Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De Schoonmaker
De Schoonmaker
De Schoonmaker
Ebook190 pages3 hours

De Schoonmaker

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Bertram en zijn drie vrienden hebben bijna gelijktijdig de school verlaten en ze vormen nu een clubje, dat zich de Raven noemt. Bertram woont alleen met zijn moeder, die als serveerster in restaurant Klavertje vier werkt. Van zijn vader kan Bertram zich niet zo veel herinneren. Hij was pas zeven, toen zijn vader wegens moord veroordeeld werd en levenslang kreeg. Op een keer steelt Bertram een leuk en duur cognackleurig "Scott made in USA" leren jasje in het restaurant, waar zijn moeder werkt. Verstopt in een zak onder de voering vindt hij iets, wat fatale gevolgen heeft, niet alleen voor Bertram. Roland Benito, onderzoeker bij de Rijksrecherche, en zijn collega zijn gestuurd om twee politiefunctionarissen te verhoren naar aanleiding van hun ingrijpen bij een spoedgeval. Een gevangenbewaarder is uit zijn raam op de vierde verdieping gesprongen, precies toen de twee agenten poolshoogte kwamen nemen omdat er was geklaagd over lawaai in zijn flat. Zo op het eerste gezicht lijkt er niets verdachts aan de situatie, maar als de gevangenbewaarder de vader blijkt te zijn van een schoolvriendin van Rolands kleindochter, hoort hij geruchten over een gevangene die is overleden in de gevangenis waar hij werkte, en dat de cipier zich bedreigd en opgejaagd voelde. Was het dan toch geen zelfmoord? Anne Larsen, journalist bij TV2 Østjylland, is bezig met haar eigen onderzoek naar de sterfgevallen. Tijdens haar research komt ze op het spoor van een ander sterfgeval, dat van een advocaat, die bij een auto-ongeluk om het leven is gekomen. Ze komt erachter dat beide sterfgevallen nauw verbonden zijn met een bepaalde gevangene, kindermoordenaar Patrick Asp, die levenslang heeft gekregen voor het doden van zijn baby en in dezelfde gevangenis zit waar de gevangenbewaarder werkte. -
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateOct 16, 2020
ISBN9788726484663

Related to De Schoonmaker

Titles in the series (7)

View More

Related ebooks

Reviews for De Schoonmaker

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De Schoonmaker - Inger Gammelgaard Madsen

    De Schoonmaker

    Translated by

    Elize de Vos

    Original title

    Sanitøren

    Copyright © 2017, 2019 Inger Gammelgaard Madsen and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726484663

    1. e-book edition, 2019

    Format: EPUB 2.0

    All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    SAGA Egmont www.saga-books.com – a part of Egmont, www.egmont.com

    1. De lijst

    Het zat iets te ruim in de schouders en rook naar nieuw leer en tabak. Het was cognackleurig en kraakte een beetje toen hij zijn armen boog om de anderen op hun speciale manier te begroeten: eerst met de vuist een duw tegen de borstkas en daarna de wijs- en middelvinger in de lucht richting de rechterslaap om tenslotte iedereen apart met knokkels tegen knokkels te begroeten. Bjarke had dat bedacht. Hij was dol op rituelen, op dwangmatige handelingen in het algemeen. Dat had hem een diagnose opgeleverd en daarom was hij vrijgesteld van werk. Hij was de oudste en zou in de herfst eigenlijk aan een opleiding tot timmerman begonnen zijn, toen zijn moeder hem, vanwege zijn eigenaardige drang om alles te tellen en bewegingen steeds maar te herhalen, meesleepte naar een psycholoog. De psycholoog noemde het OCD, vertelde Bjarke bijna trots. Hij had tenminste iets wat de anderen niet hadden. Bertram zou willen dat hij ook een diagnose had. Hij had werk gezocht, vanaf het moment dat hij van school was gegaan, maar het viel niet mee. Toen was hij Bjarke en de anderen tegengekomen. Raven noemden ze zich, als tegenhanger van de Nachtraven, die ’s nachts op straat liepen om te zorgen voor rust en veiligheid. Raven waren slimme, handige vogels, die andere dieren bedrogen en de neiging hadden om fonkelende, glimmende dingen te stelen, zoals bijvoorbeeld sieraden. Nachtraven waren alleen maar mensen, die ’s nachts langer op waren. ‘Kolere, wat een vet jasje!’ riep Felix, onder de indruk, en hij keek voor de verandering eens op van het heldere scherm van zijn tablet, dat zijn gezicht een nog ongezondere kleur gaf dan het in werkelijkheid al had.

