Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De sekte
De sekte
De sekte
Ebook433 pages6 hours

De sekte

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

In ´De sekte´ krijgt Ravn een schijnbaar alledaagse zaak toegewezen: hij wordt ingehuurd door de rijke directeur Ferdinand Mesmer om diens vermiste zoon Jakob te vinden, die 10 jaar geleden de sekte "Gods Uitverkorenen" stichtte. Een sekte die nu door verschillende schandalen wordt geteisterd.Het wordt echter al snel duidelijk dat er veel meer op het spel staat. Ravn lokaliseert Jakob en zijn laatste discipelen op een afgelegen landgoed. Een plek die dichter bij de hel ligt dan het paradijs dat Jakob aan zijn congregatie had beloofd. Ravns onderzoek leidt hem tot diep achter de muren van de sekte. Langzaam komt er een zowel verschrikkelijk als gekmakend geheim aan het licht in het gedeelde verleden van James en Ferdinand Mesmer.Een geheim dat desastreuze gevolgen heeft voor iedereen.De sekte is het derde boek in de Raven-reeks.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateSep 12, 2022
ISBN9788726927320

Related to De sekte

Titles in the series (8)

View More

Related ebooks

Related categories

Reviews for De sekte

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De sekte - Michael Katz Krefeld

    De sekte

    Translated by Bart Kraamer

    Original title: Sekten

    Original language: Danish

    Omslag: Shutterstock

    Copyright © 2015, 2022 Michael Katz Krefeld and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726927320

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga is a subsidiary of Egmont. Egmont is Denmark’s largest media company and fully owned by the Egmont Foundation, which donates almost 13,4 million euros annually to children in difficult circumstances.

    ‘Al gaat mijn weg

    door een donker dal,

    ik vrees geen gevaar,

    want u bent bij mij,

    uw stok en uw staf,

    zij geven mij moed.’

    psalmen

    1

    hij keek naar zijn zoon, die bij hem aan de keukentafel in de open keuken zat. Het was midden oktober en achter de grote ramen lag de tuin in het aankruipende donker, met de lage vruchtbomen als silhouetten tegen de avondhemel. De jongen, die net zes was geworden, klemde de vork in zijn ene hand, terwijl hij probeerde een frietje te doorboren op het bord voor zich. In zijn andere hand hield hij een blauw autootje, waarvan de verf op de motorkap was afgebladderd. Hij herkende zijn eigen gelaatstrekken in het gezicht van zijn zoon: de neus, de naar beneden gerichte mondhoeken en de dicht bij elkaar staande ogen, die hen allebei een altijd bedachtzame uitdrukking gaven. Hij streelde over zijn haar en de jongen liet zich strelen. De ronde wangen en de sproeten had hij geërfd van zijn moeder, die met haar rug naar hen toe bij het fornuis stond en bezig was patat uit de frituurpan te schudden. Ze legde de patat op de borden naast de wienerschnitzels die dezelfde behandeling in de frituur hadden gehad en nu lagen te glinsteren.

    ‘Wil je er doperwtjes bij?’ vroeg ze zonder zich om te draaien.

    ‘Een klein beetje, graag.’ Hij pakte zijn servet en legde dat op zijn schoot op de donkere broek. Hij had zich nog niet omgekleed nadat hij van kantoor was gekomen en zat nog steeds in zijn lichtblauwe overhemd en zijn pak. Alleen zijn schoenen had hij verwisseld voor een paar versleten, maar comfortabele kameelwollen pantoffels. ‘En jij, wil jij geen doperwtjes?’ Hij glimlachte naar zijn zoon.

    De jongen schudde energiek zijn hoofd.

    ‘Maar je houdt toch altijd zo van doperwtjes?’

    De jongen knikte en deed zijn mond open, die vol met eten zat.

    ‘Ja, maar ze zijn zo moeilijk om te eten.’

    ‘Niet met volle mond praten.’

    Hij keek op naar zijn vrouw, die op hetzelfde moment het bord voor hem neerzette en zelf ging zitten met dat van haar in haar hand. Ze begon ketchup over de patat en het gepaneerde vlees te spuiten. Door de wallen onder haar ogen en de gebarsten lippen zag ze er uitgeput en veel ouder uit dan haar tweeëndertig jaar. Toen ze elkaar ontmoetten, was hij voor haar glimlach gevallen, die nu nog maar zelden tevoorschijn kwam. Ze werkte niet, maar bleef thuis, en hij wist niet waar ze zo moe van werd. Hij schonk een glas limonade voor haar in uit de kan. Ze knikte vlug om hem te bedanken.

