Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Midzomernachthitte
Midzomernachthitte
Midzomernachthitte
Ebook485 pages6 hours

Midzomernachthitte

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Deel 5 in De Sandhamn-reeks, de ijzersterke Zweedse thrillerserie met wereldwijd meer dan 5,5 miljoen verkochte exemplaren, bekend van de tv-serie.Het is de langste dag van het jaar en dat betekent het langste feest van het jaar op Sandhamn. Nora Linde viert voor het eerst midzomer met haar nieuwe liefde Jonas. Maar de volgende ochtend blijkt dat zijn dochter Wilma niet thuis is gekomen, en even later wordt er een lichaam op het strand gevonden – van een andere tiener. In een wirwar van elkaar tegensprekende verhalen probeert Nora Linde samen met rechercheur Thomas Andreasson de waarheid te vinden – maar dat is nog niet zo gemakkelijk als er drank en drugs in het spel zijn geweest, en haar prille geluk met Jonas ondertussen niet onbreekbaar blijkt te zijn.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateSep 3, 2020
ISBN9788726355369

Related to Midzomernachthitte

Titles in the series (6)

View More

Related ebooks

Related categories

Reviews for Midzomernachthitte

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Midzomernachthitte - Viveca Sten

    Midzomernachthitte

    Translated by

    Tineke Jorissen-Wedzinga

    Original title

    I stundens hetta

    © 2012 Viveca Sten

    First published by Bokförlaget Forum, Sweden.

    Published by arrangement with Nordin Agency AB, Sweden.

    Copyright © 2012, 2019 Viveca Sten and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726355369

    1. e-book edition, 2019

    Format: EPUB 2.0

    All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    SAGA Egmont www.saga-books.com – a part of Egmont, www.egmont.com

    Voor mijn geliefde dochter Camilla

    Een zee van witte rompen vulde de haven. Overal lagen boten met feestende mensen. Een krioelende menigte aangeschoten jongelui slenterde in de zwoele zomeravond over de steigers. Maar het meisje dat in de mensenmassa voortstrompelde, liep te bibberen van de kou.

    Er waren overal mensen, maar ze kende niemand. Iedereen was uitgelaten aan het praten, overal werd gelachen. Het geluid ging haar door merg en been en ze sloeg haar handen voor haar oren om het lawaai buiten te sluiten.

    Wanhopig kneep ze haar ogen in het avondlicht tot spleetjes terwijl ze naar een bekend gezicht zocht.

    Ondanks de verbodsborden was een groep pubers in het zand aan het barbecueën. Verderop stonden diverse politiemensen in gele hesjes, ook arriveerden er nog enkele agenten op een rode quad die op de hoek bij het Seglarrestaurant stopte.

    Het meisje op de steiger merkte het niet. Haar blonde haar was verfomfaaid en haar ogen waren wijd opengesperd. Ze liep een beetje mank, aan haar ene voet ontbrak een schoen.

    Er botste iemand tegen haar op en ze viel tegen een prullenbak aan.

    Haar blik doolde rond. Ze begon te snikken en zocht steun tegen een brandkraan. Er was echter niemand die haar opmerkte. Het geroezemoes om haar heen werd dan weer harder, dan weer zachter en het jammerende geluid dat uit haar keel kwam ging verloren in de luide muziek.

    ‘Moet de boot vinden,’ jammerde ze.

    Er stootte weer iemand tegen haar aan en deze keer viel ze op de steiger achterover. Ze bleef uitgeput zitten, niet in staat weer op te staan. Haar vuile wangen waren gestreept van de tranen en ze mompelde iets wat niemand behalve zijzelf begreep.

    Ze huiverde, en in een poging het warmer te krijgen sloeg ze haar armen om zich been.

    ‘Gaat het?’

    Een stel van middelbare leeftijd was voor haar blijven staan.

    ‘Gaat het wel?’ vroeg de vrouw, en ze legde vriendelijk haar hand op de arm van het meisje.

    Het meisje kwam overeind en rende weg, de lange ponton die aansloot op de kade op, ver weg van het stel.

    ‘Moet Victor vinden,’ mompelde ze.

    De muziek was nu nog luider.

    Enorme zwarte luidsprekers op een grote motorboot braakten pulserende technoritmen uit. Het geluid was oorverdovend en de trillingen verspreidden zich door het beton onder haar voeten. Op het achterschip van de boot stond een lage mahoniehouten tafel waar halfvolle glazen streden om een plaatsje met flessen en een asbak vol peuken. Op een brede, witte leren bank zat een zongebruinde knul met ontbloot bovenlijf en een sigaret in zijn hand. Hij gleed met zijn blik over het lichaam van het meisje.

