Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Intuitie
Intuitie
Intuitie
Ebook277 pages5 hours

Intuitie

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Anne Blom en haar achtjarige dochtertje Femke beginnen aan een nieuw leven in een andere stad. Dan slaat het noodlot toe. Op een middag verdwijnt Femke van de naschoolse opvang. Wil Anne haar kind gezond terugzien, dan zal ze diep in haar eigen verleden moeten graven. Het lot van haar kind ligt in haar handen. Terwijl de uren verstrijken, wordt de kans steeds kleiner dat Femke levend wordt teruggevonden.


Isabel Bodar (1972) schrijft al zo lang ze zich kan herinneren, maar publiceerde nog niet eerder. Intuïtie is haar debuutroman.
LanguageNederlands
Release dateFeb 6, 2013
ISBN9789461090706
Intuitie

Related to Intuitie

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Intuitie

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Intuitie - Isabel Bodar

    bedoel.

    Maandag

    1

    ‘Je kunt het Fem, denk maar aan onze vissen als je aan het praten bent.’ Vandaag hield Femke haar eerste spreekbeurt. Juf Ria had regelmatig gevraagd of ze het nog wel durfde. Ze probeerde zo veel mogelijk rekening te houden met hoe Femke was. Deze had ja gezegd en thuis een paar keer geoefend met haar moeder. Het ging best goed. Vissen waren dan ook haar lievelingsdieren. Ze kon urenlang voor het aquarium zitten en wees aan wie wie was. Anne had gezegd dat ze een beetje over de hoofden van de kinderen heen moest kijken naar iets wat achteraan in het lokaal aan de muur hing. Dan werd ze niet zo vlug afgeleid.

    Op het schoolplein klitten kinderen in groepjes bij elkaar. Femke had haar Mickey Mouse-rugzakje om met daarin haar spreekbeurt, een paar boeken met plaatjes en een lunchpakketje. Ze hadden vanmorgen nog gele papiertjes tussen de bladzijden gedaan. Anne gaf haar een kus en wenste haar succes. Femke keek strak voor zich uit. De bel ging, de eerste kinderen liepen de school in. ‘Ga maar, dan kun je op je gemak alles alvast klaarleggen.’

    ‘Dag mam, tot straks.’

    Anne was het liefst achter haar aan gelopen, de klas in, bij haar zijn als ze haar spreekbeurt hield. De steen in haar maag werd zwaarder en zwaarder, ze slikte en riep naar Femke om haar nog een keer moed in te spreken. Het lachende gezichtje van Mickey Mouse was het laatste wat ze zag voordat Femke in de deuropening verdween. Het meisje dat na haar naar binnen ging had hetzelfde rugzakje. Vast ook gespaard met Air Miles. Ze draaide zich om en liep naar de auto. Haar meisje moest het in haar eentje doen. Vanmiddag zou ze weten hoe het gegaan was.

    Ze wachtte voor het stoplicht en tikte op het dashboard de seconden weg. Een bezoekje aan de manicure kon geen kwaad. Kon ze maar bij Femke blijven. Hopelijk hadden haar klasgenootjes een beetje geduld met haar en werd ze niet uitgelachen. Kinderen konden zo ongelooflijk bot zijn; daarin verschilden ze niet van sommigen van haar collega’s. Een hoogblonde vrouw trippelde koket over het zebrapad. Ze had wel wat weg van haar vroegere buurvrouw. In een flits was ze terug in de oude volksbuurt waaruit ze hals over kop waren weggevlucht, haar collega’s op het Stadsdeelkantoor verbaasd en vol vragen achterlatend. De verdrietige herinnering werd verscheurd door ongeduldig getoeter achter haar. Ze trok op, het rook naar verbrand rubber. Dat verdiende een middelvinger. Ze dwong zichzelf tot kalmte, op een ongeluk zat ze niet te wachten.

