Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Bewariër
Bewariër
Bewariër
Ebook215 pages3 hours

Bewariër

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De Amsterdamse agenten Mulder en De Jong krijgen te maken met hun eerste echte zaak. Een bankier heeft zelfmoord gepleegd maar was het wel zelfmoord of misschien toch moord? Al snel blijkt er meer aan de hand en raken de agenten verwikkeld in een groter verhaal waarin ook de Tweede Wereldoorlog een rol lijkt te spelen.

Bewariër is het nieuwste boek van Marc Brookhuis die eerder al de serie schreef over politieagent Marcel Sturing, zie o.a. de titels: Een Verstilde Hardloper en Een Verborgen Patroon (verkrijgbaar als E-book)

Fragment:
Francken pauzeerde even, nipte opnieuw van zijn jenever en spoelde na met een slok bier. “En dan was er nog het pulsen...”
“Pulsen?” Mulder keek vragend.
“Pulsen en Bewariën. Twee kernwoorden uit die tijd. Pulsen: Het leeg halen van Joodse huizen. Hier...” Francken zocht even in zijn aktetas en legde een boek op tafel. “Een belangrijk boek uit het midden van de jaren 60: ‘Ondergang’ van Presser. Daar staat het allemaal in beschreven.”
“Wat is pulsen?” vroeg nu ook De Jong.
“Vernoemd naar A.Puls, een verhuizer die in opdracht van de Duitsers de huizen van gedeporteerde danwel ondergedoken Joodse burgers leeg haalde. En natuurlijk een groot deel van de spullen in eigen zak stak. Het voorbeeld werd al snel gevolgd door andere Nederlanders. Een actievere vorm van bewariën zeg maar.” Francken lachte grimmig. “Men kreeg de spullen niet in bewaring, nee, men ging er actief achteraan...”

LanguageNederlands
Release dateJun 10, 2013
ISBN9781301730971
Bewariër
Author

Marc Brookhuis

Marc Brookhuis is zen-leraar, mental coach en schrijver van diverse fictie- en nonfictie boeken. Zie ook 4 & 2, zen coaching en advies (www.vierentwee.nl)

Read more from Marc Brookhuis

Related to Bewariër

Related ebooks

Reviews for Bewariër

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Bewariër - Marc Brookhuis

    Een eenzame auto stond, verscholen tussen enkele struiken en flauw verlicht door het maanlicht, aan de oever van het IJ. In de auto zaten twee mannen, in leeftijd nog geen jaar van elkaar verschillend. Achter het stuur, met een papieren kopje koffie vastgeklemd tussen beide handen, zat brigadier Erwin Mulder. 37 jaar oud, opgeleid aan de Politieacademie en nu, na vele jaren werkzaam te zijn geweest als wetenschappelijk onderzoeker bij het Politiekorps Utrecht, voor het eerst actief in het veld.

    Naast hem, onder uitgezakt en met gesloten ogen, zat brigadier Wouter De Jong, 36 jaar oud, nauwelijks opgeleid maar zeer ervaren. Lang geleden begonnen als eenvoudige straatagent maar vanwege bewezen talent langzaam opgeklommen en geschikt geacht voor het serieuzere politie werk.

    Sinds een maand werkten beide mannen samen omdat de commissaris had bedacht dat dit voor beiden wel eens een vruchtbaar zou kunnen zijn. Of beide mannen daar hetzelfde over dachten, viel nog te bezien. Tot nu toe verliep de samenwerking vooral stroef.

