Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Remi Verdwaald in de catacomben: Remi, #2
Remi Verdwaald in de catacomben: Remi, #2
Remi Verdwaald in de catacomben: Remi, #2
Ebook156 pages1 hour

Remi Verdwaald in de catacomben: Remi, #2

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Tijdens Remi's tweede semester op La Ferme - kostschool voor begaafde jeugdigen - wordt tot zijn schrik gedreigd met sportcompetities. Wanhopig probeert hij te voorkomen dat hij afgaat voor Sunee, het meisje op wie hij verliefd is. Ondertussen hebben Remi's schoolgenoten zo hun eigen problemen. Kamergenoot Maarten heeft een krankzinnige hulphond gekregen, wonderkind Gabrielle draait door van een nestje raven en een van de docenten verliest zijn verstand. Op de schoolreis naar Parijs komt de situatie tot een levensbedreigend hoogtepunt. Zullen ze ooit het daglicht weer zien?

LanguageNederlands
Release dateApr 18, 2024
ISBN9798224812561
Remi Verdwaald in de catacomben: Remi, #2
Author

Jessica Colins

Jessica werkt met kinderen die het thuis of op school moeilijk hebben. Ze hebben bijvoorbeeld ADHD, autisme, hoogbegaafdheid, dyslexie of faalangst, of groeien op onder bijzondere omstandigheden. Voor deze kinderen schrijft Jessica haar boeken: zodat zij ook eens een boek kunnen lezen met een hoofdpersoon die op hen lijkt. Ze kunnen zich in de hoofdpersoon herkennen en zien hoe deze met zijn of haar problemen omgaat. Humor en avontuur worden hierbij natuurlijk niet uit de weg gegaan, want een boek moet vooral leuk zijn om te lezen!

Related to Remi Verdwaald in de catacomben

Titles in the series (3)

View More

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Remi Verdwaald in de catacomben

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Remi Verdwaald in de catacomben - Jessica Colins

    1

    ‘H ier links afslaan , pap.’

    Remi’s vader grijnsde in de achteruitkijkspiegel. ‘Weet ik, jongen.’

    Remi leunde ver voorover tussen de stoelen van zijn ouders. Daar lag het schoolgebouw, vaag te zien door de stofwolk die de auto voor hen had veroorzaakt op het landweggetje. Daar stonden het kippenhok en de koeienstal. Er liepen al flink wat leerlingen en ouders rond.

    Vera keek hem van opzij aan. ‘Nou, broertje, je zit er heel anders bij dan vorig jaar. Je kunt zeker niet wachten om je vriendinnetje weer te zien?’

    Sunee. Ze hadden de hele kerstvakantie heen en weer gemaild en elke keer dat hij zag dat hij een berichtje had, kreeg hij weer die kriebel in zijn buik. ‘Ze is mijn vriendinnetje niet.’

    Vera lachte. ‘Niet officieel misschien, maar wat niet is kan nog komen.’

    ‘Hm.’ Iets vergelijkbaars had de muzieklerares vorig jaar gezegd. Ondanks al haar inspanningen was zijn muzikale aanleg niet ‘gekomen’. Wat dat betrof had je het of had je het niet. En hij had het niet.

    ‘Stop hier maar hoor, pap.’ Op de binnenplaats paste er geen auto meer bij. Remi gooide zijn gordel af, die met een luide ‘tak’ tegen het raam schoot.

    ‘Laat je de auto even – ’ begon zijn vader, maar Remi stapte al uit.

    Vera voegde zich een paar tellen later giechelend bij hem. ‘Reem, we stonden nog niet eens stil.’

    Daar! Daar stond ze, haar keurige-meisjes-act te doen bij de ouders van Gabrielle. Glimlachend, knikkend, haar handen gevouwen voor haar schoot. Tot Gabrielles moeder kennelijk iets interessants zei. Sunees wenkbrauwen gingen eerst een paar centimeter omhoog. Daarna viel ze het kleinere meisje om de hals en draaide ze een rondje met haar, terwijl ze haar half van de grond tilde.

    Remi liep naar hen toe. ‘Sunee!’

    Sunee zette Gabrielle abrupt neer en draaide zich om. ‘Remi!’

    Ze holden naar elkaar toe en Remi dacht al dat Sunee hem ook zo zou omhelzen, maar plotseling bleven ze allebei staan. Hij was opeens verlegen.

    ‘Eh, hoi,’ zei hij.

    ‘Hoi,’ zei Sunee terug. Ze haalde een hand door haar steile zwarte haren. ‘Eh, hoe was je vakantie?’