    Het matrixbord langs de weg knipperde: ‘Tunnelbak wegens onderhoud gesloten’. Ook dat nog. Nu moest ze bovenlangs rijden, wat twee extra stoplichten kostte. De parkeergarage zou intussen wel vol zijn. Een meevaller, ‘vrij’ lichtte felgroen op. Een of andere asociaal had zijn auto schuin neergezet, ze moest moeite doen erlangs te komen en parkeerde even verderop naast een zwart monster. ‘Opzouten’ was de boodschap als dat geval in je spiegeltje opdoemde. Ze werkte haar lippen bij, een paar halen met de borstel en ze was klaar. Haar nieuwe laarzen zaten zalig, lekker warm ook nu de ochtenden nog fris waren. Ze greep haar tas, deed de auto op slot en beende gehaast naar de lift. Ze stapte naar binnen, het rook naar iemand die niet de moeite genomen had om deodorant op te doen. Ze probeerde haar adem zo lang mogelijk in te houden. In de kil verlichte hal zat Leontien achter de receptiebalie, even onverschillig als altijd. Ze voelde haar jaloerse blik in haar rug prikken. Het was even over negenen. Nog achtenhalf uur te gaan.

    2

    De vergadering ging over de samenwerking tussen de afdelingen, of liever het gebrek eraan. Ze werd geleid door Mark, hun afdelingshoofd. Die zwarte auto paste precies bij hem, dacht ze. Groot en verre van subtiel. Hij droeg slecht zittende pakken die zijn lompheid alleen nog maar benadrukten. Waarschijnlijk ging hij eens per jaar naar zijn vaste adresje en kocht meteen drie stuks. Zijn overhemden waren nooit helemaal schoon. Tussen de middag bombardeerde hij zijn snacks steevast met ladingen ketchup waarvan de restjes zich in zijn mondhoeken verzamelden. Zijn goedkope aftershave rook naar vroeger toen haar vader, bretels afgezakt, zich met mes en koud water voor de spiegel schoor, de wondjes met aluin bette en dan een ondefinieerbaar goedje met vlakke hand tegen zijn wangen kletste, zijn gezicht in een grimas vertrekkend.

    Mark schraapte zijn keel. ‘Onderwerp van de vergadering is de toenemende wrijvingsfactor tussen onze afdelingen. Een ontwikkeling waarover we ons grote zorgen maken, zeker in het licht van de aanzienlijke ombuigingsoperatie waarvoor we ons de komende jaren gesteld zien. Een probleem, zeker, maar tegelijk vanzelfsprekend ook een enorme uitdaging.’

    Hij begon al aardig in haar allergiezone te komen. Dat soort uitdagingen kon haar gestolen worden.

    ‘Helaas heeft het muisklikactivisme ook binnen onze organisatie vaste voet aan de grond gekregen en zijn er allerlei nare mailtjes uitgewisseld. Goed, tot zover de stand van zaken. Ik sta open voor suggesties om een uitweg uit deze impasse te vinden. Wie mag ik het woord geven?’

    Terwijl er om haar heen gepraat werd, dacht ze aan Femke. Zou het al achter de rug zijn? Ze hoopte zó dat het goed gegaan was, het zou Femkes zelfvertrouwen een enorme boost geven. Op haar vorige school werd ze gepest, zij zelf had er veel verdriet van gehad, het leek Femke minder te raken al wist je dat nooit helemaal zeker bij haar. Femke zat inmiddels meer dan een halfjaar op haar nieuwe school. Met Sterre kon ze het best opschieten.

    ‘Naar mijn bescheiden mening is het probleem minder groot dan het wordt voorgesteld.’ Anne keek naar Hein die aan het woord was. Zijn moeder breide zijn truien. ‘Zoals iedereen weet, werk ik al meer dan vijfentwintig jaar bij deze mooie gemeente en heb ik veel collega’s zien komen. Gaan trouwens ook. Zoals Peter van Leerplicht, jullie weten wel wie ik bedoel.’ Hij keek verwachtingsvol het kringetje rond. ‘Grote kerel, rossig haar, een enorme bierbuik. Ja, die hield wel van een feestje. Ik weet nog goed dat hij een keertje...’