    Mulder keek vermoeid over het zwarte water van het IJ, van links naar rechts, om vervolgens even een vluchtige blik te werpen op De Jong die nog steeds onder uitgezakt in zijn stoel zat. De Jong leek te slapen…

    Opnieuw ging zijn blik over het donkere water. Nauwelijks een hand voor ogen te zien. In de verte wat lichtjes van de overkant van het IJ. Voor hem één groot zwart gat. Systematisch keek hij van links naar rechts, langzaam, ondertussen af en toe een slok koffie nemend. Rechts aangekomen liet hij zijn blik weer zakken richting de onderuitgezakte De Jong. Een groot hoofd met blonde krullen. Daaronder een brede borstkas. In de ogen van veel vrouwen ongetwijfeld een mooie man. Mulders blik bleef even rusten op de linkerarm van de man naast hem voordat hij weer begon aan zijn systematische rondblik van links naar rechts.

    Je kunt het ook gewoon vragen… De stem van De Jong verbrak opeens de stilte.

    Wat? Mulder keek verrast naar De Jong.

    Het is al de vijfde keer dat je naar mijn arm kijkt. zei De Jong, nog steeds onderuitgezakt in zijn stoel. Ja, ik was verslaafd. Ja, aan heroïne. En ja, ik ben afgekickt. Wil je de littekens zien?

    Eh… Nee, sorry… Ik… Mulder richtte zijn blik weer naar buiten.

    Hm… De Jong bromde wat, ging iets meer rechtop zitten en graaide in het donker naar de thermoskan tussen zijn voeten. Koffie?

    Graag. Mulder keek nog steeds naar buiten maar vergat systematisch van links naar rechts te kijken.

    Je hebt er misschien ook wel recht op. Tenminste, als we partners blijven. De Jong vulde twee papieren bekertjes met koffie. Ik ken de verhalen die over mij rond gaan.

    Mulder dacht even na. Het was het eerste dat hij had gehoord over zijn nieuwe partner. Zwaar verslaafd geweest, in de goot beland en nu, met dank aan de commissaris, toch weer actief als brigadier.

    Hier. De Jong reikte het bekertje aan. Zo’n twee jaar clean inmiddels. Na een jaar mocht ik het weer proberen. Eerst op straat, verkeer regelen, surveilleren, dat soort werk. En nu, als voorlopig hoogtepunt, samen met jou hier aan het IJ. Midden in de nacht, op zoek naar een mannetje met vermoedelijk zo’n 10 kilo hasj.

    Mulder zei niets maar dronk wat van zijn koffie. Hij voelde zich betrapt, en geïrriteerd over het feit dat hij blijkbaar zo gemakkelijk te lezen was. Hij keek weer even opzij naar De Jong die opnieuw onderuit gezakt in zijn stoel naar buiten zat te kijken, nu met een beker koffie in zijn hand. Mulder zuchtte even en richtte toen zijn blik weer op het water.

    Daar! Rechts! De Jong ging opeens rechtop zitten. Op twee uur.

    Mulder keek naar rechts maar zag niets.

    De Jong zette de koffiebeker op het dashboard en opende de deur. Hij komt langzaam onze kant op. Geef me vijf minuten en doe dan de grote lichten aan.

    De Jong was al uit de auto gestapt en liep voorzichtig richting de waterkant. Mulder keek op zijn horloge, rekende vijf minuten verder, keek weer naar buiten maar zag De Jong nergens meer.

    Precies vijf minuten later knipte Mulder het grote licht van de auto aan. Een heldere streep licht scheen vol over het water. Een klein bootje werd langzaam zichtbaar, nog geen tien meter verwijderd van de oever.

    Mulder pakte snel de megafoon, stapte uit de auto en zette het apparaat voor zijn mond. Politie!

    Op het bootje gebeurde opeens heel veel. Mulder zag snel iets bewegen, hoorde een zachte plons, gevolgd door een tweede plons, dit keer een stuk harder. Het bootje, nu helder verlicht, dreef leeg en eenzaam verder, langzaam het felle licht tegemoet.

    Een eindje verderop keek De Jong naar het donkere water. Hij luisterde even, kreeg een glimlach om zijn mond en liep een paar meter naar links. Daar kwam het water opeens in beweging. De Jong knipte zijn lantaarn aan en scheen vol in het verbaasde gezicht dat net boven water kwam.

