Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De tijd neemt niets terug
De tijd neemt niets terug
De tijd neemt niets terug
Ebook277 pages4 hours

De tijd neemt niets terug

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

'De tijd neemt niets terug' voert de lezer naar een mythisch verleden dat langzaam het sprookjesachtige karakter verliest en de schoonheid van de wrede werkelijkheid in al haar facetten laat zien.
Na een grote tragedie wordt Ludo Borkius verscheurd door tegenstrijdige gevoelens. Hij ziet nog maar één uitweg: een nieuw leven beginnen, een leven los van het verleden. Het toeval brengt hem in Spanje. Afgezien van zijn nachtmerries leidt hij een rustig en overzichtelijk bestaan. Totdat hij Birgit ontmoet. De geestelijke spagaat waarin Ludo terechtkomt, dwingt hem om alsnog iets uit zijn vorige leven recht te zetten. Maar dan blijkt het verleden Ludo allerminst te zijn vergeten.

LanguageNederlands
PublisherEd Schriel
Release dateOct 6, 2018
ISBN9780463905258
De tijd neemt niets terug
Author

Ed Schriel

Ed Schriel (1953) is een nakomeling in een gezin van negen kinderen. Als kind was hij al gefascineerd door schrijven. Nog voordat hij een letter op papier kon zetten, schreef hij zijn eerste verhaal met louter krabbels op enkele vellen papier die door een oudere broer met vliegertouw werden gebonden tot een boekje. Al op jonge leeftijd schreef hij korte toneelstukjes, stukjes voor de schoolkrant en voor de plaatselijke krant. Ja, en natuurlijk aanzetten voor een roman. Zijn grote voorbeelden waren W.F. Hermans, Harry Mulisch en vooral Jan Wolkers in wiens stijl hij probeerde te schrijven.Na de HBS-b, een keuze onder invloed van zijn vader en een van zijn broers, en ging Ed Nederlands Taal- en Letterkunde studeren in de hoop zo het schrijverschap te leren. Het werd een teleurstelling. Hij gaf zijn studie op en ging werken bij een uitgeverij als corrector/redacteur. Nog geen jaar later haalde een broer hem over om bij zijn kleine reclamebureau te komen werken als tekstschrijver. Het was het begin van een lange, succesvolle carrière in de reclame. Voor zijn werk ontving Ed vele prijzen in binnen- en buitenland. Grote voldoening gaf hem het ontwikkelen van jong talent. Zo was hij in de avonduren docent aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam.Na een persoonlijk drama in zijn leven besloot Ed de reclame te verlaten. Hij verhuisde naar Frankrijk om aan de slag te gaan als docent creatief schrijven. Onder het pseudoniem Eric J. Versteegh schreef hij cursiefjes en interviews met bekende Nederlanders. Onder zijn eigen naam publiceerde hij enkele korte verhalen en gedichten. Na vijf jaar keerde hij terug in de reclame. Samen met twee talenten die hij ooit zelf had opgeleid, richtte hij het eerste virtuele reclamebureau ter wereld op. Het bureau had geen kantoor en bestond alleen als website. Het werd een groot succes en trok grote klanten aan.Wat bleef knagen was de roman die hij zo graag wilde schrijven, maar waarvoor hij nooit de tijd nam of kon nemen. Dat lukte pas toen hij stopte met zijn drukke baan in de reclame. Ondertussen schreef Ed ook het cursiefje Jaap & Marjon dat verscheen in Max Magazine. 'De tijd neemt niets terug' is zijn debuutroman.

Related to De tijd neemt niets terug

Related ebooks

Reviews for De tijd neemt niets terug

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De tijd neemt niets terug - Ed Schriel

    Ed Schriel

    DE TIJD NEEMT

    NIETS TERUG

    © 2018 Ed Schriel

    ISBN 9780463905258

    De tijd neemt niets terug is in boekvorm verschenen bij Uitgeverij ter Verpoozing, Peize.

