Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Zwartbaards Revenge: De Reizen op de Queen Anne’s Revenge, #2
Zwartbaards Revenge: De Reizen op de Queen Anne’s Revenge, #2
Zwartbaards Revenge: De Reizen op de Queen Anne’s Revenge, #2
Ebook596 pages8 hours

Zwartbaards Revenge: De Reizen op de Queen Anne’s Revenge, #2

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Lof voor boek 1:

“Ik bleef de pagina’s maar omslaan en omslaan, om te ontdekken wat er zou gebeuren.”

-Teressa J Betts

“...Als een scene uit de film van Indiana Jones.”

- Alycia Tillman

Revenge is een krachtige motivator.

Het verandert de gelovigen in zondaars, de meest timide tot woede, en de meest deugdzame onder ons in koelbloedige moordenaars. Als het correct gebruikt wordt, kan het verlangen naar vergelding ook gebruikt worden als een hulpmiddel.

Edward Thatch, de beginnende piraat die bekend staat als Zwartbaard, is uit op wraak. Wraak tegen degenen die zijn bemanningsleden en hemzelf onrecht aandoen.

Voordat Edward zijn vergelding kan nemen, moet hij zijn schip, Freedom, ontgrendelen door het spel van Benjamin Hornigold te spelen. Edward moet nog drie tests uitvoeren om de laatste sleutels van zijn schip te bemachtigen. Hiervoor zal hij zijn lijf en ledematen, en dat van zijn bemanning, moeten riskeren om de beproevingen te doorstaan.

Hoe ver zal Edwards verlangen naar wraak hem brengen, en in welke gevaren zal hij zijn bemanning plaatsen voor zijn Freedom?

Ontdek welke actie Edward zal ondernemen in Zwartbaards Revenge, en volg zijn fantasie-avontuur vol piraten, kapers en alles daartussenin in de Reizen op de Queen Anne's Revenge!

LanguageNederlands
PublisherBadPress
Release dateJul 15, 2020
ISBN9781071555590
Zwartbaards Revenge: De Reizen op de Queen Anne’s Revenge, #2

Related to Zwartbaards Revenge

Titles in the series (1)

View More

Related ebooks

Reviews for Zwartbaards Revenge

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Zwartbaards Revenge - Jeremy McLean

    Zwartbaards Revenge

    Jeremy McLean

    ––––––––

    Vertaler Wendy van den Berg 

    Zwartbaards Revenge

    Auteur Jeremy McLean

    Copyright © 2020 Jeremy McLean

    Alle rechten voorbehouden

    Gedistribueerd door Babelcube, Inc.

    www.babelcube.com

    Vertaler Wendy van den Berg

    Babelcube Books en Babelcube zijn handelsmerken van Babelcube Inc.

    Table of Contents

    PROLOOG

    1. VANG ER TWEE & TWINTIG

    2. GAMMOND KASTEEL

    3. DE GROTE ONTSNAPPING

    4. DE ACHTERVOLGING

    5. HERENIGINGEN

    6. DE DUIVEL VAN DE DEN

    7. DE PLUNDERING VAN PORTSMOUTH

    8. DE PRIJS VAN FREEDOM

    9. BESLISSEN

    10. DE BERMUDAPOORT

    11. DE GEEST VAN HET EILAND VOORBIJ TIJD

    12. THEODOSIA BURR ALSTON

    13. DE KUUR

    14. DE KONING & BLACKWOOD

    15. DE BODDEN BROERS

    16. HET MYSTERIE IN DE GOLF

    17. DE LAATSTE STROHALM

    18. DE DAG DAT DE DUIVEL ANGST KENDE

    19. HERBEZOEK AAN CALABAR

    20. BOEIEN IN BOSTON

    21. AAS EN VALSTRIK

    22. TRUC EN WISSEL

    23. DE DERDE

    24. HET EILAND VAN HEMEL EN HEL

    25. DE ZWARTE DOOD

    26. DE BREUK

    27. HEM HET DUISTER INDUWEN

    28. DE HONDEN VAN PORTUGAL

    29. KISTHAND

    30. JOHN DE ONBEVREESDE

    31. ONTSNAPPEN UIT LISSABON BAAI

    32. DOOD EN LEVEND, ZOEK EN GEVONDEN

    33. BENJAMINS SPEL

    34. TSUNAMI VERSUS PEST

    35. VANUIT DE HEMEL

    36. VANUIT DE HEL

    37. DE NAAM VAN HET SCHIP

    EPILOOG

    DANKWOORD

    Alle mensen die het boek hebben gelezen toen het nog niet was uitgebracht, bedankt voor jullie hulp met de spellings- en grammaticafouten zodat het boek nu is zoals het is. Extra speciale dank aan Ethan Clarke die het boek twee keer heeft gelezen om mij feedback te geven en de spellings- en grammaticafouten te corrigeren.

    ––––––––

    OPGEDRAGEN AAN:

    Ik draag dit boek op aan mijn geliefden, zonder hen was dit niet mogelijk geweest.

    PROLOOG

    De zon stuurde in golven een geschenk van warmte en licht omlaag naar de open zee. Stormwolken die uit het oosten oprukten, en de toenemende wind, waren het enige uitweg van de verzengende hitte.

    Kap’tein, d’r is een storm op komst, zei de stuurman over zijn schouder.

    Een lange, goed gebouwde man slenterde naar de stuurman toe, een kenmerkende klik klonk toen hij zijn ene houten been tegen het hout van het schip zette. Hij had een pijp in zijn mond en hij blies grote rookslierten in de lucht, die gedragen werden door de opstijgende wind. Zijn donkere, smerige, peper- en zout kleurige haren werden bijeengehouden door een tricorn hoed en bedekten zijn gerimpelde, doordringende ogen. De haren vertroebelden zijn zicht niet toen hij naar de wolken gluurde. De man liet de zeelucht zijn neusgaten ingaan met een bijna dierlijke kracht.

    Aye, maar het is een storm van mannen, niet van de Heer. Nadat hij nog een trekje van zijn tabak had genomen en naar het oosten had gekeken, richtte hij zijn aandacht op de bemanning. Hijs de zeilen! D’r komt een gast aan en hij is nie het type dat ge laat wachten."

    Niemand trok het eigenaardige bericht van hun kapitein in twijfel. De bemanning was zich volledig bewust van zijn waarneming en vroeg zich al lang geleden af hoe hij aan zijn kennis kwam. En, als beloning voor hun blind vertrouwen, naderde een schip vanuit het oosten.