    ‘Voel je je alleen?’

    Hij grijnsde en maakte een wijde, ronddraaiende beweging met zijn tong.

    Daar kan ik wel wat aan doen.’

    Ze deinsde terug, deed een paar passen achteruit en rende de andere kant op, terug naar het vasteland.

    Een woud aan witte masten kwam haar tegemoet. Ze staarde hulpeloos naar de boten voor zich.

    ‘Victor,’ fluisterde ze terwijl de tranen weer begonnen te stromen. ‘Waar ben je?’

    Daarna konden haar benen haar niet langer dragen en zakte ze in het zand in elkaar.

    Maandag 16 juni 2008

    Hoofdstuk 1

    ‘Het is toch leuk om met midzomer naar de Larssons te gaan?’

    Madeleine Ekengreen draaide zich om naar Victor, maar die had weinig zin zijn moeder antwoord te geven.

    Het was bijna zeven uur s avonds. Het geluid van een auto buiten gaf aan dat zijn vaders Jaguar zojuist de garageoprit was opgereden. Madeleine spiegelde zich in de metaalkleurige koelkastdeur en deed haar blonde kapsel goed.

    Wie denk je dat je voor de gek houdt? dacht Victor. Met je coupe soleil en die botox in je voorhoofd. Er is niemand die denkt dat je nog vijfendertig bent, hoor, wat je ook probeert.

    ‘Victor?’

    ‘Ik wil niet mee.’

    ‘We gaan daar altijd heen,’ zei Madeleine, en ze kreeg iets geforceerds in haar blik, alsof ze niet helemaal begreep waar dit gesprek heen ging.

    Ze zette een schaal met een groene salade op tafel en schepte die nog even om.

    ‘Wat moet je anders?’ ging ze verder.

    Victor staarde omlaag naar zijn bord.

    ‘Ik wil met Tobbe en een paar vrienden naar Sandhamn. Christoffer heeft de boot van hun vader mogen lenen, die is ziek cool.’

    ‘Je moet geen ziek cool zeggen,’ zei Madeleine automatisch. ‘Dat klinkt zo naar.’

    Het was duidelijk dat ze de gedachte dat hij midzomer zonder zijn ouders zou doorbrengen niet bepaald aanlokkelijk vond.

    ‘Gaat Tobbes vader ook mee?’ vroeg ze na een tijdje.

    Victor schudde zijn hoofd.

    ‘Nee. Die gaat volgens mij naar Falsterbo.'

    ‘En Felicia?’

    Nu knikte hij.

    ‘Zij gaat natuurlijk wel mee.’

    ‘Wat zeggen haar ouders daarvan?’

    Madeleine klonk wantrouwend, maar Victor wist dat ze zijn vriendin graag mocht.

    ‘Die zijn cool.’

    Feitelijk had Felicia tegen haar ouders gezegd dat ze met Ebba meeging naar het platteland en had Ebba gezegd dat ze met Felicia mee zou gaan.

    Madeleine keek nog steeds weifelend, maar ze draaide zich om en liep naar het kookeiland om een schaal gegrilde kip te halen. De deur tussen de garage en de bijkeuken sloeg dicht.

    Daar komt de grote Johan Ekengreen, dacht Victor.

    ‘Weet je zeker dat Felicia’s ouders het goedvinden?’ vroeg Madeleine, en ze zette de kip op tafel.

    ‘Hou toch eens op met je gezeur!’

    Victor reikte naar het pak melk dat midden op tafel stond en vulde zijn glas.

    Madeleine zei niets. Victor wist dat ze gekwetst was, maar had geen puf om zijn excuus aan te bieden. Ze had toch nooit tijd voor hem, dus waarom moest ze nou gaan zeuren nu hij voor één keer eigen plannen had?

    Toen pa en jij in de herfstvakantie naar Parijs waren, kon het wél, dacht hij. Toen moest ik mezelf maar zien te redden.

    ‘Ik ben zestien, ik kan prima voor mezelf zorgen,’ zei hij. ‘We zijn trouwens met ziek veel.’

    Victor wist dat ze zou reageren op zijn ‘ziek veel’ en hij keek haar uitdagend aan.

    Madeleine gaf het op.

    ‘Je hoeft niet meteen kwaad te worden,’ zei ze. ‘Ik snap niet waarom je zo lichtgeraakt bent. Je gaat altijd meteen in de aanval, wat ik ook zeg.’

    ‘Hou dan ook op met zeuren,’ herhaalde Victor.

    De deur ging open en Johan Ekengreen kwam de keuken binnen. Hij floot tevreden en leek niet te merken dat de sfeer gespannen was.