    Zijn zoon had zijn vork neergelegd en was meer geïnteresseerd in het speelgoedautootje, waar hij geluiden bij maakte terwijl hij het tussen de patronen op het tafellaken slalomde, steeds sneller en sneller, tot hij luid gaapte en het geluidloos rond het limonadeglas liet rijden.

    ‘Niet aan tafel spelen,’ zei ze.

    ‘Laat hem nou maar.’ Hij merkte dat ze verbaasd was. Wat begrijpelijk was, omdat hij over het algemeen de huisregels dicteerde, ook als het over tafelgedrag ging. ‘Drink je limonade op,’ zei hij en hij glimlachte naar de jongen, die het glas snel leegdronk.

    ‘Hoe was... jouw dag?’ vroeg ze met haar mond vol.

    ‘Die was uitstekend, dank je.’

    ‘Iets speciaals?’

    ‘Nee, niet echt, gewoon zoals altijd.’

    ‘Helemaal niets?’ hield ze vol.

    Hij legde het bestek neer, haalde het servet van zijn schoot en veegde zijn mond af. ‘Begrijp me niet verkeerd, want ik waardeer het dat je naar mijn werk vraagt, maar als ik je gedetailleerd over mijn taken van vandaag zou vertellen, of van welke andere dag ook, dan zou je er niet veel van begrijpen. Daarom heeft het geen zin om dit gesprek te voeren. Met alle respect.’

    Ze knipperde met haar ogen en liet de iets te grote hap die ze in haar mond had zakken, zodat een half verstikt geluid haar ontsnapte.

    ‘Het... het was ook alleen maar om een praatje te maken... we kunnen het over iets anders hebben.’

    ‘Dat begrijp ik. Dat eerste. Maar kunnen we niet beter van de stilte genieten?’

    Ze gaf geen antwoord en voerde in plaats daarvan het tempo op, alsof ze wat op het bord lag uit wilde roeien en het eten snel achter de rug wilde hebben. Hij nam het haar niet kwalijk. Ook niet dat ze onwaarschijnlijk vies at. Vandaag koos hij ervoor om er geen commentaar op te geven. Hij at verder en richtte zijn blik op de ramen en de tuin. Hij keek naar de vruchtbomen, die terug leken te staren. Die bomen hadden iets beschuldigends. Zelfs als er geen wind was, had hij het gevoel dat ze zich bewogen, dat ze hun hoofd naar hem schudden. Toen hij eindelijk op wilde staan om de gordijnen dicht te trekken, echode de keuken van een hard geluid omdat het bestek van zijn vrouw op het bord viel. Hij richtte zijn blik op haar. Ze zat lichtjes heen en weer te schommelen in de stoel, bracht haar hand naar haar hoofd, terwijl ze zwaar ademde. Ze maakte een paar slikbewegingen en stak haar hand uit naar haar glas maar gooide het om. De inhoud stroomde over het tafellaken en breidde zich uit als een donkere plas. ‘Sorry...’ stamelde ze. Ze probeerde haar hoofd omhoog te houden en keek naar haar zoon. De jongen lag levenloos met zijn bovenlichaam op de tafel en klemde nog steeds het blauwe autootje vast, dat uit zijn hand stak.

    Ze stootte een ongearticuleerd geluid uit en richtte haar blik op haar man. Hij keek terug, terwijl hij rustig doorkauwde. ‘Het is in orde. Ga maar liggen slapen.’

    Ze keek hem verbaasd aan met haar mond half open. Haar blik viel op zijn onaangeroerde glas met limonade. ‘Wat... wat heb je gedaan?’ Ze bewoog haar arm in een poging overeind te blijven, maar viel van de stoel en kwam slap op de linoleumvloer terecht, waar ze bleef liggen.

    Hij leunde naar een kant, zodat hij over de rand van de tafel kon kijken en staarde naar haar, terwijl hij zijn mond leegat.

    Door de uitgestrekte houding waarin ze was gevallen, zag het eruit alsof ze aan een borstcrawlslag bezig was. Maar zijn vrouw was nooit het sportieve type geweest en hij betwijfelde of ze in haar jeugd op het platteland ooit had leren zwemmen.

