Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Vrolijke verhalen voor bij de koffie
Vrolijke verhalen voor bij de koffie
Vrolijke verhalen voor bij de koffie
Ebook633 pages8 hours

Vrolijke verhalen voor bij de koffie

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

100 short stories, all with a musical intro.
Most of them are dreamlike phantasies, but with clear links to reality. Where these reality sometimes is of a harsh nature, but not all the time. Some are humoristic, some are romantic and quite a few are full of suspense. And one or two are so horrible that the reality is nearly always a relief, hopefully.

LanguageNederlands
PublisherBen Westerman
Release dateMar 28, 2023
ISBN9789083106953
Vrolijke verhalen voor bij de koffie
Author

Ben Westerman

Graduated as a psychologist. At the Utrecht University. Most of my teachers have since died or hit the bottle. After that I worked for a while in education. First at some colleges of applied sciences and then for a long time as a lecturer in business administration and management techniques, and as an examinator and supervisor of dissertations, at one of the smaller universities in the Netherlands. With employees of whom the world rarely or never hears anything. Then, together with my wife, I started an independent translation practice. With mainly large banks and multinationals as clients. And now I have started a new career as an independent publisher of own stories. A person has to do something, hasn’t he.

Related to Vrolijke verhalen voor bij de koffie

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Vrolijke verhalen voor bij de koffie

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Vrolijke verhalen voor bij de koffie - Ben Westerman

    1. Tea for two

    Esmay verwachtte hem nu elk ogenblik. En ze verheugde zich op zijn komst. Velen waren hem al voorgegaan, maar deze had iets extra speciaals. Tot nu toe was ze er steeds in geslaagd ze in alfabetische volgorde te verzamelen. Eerst was daar Adam geweest. Een beetje een simpele ziel, maar verder wel oké... . Dan Benjamin, gewoon een hele lieve jongen, alleen wel erg naïef. Maar goed, dat had het alleen maar makkelijker gemaakt om hem te strikken. Christoffel, was echt een hele knappe gozer. David, slim en gewiekst. Echt het type waar ze van hield. Emanuel, een veelbelovend ventje. Had het een heel end kunnen schoppen, maar ja... . Filippus, een beetje driftig baasje, maar doorgaans als was in haar handen. Goliath, een reus van een vent, had ze misschien wat langer moeten houden. Habakuk, ach ja, de lieverd. Isaac, een van haar favorieten, met z’n babyface en zijn guitige oogopslag. Johannes, dat was nou eens een echte heer, altijd tiptop gekleed en zeer welgemanierd. Dan was daar Kaïn, een wat opvliegend type, maar ze had hem toch maar mooi klein gekregen. Daarna kwam Lucas, een beetje een ongelikte beer, maar met toch wel een enigszins pruimbaar karakter. Dan Marcus, een beetje moeilijk in de omgang weliswaar, maar in de grond toch wel een goeie vent. Vervolgens Nikodemus, nou ja, behalve dat hij een onverbeterlijke alcoholist en drugsverslaafde was, had hij toch ook zijn goede kanten gehad. Daarna kwam Obadja, een echt fuifnummer waar je mee kon lachen, maar die ook een meer serieuze kant had. En ten slotte, voorlopig dan, Petrus, gewoon een vriendelijke en goedaardige man, op wie ze bijzonder gesteld was geweest. Maar goed, nu was de volgende dus aan de beurt. En ze kon bijna niet wachten tot hij zou arriveren. Ze zou hem dan ook warm ontvangen. Op de haar vertrouwde wijze.

    Ze had zich zo aantrekkelijk mogelijk uitgedost, in een ultrakort minirokje, zwarte netkousen en een nauwsluitende legging met een diep décolleté. Ook was ze naar haar favoriete kapper geweest, Eugene, die haar haar zo hoog mogelijk had opgestoken. Verder had ze zich zo mooi mogelijk opgemaakt. Haar wenkbrauwen extra aangezet, haar ogen behandeld met belladonna en haar lippen vuurrood gestift. Waarna ze zich uitgebreid bewonderde in de spiegel. Die haar, tot haar genoegen, liet weten dat ze werkelijk onweerstaanbaar was.

    Verder had ze alle voorbereidingen getroffen die noodzakelijk waren. Zo had ze het bad vol laten lopen met een mengsel van zoutzuur en salpeterzuur, in de verhouding drie staat tot een. Een melange die ook wel koningswater werd genoemd. Ja ja, ze zou haar hoogheid ook deze keer weer op koninklijke wijze behandelen. Zodat hij als een fraai exemplaar aan haar verzameling kon worden toegevoegd. En hij voor altijd van haar zou zijn. Van haar alleen. En hij haar nooit meer in de steek zou laten. Zoals destijds... . Maar nee, daar dacht ze liever niet aan terug.

    Precies om acht uur ging de bel. Hij was dus stipt op tijd. Daar hield ze van. Nadat ze elkaar innig hadden gekust, nam ze zijn jas aan en hing die netjes aan de kapstok. Later zou ze er wel een bestemming voor vinden. Maar dat had geen haast. Ze ging hem voor naar de salon en liet hem plaatsnemen in de gemakkelijkste fauteuil die ze in huis had. Waar hij zich met welbehagen in liet wegzakken. Waarna ze een kopje thee inschonk en dit voor hem neerzette. Voor zichzelf had ze al eerder een kopje ingeschonken. Uiteraard voordat ze de thee had voorzien van een uitgelezen mix van oleander, vingerhoedskruid en monnikskap. Dat had altijd uitstekend gewerkt. En dat zou dus nu ook wel weer het geval zijn.

    ‘Hoe was je werkdag?’ vroeg ze. Want ze wist dat hij graag over zijn werk praatte. Hij was financieel adviseur en probeerde elke dag weer zoveel mogelijk mensen producten aan te smeren die ze helemaal niet nodig hadden, maar die hen voor hem tot evenzovele melkkoetjes maakten.