    Alle rechten voorbehouden.

    Foto omslag: Meta Geerts

    Foto auteur: Sibelle van den Born

    ISBN 978-9492546-34-0

    NUR 311

    Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever en/of de auteur.

    My interest is in the future because I am going to spend the rest of my life there

    - CHARLES F. KETTERING

    1

    Een bijzondere opdracht vond de makelaar het, vooral zoals Ludo het had verwoord, het huis te koop aanbieden met alles erop, eraan en erin.

    ‘Weet u het zeker, meneer Borkius? Het is nogal ongebruikelijk en kan voor potentiële kopers een drempel zijn om een fatsoenlijk bod uit te brengen dan wel dat zij als voorwaarde stellen dat het perceel alsnog leeg wordt opgeleverd.’

    ‘Als het u te veel moeite lijkt, dan…’

    ‘Nee, nee,’ onderbrak de makelaar Ludo, ‘voor elk huis is een koper. En laat ik daar duidelijk over zijn: uw huis ligt goed in de markt. Ik probeer u alleen duidelijk te maken dat het geen eenvoudige zaak zal zijn om het op deze manier te koop aan te bieden. U moet erop rekenen dat het langer of zelfs veel langer kan duren dan u in gedachten heeft.’

    ‘Ik heb de tijd.’

    Vier woordjes die meestal uitdrukken dat iemand het niet erg vindt om even te moeten wachten. Maar zoals Ludo het zei leken diezelfde vier woordjes een zekere oneindigheid in zich te dragen.

    ‘Ik neem aan dat u een voorbehoud maakt met betrekking tot persoonlijke bezittingen zoals kleding, sieraden, fotoalbums, administratie? Ik noem maar wat.’

    De makelaar, dikke vijftiger, gekleed in een blauw geruit colbert, en met donkergrijze krullen die in toom werden gehouden door een handje gel, wierp een meewarige blik op Ludo die instemmend knikte.

    Sommige dingen zou hij vernietigen, wist hij, andere zou hij als anonieme schenker een tweede leven gunnen, een minimum aan parafernalia van Lot en Xanne zou hij opslaan, misschien wel bij Elles, Lots beste vriendin, al sinds hun jeugd. Hij zou alleen meenemen waar hij echt niet buiten kon. Maar waar kon hij niet buiten? Hij kon alles missen wat vervangbaar was. En dat was bijna alles. Alleen Xanne niet. Al zou hij nog tien kinderen krijgen, het was ondenkbaar, nee uitgesloten dat ook maar één van hen Xanne zou kunnen vervangen, hoeveel hij ook van ze zou houden. Het gat in zijn lijf dat Xanne had achtergelaten zouden ze kunnen verkleinen maar nooit kunnen dichten. Nooit. Zo voelde hij dat. En hij wist dat het zo was.

    Na drie schiftingen hield hij over: een armlengte boeken, tekenspullen, reisverslagen, kleding, vierenveertig horloges, wat paperassen en een zilveren schaaltje waarin zijn oma altijd ambachtelijke chocolaatjes presenteerde. Als hij zijn ogen sloot kon hij ze nog proeven. Al met al was het niet meer dan een voetnoot op zijn schone lei. Uit deze selectie vulde hij een koffer met kleding, koos zorgvuldig twee horloges en voegde er een toilettas aan toe. Het overige deed hij in aparte dozen en plakte er een sticker op die de inhoud vermeldde.

    Voor Elles was het geen probleem als Ludo spullen bij haar wilde opslaan. Ze had ruimte genoeg in de geschakelde villa die ze sinds kort met man en zoonlief had betrokken. Maar Elles had wel haar zorgen geuit over Ludo’s opruimwoede en hem diverse keren gezegd dat hij haar hele zolder vol mocht proppen. Hij kon toch altijd nog besluiten om bepaalde dingen weg te doen. Maar Ludo was niet te stuiten geweest.