    Toen hij klaar was met eten, kwam hij overeind en liep naar de ramen. Hoewel de kale bomen verdwenen leken in het donker trok hij toch de lange gordijnen dicht. Hij ruimde de tafel af en leegde de borden in de vuilnisbak. Een paar overgebleven doperwtjes rolden van zijn eigen bord en hij bukte om ze van de vloer te rapen. Zijn zoon had gelijk gehad; doperwtjes hadden een moeilijk hanteerbare grootte. Hij wilde dat ze meer tijd samen hadden gehad, dan zou hij hem hebben geleerd dat je ze plat moet drukken om ze onder controle te krijgen. Maar de tijd was op. Hij stopte het gebruikte serviesgoed in de afwasmachine en zette het vuur onder de frituurpan hoger. Hij draaide zich om, liep terug naar de tafel en tilde de jongen op. De jongen kreunde even, maar was verder helemaal weg door de morfine die hij binnen had gekregen. Hij droeg hem de keuken uit en door de lange huiskamer naar de slaapkamer. Heel even overwoog hij of hij zijn zoon in het bed in zijn eigen kamer zou leggen, maar hij besloot dat ze allemaal samen moesten slapen in deze situatie. Toen hij de jongen in het midden van het tweepersoonsbed had gelegd, keerde hij terug naar de keuken. Het rook er scherp naar de frituur die was gaan roken. Op dat moment vatten de dampen van de oververhitte olie vlam en hoge steekvlammen schoten omhoog langs de muren. Met moeite tilde hij zijn vrouw van de vloer. Ze was zwaarder dan hij had gedacht. Terwijl de vlammen vat kregen op de kastjes en zich met explosieve haast begonnen te verspreiden, droeg hij haar de slaapkamer binnen en legde haar naast de jongen. Hij trok hun schoenen uit, maar liet hun kleren aan. Hij vouwde hun handen over hun borst, alsof hij hen netjes in een kist legde. Hij ging op het bed zitten en trok zijn pantoffels en sokken uit. Daarna gooide hij zijn colbert op de vloer en ging naast zijn jongen en zijn vrouw liggen. Hij sloot zijn ogen en probeerde tot rust te komen. Dat lukte maar half. Hij overwoog weer op te staan en voor zichzelf een glas limonade met morfine in te schenken, maar dat zou laf zijn. Hij verdiende het om de angst voor de vlammen te voelen. Verdiende het om bij zijn volle bewustzijn te zijn wanneer hij straks levend zou verbranden. Kort daarna begon hij te hoesten door de rook die als een grijze deken de slaapkamer binnendrong. Hij kon de vlammen horen, die zich vanuit de keuken door het huis verspreidden. Het vuur, dat zich grommend door de woonkamer heen at, waar het over de parketvloer liep en voeding kreeg van de verlaagde plafonds. Het vuur, dat de schilderijen aan de muur vast al had verslonden, waaronder die ene kostbare Heerup, en nu verder ging naar de Hornung & Møller-vleugel, die veranderd werd in een brandend houtblok. Hij kon de vlammen zich horen verspreiden als een hees gerasp. Voelde de warmte achter de dunne muren, die snel zouden verdwijnen in een witgloeiende zee. De verstikkende rook deed pijn aan zijn ogen, zelfs als hij ze gesloten hield. Drong in zijn keel, waar hij hem probeerde te laten stikken. Van één ding had hij maar spijt: dat hij een afscheidsbrief op zijn werk had laten liggen. Maar toen hij daar was, leek het het enige juiste om te doen. Als iets wat je nu eenmaal deed wanneer je dit soort beslissingen nam. Net als met tafelmanieren. Of zoals in deze situatie, waarbij hij zichzelf en zijn gezin keurig had neergelegd. Voor alles waren regels en methodes, zelfs voor het hanteren van lastige doperwtjes. Als hij iets wist, was het dat de wereld gebouwd is op systemen.

    Heden, Christianshavn, augustus 2014

    2

    de radioverslaggever, die zich Teddy K. noemde, verklaarde dat de meteorologen van het Meteorologisch Instituut hadden gewaarschuwd dat het vandaag de warmste dag van het jaar zou kunnen worden. Hoewel het pas halfelf ’s ochtends was, was Ravn voor één keer geneigd te geloven wat hij op de radio hoorde, ook al klonk Teddy K. met zijn schelle stem niet als de meest betrouwbare getuige. Ravn had alle ramen in de oude Audi opengedraaid en toch was zijn t -shirt doorweekt van het zweet. Op dat moment maakte de radioverslaggever plaats voor reclame en Ravn zette het geluid automatisch zachter. Het liefst had hij de radio uitgezet, maar hoewel hij de auto nu al een week geleend had van zijn nieuwe werkgever, was het hem nog steeds niet gelukt om uit te vinden hoe je het apparaat uitzette.