    ‘Waar heb je dat in verdomme vandaan gehaald?’ Bjarke blies sigarettenrook uit zijn ene mondhoek en staarde sceptisch naar Bertram.

    ‘Ja, waar heb je dat fokking geklauwd?’ vroeg Kasper meteen.

    ‘In het restaurant,’ bekende Bertram. Hij stak zijn handen in zijn jaszak en probeerde er stoer uit te zien. ‘Het is een duur merk. Scott Made in USA.’ ‘Ik wist niet dat Sexy Eva zulke dure klanten had,’ zei Bjarke met een scheef lachje, terwijl hij zijn sigaret steeds onophoudelijk tussen zijn vingers kantelde, zodat de as overal terecht kwam. Bertram vond het altijd vervelend als Bjarke zo over Eva Maja sprak. Zelf noemde hij haar nooit mama, dat klonk zo kinderachtig, vond hij, maar de manier waarom Bjarke naar haar keek, als een volwassen man met ervaring met vrouwen, vond hij ook vervelend. En dat terwijl hij nog maar één keer een vriendinnetje gehad en dat had maar een week geduurd, toen had ze genoeg van hem. Bertram zou hem het liefst een hengst op zijn smoel geven, maar hij wist ook dat het niet zo’n goed idee was om ruzie met Bjarke te krijgen. Diens manische neiging om bewegingen te herhalen, vooral met zijn vuisten, was levensgevaarlijk. Bovendien ging hij naar bokstraining, als therapie beweerde hij. Bertram verbeet zoals gewoonlijk zijn woede.

    ‘Denk je niet dat de Heler hem wil hebben?’ vroeg Kasper, wiens schuld het was, dat ze de Heler de hele tijd op hun nek hadden. Het was mooi dat hij afzet had voor de spullen die zij achterover drukten, maar die oude, gestoorde vetzak kon Bertram ook behoorlijk de stuipen op het lijf jagen. Hij bemoeide zich overal mee, schaduwde hen zo ongeveer. Waarom kon hij niet gewoon zelf een kraak zetten? Bertram vertrouwde hem net zo weinig, als hij hen vertrouwde. Het was leuker geweest in het begin, toen ze alleen met elkaar waren en het meer een soort sport was om kruimeldiefstallen te plegen in de winkels in de buurt. Ze verdienden nu natuurlijk wel aan dat jatwerk, maar het had ook zijn prijs.

    ‘De Heler hoeft er niets van te weten.’

    ‘Hou je het jack zelf?’ Kasper gaapte.

    Bertram ging naast Bjarke op de vlonder aan de waterkant zitten. De zon scheen die aprildag zo weldadig, dat het wel voorjaar leek. Hij was blij met het jack, want er stond nog steeds een koude wind. Hij keek naar het regenboogpanorama, een 150 meter lange rondgang boven op het Arosmuseum, gemaakt van glas in alle kleuren van de regenboog. Achter het gekleurde glas zagen de bezoekers eruit als kleine silhouetten. Het leek wel een ufo, die op het dak van het vierkante museumgebouw geland was, waar nu aliens stonden te wachten op het moment om door het glas heen te breken en de stad te bezetten. ’s Nachts, als hij niet kon slapen omdat hij meestal pas rond het middaguur opstond, ging hij achter zijn computer zitten om dat soort verhalen op te schrijven. Over zombies, vampiers en kwade geesten. Bloed en dood. Hij zou vast ook wel een diagnose kunnen krijgen, als een psychiater het las. Hij spuugde in het groenbruine water van de rivier en knikte.

