Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De Man Bij De Zee
De Man Bij De Zee
De Man Bij De Zee
Ebook253 pages3 hours

De Man Bij De Zee

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Een detectiveverhaal dat zich afspeelt aan de kust van Lancashire in het noordwesten van Engeland.

John ”Slim” Hardy, stevige drinker en in ongenade gevallen militair die een stuntelige detective geworden is, wordt ingehuurd om Ted Douglas' gangen na te gaan, een investeringsbankier die elke vrijdag van zijn werk wegglipt om naar een verlaten baai aan de kust van Lancashire te gaan. Daar loopt hij naar de vloedlijn, opent een oud boek en begint hardop te lezen. Zijn vrouw denkt dat hij een minnares heeft. Slim denkt dat hij krankzinnig is. De waarheid is nog ongelooflijker dan ze zich konden voorstellen. De man bij de zee is de sensationele debuutroman van Jack Benton, een klassiek verhaal over liefde, verraad, moord en intrige.
LanguageNederlands
PublisherTektime
Release dateAug 22, 2023
ISBN9788835455325
De Man Bij De Zee

Related to De Man Bij De Zee

Related ebooks

Reviews for De Man Bij De Zee

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De Man Bij De Zee - Jack Benton

    1

    De groene personenwagen stond op het hoogste punt van het strand geparkeerd, zijn motor draaide en de uitlaat spuwde zwarte rookwolken uit. Er liep een kras, die er kwaadaardig genoeg uitzag om met een sleutel te zijn aangebracht, in een kronkelende, dronken boog van onder de linkerzijspiegel tot net boven de rand van het achterste wiel.

    Vanop dit uitkijkpunt op een landtong naar het zuiden van het strand liet Slim Hardy de verrekijker zakken, hij speurde het strand af tot hij iemand bij de waterlijn zag en bracht de verrekijker dan weer omhoog. Met een vinger stelde hij de focus in tot de man langzaam scherp werd.

    Ted Douglas, gehuld in een regenjas over zijn werkkleren, was alleen op het strand. Er liep een enkel spoor van voetafdrukken in het vochtige zand tussen hem en de rotsachtige vooroever.

    In zijn handen, die roze van de ijskoude wind waren, hield Ted een boek met de omslag naar voor. Een zilverkleurige afbeelding op zwart, maar vanop die afstand waren de woorden niet leesbaar. Slim wenste dat hij dichter kon komen zonder gezien te worden, maar de kiezels op de vooroever en de natte rotsen met hun poeltjes boden geen dekking.

    Terwijl de grijs-blauwe golven kolkten en zwoegden, tilde Ted een hand op en er was een vage schreeuw te horen net boven de gierende wind rond de onderkant van de hoge, noordelijk klif.

    'Wat ben je eigenlijk aan het doen?' mompelde Slim. 'Er is daar toch niemand anders, hé?'

    Hij legde de verrekijker neer en haalde een digitale camera uit zijn zak. Hij nam een foto van de auto en een van Ted. Al vijf weken op rij had Slim dezelfde twee foto's genomen. Hij had nog niets gezegd tegen Emma Douglas, Teds vrouw, omdat hij voorlopig, ook al begon ze op resultaten aan te dringen, nog niets te vertellen had.

    Soms wenste hij dat Ted het boek weg zou stoppen, een hengel boven zou halen en ermee op zou houden.

    Eerst had Slim gedacht dat Ted las, maar de manier waarop hij met zijn vrije hand naar de zee gesticuleerde, maakte duidelijk dat hij ofwel een speech inoefende, ofwel een gedicht voordroeg. Waarom, of voor wie, wist Slim niet.

    Hij verplaatste zich op het gras dat vochtig was van het opspattende zeewater, om het zich gemakkelijker te maken. Er viel nu niet veel meer te doen dan te kijken wat Ted nu zou doen, of hij vandaag hetzelfde zou doen als hij de vorige vier vrijdagen gedaan had: het strand weer oplopen, het zand van zijn kleren en schoenen vegen, in zijn auto stappen en naar huis rijden.

    En dat is wat hij deed.

    Slim volgde hem nonchalant; zijn gevoel van urgentie was hij de voorbije maand kwijtgeraakt. Zoals voorheen reed Ted de vijfentwintig kilometer terug naar Carnwell, reed zijn oprijlaan op en hield halt. Met een krant onder de ene arm en zijn aktetas onder de andere ging hij het comfortabele huis binnen, waar Slim hem, door een venster in de eetkamer waar de gordijnen nog open waren, Emma op haar wang zag kussen. Terwijl Emma een deur doorliep naar de keuken en Ted in een leunstoel ging zitten, zette Slim zijn auto in neutraal, liet de rem los en liet hem dan van de heuvel afrollen. Zodra hij op veilige afstand was, startte hij de motor en reed weg.