    Het schip, een tweederangs schip volgens de normen van de Britse marine, voer geen enkele vlag en droeg geen enkel merkteken van onderscheiding voor welk land of welke man dan ook. Bijna honderd kanonnen over drie dekken en een bemanning van meer dan zevenhonderd zielen zorgde ervoor dat het schip angstaanjagend was om te zien. Een schip dat zo groot was, zou moeilijk te manoeuvreren moeten zijn, maar het bewoog zo behendig en sierlijk als een zwaan in een vijver. Het tweede schip kwam naast het eerste schip, zo dichtbij dat ze van veraf als één schip tevoorschijn kwamen.

    Als het tweede schip zich als een zwaan bewoog, dan was de kapitein een valk. Hij sprong sierlijk over de reling tot aan het midden van het eerste schip. Toen hij voorbij kwam, verwijderde de bemanning van het eerste schip hun pet of boog door de knieën. De tweede kapitein schonk geen aandacht aan de bemanning en ging recht op het roer af, waar de eerste kapitein nog stond.

    Laat ons alleen, Bertram, beval de eerste kapitein aan de stuurman. Deze oude schoften hebben een gesprek nodig.

    Aye, kapitein. Bertram zette het roer vast en ging weg.

    De tweede kapitein gooide de eerst kapitein een fles verjaarde whisky toe.

    Kom je met geschenken? vroeg de eerste kapitein, en nam toen een grote slok van de whisky, terwijl hij naar het midden van het achterdek liep. Dus, ben ik in het bijzijn van de Heer der Geschenken vandaag? Of Stormbrenger? De eerste kapitein gebaarde wild. Benjamin misschien, of Albert? Roodhand, of Goudhoorn? Of hoe noemen ze je tegenwoordig? ... John? ... Jack?

    De tweede kapitein richtte voor het eerst zijn ogen omhoog en liet zijn oude gezicht zien. In het bijzijn van een vriend misschien? De man glimlachte, waardoor er meer rimpels verschenen. Hij was goed verzorgd, had kort zwart haar met een paar grijze haren die ertussendoor piekten. Zijn ogen, hoewel zachter in het bijzijn van een vriend, waren minstens zo doordringend, of zelfs nog meer.

    De eerste lachte van harte. Natuurlijk! Hij pakte de tweede man vast en de twee omhelsden elkaar stevig. De eerste liet uiteindelijk los en hield de tweede op armlengte vast. Jij bent altijd een vriend, en altijd welkom.

    De twee zaten ontspannen en gaven whisky en tabak aan elkaar door. Toen de introductie eenmaal voltooid was, verloren de bemanningen hun formaliteit en terughoudendheid en vermengden ze zich, en wisselden verhalen en alcohol uit als beste vrienden.

    Toen de tabak, de whisky en de verhalen bijna op waren, besloot de eerste kapitein om te beginnen over zaken. Dus, Benjamin, wat brengt je hier? Toch niet om de schoft spelen vandaag, of wel?

    Benjamin lachte bitter. Nee, vandaag niet. Ik ben gekomen om een gunst te vragen, als ik zo vrij mag zijn.

    Spreek en het zal gebeuren. Je weet dat ik Goudhoorn nooit iets kan weigeren.

    Zelfs als het goud bezoedeld is? Benjamin liet zijn blik zakken.

    Bezoedeld goud is ook goud, toch? zei de kapitein met een lach die hees was van ouderdom en te veel pijp roken.

    Benjamins lach was melancholisch. Ik denk het wel. Hij nam nog een slok van de whisky voordat hij de fles weer teruggaf aan de andere kapitein. Heb je al iets nieuws gehoord over mijn opvolger?

    Ondanks het geroezemoes van de twee bemanningen, ondanks de storm die nu de horizon omringde, en ondanks al het lawaai, zorgde het woord opvolger voor een stilte die zich over de twee schepen verspreidde. De dronkaards ontnuchterden op slag, en de lachers werden stil. Alle ogen draaiden zich, en alle oren spitsten zich naar de twee kapiteins toe.

    Ik had nooit gedacht dat ik de dag nog zou zien. De kapitein opende de whiskyfles en dronk het restant in één grote slok op.

    Weet jij over wie ik het heb?

    Aye, ik hoorde over een jongeling die voor opschudding zorgt in de Nieuwe Wereld en de Oude. Gebruikt je oude schip, in godsnaam, tuurlijk weet ‘k over wie ge het hebt. De oude man lachte hees. Moet ik hem laten zien hoe het in onze tijd ging?

    Nee, hij voert nu opdrachten uit. Ik wil dat hij onbedorven blijft voordat hij uit zijn schulp komt, maar mijn bronnen vertellen me dat Zwartpest op dit moment op de jongen afgaat.

    Bij het noemen van ‘Zwartpest’ was de eerste kapitein even stil voordat hij de lege fles met een kling plechtig op het dek plaatste. Dat is slecht nieuws. Die schulp kan gebroken worden als Pest niet gestopt wordt.

    Juist. Dus, ik vraag je om Pest te stoppen. Ik vraag jou, William Kidd, de Tsunami, om dit voor me te doen. Benjamins nonchalante houding verloochende de ernst van zijn verzoek.

    De bemanningen, tot dusver voornamelijk stil, begonnen onderling te fluisteren over de gebeurtenissen die zich aan het ontwikkelen waren.

    Ge vraagt veel, antwoordde Kidd.

    Ik zou niks van je vragen waarvan ik dacht dat je niet kan voltooien.

    Aye, zelfs als ge zo vrijpostig bent, bent ge redelijk. Dus, wat wil je dat ik doe? Hem vermoorden?

    Nee, hou hem gewoon bezig tot de tijd rijp is, of vermink hem, net waar je voorkeur naar uitgaat, grinnikte Benjamin.

    En hoe kan ik hem vinden, zodat ik hem in de gaten kan houden?

    Ik heb iemand tussen zijn bemanning zitten. Die kan je op de hoogte houden van zijn verblijfplaatsen.

    Kidd knikte en stond op, hij wandelde naar de rand van het kwartierdek en bekeek zijn bemanning. Maak je klaar, jongens! We zullen binnenkort zien of een Tsunami de Pest kan stoppen. Bij de klank van de Goudhoorn!

    Bij de klank van de Goudhoorn! herhaalde de bemanningen, die hun glazen en flessen omhoog hielden voordat ze weer dronken. De oude hymne was de strijdkreet uit de oudere tijd, toen alle beste piraten ter wereld Benjamin Hornigold volgden, en het betekende dat de bemanning van Kidd de gesloten overeenkomst goedkeurde.

