiltratiezaak binnen een motorbende. Voor de zaak hadden zij elkaar nog nooit ontmoet, maar sinds hun heftige samenwerking voelden ze zich onlosmakelijk met elkaar verbonden. De fatale afloop van de zaak en het verlies dat was geleden had hen getekend en diepe krassen nagelaten, maar had ze ook een verbintenis voor het leven gegeven. Een broederlijke band. Blijkbaar werden broers en zussen niet alleen gedefinieerd door een bloedband. Een collectief trauma schepte eveneens een onbreekbaar broederschap. 

    ‘Hoe was je gesprek eigenlijk? Dat was vandaag toch?’ Leek Sophie zich ineens te beseffen en ze keek de man naast zich vragend aan. Leon haalde zuchtend zijn schouders op.

    ‘Op sommige dagen moet je tot de conclusie komen dat je die ochtend gewoon beter in bed had kunnen blijven liggen. Vandaag was zo’n dag.’ Leon tuurde over het water, waar Sophie net starend over uitgekeken had en ze voelde dat het gesprek niet was gelopen zoals hij had gehoopt.

    ‘Was het zo erg?’

    ‘Ze begrijpen ook gewoon niet hoezeer ik dit nodig heb, denk ik. Ik heb ze daar in ieder geval niet van kunnen overtuigen.’ Zuchtend zette Leon zijn zonnebril op en liet zich achterover zakken op zijn ellebogen. Sophie hoorde het leer van zijn motorpak kraken en voelde even een kriebel in haar onderbuik. Esra kon hier ook zo aan het water zitten, zijn leven overdenkend.

    ‘Wat zeiden ze precies?’

    Weer haalde Leon zijn schouders op. ‘Het bekende riedeltje. Dat ik fysiek sterk genoeg bevonden ben, maar dat ze nog niet denken dat ik het mentaal aan kan om me in een volgende operatie te storten. Dat ik niet teveel van mezelf moet vragen, gezien mijn bijna-doodervaring en het verlies van Annemieke. Dat het tijd nodig heeft en dat ze willen dat ik blijf praten met de bedrijfspsycholoog.’

    Sophie dacht terug aan het moment dat David Leon in koelen bloede neerschoot en dood waande. Dat ook Sophie een hele tijd dacht dat hij het niet overleefd had, totdat hij haar enkel vastpakte en met zijn laatste restje kracht haar liet weten dat hij er nog was. Zijn bebloede gezicht, zijn lichaam die al een paar uur in een rode plas kleverig bloed op het smoezelige tapijt van het bordeel lag, Sophie kon het zich zo voor de geest halen. Leon had zoveel geluk gehad. Annemieke daarentegen, had het infiltratietraject moeten bekopen met haar leven.

    Sophie wist hoe dol Leon op Annemieke was geweest en hoe goed zij konden samenwerken. De chemie tussen de twee collega’s was van mijlenver voelbaar. Het verlies van Leon zijn geliefde collega en de bijna fatale moordaanslag op zijn leven, waarmee hij operatie Engelen had afgesloten, maakte dat zijn meerderen hem niet direct in een nieuwe operatie wilden laten storten. Leon was keihard en extreem goed in wat hij deed, maar operatie Engelen had zijn tol geëist. Zelf was hij er klaar mee, hij liep al maanden bij de psycholoog en zou nu langzaam weer mogen re-integreren. Maar hij wilde niet langzaam herintreden. Hij wilde een nieuw infiltratietraject, hij wilde undercover. Dat was waar hij voor leefde, dat was het enige dat hij kende. Maar zijn meerderen waren terughoudend en durfden het nog niet aan, tot grote frustratie van Leon.

    ‘Idioten zijn het. Als ik zelf zeg dat ik weer kan, waarom laten ze me dan niet gewoon mijn werk doen? Ik ga gewoon voor een second opinion. Ik bedoel, die zweefteef van een psycholoog heeft het al helemaal niet begrepen, lekker vanuit je warme kamertje nare verhalen aanhoren van mensen uit de vuurlinie en dan vanachter je bureau beslissen of ze weer kunnen of niet? Wie bedenkt dit systeem?’ Op zijn eigen kenmerkende manier streek hij zijn vingers langs zijn wangen en plukte aan zijn zwarte baard.

    ‘Ik begrijp je echt, Leon. Maar zij doen ook hun werk en het is niet niets wat je hebt meegemaakt. Dat weet je zelf ook.’

    ‘Jij hebt toch hetzelfde meegemaakt? Op de kogelgaten in je lijf na dan, het is niet alsof het voor jou minder heftig was. Jij bent toch ook weer aan het werk? Jij bent zelfs nog in verwachting.’

    ‘Ja, dat klopt ook wel, maar ik doe toch heel ander werk dan dat jij doet. Ik ben rechercheur, ik behandel moordzaken. Maar ik werk in een team en wanneer zij denken dat het misschien niet helemaal goed met mij gaat of me boven de pet groeit, dan trekken zij aan de bel. Jij moet weer in je eentje worden losgelaten in de onderwereld. Infiltreren binnen wie weet wat voor narigheid, zonder vangnet, helemaal alleen. Ze hebben echt het beste met je voor, Leon, dat geloof ik echt.’

    Hoofdschuddend zette Leon zijn zonnebril weer af en keek Sophie aan. Ze wist dat hij het niet wilde horen. Dat hij het zo nodig had om weer te doen waar hij goed in was. Juist hij. Hij leefde voor zijn werk, ademde zijn werk.

