Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Richting het kwaad
Richting het kwaad
Richting het kwaad
Ebook497 pages6 hours

Richting het kwaad

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Deel 6 in De Sandhamn-reeks, de ijzersterke Zweedse thrillerserie met wereldwijd meer dan 5,5 miljoen verkochte exemplaren, bekend van de tv-serie.Op tweede kerstdag wordt het lichaam van een gerenommeerd oorlogsjournaliste aangetroffen onder een laag sneeuw, op slechts enkele meters afstand van haar hotel op Sandhamn. De moordenaar is zo berekenend te werk gegaan, dat de lijkschouwer de wrede daad bijna over het hoofd ziet. Rechercheur Thomas Andreasson breekt zijn kerstvakantie af om de zaak op te pakken. Maar hij en Nora Linde komen voor ingewikkelde keuzes te staan: als ze de waarheid aan het licht willen brengen, wat komt er dan nog meer mee naar boven?-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateOct 16, 2020
ISBN9788726355352

Related to Richting het kwaad

Titles in the series (6)

View More

Related ebooks

Related categories

Reviews for Richting het kwaad

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Richting het kwaad - Viveca Sten

    Richting het kwaad

    Translated by

    Tineke Jorissen-Wedzinga

    Original title

    I farans riktning

    Cover image: Shutterstock © 2013 Viveca Sten

    First published by Bokförlaget Forum, Sweden.

    Published by arrangement with Nordin Agency AB, Sweden.

    Copyright © 2013, 2020 Viveca Sten and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726355352

    1. e-book edition, 2020

    Format: EPUB 2.0

    All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    SAGA Egmont www.saga-books.com – a part of Egmont, www.egmont.com

    Ter herinnering aan Sascha Birkhahn 1911–2012

    Woensdag 24 december 2008

    Hoofdstuk 1

    Als ze maar eenmaal op Sandhamn was, dan zou alles goed komen. Ze voelde zich nergens zo veilig als daar.

    Jeanette Thiels herhaalde de woorden als een mantra toen ze door de sneeuwbrij op de snelweg reed. Ze moest meerdere keren haar tranen wegknipperen om de weg goed te kunnen zien. Bij Skurubron raakte ze bijna in een slip.

    Ze reed langs de golfbaan van Fågelbro en het Strömmakanaal. De boot zou over een paar minuten vertrekken, om kwart voor drie. Die moest ze halen, het was de laatste afvaart van die dag.

    Na een eeuwigheid zag ze de haven van Stavsnäs opdoemen en reed ze de halfvolle parkeerplaats op. Ze prutste wat met het alarm, maar slaagde er uiteindelijk in de Ford op slot te doen.

    De wind beet in haar wangen, de temperatuur was behoorlijk gedaald en het moest buiten minstens min tien zijn, als het niet kouder was. Een stuk verderop tikten de lijnen tegen een lege vlaggenmast en op het open water tussen de eilanden hadden de golven enorme schuimkoppen.

    Ze kreeg een licht misselijk gevoel, maar had geen tijd zich daar druk om te maken.

    Met gebogen hoofd haastte ze zich naar de kade, waar de grote boot in het schemerdonker lag te wachten. Ze was de laatste die aan boord ging, achter haar werd de loopplank ingetrokken en een paar seconden later voer de boot uit. Toch kon ze het niet nalaten even om te kijken om te zien of er niemand stond.

    Jeanette kroop in het achterste gedeelte van de boot in een hoekje in elkaar en trok haar capuchon over haar hoofd, zodat haar gezicht nauwelijks zichtbaar was. Ze wist dat ze iets zou moeten eten, maar was te moe om naar de cafetaria op de bovenverdieping te gaan. In plaats daarvan verzonk ze in een soort toestand tussen slapen en waken terwijl de motor op de achtergrond dreunde. Het ritmische geluid had een kalmerend effect.

    Haar mobiele telefoon trilde in haar zak en ze stak automatisch haar hand uit, maar trok die snel weer terug. Ze wilde niet weten wie haar belde.

    ‘Volgende steiger Sandhamn,’ kwam er uit een knetterende luidspreker. ‘De kapitein en de bemanning wensen iedereen fijne kerstdagen.’

    Jeanette zag het beeld van Alice voor zich en probeerde niet te gaan huilen. Op dit moment waren Michael en zij vast bezig met de laatste voorbereidingen. De kerscadeaus lagen ingepakt onder de boom en in de keuken rook het naar kerstham en gehaktballetjes. Michaels ouders zouden zo wel komen, beladen met cadeaus.