    De twee bemanningen splitsen zich kort daarna op, wetende dat er spoedig een grote veldslag zou plaatsvinden tussen William Kidd, een van de piratenkrijgsheren die in de Hoornenoorlog vochten, en Edward Russell, een van de onsterfelijke zeven, de admiraal van de Zwarte.

    1. VANG ER TWEE & TWINTIG

    Zes weken eerder

    De bewaker schopte een groot bord voedsel, of iets soortgelijks als voedsel, de gevangeniscel in. De plaat kletterde toen hij via een gleuf aan de onderkant van de stalen tralies, over de smerige stenen vloer gleed.

    De lamp van de bewaker verlichtte het voedsel en de mannen in de cel. De gevangenen die het dichtste bij de tralies zaten, ruige vieze mannen, schermden hun ogen af tegen het zwakke licht. Tevreden ging de bewaker verder, maar liet de lamp in de hoek tegenover de cel achter. Er kwam net genoeg licht vanaf om bij te kunnen eten.

    De lichamen van de gevangenen waren aangekoekt met vuil, de botten waren zichtbaar door een gebrek aan spieren en vet, en hun baarden en haren waren lang. Hun lichamen zaten onder met blauwe plekken, door de afranselingen. Er zaten witte en rode misvormingen in hun vlees als gevolg van het hete ijzer, en lange bloederige puinhopen bedekten even lange littekens op hun rug als gevolg van de zweepslag. Laffe zondaars rottend in hun troosteloze gemeenschappelijke hel.

    Ondanks hun razende honger, durfde niemand zich te bewegen. Hij had zijn deel nog niet gepakt.

    Een man met een bovengemiddelde lengte en lichaamsbouw stond langzaam op. Zijn ooit gebruinde huid was nu lichter door een gebrek aan zonlicht, zijn sterke armen waren dunner door het slechte voedsel en de slechte lichaamsbeweging, en zijn golvende lange zwarte haren en lange zwarte baard waren bedekt met vet. Hoewel zijn vorm was verminderd, was zijn levenskracht dat niet. Zijn ogen droegen dezelfde kracht als een jaar geleden en hielden de duivels van de gevangenis op afstand.

    Edward Thatch slenterde naar het bord met eten en nam zijn deel, samen met een deel voor twee anderen. Edward nam wat hij nodig had en ging daarna weer in het donker van de cel zitten. Nadat hij weer zat begon de razernij, de sterkste en felste strijd voor hun zielige porties.

    Edward gaf een deel aan een oude man, en een ander deel aan een jongen. Nadat de gevechten in de cel waren gestopt, aten de drie samen in behoedzame stilte.

    De gevangenis was gemaakt van harde grijze steen die in alle haast waren samengevoegd, zonder rekening te houden met het comfort. De stenen waren misvormd en lukraak neergezet, waardoor het zitten en slapen een hele klus was. Water lekte naar binnen uit God weet waar, waardoor er constant om de paar seconden een drup, drup, geluid klonk, dat de vochtige atmosfeer en de geur van stilstaand water veroorzaakte. Er kon geen frisse lucht naar de kelder stromen en daardoor hing er een geur van duizenden dagen van samengeklonterd zweet en uitwerpselen.

    Kan je me nog een ander verhaal vertellen, Edward? Alsjeblieft? vroeg de jongen, zoals hij bijna elke dag vroeg.

    Het kleine geraamte van het kind weerlegde zijn fantasierijke en intelligente geest. Hij was nog niet oud genoeg om gezichtshaar te krijgen, maar het blonde haar op zijn hoofd was lang en ruig van de jaren die hij in de kerker had doorgebracht. Hij werd in deze gevangenis geboren en door zijn moeder beschermd tot zij stierf. Hij had verhalen gehoord over de zon, de zee en de buitenwereld, maar had dat nooit zelf gezien.

    Misschien straks, Edmond. Er is een jaar verstreken sinds ikzelf voor het laatst de zon en mijn geliefde heb gezien. Ik voel dat ik behoefte heb aan tijd om erover na te denken. Edward at het beschimmelde brood en de pap langzaam op.

    Bedoel je nu de uitgestrekte en ontembare oceaan, of je geliefde Anne? sprak de oude man aan de andere kant van Edward.

    De grijsharige heer had een baard die langer was dan die van Edward, een spitse neus en levendige ogen die nog niet afgestompt waren door zijn ouderdom. Toen Edward aankwam, stond de oude man op het punt te sterven, omdat hij niet de kracht had om voor zijn portie voedsel te vechten en afhankelijk was van de restjes die overbleven. Edward vocht voor de oude man, en nu had hij een beetje vlees op zijn botten en meer kracht om zijn wijsheid te gebruiken.

    Edward lachte om de indringende vraag van de oude man. Misschien allebei, Charles. Edwards gedachte dwaalde af naar Anne, zijn geliefde. De laatste keer dat Edward Anne had gezien was nadat hij gevangen was genomen en naar de gevangenis van een slagschip werd gebracht. Een vloot met oorlogsschepen van de Britse marine kwam op Edward en zijn groep piraten aan boord van zijn schip, de Freedom, af. De vloot was er om Anne te 'redden', de dochter van de koningin van Engeland.

    Anne's vader was genadig genoeg om alleen Edward mee te nemen, en bevrijdde zijn bemanning als laatste verzoek. En, naar Edwards inschatting, was het alleen te danken aan Anne's smeekbede aan haar moeder dat hij gevangen werd gezet in plaats van te worden vermoord. Tijdens zijn gevangenschap had Edward het moeilijk gehad om te beslissen wat het ergste lot was.

    Een andere man, groot van gestalte maar te mager door ondervoeding, lachte ook, maar arrogant. Dat is alles wat je nog hebt: verhalen. Het heeft geen zin meer om eraan te denken. We gaan hier nie weg, zekur niet zo'n kleine klootzak als gij.

    Zelfs tussen het lange haar en de baard door liet de man zijn gele, vunzige tanden zien in een grijns. Zijn gezicht en lichaam zagen er vierkantig uit, en op zijn hoogtepunt zag hij er waarschijnlijk als een muur uit als hij rechtop stond.

    Hij zat met zijn handen op zijn knieën, terwijl hij naar hun omgeving gebaarde. Dit is dé hel van alle hellen. Niemand zal hier ooit vrijgelaten worden dankzij onze 'misdaden tegen de staat'. Iedereen die denkt dat we hier weggaan, is inderdaad een zielige idioot.

