Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Onze liefde, ons pad: Waanzinnig verliefd-serie, #3
Onze liefde, ons pad: Waanzinnig verliefd-serie, #3
Onze liefde, ons pad: Waanzinnig verliefd-serie, #3
Ebook301 pages3 hours

Onze liefde, ons pad: Waanzinnig verliefd-serie, #3

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Nadat Aurora noodgedwongen aan Krister, Olof en Ylva heeft laten zien hoezeer ze met haar situatie worstelt, weet ze dat het tijd is om haar verhaal te vertellen. Ze weet ook dat het gesprek met Krister – met wie ze op papier nog steeds getrouwd is – het ergste uit haar leven zal worden.

 

Een dag later ziet ze zijn wereld inderdaad opnieuw instorten wanneer ze hem eindelijk laat weten waarom ze uit elkaar zijn. Kan hun liefde gered worden of is de pijn te groot? Al eerder heeft Krister een kronkelig pad bewandeld om Aurora voor zich te winnen. Kan hij dat een tweede keer opbrengen?

LanguageNederlands
Release dateJan 20, 2023
ISBN9798215310977
Onze liefde, ons pad: Waanzinnig verliefd-serie, #3

Related to Onze liefde, ons pad

Titles in the series (3)

View More

Related ebooks

Related articles

Reviews for Onze liefde, ons pad

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Onze liefde, ons pad - Lyse Du Champ

    Aan L. en alle andere survivors. In de hoop dat ik recht heb gedaan aan jullie verhalen. ♥

    Hoofdstuk 1 – Aurora

    Mei 1978

    Het was al twee keer groen geweest, maar Aurora stond nog steeds voor het stoplicht bij de splitsing. Als ze naar links zou gaan, kwam ze uit bij haar eigen huis, als ze naar rechts zou gaan, bij haar oude huis, waar Krister nog steeds woonde. 

    Hij was hoogstwaarschijnlijk thuis. Dat kon bijna niet missen.

    Olof en Ylva hadden een bruiloft en niemand zou naar de studio gaan. Krister hoefde dus nergens heen. De avond ervoor, vlak voor hij wegging, had hij haar bovendien nog laten weten dat hij beschikbaar was als dat nodig zou zijn. 

    In de loop van de avond en de nacht was ze echter redelijk opgeknapt en dus had ze Felix en Elin de volgende ochtend zelf naar de opvang gebracht. Ze was doorgereden naar haar afspraak met Susannah en nu zat ze in de auto af te wegen wat ze ging doen. Het was gelukkig een ontzettend rustig punt. Je had er eigenlijk alleen iets te zoeken als je er woonde. Ongelukkigerwijs kwam er nu iemand aan die daar een huis had en toen het licht op oranje sprong, gaf ze aan dat ze linksaf zou slaan, maar op het laatste moment ging ze toch naar rechts. Degene achter haar toeterde en ze hoopte maar dat ze niet herkend werd als diegene haar dadelijk eventueel zou inhalen.

    Langzaam reed ze over de weg naar het huis dat ze zo’n twee jaar geleden met Krister had gekocht. Het was een prachtige villa. Niet overdreven groot, maar hij lag fantastisch. Ze hadden een mooie tuin en een steigertje waar Krister zijn boot had. Dolblij waren ze geweest toen de makelaar belde om te zeggen dat de koop zou doorgaan. 

    Ze reed langzaam de oprit op en zag dat de grote houten hekken open waren. Kristers auto stond geparkeerd op de gebruikelijke plek. Ze twijfelde. Nu kon ze nog terug... 

    Of zag ze hem kijken door het keukenraam? 

    Ja, hij had haar gezien en hij zwaaide. 

    Ze parkeerde haar auto achter die van Krister en stapte zuchtend uit.

    ‘Hé, hoi,’ zei hij, toen hij door de voordeur naar buiten kwam. ‘Hoe gaat het? Ben je een beetje bijgekomen?’

    ‘Mwah, ach,’ zei ze, terwijl ze naar hem toeliep, ‘voor zover dat sowieso lukt...’ 

    ‘Ja, daar zeg je wat.’

    Even stonden ze stil tegenover elkaar. Ze voelde zich verloren en zag vreselijk op tegen wat er ging komen. Het gesprek dat ze zouden hebben, als Krister tijd had, zou een van de ergste uit haar leven worden. 