    En alweer had hij niets te melden aan Emma. Een ding was zeker: er was geen sprake van een buitenechtelijke relatie, er was alleen het vreemde ritueel bij de zee.

    Misschien was Ted, die overdag een investeringsbankier was, een verborgen Coleridgefan die elke vrijdagmiddag om precies twee uur in het geheim wegglipte op het werk om de wilde oceaan met verhalen over albatrossen en bevroren stranden om de oren te slaan.

    Emma verdacht hem ervan een minnares te hebben, net zoals de meeste tevreden huisvrouwen zouden doen wanneer een verrassende ontdekking ze uit hun comfortzone duwt.

    Slim moest huur betalen, zijn drankzucht onderhouden en zijn nieuwsgierigheid bevredigen.

    Terwijl hij genoot van een groot glas rode wijn bij een curry uit de microgolfoven overliep hij zijn notities op zoek naar eigenaardigheden. Het boek was er duidelijk een. De kras op de auto. Het feit dat Ted een ritueel op punt had gezet. Emma had gezegd dat Ted al drie maanden elke vrijdagmiddag vrij nam; iets wat ze ontdekt had toen ze hem dringend moest bereiken op zijn werk. 

    Dringend.

    Hij noteerde dat hij haar ernaar zou vragen, maar de betekenis ervan was beperkt aangezien Teds ritueel al zo lang aan de gang was.

    En er was nog iets anders, iets opvallends dat hij niet precies kon benoemen. Het prikkelde hem, maar hij kon er net niet opkomen.

    Er waren nog andere variabelen die hij genoteerd had. Het ritueel had telkens tussen een half uur en een uur en een kwartier geduurd in de vijf weken dat Slim had toegekeken. Ted koos zijn parkeerplaatsen willekeurig. Soms liet hij de motor draaien en soms niet. Hij veranderde telkens zijn route ernaartoe en ervan weg, maar niet zo dat het leek alsof hij wilde ontkomen aan iemand die hem schaduwde. Hij reed zo traag dat Slim - toch minstens in zijn jeugd - hem had kunnen volgen per fiets. Zijn ontspannen manier van rijden leek erop te wijzen dat hij de tijd verdreef, vooral voor een man als Ted. Slim had hem immers al vaak recht naar zijn werk zien rijden nadat hij zijn huis verlaten had op een tijdstip dat hem geen vijf minuten treuzelen toeliet.

    Wat de reden ook was voor Teds vreemde ritueel bij de zee, Slim bleef maar happen naar antwoorden, zoals een vis die uit het water geworpen was door het stormachtige getij.

    2

    Die zondag maakte Slim een ritje naar het strand van Ted. Op de oude stafkaart van het gebied die hij gekocht had in een tweedehandswinkel, had het geen naam. Het was een smalle inham met aan weerszijden kliffen die leidden naar hoekige kapen en de Ierse Zee leken te omvatten met de knijpende handen van een reus. Bij hoogwater was het strand een rotsachtige halve cirkel, maar bij laagtij vormde zich een mooi grijs-bruin strand voor de golven.

    Een paar mensen die hun hond uitlieten en een gezin dat door de poeltjes tussen de rotsen klauterde, waren die vrolijke oktoberdag de enige bezoekers. Slim liep tot aan de vloedlijn - vandaag kabbelde de zee rustig, zo rustig had hij haar nog nooit gezien - en schatte in waar zijn verdachte zich de vorige keer ongeveer bevond door omhoog te kijken naar het gebied bij de zuidelijke klif van waar hij Ted in de gaten had gehouden.

    Een heel gewoon stukje strand. Hij stond bijna in het midden, met aan de ene kant een paar rotsen, en geribd zand en nog meer poeltjes tussen de rotsen aan de andere kant. Het natte zand onder zijn voeten zoog aan zijn schoenen. Het water was een grijze streep vóór hem.

    Hij wilde zich net omdraaien om te vertrekken toen een hondeneigenaar hem riep. Er huppelde een jack russell over het zand en de man, met baard, bijna kaal en in een warme, wollen windjekker gehuld, zwierde een leiband in het rond als de lasso van een kind.