    ‘Goed, witte kerst.’ Dat wist ze allang en hij wist ook al hoe haar vakantie was geweest. Voor de vorm vroeg hij toch maar: ‘En jullie?’

    Sunee lachte. ‘Geen witte kerst.’

    ‘Wanneer ben je aangekomen?’ Hèhè, dat leek er meer op.

    ‘Gisteren. Pythagoras heeft ons van het vliegveld gehaald. Mij en een paar anderen. Ik was de laatste die landde. De rest heeft zowat een halve dag op me gewacht.’

    Remi grijnsde. ‘Goed geregeld. Kom even mijn ouders gedag zeggen.’

    Ze liepen naar zijn ouders, die nog bij de auto stonden.

    ‘Dag Sunee,’ zei zijn moeder. ‘Leuk je weer te zien. Heb je een goede vakantie gehad?’

    ‘Ja mevrouw, dank u.’

    Vera grijnsde. ‘Remi heeft ons aardig op de hoogte gehouden. Hoe zat dat nou met dat zwemparadijs in de woestijn?’

    Sunee knikte. ‘Dat hebben ze al jaren in Dubai. Pure waterverspilling.’

    ‘Maar je bent er wel heen geweest?’

    Sunee grinnikte. ‘Tuurlijk. O kijk, daar heb je Maarten.’

    Remi keek langs zijn ouders heen. Eerst stapte een zwarte labrador uit de auto. Het dier had een hesje om, waarop in het Nederlands, Frans en Engels ‘hulphond’ stond. Vervolgens stapte Maarten uit. Lange grijze sweater, afhangende schouders, blik – achter een enorme bril – op oneindig.

    ‘Je zou haast denken dat hij blind is,’ mompelde Sunee.

    Remi bekeek zijn kamergenoot met hernieuwde interesse.

    ‘Sinds wanneer heb jij een hond?’ vroeg hij hem even later.

    ‘Sinds anderhalve week,’ antwoordde Maarten.

    ‘Een hulphond?’ vroeg Sunee. ‘Hoe kom je daaraan?’

    ‘Afgekeurde blindengeleidehond.’

    ‘Waarom heb jij hem dan?’

    ‘Geen idee. Mijn ouders dachten dat het goed voor me zou zijn. Moest ik de hele vakantie op cursus.’

    Remi grijnsde. Het was geen slecht idee. Misschien zou Maarten zo wel gevoel ontwikkelen voor een ander levend wezen. En met een hond kwam hij tenminste nog eens buiten.

    ‘Mag hij blijven?’ vroeg hij.

    ‘Ja,’ antwoordde Maarten.

    ‘Bij ons op de kamer?’

    ‘Ja.’

    ‘Alleen als jij het er mee eens bent,’ zei Maartens moeder, die bij hen kwam staan. ‘En als je niet allergisch bent. Anders krijgt Maarten weer een eigen kamer.’

    Remi was vorig jaar langzaam gewend geraakt aan Maarten en Maarten aan hem. ‘Ik vind het wel leuk,’ zei hij. ‘En ik ben niet allergisch.’

    Nadat Remi afscheid had genomen van zijn ouders en zus en hij zijn spullen in zijn kast had gegooid, verzamelden ze zich in de eetzaal voor het avondeten en het welkomstwoord van meneer Petersen, de directeur, beter bekend als Pythagoras.

    ‘Beste jongens en meisjes,’ begon hij. ‘Welkom terug op La Ferme. Ik hoop dat jullie allemaal een fijne vakantie hebben gehad. Zo halverwege het schooljaar zijn er geen nieuwe leerlingen te verwelkomen, maar toch is er een nieuw gezicht: Maartens hulphond Max.’

    ‘Originele naam,’ fluisterde Jeroen, die schuin tegenover Remi zat.

    ‘Die had hij al,’ fluisterde Sunee vinnig terug.

    ‘Max zal in ieder geval de rest van het jaar bij ons blijven,’ vervolgde meneer Petersen. ‘Ander nieuws is dat een van onze leerlingen ons aan het einde van het jaar zal verlaten en om een heel goede reden.’

    Iedereen keek om zich heen. Sunee keek stralend naar het keurig geklede meisje aan hun tafel.

    ‘Gabrielle,’ zei meneer Petersen. ‘Mag ik je uitnodigen ons iets over je vakantie te vertellen?’

    Gabrielle stond op en liep naar voren over de oude tegelvloer.