    ‘Heel goed,’ zei hij met een vergenoegde glimlach, ‘ik heb zeven contracten kunnen afsluiten. Voor in totaal driehonderdvijftig duizend euro. Meer dan gemiddeld dus. Ach ja, vakmanschap is meesterschap, nietwaar. En waar ben je anders een genie voor, hè.’

    Ja, ja, dacht ze. Het was haar weer meteen duidelijk wat voor etterbak hij eigenlijk was. Maar daar hield ze juist van. Een man moest een man zijn. En geen watje. Zolang hij haar maar niet lastig viel. Maar dat kwam allemaal prima in orde.

    ‘En wat heb jij vandaag gedaan?’ vroeg hij, belangstelling voorwendend.

    ‘Ach, zomaar wat dingetjes,’ zei ze, ‘ik heb vanmorgen eerst koffiegedronken bij Jasmijn, daarna ben ik naar de kapper geweest en wat wezen shoppen, en daarna heb ik een afzakkertje genomen bij Alberts corner. Niks bijzonders dus eigenlijk. En ik verheugde me natuurlijk op jouw komst. Dat alleen al maakte de hele dag al meteen goed.’

    Dat hoorde hij natuurlijk graag. En het maakte hem alleen maar nog zelfgenoegzamer dan hij al was Ja, hij had het wel getroffen met dit vrouwtje. Ze was natuurlijk een beetje simpel, bij hem vergeleken, maar ja, dat was verder niet belangrijk. Met zo iemand kon hij zich tenminste vertonen bij zijn collegae. En zolang ze haar mond maar een beetje hield, kon hij goede sier met haar maken. En daar ging het toch maar om. En misschien zelfs zou hij haar ooit een keer ten huwelijk vragen. Dat hoorde er tenslotte bij, althans in de kringen waarin hij doorgaans verkeerde.

    Rustig wachtte ze nu af tot hij van zijn thee zou drinken. Ze mocht beslist niet aandringen, hij moest het zelf doen. Ze hoefde gelukkig niet lang te wachten. Waarna ze hem de koekjestrommel voorhield. Waaruit hij een lange vinger pakte.

    ‘Neem er meteen maar twee, hoor,’ zei ze, ‘zo bescheiden ben je anders ook niet.’ Waarna hij nog een tweede pakte en ze allebei met smaak verorberde. Nadat hij zijn kopje had leeggedronken, vulde ze dat meteen bij.

    ‘Gezellig hè, thee voor twee,’ zei ze.

    Niet lang daarna zag ze tot haar genoegen hoe hij achterover zakte in de fauteuil en daar met zijn mond halfopen roerloos bleef liggen. Ze dronk nu rustig zelf haar thee op, nam intussen nog een paar koekjes uit de trommel en wachtte voor de zekerheid nog een kwartiertje. Vervolgens reed ze de fauteuil, waar ze, handig als ze nu eenmaal was, wieltjes onder had gemonteerd, naar de badkamer. Daarna was het allemaal simple comme bonjour. Oftewel de rest was kinderspel. Tenminste voor haarzelf wel... .

    En zo was ze er tenslotte toch maar mooi in geslaagd nu dan ook een Q aan haar verzameling toe te voegen. De Q van Quinten. Weliswaar viel deze naam wat uit de toon, vergeleken bij de anderen, maar dat nam ze maar voor lief. Dat zou wel weer goed komen bij de R...

    terug naar de inhoudsopgave

    https://www.youtube.com/watch?v=3Bsnuew8f6s

    2. Let’s boogie

    Het moet swingen, anders is het niks. Of, om met Benny Goodman te spreken, it don’t mean a thing, if it ain’t got that swing. Maar ja, wanneer swingt het?

    Matthias was een swinger. In zowat alle betekenissen van het woord. Het mooiste vond hij het als hij meerdere vrouwen op een dag wist te versieren en hij deze dan tegen elkaar kon uitspelen. Dan voelde hij zich de koning te rijk. Daarna liet hij ze echter net zo makkelijk weer vallen. Het jagen en het veroveren, daar ging het hem om. Maar als hij eenmaal beet had was de lol er voor hem alweer gauw af. En sloeg vrijwel meteen de verveling toe. Want echt een relatie onderhouden kon hij niet. Was hij ook niet in geïnteresseerd. Net zomin als dat hij geïnteresseerd was in wat er in de betreffende vrouwen omging. Ze waren voor hem gewoon objecten. Gebruiksvoorwerpen, die bovendien maar heel kort bruikbaar waren. Voor hem tenminste wel.

    Wat hem, dacht hij zelf in ieder geval, in het bijzonder aantrekkelijk maakte, was dat hij goed kon dansen. Wat voor vrouwen vaak onweerstaanbaar bleek te zijn. Hij was dan ook veel te vinden in dancings en disco’s, waar hij aan de lopende band zijn slag sloeg. En na een paar drankjes, en soms wel wat meer dan een paar, waren ze dan meestal wel bereid een kortstondige relatie met hem aan te gaan. Wat er voor hem dan op neerkwam dat ze samen het bed deelden. Daarna was het wat hem betrof dan weer gedaan. Wat inhield dat het dan meteen weer over en uit was. Want in gezeur en gedoe had hij nu eenmaal geen zin. En daar dreigde het toch wel heel vaak op uit te draaien. Dan wilden ze ineens dingen van hem. En daar moest hij dus niets van hebben. Want stel je voor, het kon zomaar zijn dat zo’n mens met je zou willen trouwen. En dan ook nog eens kinderen zou willen. Waar je dan weer van alles mee zou moeten doen. Ze opvoeden bijvoorbeeld. Hij moest er niet aan denken. Nee, nee, vrouwen waren uitsluitend om even pret mee te hebben, maar daarna moesten ze weer snel wegwezen. Want dan was het wel weer mooi geweest. En kon hij vrij en blij op jacht naar de volgende. Want ja, daarvoor was hij immers een man. En om daar maar voldoende zeker van te zijn zocht hij daar voortdurend bevestiging voor. En die vrouwtjes gaven hem die dus. Gelukkig wel. Want anders zou hij zich geen raad weten. Want hoe zou hij anders naar zijn vrienden toe kunnen bewijzen dat hij een echte man is. En zeker geen watje. En al helemaal geen homo of iets vergelijkbaar smerigs. Nee, nee, hij viel op vrouwen. Alleen maar op vrouwen. In alle soorten en maten, dat maakte hem verder niet uit. Nou ja, ze moesten natuurlijk niet al te lelijk zijn. Maar ach, bij nacht zijn alle katten grauw. Zo is het toch. En hij hoefde er verder geen goede sier mee te maken. Als hij ze maar had gehad, daar ging het maar om.