    'Mooi, hé?'

    Slim knikte. 'Als het warmer was, zou ik wel willen zwemmen.'

    De man stopte met zijn hoofd schuin. Zijn snelle blik monsterde Slim van boven tot beneden. 'Je bent niet van hier, hé?'

    Slim haalde zijn schouders op, wat zowel ja als nee kon betekenen. 'Ik woon in Yatton, op een paar kilometer van Carnwell. En nee, wij binnenlanders komen niet veel naar de kust.'

    'Ik ken Yatton. Fatsoenlijke markt op zaterdag.' De man draaide zich om over de zee uit te kijken. 'Als je zo onverstandig bent om je in het water te wagen, kijk je beter uit voor de muien. Ze zijn levensgevaarlijk.'

    Hij zei dat met zoveel overtuiging dat er een rilling van angst over Slims rug liep. 

    'Dat zal ik zeker doen', zei Slim. 'Het is toch te koud.'

    'Het is altijd te koud', zei de man. 'Als je lekker wil zwemmen, ga dan naar Frankrijk.' En terwijl hij halfslachtig salueerde, voegde hij eraan toe: 'Tot later eens.'

    Slim keek de man na, die over het strand van hem wegliep tewijl de hond brede cirkels om hem heen maakte en door de poeltjes spetterde die het ebbende tij achtergelaten had. De man, die af en toe over diepere plassen in het zand sprong, bleef met de leiband ronddraaien alsof hij hoopte zo de hond te kunnen inhalen. Toen de hondeneigenaar buiten gehoorsafstand was, voelde Slim de toenemende eenzaamheid als een monstergolf die plots rond zijn enkels spatte. Aangezien de wind aantrok, liep hij terug naar zijn auto. Toen hij uit de ongeplaveide parkeerplaats de kustweg opreed, merkte hij op dat er net in de bocht iets tussen de struiken lag.

    Hij stopte, stapte uit en trok het object uit de struiken. Het netwerk van bramen dat errond zat, schraapte langs een oud, houten oppervlak en liet niet makkelijk los.

    Een bordje, verrot en vervaagd.

    Aan de onderkant las Slim:


    CRAMER COVE

    Zwemmen te allen tijde verboden

    Gevaarlijke muistromingen


    Slim zette het bodje tegen de haag, maar het verloor zijn evenwicht en viel op de grond met de tekst naar beneden. Hij dacht even na en liet het dan liggen waar het lag en keerde terug naar zijn auto.

    Terwijl hij wegreed, langs een bochtige kustweg tussen twee brede hagen, kronkelend de steile vallei omhoog, dacht hij aan wat de hondeneigenaar gezegd had. Het bordje bood een verklaring voor de weinige mensen die hij gezien had, hoewel de muien bij de plaatselijke bevolking bekend moesten zijn, nu het bordje niet meer zichtbaar uithing.

    Nu hij echter een naam voor het stuk strand had, had hij eindelijk een aanknopingspunt.

    3

    Op maandag had hij een afspraak met Emma Douglas om de stand van zaken te bespreken.

    'Ik sta op de rand van een doorbraak', zei hij. 'Ik heb maar een paar weken meer nodig.'

    Emma, een opzichtig geklede, alledaagse vrouw van vooraan in de vijftig, zette haar bril af om in haar ogen te wrijven. De weinige rimpeltjes en het haar dat nauwelijks grijs was, leken een teken dat een echtgenoot die elke week een paar uur verdween, ontbering betekende voor haar.

    'Kent u haar naam? Wedden dat het die sloerie is van...'

    Slim stak een hand op. Zijn militaire blik was nog sterk genoeg om haar haar zin te doen afbreken, ook al verzachtte hij hem met een glimlachje.

    'Het is beter dat ik eerst alle informatie verzamel', zei hij. 'Ik zou niet willen dat u mijn veronderstellingen voor waar aanneemt.'

    Emma zag er gefrustreerd uit, maar na een ogenblik knikte ze. 'Ik begrijp het', zei ze, 'maar u moet zich er bewust van zijn hoe moeilijk dit voor me is.'

    ‘Geloof me, ik ben er me bewust van', zei Slim. 'Mijn vrouw is ervandoor met een slager.'

    En doordat ik de verkeerde kerel nogal hevig op zijn kap gaf, werd ik uit het leger ontslagen en kreeg er drie jaar met uitstel bovenop. Gelukkig voor zijn vrijheid en het gezicht van zijn slachtoffer had een halve fles whisky ervoor gezorgd dat hij nog slechts kon mikken als een geblinddoekte die wild om zich heen slaat in het donker.