    ‘Hoelang blijf je weg?’

    ‘In principe is het voor twee maanden.’

    ‘En dan?’

    ‘Dan zie ik wel.’

    Ze omhelsde hem, keek hem diep in de ogen en zei: ‘Pas goed op jezelf. De klap kan nog komen.’

    Ondanks de scepsis van de makelaar trok Ludo een paar dagen later de deur achter zich dicht in de stellige overtuiging dat hij hem nooit meer zou openen. Hij had er immers niets meer te vinden en nog minder te zoeken.

    Ludo keek ook niet om naar het huis toen hij in de taxi stapte. In de donkere tunnel van platanen, nog vol in het blad, zag hij alleen het licht aan het einde van de straat.

    ‘Hoe laat gaat uw vliegtuig?’ vroeg de chauffeur met een blik in de achteruitkijkspiegel.

    ‘Kwart over vijf.’

    ‘Dan bent u ruim op tijd,’ zei de chauffeur. ‘Het is rustig op de weg.’

    Ludo wierp een blik op zijn horloge, een van de recentere modellen uit zijn verzameling, nota bene van Hollandse makelij, maar als het om design ging, en daar ging het hem om, stonden Nederlandse ontwerpers in hoog aanzien.

    ‘En waar gaat de reis naartoe?’

    ‘Spanje.’

    Ludo had nog geen voetstappen staan op het Iberisch schiereiland. Het was er gewoon nooit van gekomen om de Pyreneeën over te trekken. Heel Frankrijk had hij doorkruist in de jaren voordat hij Lot leerde kennen, maar de zuidwesthoek had hij om onverklaarbare redenen altijd links laten liggen. Tot plaatsen als Bordeaux en Cahors was hij afgezakt, verder was hij niet gegaan. De rivier die haar naam droeg, al had hij daar toen nog geen besef van, was hij nooit overgestoken, alsof daar de grens lag naar onontgonnen land, een gebied waar hij niets te zoeken had.

    Niet lang voor zijn vertrek naar Spanje, amper twee maanden na de begrafenis, werden bij het lezen van de Volkskrant zijn ogen getrokken naar kapitale letters in een rubrieksadvertentie. DOCENT SCHETSEN & AQUAREL. Vanwege ziekte werd een vervanger gezocht voor de workshops in september en oktober. De afzender was Vacreación, creatieve vakanties aan de Costa Blanca.

    Een paar korte regels in de tweede kolom van rechts op een linker pagina staken de stekker in een energiebron die zijn hele lichaam deed gloeien. Hij liet de krant uit zijn handen glijden en startte in zijn werkkamer de computer op. Direct nadat hij de site had bekeken, schreef hij een email waarin hij zich profileerde als een ideale kandidaat. Hij, Ludo Borkius, illustrator en voormalig docent tekenen aan een middelbare school meende over de gewenste ervaring en motivatie te beschikken. En, hij was beschikbaar. Als bewijs van zijn vakmanschap voegde hij het webadres toe waar zijn portfolio bekeken kon worden en drukte op verzenden.

    Dezelfde dag nog belde een vrouw die zich met een Limburgs accent voorstelde als Merie, eigenaresse van Vacreación en docent beeldhouwen. Ze was buitengewoon verheugd met zijn sollicitatie. Ze kon nu alleen maar hopen dat hij geen hoge salariswensen had, want een vetpot was het niet, maar, en dat zul je – had hij er bezwaar tegen als zij hem tutoyeerde? – bij andere aanbieders van creatieve vakanties niet snel aantreffen, als docent verblijft u bij ons in een stacaravan ‘met werkelijk alles erop en eraan’.

    Ludo ging in op haar aanbod. Direct nadat hij had opgehangen, liet hij een enorme brul horen.