    ‘De Heler gaat helemaal door het lint, als hij erachter komt. Hij zou er wel iets voor kunnen krijgen, en wij…’

    ‘Houd je bek, Felix! We hebben afgesproken dat we best iets zelf mogen houden. De Heler hoeft niet alles te weten,’ snauwde Bjarke, waarop Felix zijn blik terug naar het computerscherm wendde en zich weer in zichzelf terugtrok.

    ‘Heb je de portemonnee ook leeggehaald? Je had best met ons kunnen delen,’ ging Bjarke dwars verder. Hij schoot het sigarettenpeukje in het water. Het kwam vlak naast de klodder spuug van Bertram terecht.

    ‘Er zat niets in de zakken.’

    ‘Dus je hebt geen idee, van wie het jack is? Wat nu, als het bijvoorbeeld van een smeris is? Misschien wel diegene, die jou gisteravond betrapt heeft.’

    Het had niet veel gescheeld of ze waren gepakt toen een medewerker van een telefoonwinkel hen ontdekte. De patrouilleauto moest toevallig al in de buurt zijn geweest, want zo snel waren ze er meestal niet. Een van de agenten was uit de auto gesprongen en had Bertram in zijn kraag gegrepen, maar hij was erin geslaagd zich los te wringen en ervandoor te gaan. Maar de agent had wel zijn gezicht gezien en zou hem makkelijk kunnen herkennen aan de bruine moedervlek ter grootte van een euro bij zijn rechteroor. De agent had er duidelijk naar gekeken. Bertram haalde zijn schouders op. ‘En hoe kan hij dan bewijzen dat het jack van hem is?’

    ‘Aan die plek daar achter op je schouder. Is het een brandplek?’

    Bertram had die zwarte plek niet gezien, het leek wel alsof iemand er een gloeiende sigaret op het uitgedrukt.

    ‘Shit,’ vloekte hij.

    Bjarke lachte weer zijn scheve lachje, waarvan hij had verteld dat het van een hazenlip kwam, waar hij als klein jongetje aan was geopereerd. Anderen zeiden dat het gekomen was na de enige vechtpartij die hij ooit verloren had en waarbij zijn tegenstander zijn bovenlip had gespleten; dat was het moment geweest dat hij was gaan boksen. Vervolgens richtte hij zijn botte blik op iets achter Bertram.

    ‘Fuck! Over de Heler gesproken, kijk eens wie daar aan komt!’

    Bertram draaide zijn hoofd om en zag het dikke mannetje waggelend over het gras lopen, waar veel studenten onder de bomen zaten te lezen. Al was het nog niet echt voorjaar, het Møllepark zat aardig vol.

    Buiten adem hield de Heler bij hen stil. Er zaten grote zweetplekken onder zijn armen.

    ‘Ik dacht al dat jullie hier zouden rondhangen. Ik heb een klusje voor jullie, voor vanavond.’

    ‘Schuift het wat?’ vroeg Bjarke, zogenaamd ongeïnteresseerd.

    ‘Ja, wat denk je, natuurlijk. Jullie krijgen je gebruikelijke deel.’ De Heler veegde zijn neus af met de rug van zijn hand. ‘Maar ik heb maar twee van jullie nodig. Het moet een beetje discreet gaan. Jij bent de ene, Bjarke.’

    ‘Waarom nou net ík?’ protesteerde Bjarke. ‘Jij bent de enige die achttien is en een rijbewijs heeft. Ik heb voor de auto gezorgd. En Kasper, jij ook. Jij bent de sterkste.’