    Niemand vroeg jou iets, Simon. Edward, in kleermakerszit, richtte een minachtende blik op de man van middelbare leeftijd. De meesten zouden terugdeinzen en twee keer nadenken over wat ze zeiden na de blik van Edward, maar Simon niet.

    ‘Ja, nou ik ben moe van het horen praten over de buitenwereld. Het heeft geen zin om hier over te praten. Het brengt slechte herinneringen terug."

    Het kan geen kwaad om de jongen te laten dromen.

    Er schuilt altijd gevaar in drome. Kijk waar drome jou heeft gebracht. We hebbe het verhaal allemaal gehoord: Je wou vrijheid, dus je vocht tegen de mariniers en eindigde hier. Niks goeds kwam ooit van drome.

    Je hebt het fout, Simon. Het verwezenlijken van de droom was de oorzaak van onze ondergang. Als ik niet had geprobeerd mijn dromen te verwezenlijken, dan was ik hier niet terechtgekomen, maar omdat ik dat wel heb gedaan, is dit het onvermijdelijke gevolg. En als je alleen maar droomde van je revolutie, in plaats van als een idioot een bom te ontsteken, zou jij hier niet zijn.

    Simon stond op uit zijn zittende positie en Edward volgde hem, en ontmoette hem in het midden van de kleine cel. Wie noem jij een idioot, gij verdomde eikel!

    Door Edwards lengte van bijna twee meter, bereikte de kruin van Simons hoofd amper de kin van Edward. Voorzichtig met wat je zegt, Simon. Ik zou je andere arm deze keer kunnen breken. Weet je nog hoe lang het duurde voor de eerste was genezen?

    Gevangenen in andere cellen fluisterden onder elkaar bij het begin van het gevecht. Verschillende in Edwards cel jutten de twee ook op. De bewaker hoorde de commotie en sloeg met zijn knuppel tegen de tralies.

    Wat heb ik jullie gezegd over vechten? Stop met deze onzin of jullie krijgen allebei tien zweepslagen.

    Edward en Simon richtten hun aandacht niet op de bewaker, maar beiden wisten dat hij zijn dreigement zou doorzetten als ze nu niet zouden gaan zitten.

    Je hebt de man gehoord, Simon. Ga zitten voordat je weer pijn gaat voelen, zei Edward.

    Simon spuugde op de grond voordat hij weer tegen de muur ging zitten. Edward knikte naar de bewaker en ging ook weer zitten.

    Voordat de bewaker verder liep, klonk een echoënd geluid in de donkere hal, vlak bij de trap. De bewaker rende erheen om het te onderzoeken, zijn sleutels en wapens kletterden terwijl hij zich bewoog. Toen de bewaker de onderkant van de trap bereikte, viel hij met een gedempte Oef! en een klap op de stenen vloer. Hij was bewusteloos, of dood.

    Een donkere figuur sprong boven op het lichaam en begon iets te zoeken totdat een andere, grotere figuur uit het trapgat stapte.

    Schiet op, prinses, bekritiseerd de langere. We moete hier weg zijn voorda ze klaar zijn met pissen.

    De eerste pakte de sleutels van de riem van de bewusteloze bewaker en draaide zich om naar de grotere. Denk je dat ik dat niet weet, Sam? Wie is degene die dit plan heeft bedacht? Nu moeten we Edwards cel vinden, dus help me zoeken.

    Tot nu toe had Edward slechts een klein beetje belangstelling voor de gebeurtenis. Tijdens zijn jaar van gevangenschap zijn er één of twee slecht uitgewerkte vluchtpogingen geweest, die allebei waren mislukt. Maar de sleutelwoorden prinses, Sam, en natuurlijk Edward, wekten nu zijn interesse. Hij was er ook zeker van dat hij die stemmen eerder had gehoord.

    Edward rende naar de tralies van de cel. Anne? riep hij.

    Bij het roepen van de naam, draaiden de twee figuren hun hoofd om en renden naar de cel van Edward. De kleine gaf de sleutels door aan de grote, en greep de uitgestrekte handen van Edward.

    Edward kon het gezicht van degene die hij liefhad in het vage licht zien. Anne's gekrulde rode haar glinsterde van onder haar kap en haar oceaangroene ogen glinsterden van de nieuwe tranen. Ze kuste Edwards handpalmen en hield ze dicht bij haar gezicht, alsof ze probeerde alle mogelijke warmte te geven en te nemen.

    Ondanks Edwards donkere dromen, kon hij het niet laten om uit zijn somberheid en in Anne's licht te worden gebracht. Ze was als een engel voor Edward. Elke seconde voelde als een eeuwigheid, alsof hij de verschrikkelijk lange tijd dat Edward en Anne uit elkaar waren gescheurd, wilde benadrukken, en toch was de eeuwigheid niet genoeg.

    Wat doen jullie twee hier? vroeg Edward uiteindelijk, terwijl hij probeerde zich weer op het nu te richtte.

    Sam die de sleutels om de beurt probeerde, sprak als eerste. Zijn steile zwarte haar en zijn glad en mooi gezicht waren in dat jaar niet veranderd. We zijn hier om j’ te redde, maat! Dit is ‘n gevangenisuitbraak. Ook was zijn vertrouwen dat grenst aan arrogantie niet veranderd, blijkbaar.

    Oh, is dat waarom je de sleutels hebt gestolen? Ik dacht even dat je een bewaker was geworden. Edwards commentaar was gevuld met sarcasme. Sam staarde naar Edward met ogen zo koud als ijs in de winter, voordat hij doorging met de grote hoeveelheid sleutels. "Ik bedoel, waarom. Waarom zijn jullie allebei hier?"

    Zijn de actie en de reden niet hetzelfde? Wij willen je vrij zien, mijn lieve, zoete Edward.

    Edward trok zich terug van Anne’s zachte wangen en ging weer helemaal achter in de cel zitten. Dan kunnen jullie beter gaan voordat iemand jullie ontdekt. Ik ga hier niet weg.

    Wa bedoel je, je gaat nie? zei Sam, die van schrik vergat waar hij gebleven was met de sleutels.

    Ik denk dat de woorden erg duidelijk zijn, of niet? Ik wil me niet bij jullie aansluiten, dus ga alsjeblieft, tenzij je een celmaat wil worden.

    Sam draaide zich naar Anne en deed zijn handen geïrriteerd omhoog. Wat nu, prinses?