    Dit ging zo een hele tijd goed. Maar dan komt hij een vrouw tegen, Eloise, die zich niet zo makkelijk de laan uit laat sturen. Ze is integendeel bijzonder vasthoudend en wil duidelijk meer van hem. Veel meer. Heel veel meer. En laat dat ook op zeer nadrukkelijke wijze merken. Zodat hij sindsdien geen rustig moment meer heeft. Ze achtervolgt hem overal waarheen hij maar gaat. En ze heeft al diverse malen een vrouw, waar hij net wat mee dacht te kunnen beginnen, aan haar haren van de barkruk gesleurd en weggejaagd, zo nodig met behulp van een paar stevige klappen dan wel door het gebruik van haar vlijmscherpe nagels, waarna ze meteen een paar borrels bestelde. Die ze dan meestal van het huis kreeg. Want veel barkeepers hielden wel van een verzetje. En wilden haar best wat stimuleren.

    Al gauw ging het van kwaad tot erger. Wat moest hij nou. Hoe kwam hij in vredesnaam van haar af. Aan de andere kant betrapte hij zichzelf erop dat hij haar eigenlijk niet kwijt wilde. Of probeerde hij voor zichzelf, en natuurlijk voor zijn vrienden en andere mensen in zijn omgeving, alleen maar de schijn op te houden? Ook daar kwam hij niet goed uit. En het begon er zelfs op te lijken dat de rollen nu waren omgedraaid, als het ware. Hij was niet langer de jager, maar de gejaagde. En, hoewel hij dat voor zichzelf niet wilde toegeven, hij vond dat eigenlijk helemaal niet zo erg. Hoewel hij dat wel zou moeten vinden. Hij was immers een echte man. En zelfs een echte macho. Toch? Ja toch zeker? Hij raakt nu alleen wel meer en meer in verwarring. Want hoe moest het nu verder?

    Eloise nam echter ook nu weer het heft in handen en trok al gauw bij hem in. Waarbij ze als vanzelfsprekend een aantal huishoudelijke taken van hem overnam. Wat hij gelaten accepteerde en wat hij eigenlijk helemaal niet zo erg vond. Zo had hij meer tijd voor andere dingen. Want vervelen deed hij zich zelden meer. Niet in de laatste plaats door toedoen van zijn geliefde. Hij had daarnaast intussen een nieuwe liefhebberij gevonden, namelijk het laten aanbrengen, op alle mogelijke delen van zijn lichaam, van zoveel mogelijk tatoeages en piercings. Ook begon hij met het aanleggen van verzamelingen, variërend van diverse soorten vleermuisvleugels tot haaientanden. Met van alles er tussenin, zoals slangenhuiden, en dan bij voorkeur van de meest giftige soorten, afgepulkte nagels, het liefst in alle kleuren van de regenboog, zo veel mogelijk van de elementen uit het periodiek systeem en van allerlei soorten insecten, zowel dode als levende.

    Eloise vond dit in het begin nog wel leuk, al vond ze het wel een beetje vreemd. Maar ja, ze hield nu eenmaal van hem, dus nam ze het maar op de koop toe. En last had ze er niet van, behalve dan van sommige piercings, zoals die waarmee hij zijn scrotum had laten optuigen. Maar ja, ook dat nam ze maar voor lief.

    In ieder geval bleef hij haar nu een tijdlang trouw. En keek hij zelfs nauwelijks meer naar andere vrouwen. En dansen deed hij alleen nog maar met Eloise. Hoewel deze daar niet echt een ster in was.

    Toch kroop het bloed waar het niet gaan kon. En heimelijk begon hij terug te verlangen naar zijn vroegere leventje. En begon hij de afwisseling te missen. Maar ja, hoe moest hij dat aanpakken. En hoe zou hij dat verborgen kunnen houden voor Eloise? Want als zij erachter zou komen had je de poppen aan het dansen. En ze had nog steeds haar vlijmscherpe nagels. En daar wilde hij liever niet nader kennis mee maken. Dan komt hij op een idee. En hij wordt lid van een bridgeclub. Daar zitten immers voornamelijk vrouwen op. Maar, en dat wist Eloise natuurlijk ook wel, bijna alleen maar hele saaie, lelijke en oervervelende vrouwen. Daar zou ze dus niks achter zoeken. Maar natuurlijk is hij alleen maar in naam lid van de club. En gaat hij er, na de kennismakingsavond, nooit meer naar toe. Hij vindt bridge bovendien een stomvervelend spelletje, dus waarom zou hij ook. En in plaats daarvan bezoekt hij weer zijn vertrouwde dansgelegenheden. Waar hij zich weer uitleeft zoals vanouds. En hij weer volop op jacht gaat.

    Op een gegeven moment wordt hij uitgenodigd voor een gemaskerd bal. Gehouden op het landgoed van een van zijn veroveringen, een rijke, maar wel enigszins excentrieke dame. Waaraan hij uiteraard met graagte meedoet en zich daartoe uitdost als Casanova. En dan natuurlijk vermomd. Het bal is een groot succes. En hij danst gedurende de hele avond met een hele serie vrouwen. Tot hij op een gegeven moment een partner treft die, hoewel ze niet zo heel goed blijkt te dansen, hem wel voortdurend in een stevige greep omknelt. Wat hij voor eventjes wel leuk vindt, maar wat hij dan wel genoeg vindt. Maar zij niet, dat was wel duidelijk. En de rest van de avond laat ze hem dan ook niet meer los.