    Victors vader werd binnenkort drieënzestig. Hij was zongebruind en ging meerdere keren per week naar de sportschool. Zijn haar was nog bijna net zo dik als vroeger, maar Victor wist dat hij het stiekem verfde zodat je niet zou zien dat het inmiddels grijs was.

    ‘Hallo.’

    Met een brede glimlach liet hij zijn aktetas op de grond zakken en maakte zijn stropdas los. Daarna trok hij zijn colbert uit en hing dat over een van de stoelen.

    ‘Victor wil niet met ons mee met midzomer,’ zei Madeleine, en ze keek haar man aan met een blik alsof ze hem wilde laten begrijpen dat hij eens een ernstig gesprek met zijn zoon moest voeren.

    ‘Waarom dan wel niet?’

    Johan Ekengreen wendde zich tot Victor, maar voor hij antwoord kon geven, ging Madeleine verder.

    ‘Hij wil met zijn vrienden naar Sandhamn in plaats van het te vieren bij de Larssons.’

    Victors vader begon te lachen, ook al verstijfde Madeleines gelaatsuitdrukking.

    ‘Onze jongen wordt groot. Hij wil feesten op Sandhamn net als alle anderen. Dat had ik op zijn leeftijd ook wel gewild.’

    Johan reikte naar de open fles wijn die midden op tafel stond en schonk een glas in. Hij rook uit gewoonte aan de wijn voordat hij een slok nam.

    ‘Niet slecht,’ zei hij, en hij inspecteerde het etiket.

    ‘Johan, luister nou eens,’ zei Madeleine terwijl ze het aanrecht met snelle, geïrriteerde bewegingen afnam.

    ‘Mag het dan, papa?’ vroeg Victor voordat Johan antwoord kon geven.

    Shit, hij zou flippen als ze zijn plannen voor Sandhamn zouden dwarsbomen. Hij had genoeg geld, zijn vader had hem een envelop met een paar duizend kronen gegeven als beloning voor zijn eindexamen, dat ondanks alles toch best goed was gegaan.

    Hij zou echt leuke dingen kunnen doen met midzomer.

    ‘Hij is nog te jong,’ protesteerde zijn moeder voor de laatste keer. ‘Hij is net zestien. Dat is te vroeg om hem in zijn eentje te laten gaan.’

    ‘Ik vermoed dat Felicia ook meegaat?’ vroeg Johan.

    ‘Ja.’

    Victor knikte zonder op te kijken. Kom op, pap, dacht hij, kom op.

    ‘Goed dan.’

    Johan Ekengreen wendde zich tot zijn echtgenote.

    ‘Laat die jongen nou maar gaan. Je bent maar één keer jong.’

    Hij nam nog een slok wijn. Die glansde bloedrood in de dunne glazen kelk.

    ‘Het gaat uiteindelijk maar om een paar dagen op een eiland in de scherenkust.’

    Zaterdag

    Hoofdstuk 2

    Nora Linde moest even diep ademhalen toen ze Wilma Sköld in Villa Brand de trap af zag komen.

    De veertienjarige had zwart oogpotlood rond haar ogen en haar wimpers waren zwaar aangezet met een dikke laag mascara die overal klonterde. Haar spijkerrokje was zo kort dat het meer een korte broek leek en haar beha was door het dunne topje heen goed zichtbaar.

    Nora moest moeite doen er niets van te zeggen. Wilma was dan wel pas veertien, maar de make-up maakte haar ouder en ze zag er daardoor veel harder – té hard – uit. Nora moest zich eraan herinneren dat het Jonas’ zaak was er wat van te zeggen. Na slechts acht maanden samen kon ze Wilma moeilijk gaan opvoeden als haar eigen kind.

    De hele maaltijd had het meisje op hete kolen gezeten, alsof elke minuut dat ze haar vrienden niet kon zien een plaag was. Zo gauw ze van tafel mocht was ze naar de badkamer verdwenen om zich gereed te maken.

    Wilma liep langs Nora, die in de keuken was, naar de eetkamer, waar Jonas nog met Adam en Simon aan tafel zat. Adam had zijn bord al leeg, maar Simon zat nog te genieten van zijn nieuwe aardappels. Hij was gek op de eerste malse knolletjes en had voor de derde keer opgeschept.

    ‘Pap,’ zei Wilma. ‘Ik ga nu. Ik ben al laat.’

    Nora was achter haar aangelopen, maar was in de deuropening blijven staan en leunde tegen de deurpost. Je merkte dat Jonas ook even schrok toen hij zijn dochter zag. Soms kreeg Nora het gevoel dat hij niet wilde begrijpen dat ze bezig was volwassen te worden.