    Ga door met de sleutels, ik pak dit wel aan. Anne gaf de instructie met op elkaar geklemde tanden. Edward, hoezeer ik er ook zeker van ben dat je gewend bent geraakt aan je nieuwe omgeving, je familie en ik hebben veel moeite gedaan om hier te zijn, dus, alsjeblieft, stop met eventuele bezwaren maken en sluit je bij ons aan.

    Waarom die moeite doen als het eindresultaat me vroeg of laat toch weer hier naartoe brengt?

    Dus jij gelooft dat het zinloos is wat wij nu doen? Jij gelooft dat vrijheid zinloos is?

    Ik heb veel tijd gehad om na te denken, Anne, en ondanks mijn verbittering over wat er is gebeurd, zie ik geen toekomst voor mij op de zee. Als ik hier ontsnap, word ik opgejaagd en weer opgesloten, of erger nog, gedood. Als ik nu al gevangen zit, wat kan er dan nog meer met me gedaan worden?

    Je denkt dat er geen toekomst voor je is? Voor ons? Anne hield Edwards blik vast, maar Edward keerde de zijne af. Nee, dat doe ik niet, antwoordde hij. Tenminste, niet een die eindigt zonder pijn.

    Anne's gezicht betrok. Het geluid van gehaaste voetstappen bij de trap trok Anne's aandacht, zodat ze met een getrokken mes naar de rand van de trapopening rende. Toen een grote, goedgebouwde man opdook, bedreigde Anne hem met het mes, maar liet vervolgens het wapen zakken en begon op gedempte toon met de man te praten. Edward kon niet zien wie de man was vanwege het weinige licht, maar te oordelen naar de intimiteit die Anne deelde, en zijn bouw, had Edward wel een idee.

    De man liep naar hem toe met Anne aan zijn zijde, en toen hij bij de cel kwam, tilde hij zijn kap op zodat Edward zijn gezicht kon zien. Wat hoor ik nu over het niet willen vertrekken?

    Voor de cel stond een man van Edwards leeftijd. Hij was twintig of éénentwintig jaar oud, groot en zelfverzekerd. Hij was korter dan Edward, maar steviger gebouwd, vooral omdat hij goed gevoed werd. Zijn steile bruine haren waren bijeen gebonden en zijn sterke kaak, net als zijn gekruiste armen, waren alsof ze uit steen gehouwen waren.

    Henry! Jij ook al? Henry, Edwards jeugdvriend, had zich bij Edward gevoegd op zijn eerste vaart van vrijheid als walvisvaarders, voordat ze per ongeluk als piraten werden bestempeld.

    Ja, ik ben er ook, net als twee anderen van de bemanning. En John wacht ook op ons met paard en wagen. Wil je stoppen met zo dom te doen en je bij ons voegen nu je je volledig bewust bent van de ernst van de situatie?

    Edward kruiste zijn armen terug naar Henry, als een directe uitdaging. Nee. Zoals ik al zei, zie ik het nut er niet van om weer gevangen genomen te worden. Ik kies ervoor om de cyclus hier te beëindigen. Laat me met rust, voordat je gedwongen wordt om me te vergezellen in mijn kwelling.

    Henry dacht even na over Edwards woorden voordat hij lachte, bijna te hard. Edward dacht dat Henry gek was geworden, en aan de blikken op de gezichten van Anne en Sam te zien, dachten zij dat ook.

    Sorry, Henry, maar ik zie de humor niet in deze situatie, zei Anne.

    Henry keek naar Anne, maar wees naar Edward. Hij liegt, verkondigde Henry. Je zou het gemerkt hebben, als je hem zo lang als ik had gekend. Hij is nog steeds ridderlijk voor ons. Hij is hier al zo lang dat hij denkt dat niemand kan ontsnappen, en hij wil daarom dat we weggaan voordat er iets gebeurt.

    Ik lieg niet, Henry. Je kent me niet zo goed als je denkt. Ren, nu het nog kan.

    Anne knikte, de drie negeerden Edwards smeekbeden. Dus wat stel je voor dat we doen? vroeg Anne met een hand in de lucht.

    We dwingen hem. Henry ging in kleermakerszit op de steen zitten om het voor zichzelf comfortabel te maken.

    Anne grijnsde en sloot zich aan bij Henry, en Sam haalde zijn schouders op en maakte een sarcastische opmerking voordat hij ging zitten. De drie zaten tegenover de cel en keken naar Edward met een nonchalante blik die grensde aan de onverschilligheid.

    Wat zijn jullie aan het doen? Jullie moeten je haasten voordat de bewakers jullie vinden.

    Het trio bewoog geen centimeter, hun lichamen en gezichten leken als het steen van de gevangenis zelf.

    Edward stond op. Ik wil niet met jullie meegaan, snappen jullie dat niet? We zijn geen vrienden, kameraden of familie meer.

    Geen reactie ondanks de bittere opmerkingen die Edward maakte.

    Het geluid van verschillende voetstappen klonk op de harde stenen trap, een signaal dat de bewakers onderweg waren.

    Edward sprong richting de tralies en klemde zijn handen er zo strak omheen dat zijn knokkels wit werden. Jullie moeten vluchten, nu!

    De drie reageerden niet, staarden gewoon naar Edward en riepen met hun ogen om actie. Het zweet droop over Edwards gezicht toen twee gewapende bewakers van bovenaf naar beneden kwamen.

    De bewakers met hun musketten gericht op de drie, schreeuwden orders dat ze hun handen achter hun hoofd moesten leggen. Henry, Anne en Sam gaven allemaal toe aan de bevelen en stonden op toen dat bevel gegeven werd. Voor een bewaker uit, werden ze weggeleid, terwijl de tweede hen met zijn musket naar voren dwong.

    De drie stonden op het punt om zich neer te leggen bij een lot dat Edward niet voor hen zou wensen, hun vrijheid ontnomen en hun zielen verscheurd van pijn en angst.

    Diep in zijn hart wilde hij, ongeacht wat Edward zei, ook vrij zijn. Het grootste deel van zijn leven leed Edward als een beklemmend, liefdeloos stiefkind, dus zelfs toen hij als piraat werd bestempeld en over het Caribisch gebied werd gejaagd, zelfs toen de wereld op zijn somberst was, was hij nog steeds vrij op dat schip met degenen om wie hij gaf. Door de gevolgen van zijn beslissingen hadden zijn hart en geest gestreden voor en tegen de vrijheid die hij wilde.

    Maar vandaag...vandaag, won het hart.

    Neem mij mee! Ik wil vrij zijn met jullie, mijn familie! schreeuwde Edward. Zijn woorden echode over de hele verdieping en verder door.