    Alice had haar gevraagd kerst met hen te vieren. Dat was het laatste wat ze had gezegd voor ze wegging.

    ‘Mam, alsjeblieft. Eventjes maar, een paar uur.’

    Jeanette had haar hoofd geschud en geprobeerd een kus op Alice’ voorhoofd te drukken. Maar Alice had haar hoofd opzij gebogen en Jeanettes mond raakte alleen vluchtig haar haar.

    Haar slechte geweten speelde op. Waarom liep het altijd zo verkeerd?

    De boot zou over een paar minuten aanleggen en ze kwam overeind om nog even naar het toilet te gaan.

    Toen ze de deur opendeed, schrok ze van de aanblik van een lijkbleke vrouw in de spiegel. Het duurde een paar seconden voor ze begreep dat dat haar eigen spiegelbeeld was. Ze had donkere wallen onder haar ogen en haar huid was grauw. Er liepen diepe plooien van haar neus tot haar mond.

    Ik zie eruit als een oude vrouw, dacht ze. Waar is de tijd gebleven?

    Toen ze haar handen waste ontweek ze haar spiegelbeeld.

    Het geluid van de motor werd zachter, dat betekende dat de kapitein vaart had geminderd en door de zeestraat naar Sandhamn voer.

    Ze pakte haar tas van de modderige vloer en hing de riem over haar schouder. Er waren weinig mensen aan boord, maar ze bleef zo lang treuzelen dat ze uiteindelijk de laatste in de rij was.

    ‘Vrolijk kerstfeest,’ zei de matroos toen ze haar kaartje afgaf.

    Jeanette probeerde een glimlach op haar gezicht te toveren.

    De andere passagiers hadden de steiger al verlaten, het was te koud om onnodig te blijven hangen. Toch zette Jeanette haar tas neer en keek ze naar de bekende omgeving om zich heen.

    Langs de sneeuwvrij gemaakte strandpromenade tussen de steiger van de veerboot en het Seglarhotell lagen hopen sneeuw. Op de brede strook strand waren tientallen boten aan land gebracht voor de winter, ze lagen onder met sneeuw bedekte zeilen.

    In het westelijke deel van de haven was vaag het gele gebouw van het Värdshus zichtbaar met lichtsnoeren op de gevel. De fonkelende lampjes maakten haar bijna weer aan het huilen. Ze pakte haar tas en ging op pad.

    Het rook sterk naar hyacinten in het Seglarhotell. Achter de hoge balie stond een blonde receptioniste met een kerstmuts op. Jeanette noemde haar naam.

    ‘Ik heb vanochtend gebeld voor een kamer.’

    Het meisje heette haar vrolijk welkom. Jeanette vond haar roze lippenstift maar slecht bij de rode kerstmuts passen.

    ‘Inderdaad,’ zei de receptioniste. ‘Welkom. U krijgt een van de appartementen achter het zwembad. Ik hoop dat u niet bang bent in het donker.’

    Ze lachte opnieuw, alsof ze iets grappigs had gezegd.

    ‘Het hoofdgebouw is dit weekend helaas bezet, alleen de appartementen zijn nog vrij.’

    Voordat Jeanette wat kon zeggen, ging ze verder: ‘Het diner wordt geserveerd vanaf zeven uur. U moet wel reserveren. Acht uur vanavond, schikt dat?’

    Jeanette knikte.

    ‘Het is een fantastisch kerstbuffet,’ zei de receptioniste. ‘Alles wat u zich maar kunt wensen, vijftien soorten ingelegde haring. En de Kerstman komt natuurlijk ook, voor alle zoete kinderen.’

    Ze gaf Jeanette een knipoog. Ze leek zich niet af te vragen of een alleenreizende vrouw van middelbare leeftijd wel op het bezoek van de Kerstman zat te wachten.

    ‘Hebt u hulp nodig met uw bagage?’ vroeg ze vervolgens. ‘Het is niet zo ver, nog geen honderdvijftig meter. De buitentrap af en dan naar rechts. Volg het sneeuwvrij gemaakte pad langs de midgetgolfbaan en daarna bij het zwembad weer rechtsaf. U hebt het tweede huisje na de ingang.’

    ‘Ik red me wel,’ mompelde Jeanette.

    Haar oren suisden toen ze naar haar tas reikte.

    ‘Ik hoop dat u fijne kerstdagen bij ons zult hebben. Morgenochtend om zeven uur is de vroegmis in de kapel van Sandhamn, mocht u daar heen willen. Dat is altijd erg sfeervol.’

    Eindelijk overhandigde ze dan de sleutelkaart en Jeanette pakte haar tas om te vertrekken. Toen bedacht ze zich.