    ‘Dank je, Hein!’ beet Mark hem toe. ‘Boeiend, absoluut, maar beperk je tot het onderwerp van deze vergadering, alsjeblieft.’

    Hein bromde voor de vorm nog even door en hield het toen maar voor gezien.

    ‘Iemand anders?’

    Marcel had er niet tegen gekund, hij dacht dat hún kind niets kon mankeren. Hij was perfect, Anne was het en Femke moest het daarom ook zijn.

    ‘beleidsresistent, wat we er ook tegen proberen te doen,’ hoorde ze Mark zeggen als reactie op iets wat blijkbaar naar voren gebracht was. ‘Wat is jouw indruk, Anne? Jij bent nog vrij vers, het groentje tussen ons oude rotten zeg maar’ – hij probeerde een knipoog – ‘en kijkt waarschijnlijk anders tegen dingen aan die wij intussen heel normaal zijn gaan vinden.’

    Ze had werkelijk geen flauw idee waarover hij het had. Iedereen keek naar haar, alsof ze dé oplossing had waarop ze hoopten. Anne, het mirakel, komt dat zien! Niet goed, geld terug. Als ze doorging op dat ‘beleidsresistent’ kon ze een heel eind komen, bedacht ze. How to bluff your way into Civil Service.

    ‘Als iets beleidsresistent is, moet je, net als bij een infectie, het afweermechanisme omzeilen.’ Het schot voor de boeg landde zichtbaar goed. ‘Je zult nieuwe aanvliegroutes moeten vinden om het probleem te tackelen. Als we de achterdocht een halt willen toeroepen, moeten we de algehele mindsetting veranderen. Concreet betekent dit, dat alle individuele gedachten moeten worden georkestreerd tot een samenhangend geheel. En zo’n orkestratie kan alleen worden gedaan door een dirigent die op een breed draagvlak kan rekenen.’ Ze sloeg haar ogen neer, wat door de anderen als teken van bescheidenheid werd gezien, maar waarvan ze zelf wist dat het uit schaamte was voor de holheid van woorden die in haar waren opgekomen en die ze moeiteloos en zonder hapering had uitgesproken.

    Hein stak zijn duim omhoog, Mark grijnsde breed. ‘Ja, jongens. Ik weet heus wel wie ik binnenhaal.’ Hij vergat gemakshalve dat ze gewoon gesolliciteerd had en hij niet in de sollicitatiecommissie had gezeten.

    ‘Het draait allemaal om mindsetting, je hebt volkomen gelijk. Die dirigent op wie je doelt, hebben we in huis en wel in de vorm van onze onvolprezen gemeentesecretaris. Ik zal hem vandaag nog op de hoogte brengen van deze hoogst originele en belangwekkende visie.’ Hij keek rond. ‘Waren er maar meer mensen zoals Anne.’ Ze voelde dat ze rood werd. Kon die eikel zijn mond niet houden, of was dit soms zijn idee van versieren? Hij had een zekere reputatie en ze wist heus wel dat ze er nog altijd mocht zijn. Ze zou er alles aan doen om niet op zijn lijstje terecht te komen.

    Mark volgde de agenda en stelde het volgende punt aan de orde. Er was grote onvrede over de koffieautomaat op de afdeling. Uit een enquête was naar voren gekomen dat de meerderheid de koffie vies vond en een ander apparaat wilde.

    ‘We moeten weliswaar ombuigen, maar ik zie ook graag tevreden gezichten. Mijn verzoek is simpel: wie wil zich oriënteren op de mogelijkheden? Het budget is beperkt, laat ik daar helder over zijn. Iemand?’