    Dag Sammie…. De Jong stak zijn hand uit. Gaan we moeilijk doen of lossen we het eenvoudig op?

    Ach stik! pruttelde de man. Hij spuugde wat water uit zijn mond en pakte de hand van De Jong die hem vriendelijk de kade op hielp.

    2

    Mulder zuchtte terwijl de Volkswagen in de bekende wit-blauw-oranje politiekleuren, langzaam door de straten van Amsterdam-Oost reed. Hij keek door het zij-raampje naar de donkergrijze herfstlucht. Weer een dag vol regen en kou.

    Niet veel later zuchtte Mulder opnieuw, na alweer de vijfde opgestoken middelvinger van die ochtend. Afkomstig van een jong allochtoontje. Net als de andere drie middelvingers: allochtone jochies. De uitzondering was een dronken dakloze man die boos tegen beide agenten was begonnen te schelden en ook het middelvingergebaar uitstekend beheerste.

    Dat de politie niet populair was, wist Mulder al langer. En dat gold zeker voor dit deel van de stad… Een reden te meer waarom Mulder niet van surveillance dienst hield. In uniform, herkenbaar als politieagent, aanwezig tussen het volk om vervolgens de frustraties van de burgers over je heen te krijgen. En burgers waren nu eenmaal vaak gefrustreerd. Dus vonden ze het fijn om hun dagelijkse moeilijkheden af te reageren op zichtbare autoriteiten. De politie of, het alternatief, de politiek… Iets of iemand die verantwoordelijk was voor de rommel waar zij dagelijkse mee te maken hadden.

    De Jong leek nergens last van te hebben. Hij stuurde de auto soepel door de smalle straten terwijl hij zachtjes een voor Mulder onbekende melodie floot. Mulder zocht in zijn geheugen. De melodie leek op oud werk van Jethro Tull, muziek die zijn vader vroeger vaak draaide. Beetje jazzy, beetje rock, beetje klassiek. Toch was het niet hetzelfde. Het klonk eerder als een oud volksliedje.

    De Jongs gefluit werd opeens ruw onderbroken door de politieradio: Auto te water… Kamerlingh Onneslaan.

    Die is voor ons! De Jong zette de auto in een hogere versnelling en gaf gas terwijl Mulder de portofoon pakte. Meldkamer, 1103. We zijn onderweg! Over en uit.

    De Jong drukte een knop in. Op het dak van de auto gingen zwaailichten aan. De Jong drukte een tweede knop in, het geluid van een jankende politiesirene volgde.

    Nog geen vijf minuten later waren beide agenten op de plek van bestemming waar een rode auto, bezig was om langzaam in het water te zinken. Mulder stapte uit en keek snel om zich heen. Vijf toeschouwers, ramptoeristen. De sporen van het ongeluk waren duidelijk zichtbaar in het gras. De auto was over de berm heen geschoten, in de plas. Vermoedelijk te hard gereden en als gevolg van de regen weg geslipt in de gladde bocht.

    De Jong was al aan het sprinten, onderweg druk bezig zich te ontdoen van overbodige kleding en accessoires: Jas, mobiel, pistool… gevolgd door een sprong in het water. Mulder volgde zijn voorbeeld: Jas, mobiel… en toen de sensatie van het koude water. Terwijl Mulder snel richting de auto zwom, was De Jong al bezig om het portier te openen.

    Een vrouw, één kind. riep De Jong richting Mulder terwijl hij naar de andere kant van de auto zwom.

    Mulder zwom naar het geopende portier. Achter het stuur, een vrouw. Bewusteloos, vast in de gordels. Een grote wond op haar voorhoofd. Mulder voelde onder water aan de gordel, vond de sluiting en klikte de gordel eenvoudig open. Toen trok hij de vrouw, langzaam achteruitzwemmend, voorzichtig van de bestuurdersplaats. Hij nam haar hoofd tussen zijn armen en zwom op zijn rug richting de kant.