    ‘Ben ik de enige die daar logeert?’ vroeg ze zachtjes.

    ‘Momentje, ik zal even kijken.’

    De receptioniste keerde zich zo snel om naar het scherm dat haar muts op en neer wipte. Ze fronste haar voorhoofd voordat ze weer opkeek.

    ‘Ja, u bent daar helemaal alleen.’

    Hoofdstuk 2

    Inspecteur Thomas Andreasson van de recherche van Nacka glimlachte toen hij zijn dochter nieuwsgierig aan de pakjes onder de ruim één meter hoge kerstboom zag peuteren.

    Ondanks haar jeugdige leeftijd – ze zou pas in maart één worden – waren bijna alle cadeautjes voor Elin. Pernilla en hij hadden afgesproken het aantal kerstcadeaus wat te beperken aangezien de verbouwing van hun zomerhuis dit najaar het nodige had gekost, maar te oordelen naar de stapel pakjes waren ze er geen van beiden in geslaagd zich aan die afspraak te houden. Bovendien hadden ze een grote tas meegekregen van de ouders van Thomas, die kerst vierden met Thomas’ broer en diens gezin. Pernilla’s moeder was bij haar zus in de VS, dus ze waren alleen in hun huis op Harö.

    Niet dat dat Thomas wat uitmaakte. Een zware mishandeling rond het Luciafeest op 13 december had zijn tijd tot aan het kerstreces in beslag genomen en hij keek er daarom naar uit om samen met zijn gezin te kunnen ontspannen. Het zou heerlijk zijn een werkelijkheid buiten te sluiten die soms inspannender was dan hij wilde toegeven.

    Thomas keek door het raam naar buiten. Beneden bij de steiger brandden twee lantaarns die hij aan het eind van de middag buiten had gezet. De krachtige sneeuwval van de afgelopen dagen had de scheren en de lage, afgeronde eilandjes in de archipel in een zachte witte deken gewikkeld. Toen ze naar het eiland kwamen had de kou de kale bomen omgetoverd tot glimmende stammen met kronen die glinsterden van de rijp.

    Het ijs lag helemaal tot in de baai – als het zo doorging, zou het net zo worden als vroeger, toen er maandenlang ijs in de scherenkust lag en je je met een stepslee van eiland naar eiland kon verplaatsen.

    Waar stond trouwens hun oude stepslee? Met een beetje geluk hadden zijn ouders die nog. In hun volgepropte houtschuur stond van alles en nog wat; decennia bewaarde spullen die misschien nog wel eens van pas konden komen.

    Elin onderbrak zijn gedachten. Ze zat heen en weer te wiegen en stak haar armen naar hem uit. Hij nam haar op schoot. Ze ging voldaan zitten en leunde met haar voorhoofd tegen zijn borstkas.

    Pernilla was bezig de laatste restanten van het kerstbuffet op te ruimen. De ham, de worst en de haring stonden alweer in de koelkast. Nu was ze glögg aan het opwarmen en koffie aan het zetten, en daarna zouden ze aan de pakjes beginnen.

    Dit is het laatste jaar zonder Kerstman, dacht Thomas, volgend jaar was er voor zijn vader een belangrijke rol weggelegd.

    ‘Kan ik je helpen?’ vroeg hij, en hij liet Elin los met zijn blik.

    ‘Nee hoor,’ zei Pernilla terwijl ze vooroverboog om een dienblad uit een onderkast te pakken. ‘Jij hebt al het eten verzorgd, ik maak de boel wel even aan kant.’

    Ze hadden het kerstboompje gekapt op het eiland en het de avond ervoor opgetuigd. ’s Ochtends was Elin er van opwinding pardoes tegenaan getuimeld en was het met ballen, glitter en al omgevallen. Ze had tranen met tuiten gehuild, maar ze hadden de schade weer netjes kunnen herstellen. Elin had een eigen strookje glitter gekregen en had daar zoet mee zitten spelen tot het stukging.

    Thomas zette Elin op de grond en ging naast haar zitten. Hij beroerde haar zachte wangetje met zijn lippen.

    De geur van een klein kind.

    Haar blonde haar zat ter ere van kerst in een pluimpje op haar hoofd, dat op en neer wipte als ze verwachtingsvol heen en weer bewoog.

    ‘Wat zeg je ervan?’ vroeg hij. ‘Zullen wij vast een klein pakje openmaken, wij saampjes, terwijl mama nog even bezig is in de keuken?’