    Met twee auto’s tussen hen in volgde hij de zwarte Porsche Cayenne, die voortkroop door het verkeer. De chauffeur van de Porsche had ook alle ramen opengedraaid, waardoor de hiphopmuziek uit de auto schalde. Toen de Porsche met de brede velgen even later de Uplandsgade in reed en de parkeerplaats voor de supermarkt op draaide, zette Ravn de richtingaanwijzer aan en volgde hem.

    De grote parkeerplaats voor de supermarkt was bijna leeg en de Porsche reed door tot aan de vakken vlak bij de ingang. Ravn parkeerde de Audi een paar rijen erachter met de voorkant naar de Porsche gericht. Hij keek om zich heen op zoek naar de videocamera, waarvan hij wist dat hij hem ergens had gelegd, maar kon hem niet vinden. ‘Schuif eens op, Møffe,’ zei hij en hij duwde tegen de Engelse buldog die naast hem op de passagiersstoel lag te slapen. Ravn zag de camera half onder de buik van de hond en moest zijn vingers tussen vacht en zitting steken tot hij hem te pakken had.

    Møffe gromde ontevreden.

    ‘Je kunt maar beter ophouden met dat gemopper, anders blijf je de volgende keer thuis,’ zei Ravn, terwijl hij het schermpje aan de zijkant van de camera uitklapte. De camera ging automatisch aan en hij tilde hem op zodat de lens net boven het dashboard uit kwam. Er klonk een licht gezoem van de autofocus van het objectief terwijl hij inzoomde op de Porsche en op de opnameknop drukte. Een gezette, kale man van midden in de veertig stapte aan de passagierskant uit. De man, die gekleed was in een korte spijkerbroek en een leren vest met rugopdruk, had een witte kraag om zijn keel, die zijn hoofd en nek fixeerde. Het portier aan de chauffeurskant werd geopend en een krachtige vrouw met lang, platinablond haar en evenveel tatoeages op haar armen als haar man sprong naar buiten. Ravn dacht eerst dat de vrouw ook een tatoeage op haar gezicht had, maar zag dat er sprake was van een blauw oog. De man riep iets naar haar wat Ravn niet kon verstaan, maar de vrouw opende daarop het achterportier aan de passagierskant en trok een jongen uit de auto. De jongen, die rond de tien jaar oud was en qua omvang op zijn ouders leek, werd volledig in beslag genomen door het spelletje op zijn tablet. De vader gaf de jongen een munt en wees naar de rij met boodschappenkarretjes, die verderop onder een afdakje stond. De jongen liep er met tegenzin naartoe en pakte een van de boodschappenkarretjes, maar toen hij die blijkbaar niet snel genoeg terugreed, nam zijn moeder het met een chagrijnige opmerking tegen haar man over. De man haalde alleen zijn schouders op en wees naar zijn halskraag. Ravn bleef het gezin filmen, dat naar de ingang liep en door de schuifdeuren van de supermarkt verdween.

    ‘Het is...’ Ravn keek snel op de digitale klok op het dashboard. ‘... nu 10:38 uur. Achtervolger heeft Carsten Nielsen met zijn familie geobserveerd tot aan de supermarkt op Amager. Er is nog steeds niets wat erop wijst dat de geobserveerde zijn letsel simuleert.’

    Toen Ravn de camera afzette en uit de auto stapte, hield Møffe hem oplettend in de gaten.

    ‘Jij blijft hier. Als je geluk hebt, heb ik een lekker hapje voor je wanneer ik terugkom.’

    De hond snoof en legde zijn kop weer op de stoel.