    ‘Zou je toch niet minstens een jas meenemen?’ vroeg Nora voorzichtig. ‘Het kan ’s avonds behoorlijk afkoelen. Je weet hoe het hier is in de scherenkust.’

    Wilma leek Nora niet op te merken. Ze deed een paar passen in Jonas’ richting.

    ‘Kan ik wat geld krijgen?’ bedelde ze.

    ‘Heb je je zakgeld dan nog niet gekregen?’

    ‘Jawel’ Wilma zei het aarzelend. ‘Maar dat is al op.’

    Jonas fronste zijn wenkbrauwen, maar stak zijn hand uit naar de portemonnee in zijn achterzak. Hij deed hem open en vervolgens weer dicht, alsof hij overwoog of het verstandig was zijn tienerdochter een extra bijdrage te geven.

    ‘Pap, alsjeblieft, anders is er niks aan.’

    Wilma hing over een van de stoelleuningen en klonk plotseling kinderlijk smekend. Even kon Nora zich voorstellen hoe ze eruit had gezien toen ze klein was, met staartjes en een fietsenrek in haar mond.

    Zoals verwacht capituleerde Jonas. Hij haalde drie briefjes van honderd kronen tevoorschijn, die hij op tafel legde en naar zijn dochter toeschoof.

    ‘Wat er over is, wil ik terug,’ zei hij.

    Zijn toonval en Wilma’s voldane gezicht duidden er beide op dat dat niet zou gebeuren.

    Adam keek op van zijn bord en staarde Wilma langdurig aan.

    Ze scheelden maar een jaar, maar tot nu toe was Adam niet bijster geïnteresseerd in uitgaan. Hij zat veel liever thuis computerspelletjes te spelen, met of zonder vrienden. Nora wist dat het gewoon een kwestie van tijd was voor hij ook uit zou willen, maar ze was allang blij dat dat nog niet het geval was. Ten tijde van de scheiding van Henrik was Adam net in de puberteit gekomen, dat was een extra lastige periode geweest.

    ‘Krijg ik op zijn minst nog een kus voor je weggaat?’ vroeg Jonas terwijl hij zijn portemonnee terugstopte.

    Wilma liep om de eettafel heen en boog snel voorover. Daarna rechtte ze haar rug, deed een paar stappen naar achteren en vroeg op verdacht nonchalante toon: ‘Is het goed als ik vanavond om twee uur thuis ben?’

    Jonas fronste zijn voorhoofd.

    ‘Twaalf uur, heb ik gezegd. Je weet dat je moeder en ik dat hebben afgesproken.’

    ‘Maar jeetje… Het is midzomer! Alle anderen mogen veel later thuiskomen, moet ik dan als enige vroeg naar huis? Dat is niet leuk.’

    Geef niet toe, dacht Nora, en ze was tegelijkertijd blij dat zij niet degene was die het gevecht moest aangaan. Ze had genoeg aan haar eigen besognes.

    Nora bleef staan en wachtte Jonas’ antwoord af zonder zich erin te mengen. Zelfs Simon hield voor de verandering zijn mond; hij hield zich bezig met de aardappels op zijn bord.

    ‘Pap, alsjeblieft…’

    Wilma hield haar hoofd schuin en keek zo mogelijk nog smekender dan daarvoor.

    Jonas schoof zijn bord van zich af.

    ‘Dan zeggen we één uur. Maar alleen voor deze keer. En ik wil de rest van de zomer niets meer horen over laat thuiskomen.’

    Wilma’s gezicht weerspiegelde tegenstrijdige gevoelens. Zou ze door blijven zeuren en riskeren dat Jonas zijn geduld verloor of zou ze genoegen nemen met de halve overwinning?

    Blijkbaar was een uur beter dan niets, want ze maakte een danspasje en zei: ‘Ik beloof het. Dank je wel, je bent super.’

    Wilma leunde voorover en gaf haar vader nog een pakkerd. Deze keer was haar blijdschap oprecht. Jonas probeerde haar over haar haar te strijken, maar ze gleed behendig opzij.

    In het voorbijgaan kon er zelfs voor Nora een lachje vanaf.

    ‘Doei. Tot morgen.’

    ‘Doe voorzichtig. Heb je je telefoon?’

    ‘Ja, ja, die heb ik.’

    Haar stem was ongeduldig, het slanke tienerlichaam al in beweging.

    ‘Hij moet ook áánstaan,’ zei Jonas. ‘Vergeet dat niet. Je moet me beloven dat je opneemt als ik bel.’