    Hoofdstuk 3

    Toen Jeanette haar ogen opendeed, duurde het even voor ze begreep dat ze in de hotelkamer was. Haar misselijkheid was niet overgegaan en ze had pijnscheuten bij haar navel, korte krampen die kwamen en gingen. Het bed waarin ze was weggezakt, was zacht en breed, toch vond ze het lastig een comfortabele houding te vinden. Ze had een onbestemd gevoel in haar lijf en had het koud, ondanks haar dikke trui.

    Hoe lang had ze geslapen?

    Jeanette keek hoe laat het was, bijna vijf voor acht. Als ze vanavond nog iets wilde eten, moest ze nu toch wel naar het restaurant.

    Haar ledematen deden pijn van vermoeidheid, ze begreep niet hoe ze overeind zou kunnen komen.

    Op de achtergrond stond de tv aan. Die had ze automatisch aangezet; als oud-verslaggeefster was het nieuws het eerste wat ze opzocht als ze een hotelkamer binnenkwam. Maar het was zinloos te luisteren: het was één oeverloos geklets over de kerstviering op verschillende plaatsen in het land. Alsof er vandaag nergens ter wereld iets van belang was gebeurd.

    Ze had zich er anders misschien druk om gemaakt, nu maakte het haar niet uit.

    Ze keek om zich heen, merkte op dat iemand door middel van de afbeeldingen aan de wand had geprobeerd een eilandsfeer te creëren: zwart-witfoto’s van Sandhamn begin twintigste eeuw. Ranke zeilboten, vrouwen met hoeden met een brede rand en heren in een donkerblauwe paletot op de strandpromenade.

    Jeanette deed haar ogen dicht en kwam overeind. Ze had weer kramp in haar buik, probeerde die te negeren en in plaats daarvan het oude gevoel op te roepen dat Sandhamn de veiligste plaats op aarde was.

    Oma, dacht ze, en ze kreeg een brok in haar keel als ze aan de zomers van haar jeugd in het huis aan de andere kant van het eiland dacht. Ze was daar de laatste jaren veel te weinig geweest, maar daar zou nu verandering in komen. Van het voorjaar zou ze Alice meenemen en er de hele zomer blijven.

    Morgen zou ze naar het huis gaan. Daar zou ze moeten kunnen nadenken, een beslissing nemen. Zoals vroeger.

    Toen had ze zich altijd tot haar oma gewend, oma van moederskant die met warme chocolademelk en goede raad kwam op de momenten dat ze die het meest nodig had.

    Jeanette ging naar de badkamer en spoelde haar gezicht af met koud water. Het gevoel van onbehagen wilde echter niet wijken, haar handen trilden toen ze ze afdroogde.

    Vorig jaar was ze om deze tijd in het Midden-Oosten geweest, op reportage. Gehuld in een donkere boerka tot op haar enkels had ze geheime interviews gehouden met boze en bange vrouwen in Iran. Die hadden geresulteerd in meerdere lange artikelen over de situatie van vrouwen in dat land. Een ervan was opgepikt door het avondnieuws en de hoofdredacteur van de krant waarvoor ze werkte was al net zo in zijn nopjes geweest als zij; alsof híj onder die warme, stoffige lappen door die nauwe steegjes had geslopen!

    Zij had verschil gemaakt, had ze die keer gedacht toen ze terugkeerde naar haar hotel. Het was toen te laat geweest om Alice te bellen en haar vrolijk kerstfeest te wensen.

    Dit was de eerste keer in jaren dat ze met de feestdagen in Zweden was.

    Ze moest wel.

    De herinneringen kwamen terug en haar hart sloeg meteen weer op hol. Jeanette liep naar de woonkamer om haar MacBook te pakken. Ze moest aan iets anders denken, de dingen die door haar hoofd spookten weg zien te krijgen.

    Maar toen haar vingers haar tas doorzochten, vonden ze de computer niet. Gestrest deed ze de tas wijd open en doorzocht hem opnieuw. Uiteindelijk gooide ze de hele tas leeg in de fauteuil, alles viel eruit: een spijkerbroek, onderbroeken, medicijnpotjes.

    Met iets wat op paniek leek staarde ze naar de rommel voor zich. Ze wist zeker dat ze haar Mac erin had gestopt voor ze wegging. Dat moest wel, toch was hij er niet.

    Voor de zekerheid keek ze nog een keer in de tas, maar het enige wat ze vond was een oud luciferdoosje uit Frankfurt dat in een hoekje geklemd zat.

    Had ze haar computer thuis laten staan? Dat kon bijna niet, ze nam hem altijd mee. Jeanette streek het haar van haar voorhoofd, dat nu helemaal plakkerig was. Waar kon hij zijn?

