Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De duivelse dierenarts - Agatha Raisin
De duivelse dierenarts - Agatha Raisin
De duivelse dierenarts - Agatha Raisin
Ebook206 pages3 hours

De duivelse dierenarts - Agatha Raisin

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

'De duivelse dierenarts' is een vermakelijke roman met geestige dialogen en een boeiende cast van personages. Geschikt voor fans van gezellige mysterieromans en vooral voor iedereen die houdt van eigenzinnige amateurdetectives en idyllische Engelse dorpjes.Dit boek is het tweede deel van de Agatha Raisin-serie, die de avonturen volgt van een gepensioneerde PR-manager die is verhuisd naar een pittoresk dorpje in de Cotswolds.In dit deel van de serie is Agatha Raisin achterdochtig wanneer een knappe en charmante dierenarts, Paul Bladen, dood wordt aangetroffen nadat deze haar kat heeft behandeld. Agatha begint de moord te onderzoeken en ontdekt dat Bladen de reputatie had een rokkenjager te zijn en veel vijanden had gemaakt. Terwijl Agatha dieper in de zaak duikt, ontdekt ze een ingewikkeld web van geheimen, leugens en schandalen in de kleine dorpsgemeenschap.Terwijl Agatha werkt aan het oplossen van de zaak, heeft ze ook te maken met haar eigen persoonlijke worstelingen, waaronder haar knipperlichtrelatie met haar buurman James Lacey en haar moeite om in de hechte en gesloten dorpsgemeenschap een leven op te bouwen.De Agatha Raisin-boeken zijn bewerkt als televisieserie. Bij het verschijnen van deze vertaling is het vierde seizoen te zien op BBC First.Agatha Raisin is een serie knusse mysterieromans geschreven door M.C. Beaton (Marion Chesney) die de avonturen volgt van een voormalige PR-manager die amateurdetective is geworden, Agatha Raisin. De serie volgt het verhaal van het luide maar emotioneel labiele pr-wonder dat haar carrière in Londen achter zich heeft gelaten in de hoop op een nieuw leven op het platteland. Maar wanneer er meerdere moorden gepleegd worden is haar hoop op een rustig leventje snel vervlogen...
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateMay 12, 2023
ISBN9788728347508

Read more from M.C. Beaton

Related to De duivelse dierenarts - Agatha Raisin

Titles in the series (4)

View More

Related ebooks

Reviews for De duivelse dierenarts - Agatha Raisin

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De duivelse dierenarts - Agatha Raisin - M.C. Beaton

    M.C. Beaton

    De duivelse dierenarts

    Agatha Raisin

    SAGA Egmont

    De duivelse dierenarts - Agatha Raisin

    Original title: Agatha Raisin and the Vicious Vet

    Original language: English

    Copyright © M.C. Beaton Limited 1993.

    The names M.C. Beaton and Agatha Raisin are trademarks of M.C. Beaton Limited. All rights reserved. The right of M.C. Beaton to be identified as the author of the work has been asserted by her in accordance with the Copyright Designs and Patents Act 1988 and equivalent laws worldwide.

    Cover image: Shutterstock

    Copyright ©1993, 2023 M.C. Beaton and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788728347508

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga is a subsidiary of Egmont. Egmont is Denmark’s largest media company and fully owned by the Egmont Foundation, which donates almost 13,4 million euros annually to children in difficult circumstances.

    De auteur wil haar lievelingsdierenarts, Anne Wombill uit Cirencester, graag bedanken voor al haar hulp. Dit boek is voor Anne en haar man Robin.

    Hoofdstuk 1

    Agatha Raisin kwam op Heathrow in Londen aan met een kleurtje op haar huid en een blosje van schaamte. Ze voelde zich een idioot, toen ze haar bagage naar de uitgang duwde.