    Wilma had de deur al opengedaan en draaide zich niet om.

    ‘Oké, oké. Ik beloof het, maar nou moet je niet meer zeuren.’

    Nora zuchtte. Wilma wond Jonas om haar vinger, maar Nora vond haar niet zo gemakkelijk in de omgang. Het was maar goed dat ze nog steeds apart woonden, zij in haar nieuwe appartement in Saltsjöbaden en Jonas in zijn driekamerflat in de stad.

    Hier op Sandhamn huurde Jonas Nora’s oude huis, waar ze vorig jaar uit was getrokken toen de jongens en zij waren verhuisd naar Villa Brand, het mooie huis van rond de vorige eeuwwisseling dat ze had geërfd van haar buurvrouw, tante Signe. Door die verhuursituatie hadden ze elkaar leren kennen.

    Dit weekend waren ze allemaal bij Nora omdat Jonas door elektraproblemen geen stroom had. De elektricien van het eiland, een vriendelijke man, had beloofd het probleem de volgende dag te komen verhelpen.

    De buitendeur knalde achter Wilma dicht en weg was ze.

    Hoofdstuk 3

    Wilma glimlachte voldaan toen ze het huis verliet zonder het hek achter zich dicht te doen.

    Haar mobieltje piepte.

    Kom je nou? Ik ben al in de haven/Malena

    Snel tikte ze een antwoord in.

    Ik kom eraan, ben onderweg/W

    Ze had helemaal geen zin gehad om midzomer met haar vader en Nora op Sandhamn te vieren, maar toen ze erachter was gekomen dat haar vrienden uit de stad naar het eiland zouden gaan, was ze plotseling naar het midzomerweekend gaan uiIkijken, ondanks Nora en die kinderen van haar. Simon was op zich wel een schatje, hij vond het leuk om samen met haar naar tekenfilms te kijken, maar Adam was hopeloos, die zat alleen maar achter zijn computer van die saaie games te spelen, met of zonder zijn even hopeloze vrienden.

    Papa en Nora waren nog veel erger, die zaten constant aan elkaar te frunniken als ze dachten dat niemand het zag. Het viel echt niet mee. Getver. Waarom moest hij nou per se bij háár zijn?

    Haar telefoon piepte weer.

    Heb je wat bij je?

    Wilma klopte voldaan op haar tas. In Nora’s oude aardappelkelder stonden diverse dozen wijn. Wilma had dat bij toeval ontdekt en had nu twee flessen meegenomen uit de doos helemaal achter in de hoek.

    Ze had de hele week zitten denken wat ze aan zou trekken en had alle topjes telkens weer geprobeerd. Uiteindelijk had ze gekozen voor een kort wit spijkerrokje met een eenvoudig hemdje. Ze wilde mooi zijn zonder te overdrijven.

    Bij H&M had ze een nieuwe mascara gezien waar ze eigenlijk geen geld voor had. In een onbewaakt ogenblik had ze hem in haar zak gestopt. Dat was fout, dat wist ze, maar als ze het niet merkten, was het toch echt hun eigen schuld.

    Wilma trok sinds het voorjaarssemester met een nieuwe groep vrienden op. Iedereen in haar eigen klas was zo kinderachtig, ze stelden zich constant aan. De jongens waren puistig en deden echt belachelijk. Het ene moment hadden ze een zware bas, het volgende moment spraken ze met een hoog stemmetje.

    Haar nieuwe vrienden waren veel interessanter. Zeker Mattias. Hij was de halfbroer van haar vriendin Malena uit de parallelklas. Malena en haar broer scheelden tweeënhalf jaar en hij zat op een middelbare school in de binnenstad.

    Malena’s broer was lang en donker en zijn haar kwam tot in zijn nek. Hij streek het altijd achter zijn oren zodat het krulde als het naar voren stak. Wilma zou graag haar hand door zijn haar willen strijken. Hij droeg een zilveren ketting om zijn nek en hij kleedde zich altijd mooi, in een versleten spijkerbroek en suède loafers. Hij was zoveel heftiger dan de jongens uit haar klas, met hun lelijke hoody’s en hun sneakers. Ze leken nog het meest op een troep apen.

    Wilma was al vrij snel voor Mattias gevallen, maar tot op heden had ze niet het idee dat hij er wat van merkte. Hij sprak amper met haar, hoewel ze altijd zijn aandacht probeerde te trekken zo gauw hij erbij was.

    Telkens als ze elkaar hadden gezien, kon Wilma urenlang zitten mijmeren over alles wat hij had gezegd. Ze analyseerde elke zin en de manier waarop hij die had uitgesproken, hoe hij naar haar keek wanneer hij iets zei.