    Ludo verbleef graag in andere landen. Of, zoals hij het zelf uitdrukte, hij verbleef het liefst overal en nergens. In zijn binnenste huisde een zekere onrust die hem telkens op pad wilde sturen om iets nieuws te ontdekken. Was hij op vreemde bodem dan volgde hij ook nooit de ingesleten sporen van het toeristenvolk. Het liefst ging hij zonder kaart en zonder reisgids op pad. Gewoon maar zien wat hij tegenkwam.

    Twee pratende mensen in een pittoresk straatje konden hem meer ontroeren dan iets wat je beslist gezien moest hebben en waar mensen voor in de rij stonden. Meestal had hij het al gezien. Op televisie, in een film, op een foto. Maar dat is niet hetzelfde, werd hem meer dan eens voor de voeten geworpen, niet in de laatste plaats door Lot. Voor Ludo wel. Die beelden zaten al in zijn hoofd en kon hij bekijken wanneer hij maar wilde. Daarom sloeg hij af waar de meute rechtdoor ging.

    Zijn voorkeur om gebaande paden te mijden had hem er niet van weerhouden om een passie te ontwikkelen voor reizen over het spoor. Vanaf zijn achttiende had hij treinreizen gemaakt die tot de mooiste en langste ter wereld gerekend worden, zoals die van Bangkok naar Singapore, van het oude naar het nieuwe Azië. Tot Butterworth, dat op twee derde van het zestienhonderdvijftig kilometer lange traject ligt, had Ludo in een coupé gezeten met louter Thai.

    Toen hij was overgestapt in het treinstel dat hem tot Kuala Lumpur zou brengen, maakte hij in zijn opschrijfboekje een aantekening over de subtiele glimlach waarmee de Thai het leven aanschouwen. Geen zorgen over de dag van morgen, alleen het nu is van belang. Een gelukkig leven begint en eindigt op hetzelfde moment.

    Ludo had er een gewoonte van gemaakt om van al zijn reizen een verslag te maken als een soort ondertiteling bij de beelden die hij opsloeg in zijn hoofd. Een fotocamera behoorde nooit tot zijn bagage. In zijn optiek verengde het turen door een lens zijn kijk op de gebeurtenis en misschien wel op de wereld. Hij kon gebiologeerd raken door gebaren, een oogopslag, een handbeweging, de glimlach die gesproken woorden omlijst. Ze waren voorbij voordat je de sluiter had geopend.

    De langste reis die hij maakte voerde van Moskou naar Irkutsk. De trans-Siberische spoorlijn die een afstand van meer dan negenduizend kilometer overbrugde, had hem een veelheid aan indrukken geboden bij een minimum aan comfort. Acht dagen lang was het toilet tevens zijn badkamer: een wastafeltje en een geoxideerd pijpje waar een miezerig straaltje water uit sijpelde. Nooit meer zou hij zo van een douche genieten als toen hij in het eenvoudige hotel van Irkutsk de kraan opendraaide.

    Wat hem van deze reis zou bijblijven was de toenemende degeneratie van de gezichten die hij bij elk volgende station voor zijn venster zag verschijnen. De erosie door de werking van zon, wind en kou op het menselijk gelaat.

    Ondanks de ontberingen die hij zich vaak moest getroosten, verkoos Ludo de authenticiteit van een treinreis boven de luxe van bijvoorbeeld de Oriënt Express. Dergelijke vervoerders verkleinden de romantiek van het reizen tot een creditcard, meende hij.

    In andere culturen kon Ludo zich met geestdrift overgeven aan wat hij het ademen van het land noemde en wat hem tot een ander mens kon maken. Als hij in Frankrijk vertoefde, werd hij gegrepen door de ondefinieerbare artisticiteit waarmee het land was doordrenkt. Het landschap schilderde zijn eigen schilderijen die bij hem een ongekende verbeeldingskracht losmaakten. Alsof je het land voortdurend droomde. Ook als hij in de Provence was, en in zijn arm kneep om er zeker van te zijn dat hij klaarwakker was, keek hij naar een schildering van Monet. Na een paar dagen stond zijn hoofd op uitbarsten van alle beelden die hij had opgeslagen.