    Ze was net twee weken op de Bahama’s geweest, omdat ze achter haar knappe buurman, James Lacey, aan zat, die had laten vallen dat hij daar op vakantie ging in het Nassau Beach Hotel. Als Agatha achter een man aan zat, was ze net zo fanatiek als dat ze in haar werk geweest was. Ze had heel veel geld uitgegeven aan een fantastische garderobe, was fanatiek afgevallen zodat ze haar verjongde middelbare lijf in bikini kon vertonen, maar er was geen spoor van James Lacey geweest. Ze had een auto gehuurd en was langs de andere hotels op het eiland geweest, zonder resultaat. Ze had zelfs het Britse consulaat gebeld in de hoop dat die van hem gehoord hadden. Een paar dagen voordat ze weer naar huis moest, had ze een internationaal telefoongesprek aangevraagd naar Carsely, het dorp in de Cotswolds waar ze woonde, naar de domineesvrouw, Mrs. Bloxby, en had uiteindelijk gevraagd waar James Lacey heen was.

    Ze wist nog steeds hoe de stem van Mrs. Bloxby geklonken had, die harder en zachter werd op een zwakke lijn, alsof hij in golven naar Agatha toe kwam. Mr. Lacey is op het laatste moment van plan veranderd. Hij besloot in zijn vakantie naar een vriend in Caïro te gaan. Hij had gezegd dat hij naar de Bahama’s ging, weet ik nog, en dat Mrs. Mason toen zei, ‘wat een verrassing, daar gaat onze Mrs. Raisin ook heen!’. En het volgende dat we hoorden, was dat zijn vriend in Egypte hem had uitgenodigd.

    Wat was Agatha ineengekrompen, en wat deed ze dat nog steeds! Voor haar was het duidelijk dat hij van plan veranderd was om haar te mijden. En achteraf gezien was het nogal schaamteloos geweest hoe zij achter hem aan zat.

    En er was nog een reden dat ze geen plezier had gehad in haar vakantie. Ze had haar kat, Hodge, die ze cadeau gekregen had van rechercheur Bill Wong, naar een kattenpension gebracht en op de een of ander manier merkte Agatha dat ze zich er zorgen over maakte of de kat nog leefde.

    Op de parkeerplaats voor lang parkeren laadde ze haar bagage in en begon naar Carsely te rijden, terwijl ze zich voor de zoveelste keer afvroeg waarom ze eigenlijk zo jong met pensioen was gegaan – nou ja, begin vijftig was jong – en haar bedrijf verkocht had om zich in een dorpje te gaan begraven.

    Het kattenpension lag buiten Cirencester. Ze ging naar het huis toe en werd onvriendelijk begroet door de lange magere vrouw van wie het huis was. Nou ja, Mrs. Raisin, zei die, ik stond op het punt om de deur uit te gaan. Had u niet even kunnen bellen?

    "Haal mijn kat… nu, zei Agatha die dreigend keek, en snel een beetje."

    De vrouw droop af, beledigd tot op het bot. Ze kwam al snel terug met Hodge, die in zijn mandje zat te miauwen. Geheel doof voor verdere verwijten betaalde Agatha de rekening.

    Ze bedacht dat het heel troostend was geweest om weer herenigd te zijn met haar kat, en daarna vroeg ze zich af of ze nu echt een dorpsbewoonster was geworden, voor wie haar kat alles was.

    Haar cottage, die gebukt lag onder het zware dak, leek op een oude hond die lag te wachten om haar te verwelkomen. Toen de open haard was aangestoken, de kat te eten had gekregen en ze een stevig glas whisky op had, wist Agatha dat ze het wel zou overleven. James Lacey en al die mannen konden de pest krijgen.

    De volgende ochtend ging ze naar de winkel in het dorp om boodschappen te doen en te pronken met haar zongebruinde huid. Ze kwam Mrs. Bloxby tegen. Agatha voelde zich ongemakkelijk vanwege dat telefoontje, maar Mrs. Bloxby, tactvol als die altijd was, had het daar niet meer over en zei alleen maar dat er die avond een vergadering van de Carsely Ladies Society was in de pastorie. Agatha zei dat ze zou komen, al dacht ze wel dat er méér moest zijn qua uitgaan dan tea in de pastorie.