    Hij had ook ‘Bomalarm!’ kunnen roepen. De discussie barstte los. Koffie was het wondermiddel om de ambtelijke productiviteit op peil te houden. In dagelijkse gesprekken stond het weer op één, de kwaliteit van de koffie scoorde onbetwist een tweede plek.

    ‘Ho ho, een voor een!’ riep Mark. ‘Dames eerst. Zeg het maar Petra.’

    Haar buurvrouw gaf een overzicht van alle koffiezetautomaten die de laatste jaren op de afdeling hadden gestaan. ‘Weten jullie nog van dat mannetje dat de koffiepoeder bijvulde en de automaat schoonmaakte? Hij had van die rouwranden onder zijn nagels. Als hij klaar was, nam hij een dubbele espresso. Daarna ging hij uitgebreid naar de wc, vreselijk wat een stank. Je kon minstens een halfuur lang niet meer naar het toilet.’ Anne kon haar ogen niet van Petra’s gerimpelde decolleté afhouden. Misschien was een hoger sluitend truitje verstandiger als de jaren gingen tellen.

    Iedereen lachte, behalve Mark. ‘Goed, dank je Petra voor deze sterk inhoudelijke bijdrage. Wie nog meer?’

    De rest van de agenda werd in marstempo afgewerkt. Het liep tegen lunchtijd.

    3

    ‘Dus je werkt hier al vijfentwintig jaar,’ zei ze tegen Hein. Ze zaten in de kantine. Femke zou nu haar broodtrommeltje openmaken en de verrassing zien die Anne erbij had gedaan als beloning voor de spreekbeurt.

    ‘Ruím vijfentwintig alweer, inderdaad.’ Hij keek er triomfantelijk bij, er plakte mayonaise aan zijn bovenlip. ‘Vorig jaar een mooi cadeau gekregen van de burgemeester persoonlijk. En een gratificatie,’ voegde hij eraan toe. ‘Die waren ze bijna vergeten, maar ik heb het nagekeken in de Praktijkgids Ambtenarenrecht en daar stond dat ik er recht op had.’

    Blablabla in je vaalgroene lubbertrui. Zijn moeder had hem vast niet verteld hoe je zo’n geval moest wassen. Ze nam een slok melk en veegde haar mond goed af uit vrees voor een snor. Klokslag twaalf liepen de kantoren leeg en de gangen vol, een mensenworst op weg naar eten.

    ‘Hoe was dat nou, werken op een Stadsdeelkantoor als je het vergelijkt met hier?’

    ‘Je staat wat dichter bij de burgers, verder maakt het niet zo heel veel uit,’ zei ze. ‘Het meeste werk blijft gewoon hetzelfde.’ En even saai, dacht ze erachteraan.

    Hein hapte snuivend in zijn broodje bal. Wist hij dat sommige ballen dagenlang in de jus hadden gedreven voordat ze besteld werden? Volgezogen met vet. Het kon hem waarschijnlijk niets schelen.

    ‘Nog vijftien jaar, dan is het afgelopen voor mij.’

    ‘Wat staat er dan eigenlijk in die gids over veertig jaar dienstverband?’ Hij kon het ongetwijfeld dromen, dacht ze pesterig. Kom maar op met je slaapverwekkende citaat, ik kan het hebben. Ze kon veel hebben sinds ze er werkte, het meeste liet ze van zich afglijden.

    ‘Geen idee, ik zal het eens nakijken. Bedankt trouwens voor de tip!’ De laatste hap verdween in zijn mond, nakauwend duwde hij het dienblad van zich af. Etende mensen waren onaantrekkelijk, een etende Hein was walgelijk. Haar vader had de gewoonte gehad om zijn eten te prakken, wát er ook op het menu stond. Van een mooi opgemaakt bord maakte hij een peuterhapje uit een potje. Hij had een sterk gebit, daar had het niets mee te maken. Ze had het zielig gevonden voor haar moeder die zo haar best had gedaan. Voor hem deed ze alles. Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit den man genomen is. Hij was boven haar moeder gesteld. Zo was het in die tijd en in hun geloofsgemeenschap.