    De Heler keek ze alle vier taxerend aan, alsof hij hun lichaamsbouw voor het eerst zag. Hij deed alsof hij de beschuldigende blik van Bjarke niet zag; die natuurlijk vond dat híj de sterkste was. Dat hij ook nog de agressiefste was, was mooi meegenomen.

    Kasper stond gehoorzaam op en veegde vuil van zijn broek af. Hij was altijd zenuwachtig als de Heler in de buurt was. Bertram wist niet waar ze elkaar van kenden, Bertram kon overduidelijk zien dat Kasper doodsbang was voor de man.

    ‘Wat moeten wij doen?’ vroeg hij en wees met zijn duim op Felix.

    De Heler keek hen een hele tijd aan, met toegeknepen, bloeddoorlopen ogen. Het gerucht ging, dat hij het geld dat hij verdiende aan het jatwerk van anderen, verdronk. Maar zolang zij hun aandeel kregen, kon hij wat Bertram betrof, ermee doen wat hij verdomme wilde.

    ‘Jullie kunnen later helpen, wanneer de spullen naar de koper moeten. We hebben een bestelling voor een paar designmeubelen die in een loods in Hasselager staan.’

    De Heler gaf Bjarke een briefje met een adres en een foto van een zwarte stoel. Ze hadden er al eerder zo een gestolen. De Heler noemde het een Ei-stoel. Bertram kon niets bijzonders aan dat meubel zien en hij snapte niet dat die stoel bijna 70.000 kronen waard was. De blik van de Heler was op hem blijven rusten.

    ‘Dat is verdomme een geinig jasje, dat je daar aanhebt, junior. Hoe heb je het geld daarvoor weten te ritselen?’ vroeg hij.

    Een windvlaag trok door het park en joeg verdorde bladeren op. Bertram huiverde.

    ‘Ik…euh , ik heb steeds als je ons betaalde, wat opzij gelegd,’ mompelde hij.

    De Heler knikte een paar keer met opgetrokken wenkbrauwen, alsof hij hem niet geloofde. ‘Betaal ik je dan zoveel?! Hij lijkt mij best een duur jasje.’

    ‘Eva Maja geeft mij ook af en toe zakgeld,’ loog hij.

    ‘Eva Maja? Je moeder? Wat verdient zij nou helemaal in dat groezelige café?’

    ‘Het is geen café. Het is een chic restaurant.’

    ‘Chic!’ De Heler snoof. ‘Er is niets chics aan, noch aan dat café noch aan jouw moeder.’

    Hij tikte een sigaret uit het pakje en probeerde die aan te steken, met zijn handen eromheen als bescherming tegen de wind. Kasper sprong onmiddellijk op om hem te helpen.

    De Heler keek nog steeds naar Bertram en blies rook uit beide neusgaten als een vurige draak.

    ‘Ik moest je trouwens nog de groeten doen van je ouwe heer. Hij wil je graag weer eens zien.’

    Bertram kon geen woord uitbrengen en moest een paar keer slikken. Zijn hart ging tekeer. ‘Jij hebt gewoon geen idee hoe het daar is, jochie. Ik had het in de gevangenis niet overleefd als mijn vrouw en kinderen niet op bezoek waren gekomen. Jouw moeder gaat ook niet naar hem toe.’

    Bertram gaf nog steeds geen antwoord, en de Heler schudde gelaten zijn hoofd. Toen hij wegging liepen Bjarke en Kasper achter hem aan. Hij zou hen instructies geven hoe ze de loods binnen moesten gaan. Bertram kende de routine.

    Felix had nauwelijks zijn ogen van het scherm gehaald terwijl de Heler er was. Hij zat helemaal in zijn eigen wereld. Plotseling sloeg hij met zijn hand op zijn dij en begon hard te lachen.