    Ze had vagelijk in haar hoofd om niet te gaan. In plaats daarvan zou ze naar de Red Lion kunnen gaan, de plaatselijke pub, om te eten. Maar ja, ze had het Mrs. Bloxby beloofd dat ze zou gaan en op een of andere manier brak je een belofte aan Mrs. Bloxby niet.

    Toen ze die avond naar buiten ging, was er een dikke, ijskoude mist neergedaald in het dorp, die bosjes in hurkende aanvallers veranderde en alle geluid dempte.

    De dames waren er allemaal, tussen de gezellige spulletjes in de zitkamer van de pastorie. Er was niets veranderd. Mrs. Mason was nog steeds mevrouw de voorzitter – algemeen voorzitters bestonden niet in Carsely want, zoals Mrs. Bloxby uiteenzette, als je daar eenmaal aan begon, dan wist je dat het eind zoek was, dan moest je personeelstekorten gaan benoemen – en Mrs. Simms, met witte Minnie Mouse schoenen en een ielig rokje aan, was nog steeds de secretaresse. Ze vroegen Agatha van alles over haar vakantie en Agatha begon op te scheppen over de zon en het strand, totdat ze het gevoel kreeg dat ze het eigenlijk heel leuk gehad had.

    De notulen werden voorgelezen, geld inzamelen voor het Save the Childrenfonds werd besproken, evenals een uitstapje voor ouderen, en daarna was er meer thee en meer cake.

    Op dat moment hoorde Agatha over de nieuwe dierenarts. Het dorp Carsely zou eindelijk een eigen dierenartspraktijk krijgen. De bibliotheek was uitgebreid met een aanbouw. Daar zou dan een dierenarts, Paul Bladen uit Mircester tweemaal per week praktijk houden, dinsdags- en woensdagsmiddags.

    Eerst kon het ons niet zoveel schelen, zei Miss Simms, want wij gaan meestal naar de dierenarts in Moreton, maar Mr. Bladen is zo goed.

    En hij ziet er zo goed uit, voegde Mrs. Bloxby daaraan toe.

    Jong? vroeg Agatha, vagelijk geïnteresseerd.

    O, een jaar of veertig, denk ik, zei Miss Simms. Niet getrouwd. Gescheiden. Hij heeft van die onderzoekende ogen en zulke prachtige handen.

    Agatha had geen speciale belangstelling voor de dierenarts, want haar hoofd zat nog steeds bij James Lacey. Ze wilde dat hij terug was, zodat ze hem kon laten zien dat ze geen enkele interesse in hem had. Dus terwijl de dames de loftrompet staken over de nieuwe dierenarts, was zij in haar hoofd scenario’s aan het schrijven over wat hij zou zeggen en wat zei zou zeggen en stel je eens voor hoe verbaasd hij zou zijn als hij zou merken dat normale vriendelijkheid als buren van haar kant, door hem als achterna zitten werd opgevat.

    Maar het lot wilde dat Agatha Paul Bladen de volgende dag al zou ontmoeten.

    Ze besloot naar de slager te gaan en een biefstuk voor zichzelf te kopen en wat kippenlevertjes voor Hodge. Mogge, Mr. Bladen, zei de slager en Agatha draaide zich om.

    Paul Bladen was een knappe man van begin veertig met dik krullend iets grijzend haar, lichtbruine ogen die zich samenknepen alsof hij in de woestijnzon keek, een stevige best lieve mond en een vierkante kin. Hij was slank, gemiddeld van postuur en had een tweedjasje met stukken erop en een flanellen broek aan, plus, want het was ijskoud, een oude sjaal van London University om zijn nek. Hij deed Agatha denken aan vroegere tijden, toen studenten er nog uitzagen als studenten, voor de tijd van t-shirts en gerafelde jeans.