    Italië vond hij ook schilderachtig, o zeker, maar in zijn ogen stroomde de laars vaak over met een overdaad van geuren, kleuren en geluiden. ‘Overdaad schaadt, Ludo’ had een docent op de kunstacademie hem ingepeperd als hij zich weer eens dreigde te verliezen in gepiel. ‘Kunst is verbeelden, en verbeelden is de kunst van het weglaten.’ Maar het land liet zo weinig weg als hij in Italië om zich heen keek. Daarentegen kon hij geraakt worden door de collectieve theatraliteit die er heerste. Het land als één groot toneel waarop een onophoudelijke commedia dell’arte wordt opgevoerd, een spel zonder regels waarbij een ieder zichzelf naar hartenlust in de schijnwerpers kan plaatsen.

    Ludo had eens gelezen dat een Italiaanse vrouw er alles aan gelegen is om mannelijke blikken te vangen. Haardracht, kleding, pose, zonnebril, de manier waarop ze haar borsten draagt, loopje, oogopslag dragen alle bij aan haar vurige wens om bekeken te worden. De man die haar geflirt onbeantwoord laat, die niet even zijn begerige ogen op haar vrouwelijkheid laat rusten, die beledigt de Italiaanse vrouw tot in het diepst van haar ziel.

    En nu was hij in Spanje aangeland. Op twaalf kilometer hoogte had hij de rivier overgestoken die voor hem een grens was geweest, en daarna ook die woeste bergketen die als een ruwe las het schiereiland verbond met het vaste land van Europa. Toen het toestel de landing had ingezet zag hij hoe het land vlakker werd, doemde links Valencia op en zag hij even later Denia op die herkenbare uitstekende punt als de kop van een spiedende panter de noordelijke grens van de Costa Blanca vormend. Even later had de piloot een afbuiging gemaakt om vervolgens over de zee in westelijke richting de luchthaven van Alicante te naderen.

    Ook een land kan maar één keer een eerste indruk maken, ofschoon die – evenals bij mensen – later anders kan uitpakken. Verbeeldde hij het zich, of was de lucht die hij inademde werkelijk lichter en zuiverder, zoals beweerd werd van de lucht aan de Costa Blanca?

    Vacreación hield domicilie op vijftig minuten rijden ten noorden van Alicante. Merie, de eigenaresse, had op de luchthaven gestaan met een vel papier waarop ze zijn naam had geschreven. Ze was ouder dan haar stem door de telefoon deed vermoeden zoals ze daar stond in haar lichtbruine booties, groene korte broek die tot op haar knieën reikte en beige T-shirt met driekwartmouwen waaruit stevige armen staken, gewend om onwillige stenen klein te krijgen. Om haar hals hing een koord waaraan een paars brilletje bengelde. Het blonde haar losjes opgestoken met behulp van een houten pin.

    ‘Och, wat ben ik blij dat je er bent.’

    Ludo was altijd een beetje huiverig voor mensen die met hun uiterlijk wilden onderstrepen dat ze een creatief beroep uitoefenden. Als je goed bent, laat je je werk tot de verbeelding spreken en niet een extravagante haardracht, buitenissige kleding of onbeschofte gedragingen, meende hij. Op de academie had Ludo al ervaren dat het vaak de studenten waren die het minst opvielen en onzeker over hun werk spraken, die met de meest verrassende ideeën op de proppen kwamen, terwijl opzichtige blaaskaken het nogal eens van ordinair jatwerk moesten hebben.

    Merie ontpopte zich als een causeur die gedurende de autorit die aanvankelijk in schemer maar al snel in het donker langs de kust voerde, honderduit vertelde over Vacreación en de geneugten van de Costa Blanca. Samen met haar man Gé was ze vijf jaar geleden begonnen met het organiseren van creatieve vakanties in Spanje. Gé was portretschilder, Merie beeldhouwer. Ze hadden elkaar op latere leeftijd gevonden, na eerdere, mislukte relaties.