    Niet op de boot, ze had haar tas aan boord niet open gehad. En ze had het moeten zien als hij uit de auto was gevallen.

    Of toch niet?

    Ze was zo overstuur geweest toen ze wegging, zo geschokt en verward, dat ze alleen het allernoodzakelijkste in een tas had gegooid en de deur uit was gerend. Ze had nog net de buitendeur op slot weten te doen.

    Ze begon te snikken. Hoe had ze haar computer kunnen vergeten, na alles wat er was gebeurd?

    Opeens verlangde ze naar een sigaret, hoewel ze echt had besloten te stoppen. Er lagen nog een paar pakjes op de bodem van haar handtas. Ze moest zich maar een andere keer aan haar belofte houden.

    Een bordje op de muur gaf aan dat dit een rookvrij appartement was. Dan moest ze toch naar buiten. Had ze daar puf voor?

    Een geluid van de andere kant van de muur deed haar opschrikken. Het klonk bijna als een deur die dichtsloeg. Of was het gewoon sneeuw die van het dak viel? Had de receptioniste niet gezegd dat ze hier alleen zat?

    Jeanette keerde zich om. Het was doodstil. Ze had het zich verbeeld, dat was het vast.

    Nu kwam het misselijke gevoel weer terug, ze had een metaalachtige smaak in haar mond.

    De gordijnen waren dicht. Toen ze het ene opzijschoof, merkte ze dat het buiten inmiddels pikdonker was, zelfs de dikke sneeuwlaag op de grond bracht geen verlichting.

    Langzaam maakte ze de haak van het raam los, bijna alsof iemand haar dat had opgedragen. Een paar meter daar beneden begon het dak van de volgende verdieping en dat was bedekt met een even dikke witte laag als op de grond.

    Jeanette deed het raam een stukje open en huiverde toen er een ijskoude windvlaag binnenkwam. Die negeerde ze, en ze probeerde naar het ruisen van de zee te luisteren. Het water lag maar zo’n dertig meter verderop, net als bij het huis van haar oma. Ze herinnerde zich het geluid van de golven, het ritselende geluid als ze het strand op rolden.

    Ze had het altijd een heerlijk gevoel gevonden om in het gebied op de grens van de scheren en de open zee te zijn, naar de zee te kijken die nooit echt rustig was. Soms droomde ze van watermassa’s, dat ze langzaam naar de bodem zonk, in slaap viel tussen wuivend zeegras, omgeven door vissen die heen en weer flitsten.

    Maar ze was nooit bang, bij oma niet.

    De kou werd voelbaar en Jeanette huiverde opnieuw. Ze draaide haar hoofd, keek door het andere raam naar buiten dat uitkeek op de ingang. In de buurappartementen was het donker en de lamp boven de buitendeur was niet in staat de omgeving te verlichten. Buiten de ronde lichtkegel zag ze alleen duisternis en schaduw.

    Hoofdstuk 4

    Nora Linde ging met een kop koffie in haar hand in de serre van Villa Brand zitten. Zoals gewoonlijk had ze te veel gegeten. Toen ze eenmaal haar bord had volgeladen, was het te laat geweest om spijt te hebben. Maar het was ook allemaal zo lekker.

    Ze hoorde ‘Stille nacht’ op de radio en uit de keuken kwam het geluid van rinkelend vaatwerk. De jongens kissebisten over wie het laatste mocht doen. Nora liet ze maar begaan, dat zochten ze zelf maar uit. In plaats daarvan keek ze door het grote raam naar buiten. De wind die ’s middags was toegenomen huilde rond het huis.

    Ze hadden in alle oude tegelkachels het vuur opgestookt; die deden het nog prima ook al waren ze uit de negentiende eeuw. Het duurde maar een paar uur, daarna kwam de warmte, continu en betrouwbaar, als je er maar regelmatig een houtblok op gooide.

    Nora nipte van haar koffie. Tot nu toe was alles boven verwachting verlopen. Ze was erin geslaagd alle gedachten aan haar werk, de ongerustheid, uit haar hoofd te zetten. De spanning was die dag langzaam afgenomen. Met een zucht zette ze haar kopje neer, ze wilde nu niet aan de bank denken.

    Morgenochtend vroeg zouden ze door de sneeuw naar de kerstochtenddienst ploegen, daar verheugde ze zich nu al op, ook al zouden Adam en Simon wel mopperen. Zeker Adam, die net als alle andere pubers zijn bed niet uit kon komen. Als ze er eenmaal waren, zouden ze het fijn vinden, dat wist ze. Het kapelletje waar de brandende kaarsen flakkerden terwijl buren en bekenden elkaar vrolijk kerstfeest wensten.