    Van zijn kant uit zag Paul Bladen een gezette vrouw van middelbare leeftijd met glanzend bruin haar en kleine, beerachtige ogen in een gebruind gezicht. Haar kleding, zag hij, was erg duur.

    Agatha stak haar hand uit, stelde zich voor en verwelkomde hem in het dorp alsof ze de kasteelvrouwe zelf was. Hij lachte in haar ogen, hield haar hand vast en mompelde iets over het vreselijke weer. Agatha was gelijk alles over James Lacey vergeten. Of bijna, dan. Ze hoopte dat hij Egyptische buikgriep had gekregen of dat hij gebeten was door een kameel.

    Eigenlijk, fleemde Agatha, had ik vanmiddag langs willen komen met mijn kat.

    Verscheen er iets koels in die samengeknepen ogen? Maar hij zei: Ik heb vanmiddag spreekuur. Waarom komt u niet langs? Om een uur of twee?

    Wat fijn om nu eindelijk onze eigen dierenarts te hebben, zei Agatha enthousiast.

    Hij gaf haar weer dat intieme lachje van hem weer en Agatha liep in de wolken weg. De mist had het landschap nog steeds in zijn greep hoewel, voordat er ver boven een klein rood zonnetje doorheen probeerde te komen, dat een vaag roze licht wierp op het bevroren landschap, wat Agatha herinnerde aan al die kerstkalenders uit haar jeugd, waar de winterlandschappen versierd werden met glitter.

    Ze haastte zich langs de cottage van James Lacey zonder daar een blik op te werpen en bedacht wat ze aan zou trekken. Wat jammer dat al die nieuwe kleren voor warm weer bedoeld waren.

    Bestudeerd door Hodge, de gestreepte kat, bestudeerde ze haar gezicht in de spiegel van de kaptafel. Een zongebruind gezicht stond dan wel leuk, maar er was toch een hoop te zeggen voor een flinke laag make-up op een middelbaar gezicht. Er zat iets zachts en slaps onder haar kin dat ze niet mooi vond en de rimpels opzij van haar mond leken duidelijker dan voor ze weg ging en herinnerden haar aan al die waarschuwingen over hoe slecht zonnebaden voor de huid was.

    Ze deed wat voedende crème op haar gezicht en zocht toen in haar kledingkast, waar ze uiteindelijk uitkwam op een kersrode jurk en een zwarte getailleerde jas met een fluwelen kraag. Haar haar was glanzend en gezond, dus besloot ze geen hoed op te zetten. Het was ijskoud en ze had laarzen aan moeten trekken, maar in plaats daarvan pakte ze haar Italiaanse hooggehakte pumps en ze wist dat ze goede benen had.

    Pas na twee uur voorbereidingen bedacht ze dat ze eerst nog haar kat moest zien te vangen en rende uiteindelijk rond om het dier klem te zetten in de hoek van de keuken, om hem ruw in het rieten draagmandje te zetten. Het gejammer van Hodge sneed door de lucht. Maar voor één keer doof voor haar huisdier trippelde Agatha op haar hoge hakken naar de kliniek. Tegen de tijd dat ze bij de kliniek was, waren haar voeten zo koud dat het leek alsof ze op twee klompjes pijn liep.

    Ze duwde de deur van de kliniek open en ging de wachtkamer in. Die leek vol mensen te zitten: Doris Simpson, haar werkster, met haar kat; Miss Simms met haar Tommy; Mrs. Josephs, de bibliothecaresse, met een enorme schurftige kat die Tewks heette; en twee boeren, waaronder Jack Page, die ze al kende, en een korte gedrongen man die ze alleen van gezicht kende, Henry Grange. En er was ook een nieuw iemand.

    Dat is nou Mrs. Huntingdon, fluisterde Doris. Die heeft de cottage van de oude Droon verderop gekocht. Weduwe.