    Dan gaan tenslotte de maskers af. En staart hij plotseling in het, nu bovendien niet erg vriendelijke, gezicht van Eloise. En maakt hij vervolgens, daarbij gadegeslagen door de veelal verbaasde, maar hier en daar toch ook wel geamuseerd toekijkende, overige gasten uitgebreid kennis met haar gevreesde en bovenal vlijmscherpe nagels.

    terug naar de inhoudsopgave

    https://www.youtube.com/watch?v=LKvdeJyvTKs

    3. Hoe zou het met ze gaan?

    Vroeger was het allemaal heel anders geweest. Veel leuker in ieder geval. Gezelliger. En gemakkelijker. Want ze hoefde er zelf eigenlijk nooit speciaal moeite voor te doen. De mensen kwamen als vanzelf op haar pad. En voor de rest ging het ook allemaal min of meer vanzelf. Ze had in die tijd dan ook heel veel vrienden. Zowel vrienden als vriendjes. En ook veel vriendinnen. Kortom, Emanuelle had een tijdlang een rijk sociaal leven. Ze kent dus heel veel mensen. Beter gezegd kende heel veel mensen. Want op een gegeven moment waren ze, de een na de ander, zomaar ineens uit haar leven verdwenen. Terwijl ze al die tijd gedacht had dat ze het zo leuk hadden met z’n allen. Daar had ze zich dus blijkbaar in vergist. Al had ze geen idee wat er nu precies mis was gegaan. Want op een of andere manier moest er wel iets mis zijn gegaan. Anders zouden ze haar toch niet zomaar in de steek hebben gelaten. Wel vraagt ze zich van tijd tot tijd af hoe het met ze zou gaan.

    Waarbij ze zich dan ook telkens weer afvraagt wat er nou toch gebeurd kan zijn. Ze hadden het toch leuk gehad met elkaar? Maar na verloop van tijd liet de een na de ander het afweten. Al had ze geen idee waarom. Terwijl het tot dan toe allemaal zo leuk en gezellig was geweest.

    Zo hadden ze immers een tijdlang veel dingen samengedaan en het naar hun zin gehad. Ze gingen bijvoorbeeld samen uit eten. Of ergens een borrel halen. Of allebei, dat kon ook. Samen naar de film… Ja gezellig. Met z’n allen naar een concert, ook allemaal heel leuk. Samen naar feestjes, verjaarspartijtjes, trouwpartijen. Vaak ook samen op vakantie. Allemaal helemaal geweldig. En ze had toen altijd gedacht dat ze vrienden voor het leven zouden zijn. Tot ze erachter kwam dat niet iedere vriendschap hetzelfde was. En dat veel zogenaamde vrienden of vriendinnen je alleen maar gebruikten, zolang je op een of andere manier van nut voor ze was. Ja, dat was toch eigenlijk wel jammer. Heel jammer.

    Haar vrienden en vriendinnen waren er, om zo te zeggen, altijd in diverse soorten en maten geweest. En wat dat betreft was ze ook niet kieskeurig. Er mochten wat haar betreft namelijk best vlekjes en oneffenheden aan ze zitten. Niemand is per slot volmaakt. Bovendien zou het maar een saaie bedoening zijn als iedereen gelijk was. En al helemaal als iedereen alleen maar braaf en oppassend was. Nee, er moest wel iets mee te beleven zijn. Vond Emanuelle tenminste.

    Zo was daar bijvoorbeeld Boris geweest. Deze hield van lekker eten en was ook niet vies van alcoholische lekkernijen. Bovendien kon hij goed dansen en had hij gevoel voor humor. Er viel dus best een avond mee door te brengen. Zolang je maar niet over politiek of iets anders ingewikkelds begon, want dan werd je al gauw helemaal suf geluld.

    En dan had je Sonia. Zij was wat je noemt een nymfomane. Oftewel een mannenverslindster. Die in het algemeen viel op types van bedenkelijk allooi. Waar ze dan meestal een kortstondige en meestal onbevredigende affaire mee had. Waarna hij weer werd afgedankt. En ze hongerig op zoek ging naar de volgende. Maar goed, ze was op zich niet ongezellig in de omgang. Wanneer ze niet had gesnoven tenminste.

    En dan was daar Caspar. Dat was echt een gokker. Hij was verslaafd aan allerhande gokspelletjes als roulette, baccarat en blackjack en ook was hij dol op krasloten en niet te vergeten de paardenrennen. Wel nam hij bij het gokken vaak grote risico’s. Zo had hij zelfs een keer een spelletje Russische roulette overleefd. Maar verder was hij doorgaans aangenaam gezelschap. Zolang hij tenminste niet een slok te veel op had.

    Ivana was een geval apart. Zij was kunstenares. Dat wil zeggen ze tekende en schilderde. Met krijt, houtskool en olieverf. En dat met redelijk succes. Want af en toe verkocht ze namelijk een tekening of schilderij. Ze was vergeten hoeveel het er inmiddels waren, maar in ieder geval meer dan Van Gogh in zijn hele leven had verkocht. Ze was dus een betere schilder dan Vincent van Gogh. Vond ze zelf tenminste. Ze kleedde zich vaak in iets te nauwe bloesjes en veel te strakke rokjes en ze liep het liefst op naaldhakken. En ze bleek telkens weer een onweerstaanbare aantrekkingskracht te hebben op mannen. Maar ze was meestal al heel snel uitgekeken op haar minnaars. En vroeg zich dan achteraf af wat ze er in vredesnaam in had gezien. Waarop ze nog snel even een portret van hem schilderde en dit vervolgens opborg in een donker hoekje van haar zolder. Waarna ze hem zo snel mogelijk probeerde te vergeten.