    Ze dacht aan de eerste keer dat ze hem ontmoet had. Ze werden aan elkaar voorgesteld op de woonboot, waar de collega’s die zich achter de schermen bezighielden met de infiltratie zich verschanst hadden. Vanaf moment één had hij haar op haar gemak gesteld. Misschien kwam het door zijn luchtige benadering van heftige situaties, door die eeuwige ondeugende twinkeling in zijn ogen of doordat hij altijd kalm bleef. Wat het ook was, hij had haar een veilig gevoel gegeven. Ook toen ze het hol van de leeuw binnen gingen, of toen alles mis dreigde te lopen en de pleuris uitbrak. 

    Sophie bedacht zich dat hij eigenlijk altijd hetzelfde was geweest. Zowel op de woonboot, als bij de motorclub van David en Esra. Zelfs na operatie Engelen, toen hij gewoon weer Leon kon zijn. Misschien maakte hem dat juist wel zo’n ontzettend goede undercoveragent. Hij speelde nooit iemand anders. Hij mocht dan misschien een andere identiteit toegewezen hebben gekregen, hij was eigenlijk altijd gewoon zichzelf. Hij nam geen rol aan, hij paste en schikte de rol binnen zijn eigen persoon. Hij werd het verhaal dat voor hem bedacht was, maar met zijn eigen karakter. Altijd.

    Sophie wist dat hij zijn werk nodig had. Dat hij altijd van de ene operatie naar de volgende leefde en in zijn privéleven daardoor niets had opgebouwd. Voor haar lag dat anders. Zij rolde door omstandigheden in de undercoveroperatie en had juist dingen achter moeten laten. Kate en Marc, haar huisgenoten waar ze een bijzondere vriendschap mee deelde. Een leven als verdienstelijk moordzaken rechercheur, vriendin, zusje en dochter van. Ze had het verschrikkelijk gevonden om afscheid te nemen van haar eigen leven, hoe nodig het op dat moment ook was. Maar als ze erover nadacht wat het haar had gebracht, had ze dat in haar stoutste dromen niet kunnen bedenken.

    Leon was één van die dingen. Inmiddels voelde hij als familie. Juist daarom wilde ze hem ook het gevoel geven dat hij dit keer wel iets had om bij thuis te komen. Dat er mensen waren die om hem gaven. Dat maakte het misschien minder erg om langer te moeten wachten om weer undercover te kunnen. Om weer dat te doen waar hij goed in was en waar hij zo naar smachtte.

    Leon had niet alleen Sophie, ook Kate en Marc hadden hem in hun harten gesloten. Na de gebeurtenissen van een aantal maanden geleden was Sophie veranderd. Alles was veranderd. Operatie Engelen zat in Sophie, in haar systeem. Ze zou nooit meer de oude Sophie worden en dat merkten Kate en Marc aan alles. Ze zagen ook hoe ze Leon nodig had, hoe ze iets met hem deelde wat ze nooit met hen zou kunnen delen. Sophie was haar grote liefde verloren en Kate en Marc hadden hem nooit mogen ontmoeten. Het was een stukje van haar leven waar zij nooit deel van hadden kunnen uitmaken. Leon wel.

    Sophie zag dat Leon zijn antwoord alweer klaar had. Zonder twijfel een scherp en gevat antwoord. Maar voor hij zijn mond open kon doen om tegen haar in te gaan vervolgde ze haar verhaal;

    ‘En daarbij komt, dat als je een traject ingaat, je weer maanden weg zal zijn. En dat is ook helemaal niet handig als je kleine zusje straks een keer moet bevallen.’ Glimlachte ze terwijl ze over haar buik streek. Hij moest weten dat hij gemist zou worden wanneer hij ging.

    Leon zijn ogen fonkelden even en er krulde weer een grijns om zijn mondhoeken. Hij had zijn harnas direct laten zakken. Eerst mompelde hij iets onhoorbaars, maar toen moest hij toch schoorvoetend toegeven. ‘Oké, daar heb je wel een punt.’

    Kate voelde de verzuring door haar bovenbenen trekken en vroeg zich af hoelang ze al rende. Haar hazelnootbruine krullen dansten op haar schouders, iedere keer wanneer de zolen van haar zwarte hardloopschoenen het asfalt raakten, haar wangen gloeiden van de koude lucht en ze voelde een straaltje zweet over haar onderrug naar beneden glijden. Ze stopte en plaatste haar hand tegen een boom langs het voetpad. Terwijl ze uitpufte, strekte ze haar benen, met haar voet tegen haar bil, waar ze hem even vasthield met haar andere hand. Ze had het gevoel er al een halve dag op te hebben zitten. Die ochtend was ze met Sophie mee geweest naar de verloskundige, om vervolgens nog even haar geliefde rondje te rennen voordat ze moest werken.

    Kate hield van hardlopen. Het bevrijdende gevoel dat het met zich meebracht, even haar hoofd leeg maken. Ze keek om zich heen en zag mensen op bankjes bij het water naar de boten kijken. Kate was gaan lopen in de haven, vanuit Dean zijn woning. Al woonde zij er inmiddels ook, voelde het nog steeds als Dean zijn woning. Dean woonde bij de haven en de omgeving was hier prachtig. Het was heerlijk om hier hard te lopen.

    Vooral de avonden, wanneer het donker was en de havenarbeiders het werk hadden neergelegd. De haven ademde dan een soort serene rust uit. Diepe stilte en de vele lichtjes die glimmend weerkaatsten in het verder spiegelgladde water, waardoor hun aanwezigheid vermenigvuldigd werd en het nooit echt donker was. Het gaf Kate een gevoel van kalmte en prettige eenzaamheid, alsof ze heel even alleen op de wereld was.

    Nu was het ochtend en dat was toch minder rustgevend lopen dan wanneer de avond gevallen was. Mensen die je tegenkwam en die je vriendelijk knikkend, hopende dat ze geen praatje wilde maken, voorbij rende. De tijdsdruk die je

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1