    ‘Hier zit je niet verkeerd.’

    Nora keek op.

    In de deuropening stond Henrik met twee halfvolle cognacglazen in zijn hand. Er deinde iets nootkleurigs in de versierde kristallen glazen die al in de grote vitrinekast in de eetkamer stonden zo lang Nora zich kon herinneren.

    ‘Armagnac, daar hou jij zo van,’ zei Henrik met een lachje.

    Hij gaf haar het ene glas en ging tegenover haar in de rieten fauteuil zitten. Hij sloeg zijn ene been over het andere en leunde achterover.

    Er kwam een sterke, zoete geur uit het glas. Nora nam een slok en voelde de vloeistof branden tegen haar verhemelte, daarna kwam de nasmaak.

    ‘Lekker zeg,’ zei ze. ‘Bedankt.’

    Nora’s blik zocht de zee, bleef hangen bij de duisternis buiten.

    ‘Mama.’

    Simon kwam zo ongeveer huppelend de kamer binnen en wees druk op de kerstboom in de achterste hoek van de eetkamer. Daar stond gewoonlijk een klein mahoniehouten dressoir, dat ze opzij hadden gezet om plaats te maken voor de boom.

    ‘Nu gaan we de kerstcadeaus openmaken!’

    Nora trok hem naar zich toe en kroelde door zijn haar.

    ‘Zullen we niet nog even wachten?’

    Een fractie van een seconde keek hij onzeker, daarna begreep hij dat ze een grapje maakte.

    ‘Hoe ziet het eruit in de keuken?’ vroeg Nora. ‘Durf ik er naar binnen te gaan zonder het idee te hebben dat er een bom is ontploft?’

    Hij knikte zo heftig dat zijn blonde haar over zijn voorhoofd viel. Het werd weer tijd voor een knipbeurt.

    ‘Het ziet er heel netjes uit, ik zweer het. Papa heeft ook opgeruimd. Heel veel.’

    ‘Goed dan.’

    Nora liet hem los. Hij rende meteen naar Henrik en gaf hem ook een knuffel.

    ‘Haal Adam maar, dan gaan we beginnen,’ zei Henrik.

    Hij stak zijn hand uit om Nora een aai over haar wang te geven, maar trok zich terug toen de jongens een seconde later terugkwamen.

    ‘Oké,’ zei hij. ‘Wie krijgt het eerste pakje dit jaar?’

    Hoofdstuk 5

    Jeanette dwong zichzelf rustiger adem te halen. Ze trok haar jack aan en zette haar muts op, maar aarzelde met haar hand op de klink, luisterde weer naar geluiden buiten. Niets. Toch huiverde ze.

    Het was vast verbeelding geweest. Zij was de enige in het rijtje appartementen, dat had de receptioniste gezegd. Op dit moment genoten de andere hotelgasten van het overdadige kerstbuffet waar de receptioniste zo enthousiast over had verteld.

    Tegen beter weten in wierp ze een laatste blik in haar tas waar de computer in had moeten zitten. Daarna probeerde ze het beeld op te roepen van de laatste keer dat ze hem had gebruikt. Vanochtend aan de keukentafel, toen ze de Financial Times online had gelezen.

    Voordat er werd aangebeld.

    Daarna was alles zo snel gegaan. Ze had geen tijd gehad om na te denken. Ik moet hier weg, kan hier niet blijven.

    Weg, nu, meteen. Alsof het appartement bezoedeld was door het bezoek.

    De schrik zat er nog flink in, de afwisselend harde dan weer smekende woorden weerklonken in haar oren.

    ‘Ik zal dit niet tolereren.’

    Jeanette wist niet precies wat ze had verwacht. Maar nooit die hatelijke zinnen die opwelden als gloeiende lava en de waarheid verbrandden en verteerden.

    ‘Je zult er spijt van krijgen als je er niet van afziet, begrijp je dat? Ik zal je kapotmaken.’

    Op de een of andere manier was ze niet gezwicht voor de dreigementen. Ze had kwaad van zich afgebeten hoewel ze van binnen huilde: ‘Er is een kopie in de werkkamer, en Alice heeft er ook eentje. Het kan me niet schelen wat jij doet. Ik stuur het maandag op.’

    Uiteindelijk was de stem biddend en smekend geworden. Maar dat was niet de reden waarom ze had besloten het te vertellen, het had niets te maken met afpersing of geld.