    Ravn liep naar de ingang met de camera verborgen onder zijn capuchontrui, die hij over zijn arm droeg. Hij had geen grote verwachtingen dat Carsten zo dom zou zijn in het openbaar iets te doen wat zou verraden dat het nekletsel dat hij had opgegeven bij de verzekeringsmaatschappij pure oplichterij was, maar je kon nooit weten. In ieder geval probeerde Carsten zijn ongevallenverzekering uitbetaald te krijgen met een invaliditeitsvergoeding van 25 procent, wat cijfermatig betekende dat hij een verzekeringssom uitbetaald zou krijgen van bijna twee miljoen kronen. De polis had hij drie weken voor zijn beweerde verkeersongeluk getekend, een ongeluk waar geen andere getuigen van waren dan de automobilist die tegen hem op was gereden, opmerkelijk genoeg een van Carsten Nielsens eigen ‘broeders’ van de lokale motorclub – een man die een paar jaar geleden zelf een soortgelijke schadevergoeding had gekregen. Ravn was nu meer dan een week met de zaak bezig en als het hem vandaag niet lukte om iets te filmen wat onthulde dat Carsten zijn letsel simuleerde, zou de biker, die door zijn vrienden ‘De Rat’ werd genoemd, de volle winst incasseren.

    Ravn liep door de glazen deuren en ging de supermarkt binnen, waar het bevrijdend koel was en bijna geen mensen waren. Hij pakte een mandje en legde er voor de schijn een paar boodschappen in. Toen hij bij de lange koelvitrines kwam, stuitte hij op het gezin, dat hun wagen vol had geladen met boodschappen. Ravn volgde hen van een afstandje door de winkel. De vrouw duwde het inmiddels zware boodschappenwagentje, terwijl Carsten erachteraan sjokte op zijn slippers. Hij zag er verhit uit en trok aan de halskraag. Elke keer als Carsten een andere kant op wilde kijken, moest hij zijn hele lichaam draaien en daardoor kreeg hij een robotachtige, breakdancende motoriek. Toen het gezin bij de afdeling met drinkwaren kwam, gaf Carsten zijn zoon een por en vroeg of hij een krat Elephant wilde pakken.

    ‘Doe het zelf,’ antwoordde de jongen zonder op te kijken van zijn spelletje.

    Carsten rukte de tablet uit zijn handen en bukte zodat hij tot op een paar millimeter van het gezicht van de jongen kwam.

    ‘Wil je ervan af?! Wil je van dat rotding af?!’ riep hij met een rood hoofd.

    De zoon hield zijn ogen op de tablet gericht, die buiten zijn bereik was. Daarna draaide hij zich om en liep naar de voorste rij met kratten bier. Met moeite trok hij aan het bovenste. ‘Hij is fucking zwaar, pa!’

    ‘Het moet Elephant zijn,’ riep Carsten en hij wees naar het krat met Elephant-bier voor hem. De jongen liet het krat los, sjokte erheen en pakte het andere krat bier. Samen met zijn moeder kreeg hij het krat bier in het boodschappenwagentje.

    Ravn bleef een eindje verderop staan en keek toe hoe ze door het gangpad liepen. Het was hem inmiddels duidelijk dat Carsten, ook al behoorde hij niet tot de meest begaafde mensen op deze aarde en scoorde hij zelfs in vergelijking met de bikers die Ravn kende niet hoog op de iq -schaal, verstandig genoeg was om zijn verzekeringssom niet in gevaar te brengen. Voor Ravn ging het er niet om of een of andere verzekeringsmaatschappij moest betalen, of dat hij zelf een bonus zou krijgen van de advocaat voor wie hij werkte als hij bewijs tegen Carsten vond – nee, het was meer het idee dat Carsten erin zou slagen hem voor de gek te houden dat Ravn dwarszat. Vooral omdat hij een enorme weerzin had tegen rugopdrukken. In zijn tijd als agent bij de speciale eenheid had hij zich veel te veel beziggehouden met die klootzakken, en verschillende van hen opgepakt. Mooi niet dat Carsten – alias ‘De Rat’, alias ‘Ik-heb-schijt-aan-alles-en-iedereen-terwijl-ik-tegelijkertijd-mijn-vrouw-een-blauw-oog-sla’ – erin zou slagen onterecht ook maar een rooie cent te incasseren. Hij moest snel iets verzinnen wat zijn verdenkingen tegen de biker kon bevestigen of ontkrachten.

    Ravn zette het boodschappenmandje weg en haastte zich naar de uitgang. Toen hij op de parkeerplaats kwam, haalde hij een munt uit zijn zak en liep naar het afdakje met boodschappenkarretjes. Onder het afdakje stonden twee rijen met tien boodschappenkarretjes. Hij legde de capuchontrui en de camera op de grond en wurmde zich tussen de rijen met karretjes door. Toen hij bij de voorste kar van de rij kwam, deed hij het muntje in het slot en maakte de hele rij met karren los. Hij zette zijn voet tegen de achterkant van het afdakje terwijl hij aan het handvat van de voorste kar trok om de rij van zijn plek te krijgen. Met een snijdend geluid kwam de karretjestrein langzaam in beweging en het lukte hem ten slotte om de rij onder het afdakje vandaan te krijgen. Hij duwde tegen de zijkant van de karretjes en draaide de rij naar de achterkant van de Porsche.