    Agatha keek jaloers naar de nieuwkomer. Ondanks de inspanningen van het Dierenbevrijdingsfront om dames ervan te weerhouden bont te dragen, had Mrs. Huntingdon een lange nertsjas aan en een elegante nertshoed op. Er hing een verfijnd Frans parfum om haar heen. Ze had een klein knap gezicht zoals een emaillen pop, grote bruine ogen met (valse?) wimpers en een mond met roze lipstick. Haar huisdier was een kleine Jack Russell, die heftig blafte en aan het eind van zijn riem trok omdat hij bij de katten wilde komen. Mrs. Huntingdon leek zich niet bewust van het lawaai of van de onheilspellende blikken van de kattenbaasjes. Ze zat ook zo, dat ze de enige verwarming blokkeerde.

    Er hingen overal bordjes Niet Roken aan de muur, maar Mrs. Huntingdon stak een sigaret aan en blies de rook de lucht in. In de wachtkamer van een dokter, waar de patiënten zich alleen over zichzelf zorgen hoefden te maken, zou dat tot protesten geleid hebben. Maar de wachtkamer van een dierenarts is een buitengewone plek waar je ontmand of ontvrouwd wordt, mensen worden mak omdat ze zich zorgen maken over hun huisdieren.

    Aan één kant van de wachtkamer was een balie met een verpleegkundige annex receptioniste er achter. Zij was een onopvallend meisje met een nasaal Birminghams accent. Ze heette Miss Mabbs.

    Doris Simpson ging als eerste naar binnen en kwam na vijf minuten alweer terug. Agatha wreef stiekem haar koude voeten en enkels. Dit zou niet lang gaan duren.

    Maar Miss Simms was de volgende en die bleef een half uur weg, voordat ze met stralende ogen en blozende wangen terugkwam. Mrs. Josephs was aan de beurt. Na een hele tijd kwam ze weer binnen en mompelde, wat heeft die Mr. Bladen toch een vaste hand, met haar oude kat die achterover lag in zijn mandje alsof hij dood was.

    Agatha ging naar de receptie nadat Mrs. Huntingdon binnen was gelaten en zei tegen Miss Mabbs, Mr. Bladen had me gezegd dat ik om twee uur moest komen. Ik ben al heel lang aan het wachten.

    Het spreekuur begint om twee uur. Dat bedoelde hij waarschijnlijk, zei Miss Mabbs. u moet op uw beurt wachten.

    Vastbesloten dat ze zich niet voor niets had aangekleed, pakte Agatha mokkend een exemplaar van Vogue, juni 1988, en ging weer terug naar haar harde plastic stoeltje.

    Ze wachtte en wachtte tot de vrolijke weduwe met haar hondje weer tevoorschijn kwam, maar de minuten gingen voorbij en Agatha kon gelach horen uit de spreekkamer en vroeg zich af wat daar gaande was.

    Drie kwartier verder was Agatha klaar met haar nummer van Vogue en een gaaf exemplaar van Good Housekeeping en verdiept in een verhaal in een oud Scotch Home jaarboek over de knappe landeigenaar in de Schotse hooglanden die zijn enige echte liefde Morag uit de glens had verlaten voor Cynthia, een opgeverfde hoer uit Londen. Uiteindelijk kwam Mrs. Huntingdon naar buiten met haar hond in de armen. Ze glimlachte vaagjes naar iedereen voordat ze wegging en Agatha loerde woedend terug.

    Toen waren alleen de twee boeren en Agatha nog over. Ik denk dat ik hier niet meer ga komen, zei Jack Page. Dit kost me een hele dag.

    Maar hij werd snel behandeld, hij kreeg een recept voor antibiotica, dat hij aan Miss Mabbs gaf. De andere boer wilde ook medicijnen en Agatha werd wat vrolijker toen die na een paar minuten terugkwam. Ze was van plan om de dierenarts te verwijten dat hij haar zo lang had laten wachten, maar daar was die lieve lach weer, de ferme handdruk en die onderzoekende, intieme blik.

    Ze lachte verdoofd terug en voelde

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1