    En dan had je natuurlijk Melchior. Deze was een kleine crimineel. Die af en toe een kraak zette, heel handig was als zakkenroller en die ook van tijd tot tijd mensen probeerde over te halen om geld te steken in zeer dubieuze projecten, waarvan hij in ieder geval zelf wist dat het allemaal pure oplichterij was. Maar je kon wel met hem lachen. En hij kon altijd mooie verhalen vertellen over zijn praktijken. En haar had hij tot dusver, voor zover ze kon nagaan tenminste, nog nooit besodemieterd.

    Magdalena dan. Tja, een beetje een simpele ziel. Maar wel met een hartje van goud. Ze werkte in een snoepwinkeltje. Waar ze allerhande lekkers verkocht aan jong en oud. Zelf was ze ook een soort snoepwinkeltje. Vooral voor mannen, maar ze was ook niet vies van een vrouwtje op zijn tijd.

    Balthasar was een bloembollenkweker. Die tussen zijn bollen ook een flinke hoeveelheid hennepplanten liet groeien. Zodoende kon hij twee markten bedienen. Een legale en een wat minder legale.

    En dan was daar, niet te vergeten, Veronique. Zij was van beroep waarzegster. Dat ze uitoefende op kermissen, braderieën en andere gelegenheden waar dit van pas komt. Ze had hiertoe een grote glazen bol en ze hanteerde daarnaast met verve de tarotkaarten. Waarmee ze de mensen van alles en nog wat wijsmaakte. Alleen haar eigen lotgevallen wist ze zelden of nooit juist te voorspellen. Wat ze evenwel niet erg vond. De onvoorspelbaarheid van het leven maakte het immers alleen maar boeiender. Vond ze zelf in ieder geval.

    Kortom, met ieder van hen viel op de ene of de andere manier wel wat te beleven. En het moet gezegd dat ze haar eigenlijk nooit teleurstelden. En ze kon dan ook met iedereen prima overweg. En dat was ook wederzijds. Die indruk had ze tenminste. En ze amuseerde zich dan ook altijd kostelijk. Met wat dan ook. Met de een kon je lachen, met de ander gewoon gezellig naar een of andere voorstelling of uitvoering. Met weer een ander kon je lekker een eind wandelen. Ook waren er waarmee je gewoon lekker wat kon kletsen. En met sommige van hen, mannen of vrouwen, dat maakte haar niet uit, had ze van tijd tot tijd seks. Zonder verdere verplichtingen of wat dan ook. Het was allemaal vrijheid blijheid. Dus wat zou ze meer willen. Zij was er dan ook dik tevreden mee. Voor anderen lag dat echter wel eens anders. Die wilden dan op een of andere manier meer. Maar ja, dat kregen ze dan gewoon niet. Makkelijk zat. Maar ja, sommigen werden dan wel eens een beetje lastig. En dat vond ze natuurlijk minder leuk. En eigenlijk was het net of er na verloop van tijd altijd wel wat misging. Terwijl ze geen idee had waar dat aan zou kunnen liggen. Aan haar niet in ieder geval. Zij was namelijk overal even makkelijk in. En zij had nooit ergens een probleem mee. Niet met haar vrienden en vriendinnen in ieder geval. Met sommige andere mensen wel, maar daar had ze altijd wel een oplossing voor. Trouwens, als er iets met haar vrienden of vriendinnen was, iets dat ineens niet meer zo leuk was bijvoorbeeld, had ze daar ook altijd wel een oplossing voor. Dat wil zeggen, de problemen losten zich altijd als vanzelf op. Hoewel ze geen idee had hoe dat precies ging. Maar dat deed er natuurlijk verder ook niet toe. Zolang het probleem maar uit de wereld was. Dan was alles weer helemaal goed.

    Zo gaat ze dan bijvoorbeeld op een gegeven moment met een van hen wandelen. In het bos. Vanaf dat moment houden haar herinneringen dan plotseling op. Evenals haar bewustzijn. Dat laatste komt echter langzaam weer terug als ze, vaak pas veel later, eindelijk weer thuiskomt. Waar ze tot haar schrikt bemerkt dat haar handen bebloed zijn. Of dat ze een grote hoeveelheid modder aan haar schoenen blijkt te hebben. Of dat haar kleren gescheurd zijn. Wat er verder gebeurd zou kunnen zijn kan ze zich niet herinneren. Van haar vriend of vriendin hoort of ziet ze sindsdien nooit meer iets. Wat haar alleen maar bevestigt in haar overtuiging dat vriendschap kennelijk niets voorstelt. En misschien zelfs gewoon een illusie is. Het is even leuk en dan, opeens, hoeft het niet meer. Heeft ze zeker iets verkeerds gezegd of gedaan. En dan is het zoek het verder maar uit. Zo gaat het keer op keer. En ze heeft de moed wat dat betreft allang opgegeven. Ze leeft gewoon van dag tot dag. En ze ziet wel wie of wat er op haar pad komt. Het is gewoon leven en laten leven. En iedereen moet maar gewoon doen wat hij of zij lollig vindt. En verder bekijken ze het maar. Zij amuseert zich toch wel. Als het kan met anderen. En anders maar alleen. Zo is het nou eenmaal. Niets aan te doen. Zij kan er in ieder geval niets aan doen. Ze zou tenminste niet weten wat. En zo was het ook goed. Voor haar althans was het goed. Heel goed zelfs. Het kon eigenlijk niet beter.

    terug naar de inhoudsopgave

    https://www.youtube.com/watch?v=FDjXeWksP4w

    4. Plankenkoorts

    Een zangeres, Mona Lisa, bereidt zich voor op een optreden. Ze heeft er op zich erg veel zin in, maar voelt zich tegelijkertijd erg gespannen. Ze was een tijdje uit de roulatie geweest vanwege ziekte, en ze zou die avond dus haar rentree maken. Er was haar daarom veel aan gelegen dat alles goed zou gaan. Anders, dacht ze, zou ze een vervolg van haar carrière wel kunnen vergeten. Ze is een paar jaar redelijk succesvol geweest als zangeres. Oorspronkelijk had ze zich geworpen op het klassieke repertoire. Met vooral liederen van Mozart, Schubert en Beethoven. Vervolgens deed ze mee in een paar opera’s van Verdi. Ze wist echter niet echt naam te maken en probeerde het vervolgens maar met musicals. Dat ging een stuk beter. En ze wist daarmee ook een groter publiek te bereiken. Eindelijk wist ze dan toch enig succes te behalen. Zou alle moeite nu een keer beloond worden?