    Op dat moment kwam Carsten met zijn gezin de ingang van de supermarkt uit lopen. Carsten joeg zijn vrouw op, die worstelde met het zware boodschappenkarretje. Ravn keek naar de ingang; het was nog maar een kwestie van seconden voordat Carsten de hoek om zou gaan en zou zien wat hij aan het doen was. Hij legde er zijn laatste krachten in en het lukte om de rij met karretjes naar de Porsche te duwen zodat ze het vak versperden. Hij raapte vlug zijn capuchontrui en de camera van de grond en liep naar zijn auto.

    ‘Hé Møffe,’ zei hij, terwijl hij op zijn stoel ging zitten.

    De hond gaapte en ging op zijn zij liggen zodat hij op zijn buik gekriebeld kon worden, maar Ravn had geen tijd. Hij kon Carstens vloeken al over de parkeerplaats horen schallen. Ravn zakte achterover in de stoel en zette de camera aan. Hij zoomde in, vond Carsten in de zoeker en begon te filmen.

    Carsten liep heen en weer als een woeste stier, terwijl het gezin gelaten toekeek. De rij met karretjes strekte zich van de achterkant van de Porsche uit tot aan het afdakje, zodat het eruitzag alsof een van de winkelassistenten onderbroken was bij het inzamelen van de karretjes en ze had achtergelaten. De karretjes maakten het onmogelijk om in te stappen, dus zelfs als Carsten zijn auto als stormram had willen gebruiken om eruit te komen, was dat niet mogelijk.

    Carsten beval zijn vrouw en zoon om de karretjes weg te duwen. Ze probeerden ze met tegenzin weg te krijgen, maar hoe hard Carsten ook tegen ze riep, ze hadden er de kracht niet voor. Carsten keek vlug om zich heen op de parkeerplaats en toen hij constateerde dat hij alleen was, hielp hij een beetje mee met zijn ene hand. Maar dat haalde ook niets uit. De trein met karretjes kwam geen millimeter in beweging. Zijn vrouw begon haar ogen ten hemel te slaan en op haar horloge te kijken. Ravn kon door het open zijraampje iets horen over een nagelbehandeling waar ze naartoe moest. In de scheldpartij die tussen haar en Carsten ontstond, liet de jongen plotseling zijn tablet vallen, die op het asfalt stortte. Toen hij zag dat het scherm kapot was, begon hij luid te huilen. Carsten, die een rood hoofd van woede had, greep zijn halskraag beet, die hem leek te verstikken. ‘Krijg de klere jullie, krijg de klere!’ schreeuwde hij luid en hij pakte de rij met karretjes zelf beet.

    Ravn bleef filmen terwijl hij Møffe over zijn buik kriebelde. Deze film begon een Oscar waard te worden, of in ieder geval een bonus.

    3

    ravns opnamen van de parkeerplaats van vanochtend gleden over het computerscherm. Ondanks de korrelige kwaliteit en de blauwige verkleuring door een verkeerd ingestelde witbalans kon Carsten Nielsen duidelijk geïdentificeerd worden op de opnamen. De losse halskraag hing als een slabbetje achter hem, terwijl hij aan de rij met boodschappenkarretjes rukte.

    ‘Er is sprake van een wonderbaarlijke genezing van het bewegingsapparaat,’ zei advocaat Lohman ironisch. Hij vouwde zijn handen over zijn buik, die het gele vest tot op het punt van breken spande. Lohman, die in de zeventig was, zat achter het zware bureau in zijn kleine, nicotinegele kantoor en keek naar de videobeelden voor zich.

    ‘Ja, Carstens invaliditeitsvergoeding is zojuist tot o procent gereduceerd,’ antwoordde Ravn, die naast hem stond. ‘Daar kan je klant niet ontevreden over zijn.’

    ‘Nee, absoluut niet. Wat een geluk voor het onderzoek dat die karretjes de weg versperden.’ Hij wees naar de opname op het scherm, waar het Carsten uiteindelijk was gelukt om de karretjes in beweging te krijgen. Hij duwde de rij voorbij zijn auto en verder naar de parkeervakken achter het afdakje, zich er schijnbaar niets van aantrekkend dat de karretjesrij nu een paar van de andere auto’s vastzette.