    ‘Zo kinderen, de plicht roept!’ Hein rekte zich uit, door het gerafelde gat onder zijn rechteroksel zag ze de gele zweetplek in het T-shirt eronder. Geen wonder dat hij alleen woonde, ze kon niets verzinnen dat aantrekkelijk was aan hem. Hooguit zijn schaal 10A. Ze zaten tegenover elkaar op kantoor, als hij typte mompelde hij de woorden mee. Lispeltuut. Ze zette dan vlug haar iPod aan, het was de enige manier om haar zelfbeheersing te bewaren. Ze had er een keer wat van gezegd. Hein had haar zwijgend aangekeken, niet begrijpend wat ze bedoelde. Hij was geen kwade kerel. Alleen besefte hij soms niet dat er meer mensen op de wereld waren dan Hein Bakker.

    4

    Ineens was het halfzes. Hein begon rond vijven met gapen en hield dat vol totdat hij naar huis ging. Zijn vertrek verliep volgens een vast ritueel. Ze had hem nog nooit op afwijking ervan kunnen betrappen. Na een lange gaap rekte hij zich uit, schoof zijn stoel naar achteren en zei dat hij weer trouw aan zijn plicht voldaan had. Hij had een soort hoesje voor zijn mok die hij thuis afwaste en de volgende ochtend weer meebracht. Als eerste verdween de ingepakte beker in zijn linnen draagtasje, de naam van de boekhandel die erop stond was vervaagd. Vervolgens gooide hij de schillen weg van de sinaasappel die hij exact om vier uur gepeld had. Om twee minuten voor vier legde hij het stuk fruit alvast klaar op zijn bureau. Hein had twee jassen voor vier seizoenen. Het exemplaar dat aan de beurt was, hing aan een haakje naast de kamerdeur. Hij trok eerst zijn jas aan, schakelde zijn computer uit, gaf een harde klap op het bureaublad, schoof zijn stoel aan en floot de eerste maten van ‘De Internationale’. Hij stemde iets eng rechts.

    Vandaag had hij de schillen meteen na het pellen in de prullenmand geschoven en floot hij niet voordat hij de deur achter zich dichttrok. Ze had toen al kunnen weten dat dit geen dag zou worden als alle andere. ‘Is het stuk klaar?’ Mark stond plotseling naast haar, op de voet gevolgd door de geur van belegen zweet.

    Ze voelde zich betrapt, had nog geen letter geschreven. ‘Ik maak eerst aantekeningen die ik straks uitwerk.’ Ze pakte een volgeschreven notitieblokje en wapperde er demonstratief mee.

    ‘Vanavond is die belangrijke raadsvergadering al,’ zei Mark. ‘Zorg er dus echt voor dat de wethouder het vóór zessen heeft. Dan kan ze er nog op reageren en kun jij het eventueel aanpassen.’

    Mark liet zijn zweetlucht bij haar achter en keerde terug naar zijn kantoor. Telefoon. ‘Met Sabine. Anne, ik dacht ik bel maar even. Ingrid vraagt hoe ver je bent. Ze wil voor de vergadering nog naar huis. Als je jouw stuk nú mailt, redt ze het allemaal net.’

    Sabine, de secretaresse van de wethouder! Ze had niets, hier kreeg ze problemen mee. ‘Ben eraan bezig, geef me nog een kwartiertje.’

    Ze hoorde Sabine overleggen. ‘Ingrid blijft erop wachten. Een kwartier. Ik houd je niet langer op. Doe jezelf een plezier en zorg alsjeblieft dat het er op tijd is.’ Ze ging fluisterend verder. ‘Ingrid heeft een pestbui, niet te geloven. Ze gooit altijd alles op de menopauze, maar volgens mij heeft ze afgelopen weekend de bons gekregen.’