    Anne, Henry en Sam lachte.

    De bewakers waren even afgeleid door de schreeuw van Edward, en de drie maakten van dat moment gebruik om toe te slaan.

    Anne draaide zich om, greep de loop van de musket van een bewaker vast en duwde hem omhoog. De musket sloeg tegen de neus van de bewaker en brak hem. Terwijl de bewaker zijn neus vasthield en zich verbaasde over de klap, sprong Sam om Anne heen en sloeg de bewaker recht op z’n kaak, waardoor hij bewusteloos raakte.

    Henry hield de andere bewaker in een nekklem. De bewaker liet zijn musket vallen en had moeite om Henry's enorme bovenarmen weg te trekken, maar het had geen zin. De bewaker elleboogde Henry keer op keer in de ribben. Henry verdroeg het zolang hij kon, maar verloor zijn grip en de bewaker brak los.

    De bewaker trok zichzelf terug en haalde diep adem. De man stond op het punt te schreeuwen naar zijn kameraden op de bovenverdieping toen Anne een mes tevoorschijn haalde en het naar de bewaker gooide. Het mes raakte de man in het achterhoofd en zijn schreeuw veranderde in een grom toen hij dood op de grond viel.

    Nu de bewakers waren uitgeschakeld, rende het trio gezamelijk terug naar de cel, waarbij Anne en Henry ieder een arm van Edward vastpakten en over hun nek sloegen.

    Henry straalde naar zijn beste vriend van deze hele wereld. Laten we je bevrijden, vriend.

    2. GAMMOND KASTEEL

    Dat is de sleutel. Ja die, bevestigde Edward om Sam te helpen met de grote hoeveelheid sleutels.

    Hoe weet je da? Ze lijke al’maal op elkaar!" zei Sam, maar hij twijfelde niet aan de betrouwbaarheid van Edwards opmerking toen hij de sleutel in het slot stak.

    Ik ben hier al een jaar. Ik moest mijn hersenen ergens mee bezig houden.

    Sam draaide de sleutel om en het slot met een klik opende. Hij trok de deur open en alle gevangene probeerden zich tegelijk naar buiten te haasten. Sam en Henry duwden de deur weer dicht en Edward probeerde hen te kalmeren en hun hondsdolle grepen van zijn vrienden af te houden.

    Wat doen jullie? schreeuwde Edward over het lawaai van zijn cel heen. Stilte! beval Edward, om de gevangenen te laten zwijgen.

    We kunnen hen niet meenemen. We kunnen met jou ontsnappen en misschien één ander iemand, legde Anne ijskoud uit.

    Edward dacht even na over Anne. Ze moest al maanden bezig zijn met het plan om hem te bevrijden, misschien zelfs wel het hele jaar dat hij gevangen zat. Edward keek naar de jongen, Edmond, en naar de oude man, Charles. Ik kan hen niet achterlaten.

    Anne legde een hand tegen haar ogen uit frustratie en schudde haar hoofd. Ik heb dit niet ingepland. Wat heb jij voor suggestie?

    We bevrijden alle gevangenen. De invasie zal dan te moeilijk worden voor de bewakers. Trouwens, ik ga niet weg zonder mijn bezittingen. De directeur heeft mijn zwaard aan zijn heup vastzitten, dus ik zal hem vermoorden en het terugpakken.

    Wil jij een onschuldige man vermoorden? zei Henry in shock.

    Edward liet zijn rug zien, die gehavend was door de littekens van de zweepslagen. Denk jij dat een onschuldige man mensen kan bevelen om zoiets te doen? Edward keek naar zijn celmaten die stuk voor stuk niet konden wachten om te vertrekken. We hebben geen tijd om ruzie te maken, we hebben al te veel tijd verloren door mijn koppigheid.

    Anne zuchtte. Goed, laten we ze allemaal bevrijden.

    Terwijl Sam klaar was om de deur weer te openen, wendde Edward zich tot de groep moordenaars en revolutionairen van verschillende leeftijden in zijn cel. Jullie blijven allemaal wachten tot de andere gevangenen ook zijn vrijgelaten. Als we allemaal tegelijk vertrekken, kunnen we de bewakers overrompelen. Zij maken geen enkele kans zolang wij samenwerken.

    Voor één keer, zijn we ‘t met elkaar eens, verklaarde Simon. As iemand probeert te gaan vóór we al’maal klaar zijn, breek ‘k z’n benen.

    Sam opende de deur, en in plaats van de haast zoals voorheen, vertrokken de gevangenen op een ordelijke manier en keken waakzaam naar de leiders van de ontsnapping bij het passeren. Edward ging naar de achterkant, waar Edmond en Charles roerloos zaten, met grote ogen.

    Vandaag zal je wens in vervulling gaan, Edmond, zei Edward, waardoor hij de jongen liet glimlachen. Laten we gaan, oude man. Edward tilde Charles op en trok de arm van de oude man over zijn schouder voor ondersteuning. Edward leidde Charles naar de deur, waar Sam, Henry en Anne wachtten. Hier, Sam, help deze man, wil je? Ik regel de sleutels wel.

    Edward en Sam verwisselden hun lading, onder klein gemopper van de laatste, en Edward zette zijn eerste stap buiten de cel die een jaar lang zijn thuis was geweest. Hij verliet de cel om zijn vriend, Henry, en zijn geliefde, Anne, te omhelzen. De omhelzing was kort, intens.

    Ik krijg deze gozer en zij krijgen knuffels? Een beetje oneerlijk, is het niet? vroeg Sam aan niemand in het bijzonder. Niet beledigend bedoeld, oude man.

    Zo pak ik het ook niet op, mijn jongen.

    Henry en Sam bewaakten de trap met Simon, terwijl de andere gevangenen bevrijd werden.

    Anne, ik heb je hulp nodig met één gevangene. Hij is bijna net zo koppig als ik, en ik denk dat jij de enige bent die hem ervan kan overtuigen om hier weg te gaan. Edward liep naar de cel die tegenover de cel zat waar hij in verbleef en opende de deur. Iedereen die er in zat, ging naar buiten op één persoon na die niet bewoog.

    Wie? vroeg Anne toen ze zich bij Edward in de cel voegde. Ze bestudeerde de figuur van een man die niet veel verschilde van Edward. De gevangene had hetzelfde ruige haar en een lange baard, een handelsmerk van degenen die er al geruime tijd waren. Anne's ogen werden groter toen de man naar haar keek. William! Anne rende naar William, knielde neer en legde haar hand op zijn wang. Ik dacht dat je geëxecuteerd was. Ze omhelsde William even stevig. William was Anne's beschermer geweest, haar vertrouweling en goede vriend.