    Het succes had echter ook een keerzijde. Ze begon namelijk gemakzuchtig te worden. Die neiging had ze toch al enigszins, maar geleidelijk aan werd ze steeds luier. En het kostte haar steeds meer moeite zich ertoe te zetten om te studeren en te repeteren. Het zou eigenlijk vanzelf moeten gaan. Vond ze. Ze had immers talent. Wat heet talent, ze was gewoon een fantastische zangeres. Eentje van wereldklasse. Dus waarom moest ze zich dan toch telkens weer zo inspannen. Melodieën kan ze makkelijk genoeg onthouden, maar met teksten heeft ze meer moeite. Omdat ze weet dat het publiek daar meestal toch weinig van verstaat weet ze zich er altijd wel weer uit te redden, ook als ze een deel van de tekst even kwijt is. Ze zingt dan gewoon iets onverstaanbaars en doet verder of er niets aan hand is.

    Iets anders is dat ze voorafgaand aan een optreden altijd bloednerveus is. Maar als ze eenmaal op de planken staat is dat meestal snel voorbij. Nou ja, misschien hoorde dat er wel gewoon bij. En moest ze daar maar mee leren leven. Ze was per slot een diva. Vond ze zelf in ieder geval. En dat beetje stress moest ze dan maar op de koop toe nemen. Zolang het publiek er maar niets van merkte. En ze haar maar zouden bewonderen en toejuichen.

    Op zich wil ze graag optreden, alleen zou ze zich liever van tevoren wat minder druk maken. Maar ja, hoe doe je dat. Goeie vraag. Waar ze eigenlijk geen goed antwoord op heeft. En misschien is het vooral de vraag wat het zwaarste weegt. Tot nu toe wint haar behoefte om voor publiek te zingen het van haar zenuwen. En na afloop is ze altijd blij dat ze het toch maar weer heeft gedaan. Waarbij ze bovendien het gevoel heeft zichzelf weer eens te hebben overwonnen. Maar het kost elke keer wel moeite. En dat moet ze er elke keer toch maar weer voor over hebben.

    Op een gegeven moment was ze plotseling ziek geworden. Waarschijnlijk een flinke griep. In ieder geval had ze een tijdlang hoge koorts en bracht ze hele dagen alleen maar in bed door. En voelde ze zich moe, heel erg moe. Om niet te zeggen uitgeput. Wel had ze nu de tijd om eens rustig na te denken over wat ze nu eigenlijk verder wilde. Met haar leven en in het bijzonder met haar zangcarrière. Was al die moeite het wel waard. Vroeg ze zich af. Het was allemaal leuk en aardig, maar het ging allemaal niet bepaald vanzelf. Dat was in ieder geval iets dat haar wel duidelijk geworden was.

    Als ze weer goed en wel beter is blijkt dat haar vaste begeleider een optreden geregeld heeft in het plaatselijke buurtcentrum. Waar ze een try-out zouden kunnen geven van hun nieuwe programma. Dat voornamelijk bestaat uit Nederlandstalige liedjes. Vooral covers van bekende songs uit binnen- en buitenland. En waar nodig vertaald naar het Nederlands. De nummers kent ze gelukkig allemaal in hun originele versie. En de meeste had ze al eens eerder gezongen. Tot zover dus niets aan de hand. En ze speelde als het ware een thuiswedstrijd. Kortom, geen vuiltje aan de lucht, zou je denken. Nu alleen haar zenuwen onder controle zien te houden.

    Ze gaat dan ook ijverig, voor haar doen dan, aan het repeteren. Alle liedjes die ze ten gehore zal gaan brengen neemt ze een paar keer door. Wat dat betreft wilde ze niets aan het toeval overlaten. Want er zouden vast ook weer recensenten van de diverse bladen in de zaal zitten. Die haar met Argusogen, Argusoren dus eigenlijk, maar ze wist niet zeker of dat woord bestond, zouden volgen. En hun oordeel zou hard, maar, dat nam ze tenminste maar aan, rechtvaardig zijn. Dus alles moest goed gaan. Die lui konden je immers maken en breken. En ze wist uit ervaring hoe onbarmhartig ze daarin konden zijn. En één fout, hoe klein ook, kon fataal zijn. En dan kon ze het voor de rest wel vergeten. Dat mocht haar dus niet overkomen. Ze neemt nu ruim de tijd om zich zo mooi mogelijk op te maken. Een diva moest er immers wel als een diva uitzien. Dat verwachtte het publiek ook van haar. Dacht ze zelf in ieder geval. En ook al was ze sowieso al een schoonheid, het kon altijd beter. En mooier.

    De middag voor het optreden is ze op van de zenuwen. Ze probeert zichzelf te kalmeren en moed in te spreken, maar dat wil niet erg lukken. Ze snapt het niet. Zo nerveus was ze nog nooit eerder geweest voor een optreden. Wat is er dan nu anders dan anders. Behalve dan dat ze er een tijdje uit is geweest. Als ze in de spiegel kijkt ziet ze dat ze wallen onder haar ogen heeft. Ongetwijfeld een gevolg van haar ziekte. Met make-up probeert ze deze zo goed mogelijk te camoufleren. Het publiek zou haar er niet op aankijken, maar de critici waren ook op dit punt genadeloos, wist ze.