    Zo’n 10 meter rechts van hem zwom De Jong, samen met een jongetje. De Jong keek even vragend zijn kant op. Mulder stak zijn rechterduim omhoog. De Jong deed hetzelfde.

    Aan de oever van de plas stond inmiddels een ziekenauto, vergezeld door een tweede politieauto. Een agent hielp Mulder om de vrouw uit het water te krijgen. De jongen klom zelf op de kant. De Jong volgde als laatste. Voorzichtig applaus klonk van de omstanders.

    Terwijl de moeder en het jongetje werden afgevoerd met de ziekenwagen, liepen Mulder en De Jong terug naar hun auto, ondertussen hun spullen oprapend: Jas, mobiel… De Jong zocht naar zijn pistool maar…

    Niet je spullen laten rond slingeren hè… Een oudere agent kwam aangelopen, grinnikte en gaf De Jong zijn pistool terug. Hoef je ook niet weg te gooien, alleen de patronen vervangen. Dat is genoeg.

    Weet ik, bromde De Jong. Een reflex… ik dacht niet na.

    Ik heb achterin nog wat handdoeken liggen. Moment… De agent liep weg en kwam niet veel later terug met twee handdoeken. Goed gedaan jongens. Ga maar naar huis. Omkleden, douchen en zo… Wij ruimen hier de rommel wel op.

    Het was stil op de zesde etage van het politiebureau aan de Marnixstraat. Opmerkelijk stil, vond Mulder, terwijl hij zat te wachten in de kamer van de commissaris. Een oase van rust… Zeker in vergelijking met zijn eigen afdeling, een etage lager.

    De kamer van de commissaris was, op verzoek van de commissaris, gevestigd in het uiterste hoekje van de zesde etage; een etage waarvan het grootste deel in beslag werd genomen door de afdeling Administratie. De kamer zelf was ruim maar eenvoudig en functioneel ingericht. Een groot bureau, een luxe bureaustoel. Op het bureau, een telefoon, een monitor, toetsenbord en een pennenbakje. Voor het bureau twee stoelen, waarvan één bezet werd door Mulder.

    Minder functioneel maar wel aangenaam was het groen in de kamer. Een grote varen in de ene hoek en een vetplant, in het gezelschap van een klein groen gietertje, in de andere. Tegenover de vetplant en het gietertje was een groot raam gevestigd. Hetzelfde raam waarvoor de commissaris stond, terwijl hij naar buiten keek en zag hoe mensen beneden op straat, schuilden voor de regen.

    De commissaris zuchtte. Hij keek even over zijn schouder naar Mulder die ongeduldig op zijn stoel zat te wachten en richtte vervolgens zijn blik vervolgens weer naar buiten. Mulder… Ambitieuze jongen, moe geworden van het bureauwerk en nu gekozen voor het echte werk: Op straat, tussen de mensen. Zoals politiewerk ook bedoeld is… De commissaris zuchtte opnieuw. Het was lang geleden dat hij zelf nog actief was, op straat, tussen de mensen. De laatste tien jaar speelde zijn leven zich vooral af tussen de vier muren van zijn kantoor. Hij was er voor het overzicht, de grote lijnen uitzetten, mensen aansturen.

    Mensen aansturen… Een flauwe glimlach verscheen op het gezicht van de commissaris. Mulder en De Jong. Twee tegenovergestelde karakters die, mocht het ze lukken om samen te werken, veel aan elkaar zouden kunnen hebben. Een voormalig wetenschapper versus een jongen van de straat. Buitenstaander versus Amsterdammer in hart en nieren. Tegenpolen…

    Hij keek opnieuw naar Mulder die voor zich uit zat te staren. Zijn donkerzwarte haar, beetje krullend. Daaronder een zwarte coltrui en zo’n moderne spijkerbroek die er al versleten uitzag als je hem kocht...