    ‘Soms heb je geluk,’ antwoordde Ravn met een glimlach, terwijl hij over het verband om zijn linkeronderarm wreef.

    Lohman keek op van het scherm en zag het verband van Ravn. ‘Wat heb je met je arm gedaan?’

    ‘Een ongelukje, ik heb hem iets te lang uit het raam gehouden.’

    ‘Uit het raam?’

    Ravn knikte naar het scherm. ‘Dat komt straks,’ antwoordde hij en hij liep om de tafel heen en ging in de versleten leren stoel zitten.

    Lohman zat gekluisterd aan het scherm en volgde Carsten, die naar zijn vrouw en zoon riep terwijl hij naar hen toe liep. Carsten probeerde de losse halskraag weer vast te maken, maar was zo opgehitst dat het niet lukte. Ten slotte kwam zijn vrouw hem helpen en Carsten stond noodgedwongen toe dat zij hem vastmaakte. Het was op dat moment dat zijn blik op de Audi viel waarin Ravn met de camera zat. ‘Verdomme,’ was Ravns stem dicht bij de microfoon te horen. Te oordelen naar de schuddende opnamen die volgden, gooide Ravn de camera weg, die op zijn kant op het dashboard terechtkwam. Op de opnamen kon je zien dat Carsten op weg was naar de Audi. Buiten beeld kon je Ravn met zijn autosleutels horen rammelen, terwijl hij vloekend het contactslot probeerde te vinden. Toen de auto eindelijk startte, trok Carsten een van zijn klompen uit en smeet die tegen de voorruit, die brak in een zee van prisma’s. Er klonk een luid geknars van de versnellingsbak toen Ravn hem in zijn achteruit probeerde te zetten.

    ‘Mijn... mijn auto,’ stamelde Lohman, nog steeds met zijn blik op het scherm gericht. ‘Wat denkt hij wel niet.’

    ‘Als ik had geweten dat hij zo goed kon gooien, zou ik iets verder weg hebben geparkeerd,’ mompelde Ravn. ‘Ik zal het raam betalen.’

    Lohman keek kort naar hem. ‘Maar wat is er met je arm gebeurd?’

    ‘Kijk maar verder,’ antwoordde Ravn, terwijl hij een draaiende beweging met zijn hand maakte.

    Lohman richtte zijn blik weer op het scherm. Ravn had de auto in zijn achteruit gezet en gaf gas, zodat Carstens gestalte kleiner en kleiner werd op de opname. Vanuit de verte riep Carsten: ‘Django! Haal Django, verdomme!’ Het moment daarop kon je zien dat de zoon de achterklep van de Porsche opende, waarna een witte pitbull uit de laadruimte sprong. Carsten schreeuwde naar de hond en wees naar de auto en Ravn. De hond zette een spurt in en was halverwege toen Ravn de auto, nog steeds achteruitrijdend, probeerde te keren. De camera draaide rond door de krachtige beweging en filmde nu Ravn, die de auto in de eerste versnelling probeerde te krijgen. Hij leunde naar het portier en keek door het open zijraam, omdat hij blijkbaar niets zag door de ingegooide voorruit. Op datzelfde moment dook de pitbull op in het geopende zijraam. Met een open bek sprong hij naar Ravn en zette zijn kaken in zijn onderarm. Ravn schreeuwde van de pijn en probeerde zijn arm naar zich toe te trekken, terwijl de auto slingerde. Op de stoel naast hem kwam Møffe overeind en stootte een paar astmatische blaffen uit naar de vechthond. Toen de pitbull Møffe zag, liet hij de arm van Ravn los om Møffe aan te vallen, maar viel daardoor uit het open raam. Ravn gaf gas en de camera gleed van het dashboard en landde op de vloer. Het scherm werd zwart terwijl Ravns gevloek nog steeds te horen was op de opnamen. Lohman zette de computer uit en leunde achterover in zijn stoel. ‘Ben je ermee naar de dokter geweest? Daar heb je een tetanusprik voor nodig.’

    ‘Het gaat best,’ antwoordde Ravn.

    ‘We kunnen proberen een schadevergoeding te krijgen? Je filmde tenslotte op de openbare weg, wat volkomen legaal is.’