    Edward liet hen samen achter voor hun reünie toen hij de andere gevangenen uit hun cel bevrijdde.

    Net niet, Uwe Hoogheid. Door de gratie van uw moeder, koningin Anne, bleven de guillotine en de strop me bespaard.

    Anne spotte lichtelijk bij zijn opmerking. Dan, door mijn gratie en bepalingen, zal ik je redden uit deze gevangenis. We zullen hier samen uit ontsnappen. Anne greep Williams hand en probeerde hem weg te leiden, maar hij gaf geen krimp. Wat ben je aan het doen, William? We moeten ons haasten!

    "Het spijt me, Anne. Ik kan het niet. Ik kan me niet nuttig maken voor je.

    Wat zeg je? Zeg me niet dat je tijd hier je zwak heeft gemaakt.

    William draaide zich weg van haar. Hij kon haar niet in haar ogen kijken. Gevangenschap heeft me meer bewust gemaakt van mijn fouten, en ik moet boeten voor mijn zwakheid. Ik heb gefaald in jou beschermen en dit is mijn straf.

    Anne haalde uit en sloeg William hard. Des te meer reden om weer mijn beschermer te zijn! Vervul je gebroken eed aan mij, niet als koninklijk, niet als je prinses, maar als mijn vriend. Je straf zal zijn om mij in leven te houden en je verloren eer terug te winnen! Anne stond op en draaide zich naar de celdeur. Denk niet dat je de makkelijke weg naar buiten kunt nemen, omdat je voelt dat je gefaald hebt bij mijn oom. Anne liep weg en liet William achter met haar woorden.

    Williams mond stond wijd open. Hij wreef over zijn wang waar Anne hem had geslagen. Na een moment klemde hij zijn tanden op elkaar en stond op. Zonder een woord te zeggen, ging hij met Anne naar buiten. Anne lachte in zichzelf.

    Edward was klaar met alle cellen openen, en in totaal waren achtenvijftig criminelen klaar om te vechten. De groep bestond uit vijfendertig mannen en drieëntwintig vrouwen, elf psychisch zieke mensen die aan de rand van de afgrond stonden, en zestien ouderen en kinderen.

    Weet je waar de wapens liggen? vroeg Edward aan Anne.

    Ja, de trap op en door de gang heen, antwoordde Anne.

    Neem degenen die kunnen vechten mee naar de wapens en hou de ouderen en kinderen zo goed als mogelijk weg van het gevecht, beval Edward terwijl hij de tegenovergestelde richting inliep, en daardoor verder de gevangenis inging.

    Waar ga jij heen? vroeg ze.

    Ik ga nog meer gevangenen bevrijden, antwoordde Edward. Hij rammelde met de sleutels terwijl hij verder het donker inliep.

    Edward had verhalen gehoord van degenen die vastzaten in het diepste gedeelte van de gevangenis. De gevangenen zouden de ergste duivels zijn in het bestaan, of in ieder geval het Britse bestaan, en werden daarheen gestuurd. Sommigen zagen hen als kameraden van Satan en beoefenaars van de duistere krachten.

    Edward dacht dat het slechts verhalen waren die door een overactieve verbeelding werden opgeroepen, maar bij het zien van diegenen die zich in de duisternis bevonden, had hij zijn twijfels.

    De stank van ziekte en vuiligheid raakte Edward, en de geur was zo walgelijk dat hij nauwelijks kon ademen. Hij inspecteerde de ruimte, en kon de roosters van elf cellen in de vierkante ruimte zien, vijf aan weerszijden en een grote aan de achterkant. Edward kon het intense onderzoek van de kraalvormige ogen voelen, waardoor zijn huid ongecontroleerd jeukte en kippenvel vertoonde.

    Edward probeerde de sleutels op de dichtstbijzijnde cel. Toen hij de deur opende, renden de gevangenen op hem af en sloegen hem op de grond. De meesten renden de trap op en namen hun kans om te ontsnappen, terwijl drie van hen zich wreed tegen Edward uitlieten.

    Stop, stop zeg ik! Ik ben hier om jullie te bevrijden! riep Edward. Hij moest het nog twee keer herhalen voordat het gevecht stopte.

    Je bedoelt dat je ons vrij laat? Waarom? vroeg één van de drie.

    Ik kan niet alleen ontsnappen.

    Een andere grote man lachte. De jongen bedoelt dat hij ons wil gebruiken als afleiding, denk ik. Maakt niet uit, dit is een gouden kans, laten we die nemen. En zonder verdere oponthoud of een helpende hand richting Edward, gingen de drie weg.

    Edward stond op en begon weer met cellen openmaken. Niemand viel Edward nog aan zoals bij de eerste keer, maar sommigen kwamen dicht bij die grens. Terwijl de gevangenen langsliepen, dacht Edward na over de vreselijke daden die deze gevangenen begaan zouden hebben.

    Uit de tweede cel kwam een voorovergebogen, schele man geholpen door een zwangere vrouw. De man mompelde iets binnensmonds over Poseidon en Davy Jones, maar Edward kon de rest niet horen.

    Uit een andere cel kwamen drie mannen samen langs. De eerste man had geen oren, de tweede had een verband over zijn ogen, maar de derde leek volkomen normaal. De tweede man bedankte Edward voor alle drie en zei dat de tong van de derde eruit was gesneden.

    In weer een andere cel kwam een grote vrouw met een ontbrekend oog en arm voorbij met zes andere mannen achter zich aan. De mannen leken bang dat ze de vrouw niet bij konden houden, maar ook bang om met haar mee te gaan. Na een paar dreigende blikken van de vrouw volgden de mannen gehoorzaam.

    Verschillende mannen en vrouwen waren verminkt en ziek door lepra en steenpuisten, maar ook door vreemde kwalen en aandoeningen zoals bevriezing. Velen waren krankzinnig geworden, of waren begaan met de krankzinnigen, dus besloot Edward om afstand te houden.

    Edward ging de grote cel achterin als laatste in. Hij kon een man zien met een masker van een soort metaal. Zijn handen en voeten waren, in tegenstelling tot die van de andere gevangenen, vastgebonden aan het plafond en de vloer.

    Wacht even, vriend. Ik zal je zo dadelijk bevrijden, stelde Edward hem gerust, om geen enkele reactie terug te krijgen.