    Eerst nam ze nu de melodietjes nog een keer door. Die waren niet moeilijk te onthouden, dus dat ging allemaal wel. Bovendien had ze een goede begeleider, waar ze altijd veel steun aan had. Dus dat zou wel lukken. Maar ja, de teksten. Daar had ze gewoonlijk meer moeite mee. Zodat ze deze met extra veel aandacht nog maar eens een paar maal doorneemt. Gelukkig zat er een goed ritme in. En de meeste zinnen rijmden ook op elkaar. Dat gaf ook altijd wel houvast. Was ze maar wat minder nerveus. Maar ja, dat was nou eenmaal niet anders. En na afloop, als alles tenminste goed was gegaan, voelde ze zich altijd weer helemaal goed. Opgelucht, maar vooral ook tevreden. En het applaus werkte ook altijd heel bevrijdend. Ach, ze moest zich gewoon niet zoveel zorgen maken. Het zou allemaal wel goed gaan. Dat hoopte ze tenminste maar.

    Het begin van haar optreden gaat inderdaad goed. En op het eerste lied dat ze ten gehore brengt wordt enthousiast gereageerd. Wat haar zenuwen meteen al een heel stuk tot bedaren brengt. Halverwege het tweede lied is ze echter plotseling haar tekst kwijt. Zomaar ineens. Terwijl ze toch zo goed had gerepeteerd. Vond ze zelf tenminste. Ze herstelt zich gelukkig snel. Ze begint het lied gewoon van voren af aan en dan gaat het verder in een keer goed. Ook de rest van het programma verloopt zonder verdere haperingen. En ze krijgt dan ook van het publiek een daverend applaus. Dat is in ieder geval een hele opluchting.

    Toch heeft ze er daarna genoeg van. Dit optreden was dan wel niet echt mislukt, maar achteraf is ze er toch niet tevreden over. En in de toekomst zou het zomaar kunnen gebeuren dat ze opnieuw haar tekst kwijtraakte. Nee, nee, zo kon ze niet langer doorgaan. Het was mooi geweest. Voor een tijdje. Maar dit bracht ze gewoon niet langer op. Ze zou wel gaan lesgeven op de plaatselijke muziekschool. Ze had per slot een onderwijsbevoegdheid. En ze kon goed met kinderen en jonge mensen omgaan. Dus dat zou allemaal wel lukken. Hoopte ze althans. En ze bleef natuurlijk gewoon een vedette. Een zangeres van wereldklasse. Een toptalent. Maar hoe ze ook probeerde zichzelf hiervan te overtuigen, het feit lag er gewoon. Haar zangcarrière was voorbij.

    terug naar de inhoudsopgave

    https://www.youtube.com/watch?v=0tVFvJcyhzg

    5. Weten wat je wil

    Jean-Jacques is een man van tweeëndertig. Hij heeft een goede baan als beleggingsadviseur bij een bank, met een zeer riant salaris. Hij woont in een mooi groot huis met rondom een tuin. Voor het huishouden heeft hij een huishoudster in dienst en voor het onderhoud van de tuin laat hij geregeld een tuinman komen. Boodschappen laat hij thuisbezorgen en zijn huishoudster is ook een goede kokkin. Kortom, op materieel gebied had hij niets te klagen. En dat deed hij dan ook niet. Eigenlijk zou hij dus een tevreden en gelukkig mens moeten zijn.

    Op het gebied van de liefde evenwel wilde het maar niet lukken. Weliswaar ging hij geregeld uit met een keur aan leuke vrouwen en had hij van tijd tot tijd affaires, maar de ware had hij nog altijd niet gevonden. Wat hiertoe misschien bijdroeg was dat hij eigenlijk niet goed wist wat hij wilde. Telkens als hij iets had met een vrouw sloeg binnen de kortste keren de twijfel toe. Jawel, twijfelen kon hij als geen ander.

    Voor zijn werk was dat een voordeel. Hoewel, misschien ook wel een nadeel. Nou ja, wie zal het zeggen. Zelf kan hij er goed mee leven. En in ieder geval goed van leven.

    ‘Wat leuk dat ik u aan de telefoon heb. Kopen of verkopen? Wat u zegt. Niet tegelijk. Het is het een of het ander. En de koersen kunnen stijgen en de koersen kunnen dalen. Niet tegelijk.’

    En zo debiteert hij de ene wijsheid na de andere. Nou ja, wijsheid. Want zoals inmiddels wel algemeen bekend zal zijn, een adviseur is iemand die het ook niet weet.

    ‘Wat belangrijk is, is timing. Niet te vroeg, maar zeker ook niet te laat. Wat zegt u? Wat dan het goede moment is? Wel, het goede moment om te kopen is vlak voordat de koers gaat stijgen. En het goede moment om te verkopen is vlak voordat de koers gaat dalen. Hoe je dat te weten komt? Bijvoorbeeld door het nieuws te volgen. Of door een adviseur te raadplegen. Of door gewoon op uw gevoel af te gaan. En dat laatste zou ik u in dit geval willen adviseren. Ja? Geen dank. Graag gedaan. En nog een prettige dag.’

    Kortom, hij was een kei in zijn vak. Maar ja, de liefde. Dat was een heel ander verhaal.

    Zo had hij eens een afspraak met Brigitte, een vrouw van achtentwintig. En het bleek al gauw dat ze verliefd op hem was. Maar was hij dat ook op haar? Kon zijn. Maar kon ook niet zijn. Hij wist het gewoon niet. Hoe kwam hij daar nou achter.