    Ze wist dat ze niet de enige was die Mattias leuk vond. Hij had altijd meerdere meisjes tegelijk en zijn mobieltje piepte voortdurend. Af en toe barstte hij in lachen uit en liet hij de andere jongens een sms’je zien. Soms maakte hij een schampere opmerking.

    Wilma voelde met haar tong of de lipgloss nog op haar lippen zat. Die heette ‘Spring Blossom’ en was roze-oranje. De lipgloss was ook meegegrist bij H&M en ze vond dat ze er daarmee ouder en meer ervaren uitzag.

    Vanavond zou Mattias haar opmerken. Wilma voelde het gewoon, vanavond zou hij begrijpen dat ze geen kind meer was dat door zijn zusje werd meegesleept.

    De wijnflessen in haar handtas waren haar trofee. Hij zou zien dat ze ook meedeed, dat ze er ook bij hoorde.

    Ze was tot alles bereid, als ze maar bij hem kon zijn.

    ‘Zullen we onze koffie drinken op de steiger?’ vroeg Nora terwijl ze Jonas aankeek.

    De zon stond nog hoog aan de hemel hoewel het al bijna acht uur ’s avonds was. Het was lang geleden dat het met midzomer zulk mooi weer was en het was heerlijk de warmte te voelen na de lange, donkere winter.

    Jonas trok haar naar zich toe. Hij bewoog zijn mond over haar haar en mompelde: ‘We zijn nu met z’n tweetjes thuis.’

    Nora leunde met haar hoofd tegen zijn voorhoofd en genoot van zijn nabijheid.

    ‘De jongens zijn bij hun vrienden en Wilma komt voorlopig nog niet terug,’ fluisterde Jonas in haar oor.

    Er speelde een lachje om zijn ene mondhoek en Nora merkte dat haar lichaam op de uitnodiging reageerde; er verspreidde zich een warm gevoel onder haar navel en ze voelde de vlinders in haar buik. Met halfopen mond leunde ze verder voorover en ontmoette Jonas’ lippen.

    Om zich vervolgens in te houden.

    ‘Stel dat Adam en Simon terugkomen. Dat is dan niet zo geslaagd.’

    Nora wurmde zich uit zijn greep en deed of ze de teleurstelling in Jonas’ ogen niet zag.

    ‘Onze tijd komt nog wel’, zei ze, en ze boog voorover om een dienblad uit een van de onderkasten te pakken. Ze zette er twee bekers, suiker en een kannetje melk op.

    ‘Wil je er iets bij?’ vroeg ze. ‘Een midzomercognacje, misschien?’

    Hij leek het niet verkeerd te hebben opgevat. In plaats daarvan lachte hij zo uitnodigend dat ze bijna toegaf. Ze kon het niet laten en bleef even naar hem staan kijken zoals hij daar tegen het aanrecht geleund stond, in een spijkerbroek en een groene V-halstrui en met zeilschoenen aan zijn blote voeten. Maar de gedachte aan de jongens hield haar tegen.

    ‘Ik vind koffie alleen wel genoeg,’ zei Jonas. ‘Maar neem gerust zelf wat als jij daar trek in hebt.’

    Nora dacht na. Had ze zin in cognac of wat anders?

    Misschien een klein glaasje van het een of ander. Ze hadden een fles rode wijn gedeeld bij het eten, maar iets bij de koffie was ook lekker. Ze pakte een fles armagnac en schonk een laagje in een cognacglas. Daarna pakte ze het blad en droeg het door de serre de lange trap af die naar het terras aan het water leidde.

    De tuin baadde nog in het zonlicht en er was vrolijk gelach hoorbaar van het huis ernaast, waar diverse zeilboten aan de steiger hadden aangemeerd. De buren hadden buiten een lange tafel gedekt en de geur van de barbecue hing nog in de lucht. Een stuk verderop hoorde ze de tonen van een dranklied dat werd afgesloten met een overduidelijk ‘Proost!’.

    Nora glimlachte om de geluiden van de rinkelende borrelglaasjes. Zo moest midzomer op Sandhamn eruitzien, als iedereen met lekker eten en drinken in de tuin zat.

    Ze zette het blad op de witte houten tafel, en terwijl Jonas de dop van de isoleerfles afschroefde, zette Nora bekers neer naast een reep pure chocola, die ze in stukken brak.

    Er was wat gepiep in de lucht hoorbaar en toen ze omhoogkeek, zag ze een vlucht zwaluwen hoog boven haar hoofd. Die zwevende vogels waren een betrouwbaar teken van een flink hogedrukgebied, hopelijk zou de warmte in elk geval de komende dagen aanhouden.