    Sorry meneer. De Jong kwam gehaast binnen gelopen. Het verkeer zat vast want de brug stond open.

    De commissaris grinnikte. Een klassieke Amsterdamse smoes voor iedereen die te laat kwam. De Jong was echter niet iemand van smoezen. Zeer waarschijnlijk stond er inderdaad ergens een brug open. De commissaris kon het nagaan als hij wilde maar dat wilde hij niet.

    Ga zitten Wouter. De commissaris draaide zich langzaam weg van het raam, ging achter zijn bureau zitten en begon in zijn koffie te roeren.

    Ik heb iets voor jullie, zei hij langzaam. Dat wil zeggen. Waarschijnlijk is het niets… maar toch wil ik dat jullie even langs gaan bij een oude kennis van me, een voormalig bankdirecteur die wordt bedreigd. Ik sprak hem vorige week op een borrel…

    De commissaris zuchtte even, terug denkend aan de borrel. Hij hield niet van dat soort verplichtingen maar ontkwam er vanwege zijn functie nu eenmaal niet aan. Hij deed er zelf nogal luchtig over maar toch wil ik dat jullie even met hem praten. We kunnen ons niet veroorloven dat het toch iets blijkt te zijn.

    De commissaris was opgehouden met koffie roeren en keek hen beide aan. Bovendien heb ik het gevoel dat er iets niet klopt…

    Wat dan niet meneer? Mulder keek vragend.

    Zomaar… een gevoel. De commissaris pakte opnieuw het lepeltje en begon weer in het kopje te roeren. Hij vertelde het tussen neus en lippen door, alsof het niet belangrijk was… Maar toch… Nou ja, wat ik al zei: een gevoel.

    De commissaris pakte pen en papier, schreef iets op en gaf het briefje aan Mulder: Het adres.

    Dat was alles meneer? vroeg De Jong terwijl hij opstond.

    Ja. zei de commissaris. O… enneh… Goede actie jongens, die auto vanmorgen. Met de moeder gaat het goed. Een kleine hechting aan het hoofd. Ze heeft appeltaart laten brengen. Als je geluk hebt, is er nog iets over.

    Mulder en De Jong verlieten de kamer. De commissaris ging weer voor het raam staan met zijn kopje koffie in de hand, roerend en naar buiten kijkend. Herfstbladeren dwarrelden op en neer door de lucht. Hij zuchtte even.

    Gaan we er direct achteraan? hoorde de commissaris Mulder vragen op de gang.

    Eerst appeltaart eten, zei De Jong.

    De commissaris glimlachte.

    3

    Mulder keek vragend naar De Jong.

    Hier rechtdoor en dan de Stadhouderskade af. De Jong speelde wat met het papiertje terwijl Mulder probeerde in te voegen in het drukke verkeer. Het is niet ver, in de buurt van het Amstelhotel.

    Mulder knikte, voegde zijn auto voorzichtig tussen twee andere auto’s om daarna stil te staan voor het rode stoplicht.

    Ze hadden best een stukje appeltaart over kunnen laten, bromde De Jong. Fijne collega’s hebben we toch.

    Mulder haalde zijn schouders op maar zei niets.

    De Jong keek wat verveeld naar het fietsende en voetgangersverkeer en zag hoe een wielrenner probeerde op topsnelheid kriskras door het verkeer te fietsen en deed, toen dat niet lukte, bijzonder geïrriteerd.

    Slimme actie, mompelde De Jong.

    Hm, knikte Mulder die het ook gezien had. Zoiets als: Ik besta en de rest past zich maar aan.

    Het stoplicht sprong op groen. Mulder zette de auto weer in beweging. Is ook echt een goed idee. Voluit gaan op je racefiets, dwars door hartje Amsterdam, op het drukste tijdstip van de dag. En dan verbaasd zijn als je een klap op je bek krijgt.

    Dat gaat volgens mij nu ook gebeuren zei De Jong

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1