    De waarheid, ze wilde alleen de waarheid boven tafel krijgen.

    Geleidelijk aan waren ze in de hal beland, er viel niets meer te zeggen.

    Op het moment dat Jeanette de buitendeur opendeed, zag ze die blik, zo vol haat dat ze stond te trillen op haar benen. Die blik had haar banger gemaakt dan wat dan ook. Ze had nog net de deur op slot kunnen doen voordat ze op de grond in elkaar was gezakt, met haar rug tegen de muur en met bevende handen.

    Het was een afschuwelijke vergissing geweest om het te vertellen. Maar ze had zich ertoe verplicht gevoeld, om diverse redenen. Na al die jaren samen.

    Jeanette streek over haar voorhoofd. Waarom had ze überhaupt gezegd dat Alice een kopie had? Het was haar gewoon ontglipt in de verhitte discussie. Ze moest die usb -stick terughalen zo gauw ze weer in Stockholm was.

    Opeens voelde de kamer claustrofobisch aan. Alsof de muren tegen elkaar werden gedrukt, met haar ertussen.

    Kalmeer toch, dacht ze. Het is heus niet zo erg, mensen zeggen in een onbewaakt ogenblik zoveel.

    Het kwam wel goed. Dat moest.

    Ze werd opeens bevangen door een duizeling en moest steun zoeken tegen de muur. Haar maag trok samen en er kwam een zure oprisping, ze kreeg de smaak van gal in haar mond.

    Het was lang geleden dat ze wat had gegeten. Ze zou naar het restaurant moeten gaan, bedacht ze, hoewel ze zich nog steeds mat en misselijk voelde. Een sigaret zou haar op gang brengen, en daarna wat te eten. Ze wist dat het aansteken van een sigaret haar gespannen zenuwen zou kalmeren, het gevoel van de nicotine die zich door haar lichaam verspreidde. Dat had haar vaak getroost als ze op de grens van uitputting had verkeerd, had haar geholpen in gevaarlijke situaties in landen waar ze de taal niet sprak, maar waar ze met mensen had gecommuniceerd door een gemeenschappelijk sigaretje in het geniep.

    Met trillende handen stopte ze het pakje sigaretten in haar zak. Haar handtas liet ze op de kamer, die hoefde ze niet mee te nemen.

    Zonder nog langer te aarzelen deed Jeanette de plafondlamp uit en liep ze het donker in.

    Hoofdstuk 6

    ‘Mama, dit pakje is voor jou!’ riep Simon.

    Hij lag op zijn knieën op het versleten – maar échte – tapijt waarvan de kleuren nog maar amper te onderscheiden waren. Een erfenis van tante Signe, de vorige eigenaar van het huis en Nora’s overleden buurvrouw. Signe zat altijd in de serre, net als Nora nu, met haar hond Kajsa aan haar voeten. Nora kon nog steeds het geluid van de staart horen die tegen de versleten houten vloer sloeg.

    Voldaan trok Simon een klein pakje tevoorschijn dat helemaal achteraan onder de boom had gelegen, haast of iemand had geprobeerd het te verstoppen.

    ‘Het is van papa,’ zei hij stralend en met een rood gezicht van de warmte en de opwinding.

    Nora legde de notenkraker en de dop van een walnoot die ze net had gekraakt neer.

    Simon had echt uitgekeken naar de dag voor Kerstmis en had het de laatste dagen bijna nergens anders over gehad.

    Het was lang geleden dat hij in zo’n goed humeur was geweest. Vanaf het moment dat ze vanochtend aan de keukentafel hadden gezeten voor de traditionele rijstepap met kaneel en suiker had zijn mond niet stilgestaan.

    Nu kwam hij naar Nora toe en gaf haar het pakje. Hij wees op het sierlijke etiket.

    ‘Voor Nora. Vrolijk kerstfeest van Henrik,’ las hij plechtig voor.

    Daarna kroop hij naast haar op de rieten bank, zó dicht tegen haar aan dat zijn benen die van haar raakten.

    Nora keek naar het cadeautje. Het was een plat, vierkant pakje, zorgvuldig ingepakt in zilverpapier. Ze herkende het logo op het stickertje. Dat was van een bekende juwelier met een winkel in een chique winkelstraat in Stockholm. Ze liep er soms langs, maar was er nooit binnen geweest.

    ‘Moet je het niet openmaken?’ vroeg Simon uitgelaten. ‘Het ziet er heel mooi uit.’

    Uit de tegelkachel kwam een knetterend geluid en het vuur gloeide achter de messing luiken. Adam, die in de andere rieten stoel zat, leunde geïnteresseerd voorover.