    ‘Ik ben toegelaten tot de vooropleiding van het conservatorium in Den Haag,’ zei ze. Ze streek even over haar zwarte rok. ‘Ik start daar na de zomervakantie.’

    Er ging een applaus op. Het verbaasde Remi niets dat het meisje was aangenomen. In alles wat ze probeerde werd ze vroeg of laat de beste. Bovendien oefende ze uren per dag op die peperdure viool van haar. Sunee speelde ook viool en was al eens bijna toegelaten, maar omdat haar ouders niet in Nederland woonden, was het niet doorgegaan.

    ‘Ga je bij een gastgezin wonen?’ riep hij.

    Gabrielle schudde haar hoofd. ‘Mijn ouders hebben daar een huis gekocht, waar ik ga wonen met mijn moeder.’

    ‘Gefeliciteerd,’ zei Remi, waarna ook verscheidene andere kinderen felicitaties riepen.

    Iemand zette een verjaardagslied met de tekst ‘hartelijk gefeliciteerd’ in en Gabrielle kwam weer gauw, met een rood hoofd, bij hen aan tafel zitten.

    Verschillende andere kinderen vertelden over hun vakantie. Een jongen had een prijs gewonnen met slalommen, op wintersport. Een meisje had gezwommen met dolfijnen. Maarten vertelde niets over zijn cursus met zijn nieuwe hond en niemand vroeg hem ernaar. Hij was geen groot spreker. Zelf had Remi niets bijzonders te vertellen. Sinds hij op deze school zat, hadden zijn ouders geen geld meer voor dure vakanties. Misschien zouden ze van de zomer een weekje gaan kamperen.

    Maar eerlijk is eerlijk: deze school was het waard. Remi wist niet of hij in Nederland nog een kans zou hebben gehad. Op het gymnasium was hij gepest omdat hij de jongste en de slimste was en toen hij had geprobeerd te bewijzen dat hij cool was, was hij van school getrapt. Het montessorilyceum, waar hij het jaar had afgemaakt, had zijn ouders eveneens gevraagd uit te zien naar een andere school, omdat hij niets uitvoerde. En dus zat hij sinds september hier, op La Ferme. Eerst had hij niet willen gaan, naar een plek zo ver van huis, maar halverwege het vorige semester had hij moeten toegeven dat het een hele leuke school was. Sindsdien waren zijn ouders apetrots. Hun zoon, op een school voor begaafde kinderen, in Frankrijk!

    Na het eten waren ze met zijn allen in het zwembad gedoken, net als op de eerste dag na de zomervakantie. Misschien was het een traditie.

    ‘In de voorjaarsvakantie gaan we naar Parijs,’ meldde Remi bij terugkomst op zijn kamer aan Maarten. Dat had hij tijdens het zwemmen gehoord.

    ‘Weet ik,’ antwoordde deze.

    Tuurlijk. Maarten wist de vakantiebestemmingen vast al jaren vooruit. Het was belangrijk voor hem dingen van tevoren te weten.

    Remi sloeg zijn handdoek om zijn middel en wurmde zich uit zijn natte zwembroek. Van de plank in zijn kast pakte hij een lekker dikke pyjama.

    Max keurde zijn hondenbed, een zacht rond ding met opstaande rand, en groef zijn deken van links naar rechts. Vervolgens stapte hij erop, draaide eerst vier rondjes de ene kant op, daarna drie rondjes de andere kant op en liet zich tenslotte met een zucht neerploffen.

    ‘Nou, die ligt,’ mompelde Remi. De hond bekeek hem met een beschuldigende blik.

    ’s Nachts schrok Remi wakker doordat de hond paniekerig begon te piepen. Had het dier soms pijn? Remi knipte zijn nachtlampje aan, terwijl Maarten rustig doorsliep. De hond bewoog wild met zijn poten, alsof hij aan het rennen was. Waarschijnlijk droomde hij. Remi deed het licht uit en na een paar minuten was het weer stil.

    Te stil, op de een of andere manier. Remi lag nog lang wakker. Ondanks hun nieuwe, harige kamergenoot had hij het idee dat er iets miste.

    2

    Lekker in mijn eigen bed. Ik ben best moe. Het zal de lange reis zijn. Ik hoop dat ik vannacht een beetje kan slapen. Het is er in ieder geval stil genoeg voor. Ik hoor niets, geen auto’s buiten, geen gesnurk, niemand op de gang. Alsof ik alleen op de wereld ben.

    3

    Bij het ontbijt liet Remi zich het zachte Hollandse brood extra smaken. Uit ervaring

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1