    ‘Er zijn onderzoeken die aantonen dat je in de zesde relatie pas de ware treft,’ zei Merie met een schalkse blik naar Ludo die niet reageerde om de voor de hand liggende vraag die erop zou volgen niet te hoeven beantwoorden. In plaats daarvan wees hij schuin naar voren waar silhouetten opdoemden van hoge gebouwen waarin talloze lichtjes schitterden.

    ‘Dat moet Benidorm zijn.’

    ‘Zo ’s avonds met die lichtjes valt het nog wel mee, overdag wil je er niet dood gevonden worden,’ oordeelde Merie cynisch.

    Niet veel later stuurde ze de oude Jeep de afslag naar Calpe/Altea op. De weg kronkelde langs een steile berghelling naar boven en dook via twee korte tunnels onder het dak van de berg door. Merie wees Ludo op het bord met Calp/Calpe. ‘Plaatsnamen hier worden aangeduid in het Castiliaans en het Valenciaans. Soms verschilt het maar een letter, soms lijkt het totaal niet op elkaar.’

    Met grote vaart doken ze naar beneden waar het dorp baadde in elektrisch licht.

    Aan de linkerkant van de weg lag een zoutmeer. Ze waren nu niet te zien, maar overdag foerageerden er honderden flamingo’s in het brakke water van de Salinas, vertelde Merie. Misschien iets voor de workshop, dacht Ludo, een aquarel van flamingo’s met hun kop onder water of arrogant turend op één poot. Ze lieten Calp/Calpe achter zich en kwamen op een bomenrijke weg met aan weerszijden campings, vakantieparken en makelaars die met grote borden het ideale vakantiehuis aanprezen in nieuwe projecten.

    Plots minderde Merie vaart en sloeg ze soepel sturend aan de linkerkant van de weg een zandpad in. In de lichtbundel van de koplampen zag Ludo een splitsing opdoemen in de vorm van een Y die aan beide zijden werd afgesloten door een groot schuifhek. Op een wit bord las Ludo in rode letters 'Vacreación'. Na een commando van Merie op een afstandsbediening schoof het hek met duidelijke tegenzin piepend open.

    Merie maakte een bocht van honderdtachtig graden om de Jeep te kunnen parkeren onder een afdak. In een lichtveeg zag Ludo in de tuin eerst twee bijgebouwen en daarna een – eerste indruk in het halfdonker – statig huis met een verlicht overdekt terras.

    Ludo werd verwelkomd door twee kwispelende zwarte labradors. Ludo liet ze even snuffelen aan de rug van zijn handen om ze daarna een aai over hun kop te geven.

    ‘Welkom bij Vacreación,’ baste het door de avond.

    Een indrukwekkende gestalte trad op hem toe met een uitgestoken hand als een kolenschop. Ludo keek in een gezicht dat zich verstopte in een grijze beharing en achter een dikke zwarte bril.

    ‘Goed dat je er bent Ludo. Ik ben Gé, de man van Merie, en deze oude Maastrichtse puienpissers luisteren naar de namen Rolls en Royce.’

    Ze namen plaats op het terras aan een robuuste tafel met aan één lange zijde een houten bank en aan de andere zijden stoelen van verschillende makelij. Op de tafel brandden kaarsen in hoge windlichten. Overal lagen, stonden en hingen prullaria, voorwerpen waar Ludo geen verhaal in kon ontdekken, maar die de ruimte wel een knus aanzien gaven.

    Gé kwam aanzetten met een fles wijn en drie glazen in zijn knuisten. ‘We moesten de kennismaking maar even nat maken, vind je niet?’