    Misschien moest hij zichzelf vragen stellen. En dan maar eens zien of hij daar antwoorden bij kon bedenken. Hoe zat het bijvoorbeeld met haar kredietwaardigheid. Zou hij haar een hypotheek verstrekken? Nou, misschien wel. Maar misschien ook niet. Ze zat wat dat betreft een beetje in de middencategorie. Niet onbemiddeld, maar niet veel meer dan dat. Hm, lastig. En als hij met haar zou trouwen, zou dat dan in gemeenschap van goederen zijn? Of toch maar liever op huwelijkse voorwaarden? Ook weer zo’n lastige vraag. Hij neigde aan de ene kant naar huwelijkse voorwaarden. Maar aan de andere kant hield dat natuurlijk ook een soort wantrouwen in. Weer zoiets dus van enerzijds anderzijds. Allemaal niet zo eenvoudig dus. En zou hij haar adviseren om aandelen te kopen? Of kon ze maar beter een gewone spaarrekening openen? Dat had allemaal ook weer enerzijds zijn voordelen en anderzijds zijn nadelen.

    ‘Waar zit je allemaal aan te denken?’ vraagt ze.

    ‘Oh, niks speciaals,’ zegt hij, ‘of, nou ja, eigenlijk zat ik aan jou te denken.’

    ‘Ik zit anders gewoon hier, hoor,’ zegt ze, op enigszins verbaasde toon.

    Met Brigitte werd het uiteindelijk niets. Nou ja, gelukkig waren er meer vrouwen op de wereld.

    Maar vrouwen waren niet het enige waar hij zijn twijfels bij had. Wat wilde hij bijvoorbeeld met de rest van zijn leven? En wat wilde hij als hij eenmaal goed en wel dood zou zijn? Wilde hij dan begraven worden? Of wilde hij liever gecremeerd worden? En wie zou dat betalen? Want aan allebei hing natuurlijk wel een prijskaartje. Maar ach, dat was dan natuurlijk zijn zorg niet meer. Maar hij moest dat wel van tevoren bedenken. Anders zou hij straks aan de heidenen zijn overgeleverd. Of waren het de Turken? Hopelijk dat niet. Want dan was hij helemaal in de aap gelogeerd. In ieder geval zou het dan te laat zijn. Wat moest een mens toch aan veel dingen denken in zijn leven. Misschien moest hij een boekhouder in dienst nemen. Die dat allemaal voor hem kon bijhouden. Of kon hij daarvoor beter een notaris nemen? Alweer zo’n vraag waar hij zo gauw geen antwoord op had.

    Inmiddels was het bijna etenstijd. Zijn huishoudster, de bedrijvige Martha, zou zo meteen op de stoep staan. Dus moest hij bedenken wat hij zou willen eten. Spruitjes misschien? Nee, die had hij vorige week ook al gehad. Misschien iets met bonen. Maar ja, wat voor bonen dan. Bruine bonen? Of witte bonen? Allebei kon natuurlijk ook. Ja, laat hij dat maar doen. En daarbij dan een lekkere bal gehakt. Of liever een biefstukje? Allebei kon natuurlijk ook. Dan hoefde hij niet te kiezen. Wat het leven weer wat makkelijker maakte.

    Hij staart een tijdje gedachteloos naar buiten. En kijkt uit over zijn tuin, die er ook nu weer prachtig bijstaat. Wat wordt die toch goed verzorgd. Zelf wordt hij ook goed verzorgd. En daar had hij bovendien zelf voor gezorgd. Ja, wat dat betreft had hij zijn zaakjes aardig voor elkaar.

    Dan krijgt hij plotseling een idee. Een lumineus idee. Vindt hij zelf tenminste. Waarom zou hij haar niet ten huwelijk vragen? Hij was wel niet verliefd op haar, maar het zou zijn leven wel een stuk simpeler maken.

    Nadat Martha was gearriveerd maakte hij zijn wensen voor wat betreft het eten bekend en ging ze aan de slag. Hij volgde nu met meer belangstelling dan gewoonlijk haar doen en laten. Zou zij het dan misschien gaan worden? Hij kon het zich nog niet goed voorstellen. Hij moest haar natuurlijk eerst vragen. En dan moest ze nog maar ja zeggen. Maar waarom zou ze dat niet doen. Ze kon het per slot slechter treffen. Niet dan? Ja toch?

    Hoe meer hij naar haar keek en hoe meer hij erover nadacht, des te meer raakte hij ervan overtuigd dat zij de vrouw was waarmee hij de rest van zijn leven wilde delen. En voor de eerste keer in zijn leven, voor zover hij zich kon herinneren, wist hij nu eindelijk eens iets zeker. Jawel, geen twijfel mogelijk. Zij was het gewoon. Alleen, ja, hoe pakte hij het nu verder aan? Dit had hij nog nooit eerder bij de hand gehad. Op dit gebied had hij dus ook geen enkele ervaring. En niemand had het hem ooit verteld. Hij was dus op zichzelf aangewezen. En hij zou moeten improviseren. Wat hij al helemaal niet gewend was. Wat moest hij nou. Voor anderen wist hij het altijd wel. Hij was immers niet voor niets adviseur. Maar nu moest hij als het ware zichzelf adviseren. Over iets waar hij totaal geen verstand van had. Of zou hij gewoon op zijn gevoel moeten afgaan? Dat deed hij anders eigenlijk nooit. En hij wist ook niet goed hoe je dat deed. Op je gevoel afgaan. Misschien moest hij gewoon de stoute schoenen aantrekken. De koe bij de horens vatten. Gewoon de knuppel in het hoenderhok gooien. En dan maar zien hoe het balletje rolt.

    Na veel aarzeling vraagt hij ten slotte of ze met hem wil trouwen. Wat haar even in verlegenheid brengt. Nu is het haar beurt om te aarzelen. Ze haalt een keer diep adem en zegt dan dat ze zich zeer vereerd voelt. Maar dat ze toch nee moet zeggen. Ze heeft namelijk al een vriendin...

    terug naar de inhoudsopgave

    https://www.youtube.com/watch?v=fwjX-m4LkYk

    6. Als de dag van toen

    Hij herinnerde het zich nog goed. Die ochtend vroeg liep zijn vader via zijn slaapkamer naar de badkamer en

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1