    ‘Kijk aan! Dat is me toch maar mooi gelukt! Niemand in cyberspace kan zich voor Felix verstoppen!’

    ‘Wat is je gelukt?’ vroeg Bertram en moest glimlachen om het gelach van Felix. Het kwam niet vaak voor dat hij liet merken hoe hij zich voelde.

    Felix draaide het scherm in zijn richting, maar Bertram begreep niets van al die getallen en codes, waar hij naar keek.

    ‘Wat is dat?’

    Felix trok geïrriteerd het scherm naar zich toe.

    Hij drukte een paar toetsen in en liet hem het scherm nog een keer zien.

    ‘Oké, begrijp je dit beter?’

    ‘O, het is een website van een middelbare school, wat…’

    ‘Snap je dan niets, man? Ik heb het computersysteem van de school van mijn broer gehackt. Ik heb het aantal keren dat hij afwezig was in 0 veranderd.’

    Felix moest weer lachen, en Bertram schudde zijn hoofd.

    ‘Dat ontdekken ze toch zo? Weet je wel hoeveel jaar je daarvoor kunt krijgen?’

    ‘Daar komt heus niemand achter. Niet zoals ik het gefikst heb. Het is ook alleen maar voor de grap.’

    ‘Ik meen het, Felix. Ze worden daar steeds handiger in bij de politie. Als ze erachter komen, dat jij het bent, dan…’

    ‘En dan?’ Kom je dan ook niet bij míj op bezoek? Ik heb niemand vermoord, zoals je vader, dus…’ging Felix verder, maar had er meteen spijt van. ‘Nee, sorry, man. Ik snap best dat je je vader niet wil zien, als hij… en ook dat je moeder dat niet wil…’

    ‘Houd alsjeblieft op over mijn vader,’ snauwde Bertram. ‘Of over Eva Maja!’

    ‘Sorry, hoor.’

    Felix zat een beetje naar het water te staren, dat traag voorbij gleed. Zijn wangen staken vlammend af tegen zijn bleke voorhoofd, dat vandaag goed zichtbaar was omdat hij zijn schouderlange blonde haar in een knotje op zijn hoofd had gebonden. Bertram keek naar zijn profiel. Hij leek wel een meisje. Hij was altijd al een beetje een nerd geweest. Ze waren twee tegenpolen, maar wonderlijk genoeg waren Felix en hij het eerst vrienden geworden, toen hij met Eva Maja naar het flatgebouw verhuisde waar Kasper en Bjarke ook woonden. Felix en hij zaten in dezelfde klas en waren bijna samen opgegroeid. ’s Zomers was er altijd een gemeenschappelijke barbecue op de binnenplaats, waar het meer naar hasj rook dan naar gegrild vlees en waar de mannen gewoonlijk te veel dronken en met elkaar op de vuist gingen. Het gebeurde regelmatig dat de politie langs kwam, omdat een paar andere bewoners genoeg hadden van het lawaai en de knokpartijen. Maar het leven was er toch op vooruit gegaan, toen hij alleen achterbleef met Eva Maja.

    ‘Ik bedoel alleen maar, Felix… Pas op, dat de Heler er niet achter komt wat jij kunt. Dan zal hij er zeker zijn voordeel mee willen doen. Dan is het niet leuk meer.’

    ‘Kunnen en kunnen, ik ben gewoon een beetje aan het oefenen,’ mompelde Felix. Een eend pikte iets dat op het water dobberde en zwom weer verder.

    De zon brandde op de rug van het leren jasje. Bertram trok het uit.

    Ze zaten een poosje zwijgend naast elkaar. Felix gooide een bierdopje naar een eend, die het bijna op wilde eten. Ze moesten er allebei om lachen.

    ‘Weet je echt zeker, dat er niets in de zakken zit?’ vroeg Felix en hij gluurde naar het jasje. ‘Als er een mobieltje in zit, kunnen ze je makkelijk opsporen. Heb je

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1