    Terwijl Gé de wijn uitschonk, vertelde Merie hoe ze vijf jaar geleden het huis hadden gekocht terwijl het in erbarmelijke staat verkeerde. Koppige erfgenamen die liever elkaar het leven zuur maken dan genoegen nemen met een enigszins tegenvallende buit, hebben vaak op hun geweten dat prachtige huizen staan weg te kwijnen tot een bouwval.

    ‘Hier zijn ze liever trots dan rijk,’ vulde Gé aan. ‘In Nederland is het precies andersom.’

    In het geval van Gé en Merie zorgde het overlijden van een van de erfgenamen voor een doorbraak in de familietwist en werd het huis gered na meer dan tien jaar leegstand.

    ‘Het was niet gratis, maar voor onze begrippen was het een koopje, vooral wanneer je bedenkt dat er een behoorlijke lap grond omheen ligt en we hier pal aan de kust zitten,’ schonk Gé nog eens bij.

    Ze hadden destijds hun intrek genomen in een stacaravan op de camping, een stukje verderop aan de kustweg, en hadden ruim een jaar nodig gehad om het huis op te knappen en een vergunning te krijgen om twee ateliers met stromend water en afvoer te mogen bouwen.

    Het liep al tegen middernacht toen ze Ludo naar de stacaravan brachten waarin hij de komende twee maanden zou verblijven. Het was de caravan waarin Gé en Merie meer dan een jaar gewoond hadden en die ze nadien gekocht hadden als gastenverblijf voor docenten. Ze namen afscheid met de afspraak dat Ludo de volgende dag de ateliers zou komen bekijken. De rest van het weekend had hij de gelegenheid om de weg te vinden in zijn nieuwe omgeving.

    Merie had niet overdreven toen ze aan de telefoon had gezegd dat het een caravan was met alles erop en eraan. Hij schoof de ramen open, liet twee ventilatoren de warme lucht naar buiten blazen terwijl hij zich uitkleedde.

    De witte wijn had Ludo slaperig gemaakt, wat hem binnen een minuut nadat hij zijn hoofd te ruste had gelegd, deed afdalen in het zwarte gat van de nacht. Maar daar in de diepte van het onderbewustzijn wachtte een afschrikwekkende droom hem op.

    Ludo is met Xanne in het zwembad. Hij haalt diep adem, doet zijn neus dicht en laat zich onder water zakken. Als hij weer boven is, zegt hij: ‘Kom Xanne, nu doen we het samen.’ Maar Xanne is bang en durft alleen kort haar hoofd voorover in het water te buigen. Ludo prijst haar. Na een paar keer durft ze dieper te gaan en zelfs haar ogen te openen onder water. Ludo zwaait naar haar. Maar als ze omhoog willen gaan, stoten ze met hun hoofden tegen een glazen plaat die op het water ligt. Alsof ze onder het ijs zitten, zoekt Ludo als een bezetene naar een wak. Niet naar het licht zoeken maar naar een donkere vlek, echoot het in zijn hoofd. Hij ziet de paniek in de ogen van Xanne die geen lucht meer krijgt. Hij ziet geen donkere vlek en probeert nu met zijn vuist door het glas te slaan, maar door de weerstand van het water ontbreekt het zijn slag aan kracht. Plotseling verschijnt het gezicht van Lot, sterk uitvergroot, boven het wateroppervlak dat ze gebruikt als een spiegel om haar lippen te stiften. Als een dolleman maakt hij gebaren naar haar maar Lot ziet alleen zichzelf. Dan ziet hij dat Xanne het bewustzijn verliest en perst hij het laatste beetje lucht dat hij nog in zijn longen heeft in die van Xanne. Ze kijkt hem met grote ogen aan als hij voelt hoe haar lichaampje verslapt. Met alle kracht die hij in zich heeft, zet hij zich af van de bodem in een poging om met zijn hoofd het glas te doorbreken. Het lukt. Maar als hij boven water komt, heeft hij Xanne niet meer vast. Met een hoofd dat hevig bonkt laat hij zich

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1