    Mark had het over een cruciale raadsvergadering, deze keer overdreef hij eens een keertje niet. Er waren grote problemen in een wijk, de raad had er onderzoek naar laten doen. Ze moest de belangrijkste conclusies uit de rapportage halen, zodat de wethouder ze vanavond hapklaar en zonder al te veel eh’s aan de gemeenteraad kon oplepelen. De landelijke pers keek mee, het nieuwe kabinet was er een van zero tolerance, het ging om explosief materiaal waarover een college kon vallen. Dertien minuten. Waar had ze dat vervloekte rapport gelaten? Vertrouwelijk, dus vast in de la die op slot kon. Het sleuteltje zat in een zijvakje van haar tas. Twaalf minuten. Het rapport zat nog in de envelop. Aantal pagina’s: 150. Conclusies. Voorin? Nee dus. Elf minuten. Zes pagina’s. Hoofd- van bijzaken onderscheiden. Had ze toch nog plezier van haar studie. Marker erbij. Twee minuten diagonaal scannen. Bruikbaar: één pagina. Ze typte tien minuten over een A4’tje, vijf regels per minuut. Na negen minuten ging ze naar ‘Bestand’, selecteerde ‘Opslaan als’ en gaf het document een naam. Postvak IN, Nieuw e-mailbericht, Aan, Onderwerp, Invoegen Bestand, een paar regels erbij voor Ingrid, Verzenden.

    Telefoon. ‘Sabine hier. Dank je, ze gaat het meteen lezen. Bel je binnen vijf minuten terug.’

    Ze waarschuwde de opvang dat ze iets later zou zijn. Femke speelde buiten zei Monique, een van de leidsters. ‘Ik ben er over een halfuurtje. Op zijn laatst.’

    Vergeef me, zei ze in gedachten tegen Femke, ik ben een moeder van niks.

    Sabine aan de lijn. ‘Je kunt weg, het is in orde.’

    5

    Ze holde naar de parkeergarage en ging bijna onderuit op de net schoongemaakte vloer. Morgen haar afgetrapte Uggs maar weer aandoen. De buitenschoolse opvang was tot halfzeven open. Het was even na zessen, als het rustig was op de weg kon ze er over een kwartiertje zijn. Lullig om laat te zijn op zo’n belangrijke dag voor Femke. Gas geven, dan maar een prent. Waar had ze haar autosleutel gelaten? Ze kieperde haar tas om op de passagiersstoel. Nagellak, een halve lippenstift, zakdoekjes, maandverband, twee zonnebrillen, een notitieblokje, een nagelschaartje, losse dropjes, oude parkeerbonnetjes en nog veel meer. Maar géén sleutels. Shit, waarom had ze die binnentas niet gewoon gekocht? Tasorganizer. In zwart en bruin. Een tientje. Een lousy tientje, Scrooge die ze was! Ze graaide wild naar haar verfrommelde jas op de achterbank. Halló, hoeveel zakken had dat ding eigenlijk? Verdomme. Verdomme! KUTVERGADERING. Die stomme opmerkingen van die stomme collega’s. Hein met de vlekken. Petra’s poepmannetje. En dan die hormoonkip Ingrid nog met haar o zo belangrijke raadsvergadering! Er werd geroddeld dat ze het deed met Mark, iemand had hen een keer bezig gezien in het fietsenhok. Kwam de bons van hem? Waar was dat rotding? Denk na! Wat had ze vanmorgen gedaan met de sleutel? Ze had de auto geparkeerd, haar jas en tas gepakt en toen? Toen had ze... Ze voelde in de zakken van haar colbertje. Hebbes! Haar handen trilden, ze moest moeite doen om de sleutel recht in het contact te krijgen. Met een schok vloog ze naar voren, de auto stond nog in de eerste versnelling. Trut! Wie was er hier nu stom?! Zo hard als verantwoord was, schoot ze door de schaars verlichte gangen, op weg naar de slagboom.