    Nora ging tevreden zitten en pakte haar koffiebeker. Dit is bijna te mooi om waar te zijn, dacht ze.

    Hoofdstuk 4

    Elin lag op haar rug, haar mondje samengeknepen rond een speen die zich bewoog in het tempo van haar ademhaling. Haar kleine vingertjes, die eerder woedend waren samengebald en in de lucht hadden gevochten, lagen nu rustig op het dunne dekbed. In de ene hoek van het bedje stond een beer en aan een kunststof arm boven het hoofdeinde hing een mobile met kleurrijke vlinders.

    Inspecteur Thomas Andreasson van de afdeling Recherche van de politie van Nacka stond naast het witte babybedje in het zomerhuis op Harö naar zijn dochtertje te kijken. Een smalle streep licht sijpelde door een kiertje van het verduisteringsgordijn dat ze omwille van haar hadden opgehangen. Dat was voldoende om haar fijne gelaatstrekken te kunnen onderscheiden. Haar wenkbrauwen waren zo licht dat ze bijna niet zichtbaar waren en er krulden dunne plukjes haar boven haar oren.

    Hij raakte voorzichtig haar tere handje aan. Ze had fijne, roze nageltjes, onbegrijpelijk klein vergeleken met die van hem. Haar borstkas ging gelijkmatig op en neer en Thomas voelde hoe hij ontspande.

    Zijn dochter lag te slapen en was gezond.

    Toen haar grote zus Emily overleed toen ze drie maanden oud was, was het verdriet zo intens geweest dat hij er bijna aan onderdoor was gegaan. Door het verlies was zijn huwelijk met Pernilla gestrand. Ze werden uit elkaar gedreven in een wanhoop waar ze niet mee om konden gaan en hadden elkaar pas vorig jaar weer teruggevonden.

    Pernilla had contact met hem opgenomen en wilde hem graag ontmoeten. Thomas had geaarzeld, bang om oude wonden open te rijten. Maar toen ze elkaar zagen, herinnerde hij zich alleen de fijne dingen: de zomeravond in Stockholm dat ze verliefd waren geworden, Pernilla’s glimlach tijdens hun huwelijk in de kerk van Djurö, het geluk toen Emily was geboren. Het was alsof ze nooit uit elkaar waren geweest.

    Ze hadden een nieuwe kans gekregen.

    Zij was degene die hem had geholpen terug te keren na het ernstige ongeval op het ijs voor de kust van Sandhamn ruim een jaar geleden, toen hij in een toestand verzeild was geraakt waarin het leven grauw en triest was, en hij niet eens wist of hij zijn werk als politieman nog aan zou kunnen. Hij was nauwelijks in staat geweest weer naar zijn werk te gaan, waar de dossiers zich opstapelden en de middelen ontoereikend waren.

    Daarop had hij gewetenswroeging gekregen en was hij steeds meer gaan twijfelen aan zijn eigen kunnen.

    Maar als hij stopte als politieman, wie was hij dan?

    De grote verandering was gekomen met Elin. Toen hij had begrepen dat hij weer vader zou worden, had de depressie hem uiteindelijk niet langer in zijn plakkerige greep gehouden. De geboorte van zijn dochter, in maart, had hem uit zijn lange toestand van verdoving doen ontwaken. Het was alsof er een fijn laagje stof van een raam was weggezeemd zodat dat weer helder en doorzichtig werd.

    Nu was ze bijna even oud als Emily die nacht dat ze in haar slaap overleed, zonder dat Thomas en Pernilla daar iets aan hadden kunnen doen.

    Het beeld van het ontzielde lichaam van zijn dochtertje die ochtend zou hij altijd met zich meedragen.

    ‘Thomas. Waar ben je?’

    Pernilla’s stem kwam van buiten, van de veranda.

    ‘Je koffie wordt koud.’

    Thomas merkte dat zijn greep om het kinderbed onbewust was verstijfd. Met een wilsinspanning maakte hij zijn vingers los en streelde voorzichtig Elins zachte wangetje. Ze maakte een jammerend geluidje en haar speen dreigde uit haar mond te glippen. Snel duwde Thomas hem er weer in en zijn dochtertje sabbelde voldaan verder.

    Met een laatste blik op zijn dochter ging Thomas naar buiten, waar Pernilla op hem wachtte.

    Hoofdstuk 5

    Adrian Karlsson deed de zware heupgordel goed waaraan de politieradio, de wapenstok en zijn dienstwapen hingen. Alleen die gordel had al een gewicht van vijf kilo, in totaal woog zijn uitrusting samen met zijn kleding meer dan vijftien kilo.