    Ravn schudde zijn hoofd. ‘Laat maar zitten. Persoonlijk zou ik ook niet zo blij zijn als ik ontdekte dat iemand me stiekem aan het filmen was. Helemaal als het betekende dat ik daardoor een paar miljoen was misgelopen.’

    ‘Je bent een rare man,’ antwoordde Lohman. ‘Goed dat je Møffe bij je had, anders had je nog steeds rondgerend met dat beest aan je arm.’

    Ravn keek naar Møffe, die op het armoedige Perzische tapijt lag te slapen. ‘Ja, hij is ondanks zijn leeftijd nog steeds een beetje een waakhond. Zoals gezegd zal ik betalen voor het raam van je auto.’

    Lohman spreidde zijn armen. ‘Onkosten van de zaak. Met het bedrag dat we de maatschappij hebben bespaard, zal het geen probleem zijn om dat vergoed te krijgen. Sherry?’ Hij stond op en liep naar het dienblad met drank op de ronde mahoniehouten tafel in de hoek.

    ‘Nee, dank je.’

    Lohman schonk zichzelf een glas in. ‘Je moet jezelf een paar privileges gunnen in het leven van alledag.’

    ‘Wanneer denk je dat ik mijn honorarium kan krijgen?’

    ‘Praat met mevrouw Malling,’ zei hij en hij knikte naar de deur en het kantoortje ervoor. ‘Dan regelt zij meteen een cheque.’

    Mevrouw Malling was Lohmans secretaresse en dat was ze al toen hij zijn kantoor begon. Ze waren allebei ongetrouwd gebleven en het was onbekend of hun verhouding alleen maar professioneel was, want ze gedroegen zich als een oud echtpaar.

    ‘Dank je,’ zei Ravn. Hij kon het geld buitengewoon goed gebruiken. Hij wilde overeind komen, maar Lohman maakte een gebaar met zijn hand.

    ‘Waar wil je naartoe? Blijf zitten. We zijn nog lang niet klaar.’

    Ravn haalde diep adem. Nu Lohman geen zaken meer voor het kantongerecht deed, maar uitsluitend zaken behandelde die vanuit zijn kantoor geregeld konden worden, had hij een onvervulde behoefte om te procederen, wat betekende dat hij iedereen die langskwam de oren van het hoofd praatte. In de loop van de zomer, die bijna voorbij was en waarin Ravn voor Lohman een reeks observatieopdrachten had uitgevoerd, had Lohman zijn repertoire aan verhalen van rechtszaken die hij had gewonnen verschillende keren doorgenomen. ‘Ik voerde een keer een rechtszaak voor een cliënt die beweerde dat hij niet toerekeningsvatbaar was op het moment van het misdrijf toen hij een bank beroofde...’

    ‘... Het probleem was dat hij daarvoor achtentwintig andere banken had beroofd,’ antwoordde Ravn.

    ‘O, heb ik dat al verteld?’ zei Lohman en hij nam een slokje sherry, duidelijk teleurgesteld over Ravns gebrek aan interesse. ‘Ja ja, maar hoe kwamen we hierop?’ zei hij, terwijl hij in zijn stoel ging zitten.

    ‘Mijn honorarium,’ antwoordde Ravn met een verzoenende glimlach. Eigenlijk had hij niets tegen Lohman, hij had alleen geen zin in gezelschap vandaag. Bovendien had hij zelf dorst gekregen, maar in een biertje.

    ‘Nee, over het honorarium hebben we het gehad, nee, het ging om een nieuwe zaak die we moeten bespreken. Al zit er niet zo veel pit in als in de vorige...’ Hij glimlachte en knikte ter verduidelijking naar Ravns verband. ‘Maar het is een zaak waar geld in zit. Het is op zijn minst veertien dagen werk, misschien meer.’

    ‘Nee, dank je, ik ben niet geïnteresseerd.’

    ‘Hoe kun je dat weten als ik je er niet eens over verteld heb?’

    ‘Omdat ik...’

    ‘Het is voor een groot, welbekend Deens elektronicabedrijf, dat last heeft van goederen die verdwijnen. Ik kan de naam van het bedrijf niet onthullen voordat je ja hebt gezegd, maar het klinkt als beoliet, maar zonder liet.’ Hij glimlachte weer en knipoogde naar Ravn om te zien of hij zijn interesse had gewekt.

    ‘Lohman, ik ben niet meer geïnteresseerd in dat soort werk. Het

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1