    Na een wedstrijd in het lokale sufferdje had de opvang een naam gekregen. De Piramide. Maatschappij-ouders-kind. Drie-eenheid. Ze was niet zo’n zweverig type, verre van dat, en had gewoon heel praktisch gekozen voor de mogelijkheid het dichtst bij huis. Na een paar vervelende ervaringen met ex-partners werd het gebouw goed beveiligd. Er hing inmiddels een camera boven de toegangsdeur, wie een kind ophaalde moest zich eerst via de intercom melden. Als een ouder onverhoopt niet kon, moest dit van tevoren worden aangekondigd en diende de plaatsvervanger zich te kunnen identificeren. Het was soms behoorlijk omslachtig, zeker als je haast had, maar iedereen had er toch een goed gevoel bij. Met kinderen kon je niet zorgvuldig genoeg zijn. Femke werd er na school heengebracht met een busje met een vaste chauffeur, samen met enkele andere klasgenootjes.

    Ze reed langs huizen waar veel mensen al aan tafel zaten. Over een paar weken ging de zomertijd in, ze verheugde zich op langere dagen en op het leven dat zich weer meer en meer buitenshuis zou gaan afspelen. Op de geuren en geluiden die anders zouden zijn. Femke wilde zo lang mogelijk bij haar vissen blijven, maar als het weer omsloeg en de avonden gingen ruiken naar versgebakken brood, vergat ze het aquarium en speelde ze in de tuin of in het parkje voor hun huis. Ze kon haar vanuit de keuken in de gaten houden. Sterre was lief voor Femke, ze had veel geduld met haar en liet haar met rust als ze daar behoefte aan had. Andere kinderen wisten niet goed wat ze met Femke aan moesten. Ze begrepen niet dat ze meestal genoeg had aan zichzelf.

    Het verkeer zat warempel eens mee. Om tien voor halfzeven parkeerde ze haar auto in de straat achter De Piramide. De opvang was gevestigd in een oude boerderij, die hoe langer hoe meer was opgeslokt door de oprukkende stad. Voor het langgerekte gebouw liep een fietspad, eromheen lag een groot grasveld. Je kon er niet bij komen met de auto, ze moest een meter of vijftig, zestig lopen. Op het fietspad reed een groepje kinderen, middelbare schoolleeftijd zo te zien. Een meisje werd afgesneden door een opgeschoten knul met halflang haar, ze gilde met een lach op haar gezicht. In al die jaren was er niets veranderd. Zo had ze ook zo vaak gereden, al wisten haar ouders daar niets van.

    Binnen brandde de verlichting. Ze had absoluut geen zin om straks nog te koken, op weg naar huis kwamen ze langs een Chinees. Lieve, hardwerkende mensen die amper Nederlands spraken maar dit ruimschoots compenseerden met hun jaloersmakende rekenvaardigheid. Op het grasveld stond een eenzaam bankje. Er zat een jongetje op met engelachtig blond haar. Hij zag Anne niet aankomen, ze zei hem gedag en liep verder naar de voordeur.

    ‘Anne Blom... voor Femke.’ Natuurlijk kwam ze voor Femke, voor wie anders? Toch zei ze het altijd zo. De zoemer ging, ze trok de deur open. Aan de gang lagen kamers van verschillende grootte. Een ervan was ingericht als kantoor. Daar had ze de eerste keer dat ze Femke bracht kennisgemaakt met de vestigingsmanager, een opvallend jonge vrouw vers van de opleiding. De meeste leidsters waren tussen de twintig en dertig, de oudste, Monique, was begin vijftig en werkte een paar middagen per week. Sinds de commotie rond het Monster van Riga werden alleen nog vrouwen aangenomen.

    Monique kwam op haar af. ‘Ha, dag mevrouw Blom. U bent

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1