    'Ik begrijp het', voegde hij eraan toe. 'Ik wil dat u iets voor me doet.'

    'Wat?'

    Hij gaf haar een klein, kunststoffen voorwerp. 'Hij draagt een windjekker als hij... als ik hem zie. Wikkel dit in een klein stukje stof en stop het in een binnenzak. Ik ken dat soort jekkers. Ze hebben verschillende binnenzakken. Hij zal er nooit op letten.'

    Ze hield het voorwerp op en draaide het rond. 'Het is een USB-stick...'

    'Het is speciaal zo ontworpen. Voor het geval hij het toch vindt. Het is een microfoontje dat vanop afstand bediend kan worden. Van het leger.'

    'Maar wat gebeurt er als hij wil checken wat erop staat?' 

    'Dat zal hij niet doen.'

    En als hij het toch doet, zou de porno die erop staat er wel voor zorgen dat hij het meteen in de vuilnisbak kiepert als Ted een greintje fatsoen heeft en zo zou het microfoontje in de USB-stick verborgen blijven.

    'Vertrouw me maar', zei Slim en hij hoopte dat hij overtuigd genoeg klonk. 'Ik ben een professional.'

    Emma zag er niet overtuigd uit, maar ze glimlachte verlegen en knikte.

    'Ik zal het vanavond doen', zei ze.

    4

    De volgende vrijdag kwam Slim een paar uur voor hij Ted verwachtte bij Cramer Cove aan. Hij wilde immers een goede plek zoeken om zijn opnameapparatuur te installeren. Doorgaans hield hij Ted in de gaten vanop een grasveldje dicht bij het kustpad, maar deze keer klom hij wat hoger en koos een met gras begroeide richel van waarop hij het strand nog steeds kon zien, maar die ook uit het zicht was van mogelijke passanten. Daar installeerde hij zijn opnameapparatuur met een waterdicht zeil erover tegen de regen en ging zitten wachten.

    Ted kwam even over twee aan. Het was al de hele dag regenachtig en Slim zag er chagrijnig uit toen het weer nog verslechterde en dreigde zijn opnames te verknoeien doordat het getik van de regen op het waterdichte zeil steeds luider werd. Ted, die de windjekker droeg, slenterde naar de vloedlijn en nam zijn gebruikelijke positie in. Het water kwam vandaag tot halverwege het strand. Ted was alleen; de laatste hondeneigenaar was een uur voor zijn aankomst naar huis gegaan.

    Ted ging op zijn hurken zitten en haalde het boek uit. Hij legde het op zijn knie en leunde dan voorover zodat zijn kap het tegen de regen beschermde. Dan begon hij te lezen en er knisperde een gedempte stem in de hoofdtelefoon van Slim.

    De eerste paar seconden regelde Slim de freqentie, want hij was overtuigd dat hij iets anders dan Teds stem opving. Het was gewauwel, maar de gebaren die Ted maakte, pasten bij zijn intonatie, dus ging Slim weer in het gras zitten om te luisteren. Ted dreunde minutenlang door, stopte een tijdje en begon dan opnieuw. Slims aandacht verslapte doordat hij moeite had iets uit de woorden op te maken. Tegen dat Ted in het Engels smeekte: 'Zeg me alsjeblieft dat je me vergeeft', had Slim al enkele minuten de zacht deinende golven zitten bestuderen terwijl hij aan iets anders dacht.

    Slim ging rechtop zitten toen Ted het boek weer in zijn jaszak stopte. Na een laatste blik op de zee draaide Ted zich om en liep met gebogen hoofd terug naar zijn auto. Slim begon zijn materiaal in een tas te stoppen. Zijn vingers tintelden en zijn gedachten schoten alle kanten op. Het voelde verkeerd, alsof hij getuige was geweest van iets persoonlijks dat niet voor anderen bedoeld was. Hij zag Teds auto de parkeerplaats verlaten en wist dat hij hem eigenlijk moest volgen, dat vanavond misschien de avond was waarop Ted zich haastte naar de open armen van een tot nu toe onbekende minnares, maar hij leek aan de grond genageld, in zijn eigen muistroom gevangen door de dreiging van wat Teds woorden misschien zouden onthullen.

    5

    Die nacht, nog voor hij een besluit nam over wat hij zou doen

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1