    Toen hij de gordel de eerste keer omdeed, was hij bijna bezweken onder het gewicht ervan, maar nu vond hij het een prettig idee dat hij alles wat hij nodig had onder handbereik had. Vandaag transpireerde hij door alle apparatuur echter nog meer dan anders in zijn donkerblauwe uniform. Dat was gemaakt om je warm te houden, niet om verkoeling te bieden.

    Het was niet de eerste keer dan hij tijdens het midzomerweekend op Sandhamn was ingezet, maar hij had nooit eerder zulk mooi weer meegemaakt. Het was gewoon hoogzomer, hoewel het pas 21 juni was. Zijn shirt was al urenlang doorweekt en zijn rug was nat van het zweet. Zijn kortgeknipte lichtbruine haar was op de hoofdhuid vochtig.

    Hij stond samen met zijn collega Anna Miller op de strandpromenade voor de rij Zweeds-rode winkeltjes. Het was na achten ’s avonds en ze waren sinds tien uur s ochtends in dienst. Een snelle lunch en een kop koffie laat in de middag bij het dcc, het decentrale contactcentrum van de politie, waar ze tijdens het midzomerweekend over konden beschikken, was alles waar ze tijd voor hadden gehad.

    Anna was assistent-politiemedewerker en was pas een paar jaar geleden van de politieacademie gekomen. Ze was zevenentwintig, vijf jaar jonger dan Adrian, en zo’n twee decimeter korter dan zijn een meter vijfentachtig. Haar Koreaanse afkomst openbaarde zich in haar smalle ogen en kaarsrechte zwarte haar dat ze in een paardenstaart droeg.

    Ondanks haar jeugdige leeftijd had ze haar draai snel gevonden. Met een glimlach wist ze de ergste agressiviteit bij degenen die werden aangehouden te ontwapenen en incasseerde ze goedmoedig de ene zure opmerking na de andere.

    Telkens wanneer ze iemand zagen die met een geopende fles drank rondliep, kreeg de eigenaar opdracht deze leeg te gieten. Het was op Sandhamn tijdens het midzomerweekend verboden om op openbare plaatsen alcohol te drinken of een aangebroken verpakking bij je te hebben. Adrian en Anna waren vriendelijk en beleefd, maar de boodschap was duidelijk: alles leeggooien. Nu.

    De jongste overtreders die ze tegenkwamen, waren niet ouder dan dertien, veertien jaar. Het was afschuwelijk ze te zien rondzwalken.

    Het was om de een of andere reden voor de Stockholmse jeugd traditie geworden om in het midzomerweekend naar de scherenkust te trekken. Die bezoeken hadden maar één doel: zo dronken mogelijk worden, op een boot, of ergens anders op het eiland.

    De dag voorafgaand aan midzomer ging men naar Möja, in het noordelijke deel van de scherenkust. Met midzomer zelf trok men naar het zuiden, naar Sandhamn.

    Als een zwerm sprinkhanen die één eiland tegelijk overspoelde.

    Dit was de ergste dag van het jaar op Sandhamn.

    De dreunende popmuziek uit de haven was op de steiger bij Nora zwak te horen. Al sinds het begin van de middag was een gestage stroom motorboten, de meeste stampvol jongelui, de zeestraat gepasseerd die naar Sandhamn leidde. Telkens wanneer Nora opkeek van haar boek leek het of er nog meer boten op weg waren.

    Als het maar rustig bleef. Vorig jaar was er een enorme vechtpartij ontstaan waarbij een jonge jongen met een gepuncteerde long per traumaheli naar het ziekenhuis gevlogen had moeten worden. Ze hadden hem op het nippertje kunnen redden.

    Nora kreeg het beeld van Wilma op haar netvlies. Haar jack hing nog steeds op de haak in de hal. Ze was in haar dunne hemdje en zonder jas weggegaan. Zorgde ze wel goed voor zichzelf?

    Alsof hij haar gedachten had gelezen, deed Jonas zijn mond open.

    ‘Vind je dat ik te toegeeflijk ben wat betreft Wilma?’

    Nora pakte haar beker van het blad voor ze antwoord gaf. Ze probeerde haar woorden zorgvuldig te kiezen om de ongedwongen sfeer niet te verpesten.

    ‘Je geeft haar veel speelruimte,’ zei ze uiteindelijk.

    ‘Ik verwen haar, bedoel je?’

    Jonas leunde achterover en glimlachte zwakjes, alsof hij zich ervan bewust was dat hij niet streng genoeg was voor zijn dochter.

    ‘Tja.’ Nora dacht even na.

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1