    Edward bevrijdde eerst de ledematen van de man terwijl hij hem onderzocht. Het masker dat de gevangene droeg bedekte het hele gezicht, maar spleten lieten de ogen, mond en neus vrij. Edward vond geen zichtbare tekenen van versmelting, en het masker zag eruit als een doorlopend stuk metaal. Hoe is dit mogelijk? Hoe is dit aan zijn hoofd bevestigd?

    Nadat Edward hem bevrijd had, bleef de man stilstaan, maar fluisterde zachtjes iets. Wat? vroeg Edward.

    De man keek venijnig kil naar Edward. Het masker.

    Edward onderzocht het masker nog een keer vanuit alle kanten, maar kon nergens een gat zien voor een sleutel, geen slot, geen naad om het te openen. Ik kan geen enkele manier zien om dit masker te verwijderen.

    De man greep Edward vast en sloeg hem tegen de stenen muur. Even daarna, liet de man Edward los, schreeuwde van woede en verliet de cel. Anne, dit zal ik je betaald zetten! riep de man in het metalen masker, terwijl hij snel de trap van de gevangenis oprende.

    Hij moet koningin Anne bedoelen. Wie is deze man? Edward schudde zijn hoofd. Geen tijd om te blijven hangen hier.

    Edward rende de trap op naar de verdieping waar zijn cel was. Anne, Henry, Sam, Charles, en Edmond waren al op hem aan het wachten. Toen hij dichter bij de trap kwam, kon hij de geluiden van een gevecht, tegen de muren horen echoën.

    Anne zag Edward aankomen en stapte op hem af. Ik heb de gevangenen de wapens laten zien en alles escaleerde al snel.

    As je dach da ’t hier al een hel was, Thatch, kan je beter bove gaan kijke, zei Sam.

    Edward rende de trap op naar de begane grond van het kasteel, zijn kameraden volgde hem op de voet. Hij merkte dat hij in de rechtse hoek was die het verste weg was van de ophaalbrug. Als een kasteel sober mag worden genoemd, voldoet deze aan de eisen. Het kasteel had een vestingmuur in elk van de vier hoeken, met een grote open binnenplaats in het midden, en een hoge donjon aan de achterkant. De omtrek had hoge muren, waardoor de binnen- en buitenverdediging gemakkelijk hanteerbaar was.

    Het kasteel was in het bezit van Willem III tot aan zijn overlijden, en het eigendom kwam in handen van zijn opvolger en schoonzus, koningin Anne. Omdat ze geen onaangename herinneringen aan de dood van haar zwager wilde hebben, werd het kasteel door koningin Anne omgebouwd tot een gevangenis. De koningin vulde het gevangeniskasteel snel met politieke gevangenen, andersdenkenden en andere vijanden van de staat.

    Edward en zijn groep plaatsten zich achter stenen zuilen en een heuphoge barricade rondom de binnenkant van de vestingmuur. Op de muren, kwamen bewakers in en uit dekking om te proberen de ontsnapte gevangenen met musketten neer te schieten. Onder Edward, op de begane grond, vochten de meer dan vijftig ontsnapte gevangenen tegen bewakers die probeerden binnen te komen vanaf de binnenplaats aan Edwards linkerzijde, en tegen bewakers die de trap afstormden aan Edwards rechterzijde. De gevangenen vielen de wapenkamer binnen om beter te kunnen vechten tegen de bewakers op de muur.

    Hoe kunnen we het beste bij de donjon komen? schreeuwde Edward over het geweervuur, de roepen en vervloekingen van de onstabiele mannen die hij had bevrijd heen.

    De veiligste manier is door een deur aan de bovenkant van deze vestingmuur. Er is niet veel dekking op die muren, maar de looppaden over de muren zijn smal, zodat we niet bedolven kunnen worden onder hun aantal, schreeuwde Anne terug. Een kogel schoot in de stenen zuil waar Anne achter stond, dus ze dook verder naar beneden.

    Hoe zit het met onze ontsnapping? vroeg Henry. We kunnen het wc-gat niet meer gebruiken.

    De weg naar buiten is er doorheen. Er zijn twee ontgrendelingshendels voor de ophaalbrug in de voorste vestingmuren. Ze moeten allebei bediend worden om hem te laten zakken.

    Dan hebbe we geen andere keus dan opsplitse. Sam duwde Charles, de oude man, met kracht omlaag en achter de stenen muur om de kogels te ontwijken.

    Eerst moeten we wapens bemachtigen, en dan helemaal naar boven gaan, zei Edward, terwijl hij een diepe zucht liet horen en zich in de chaos stortte.

    Edward sprintte van zuil naar zuil, wegduikend achter de heuphoge stenen muur als hij tussen de zuilen door moest. Edward vertraagde toen er meer kogels af werden geschoten, en stopte uiteindelijk in de rechtse hoek van de muur. Sam, Charles, Henry en Anne volgden hem allemaal.

    Toen Edward omkeek om te zien of zijn vrienden ongedeerd waren, moest hij nog eens goed kijken. Waar is Edmond? De gezichtsuitdrukkingen van zijn kameraden vertelden hem dat zij dat ook niet wisten. Edward keek om zich heen tot hij de jongen zag rennen tussen de vechtende gevangenen.

    Edmond droeg een aantal wapens in zijn armen en had er nog een paar aan zijn kleine postuur hangen. Terwijl Edmonds blik richting de lucht ging, raakte een reeks kogels bijna zijn voet, waardoor hij even kort stopte. Edmond viel voorover, waardoor hij nu in het zicht was van de bewakers.

    Edmond! schreeuwde Edward. Hij keek even vluchtig vanuit zijn schuilplaats, voordat hij wegrende om de jongen te redden. Edward zigzagde tussen het zooitje gevangenen en de kogelregen door. Edwards hart klopte als golven voor een storm, terwijl de omringende beelden en geuren hem sterker maakten.

    De stank van lichaamsgeur en ziekte van de gevangenen was verminderd, dankzij de frisse buitenlucht en de bekende geuren van buskruit en bloed. Het enige wat ontbrak was de zilte oceaanlucht die Edward zo erg miste, maar in plaats daarvan werd die vervangen door het verse gras en de nieuw bewerkte aarde van het platteland.

    Edward bereikte de jongen in een oogwenk en nadat hij Edmond op zijn schouder had gelegd, greep hij de wapens en bracht hij de jongen terug in veiligheid. Edward liet de wapens vallen en plaatste Edmond achter de stenen barricade.

    "Wat

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1