    En profil zag hij eruit als een jongere kopie van Henrik.

    Hij klonk ook al net zo, de manier waarop hij woorden benadrukte, zijn ietwat lijzige stem.

    Nora keek haar ex-man vragend aan. Ze had voor hem alleen een boek gekocht, een roman over het lijdzame leven van een vrouw in Afghanistan. De keuze van het boek had haar geamuseerd, denkend aan hoe ongelijk de arbeidsverdeling in hun huwelijk was geweest. Dat was nog steeds een wat heikel punt.

    ‘Maak nou open,’ zei Simon op het pakje wijzend.

    Henrik volgde haar bewegingen. Toen hij zijn cognacglas neerzette, zag ze dat hij wat grijs begon te worden bij de slapen.

    Nora woog het pakje in haar hand, in gedachten verzonken. Ze hadden afgesproken vanwege de kinderen samen kerst te vieren, dat was alles. Maar het was duidelijk dat hij zijn best deed voor haar: al sinds ze naar Sandhamn waren gekomen had Nora amper een vinger hoeven uitsteken. Henrik had zelfs de meeste boodschappen gedaan.

    Een heel ander mens, in elk geval vergeleken met degene die hij was tijdens hun laatste jaren samen. Misschien kwam het doordat Marie en hij onlangs uit elkaar waren gegaan, de vrouw die hij had ontmoet toen zij nog getrouwd waren en met wie hij onmiddellijk na de scheiding was gaan samenwonen.

    Die netelige kwestie deed zich weer gelden.

    De eerste tonen van ‘I’ll be home for Christmas’ kwamen uit de cd-speler. De vlam in de petroleumlamp aan het plafond flakkerde.

    Voorzichtig maakte Nora het touwtje los, het was een mooi zijden bandje met ingeweven gouddraad. Ze legde het opzij en wikkelde het elegante pakpapier eraf. Uiteindelijk kwam er een doosje van donkerrood leer tevoorschijn.

    Nu hing Simon over haar schouder.

    ‘Wat is het?’ vroeg hij. ‘Maak dan open.’

    Nora tilde de deksel op.

    Op een ondergrond van groen fluweel lag een hanger van witgoud met een diamantje in het midden. Er lag een dunne, smalle ketting naast te schitteren.

    ‘Jeetje,’ fluisterde Nora zonder Henrik aan te durven kijken. Dit was veel te veel, zo duur.

    ‘Mooi mam,’ ademde Simon in haar oor.

    Henrik glimlachte warm.

    ‘To new beginnings,’ zei hij, en hij hief zijn cognacglas op bij wijze van toost.

    Hoofdstuk 7

    Het was opmerkelijk verlaten buiten toen Jeanette de kou in stapte, als een landschap zonder bewoners. Ze zette de capuchon van haar jack op en boorde haar neus in haar sjaal terwijl ze tevens probeerde te zien waar ze haar voeten zette. De appartementen lagen op een helling met halve trappen en ze wilde op weg naar beneden niet uitglijden. Maar het was lastig het goed te zien in het halfduister, waarom was er geen betere verlichting?

    Toen ze de hoek om kwam, sloeg de wind met volle kracht toe. Door de windstoten kon je amper rechtop blijven staan. De sneeuw striemde in haar gezicht en de wind huilde in haar oren. Jeanette had niet ingezien hoe erg de wind was aangewakkerd terwijl ze lag te rusten, nu raakte ze bijna buiten adem in de harde storm.

    Het sneeuwvrij gemaakte pad waarover ze eerder die dag had gelopen, was nu verdwenen in het wit.

    Met haar hand voor haar mond als bescherming begon ze door de sneeuwhopen te ploeteren. De sneeuw stak als pijlen in haar onbeschermde wangen en hoewel ze door haar neus ademde, deed het gewoon pijn als ze de koude lucht inhaleerde. Telkens wanneer ze haar voeten neerzette zakte ze dieper weg in de sneeuw. Die kroop haar stevige schoenen binnen, waardoor ze vrijwel meteen natte, koude voeten kreeg.

    Alles zag er zo anders uit in het noodweer. Schaduwen en afstanden waren misleidend, niets klopte meer.

    Ze was zo moe en haar lichaam voelde zwaar en lomp aan, ze was na een paar stappen al buiten adem.

    Door de sneeuwstorm heen zag ze hoe de pontons bij de benzinepomp aan de meertouwen rukten, ze kon de kettingen bijna horen jammeren onder het gewicht. Woest schuimende, krachtige golven overspoelden de steigers.

    Iets verder weg,

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1