    ‘Waar kom je voor?’ vroeg hij. ‘Is er iets? Of kom je zomaar?’

    ‘Er is iets...’ antwoordde ze.

    Hij keek haar aan met een ernstige blik. ‘Iets ergs? Iets met de kinderen?’ 

    Snel schudde ze haar hoofd. ‘Nee, nee, geen zorgen. Gelukkig!’ zei ze. ‘Nee, er is iets met mij en dat weet je natuurlijk al, maar ik hoop dat je tijd hebt, want het is een lang verhaal. Ik weet dat ik met de deur in huis kom vallen en als je iets anders te doen hebt, begrijp ik dat volkomen.’

    Ze zag de verbazing op zijn gezicht. Maandenlang had hij er bij haar op aangedrongen dat ze zou zeggen wat er aan de hand was en nu ineens, zonder enige vorm van aankondiging, stond ze voor zijn deur met de mededeling dat ze kwam vertellen wat er was gebeurd.

    ‘Eh, oh,’ zei hij. ‘Nee, ik ben blij dat je er bent. Kom binnen. Dat praat makkelijker!’

    Ze knikte en stapte naar binnen. Eigenlijk praatte het binnen juist moeilijker, maar buiten was het te koud voor een lang gesprek, dus ze had geen keus.

    Stil liep ze achter hem aan, naar de keuken waar ze maandenlang geen stap in had gezet. Er was niets veranderd in die tijd, zag ze. De vier babyfoto’s, een van ieder gezinslid, hingen nog op dezelfde plek en het blankhouten aanrechtblad, waar zij destijds als een blok voor was gevallen, vond ze nog steeds even mooi. 

    ‘Wil je koffie?’ vroeg hij.

    ‘Nee, dank je, liever water...’ zei ze, terwijl ze enigszins weifelend aan de keukentafel ging zitten die ze toentertijd samen voor hun nieuwe huis hadden gekocht.

    Krister zette twee glazen water neer en ging tegenover haar zitten. Hij keek haar vragend aan en zij had geen idee meer hoe ze moest beginnen. Samen met Susannah had ze doorgenomen wat ze wilde zeggen. Wel duizend keer had ze in haar hoofd de beginzin geoefend, maar nu ze voor hem zat, voelde het allemaal honderd procent anders. Hoewel ze moeiteloos dertig songteksten kon oplepelen op een podium, wist ze nu het eerste woord van haar ingestudeerde zin niet meer en daardoor het tweede en derde ook niet. 

    Ondertussen zat Krister duidelijk te wachten tot ze iets ging zeggen.

    ‘Ik eh,’ begon ze, ‘ik weet niet waar ik moet beginnen... Ik had eerst een zin in mijn hoofd, maar die ben ik vergeten en nu weet ik het niet meer.’

    Hij schoof een beetje op zijn stoel. ‘Ik zou je graag helpen, Aurora, maar ik weet niet zo goed hoe,’ antwoordde hij.

    Hoorde ze een zekere irritatie in zijn stem? Ongeduld misschien? Ze had hem eeuwen laten wachten op dit gesprek. Niet expres, maar toch. Was hij allang doorgegaan met zijn leven en maakte het hem niet echt meer uit wat ze ging zeggen?

    Zenuwachtig wreef ze met haar handen over haar broek en ze schraapte haar keel. ‘Ik heb altijd heel veel van je gehouden, Krister,’ zei ze toen maar, omdat het waar was en omdat ze ergens moest beginnen.

    ‘Idem,’ zei hij kort.

    Hij was gespannen; ze zag het aan zijn houding. Zijn blik was gefocust, hij zat op de rand van zijn stoel, zijn mond strak dicht.

    ‘Het lag niet aan de liefde tussen jou en mij...’ herhaalde ze zichzelf min of meer.

    ‘Maar je hebt een ander en je wilt scheiden?’ vroeg hij, terwijl hij opstond en zijn handen door zijn haar haalde.

    Verbaasd keek ze op. ‘Hè?’ vroeg ze. ‘Nee, ik heb helemaal geen ander. Ik zou niet weten wie...’

    ‘Maar je wilt scheiden? Want dan kunnen we net zo goed direct een zooitje advocaten regelen en het fixen, toch?’

    Ze stond ook op. Het deed zeer om zijn pijn te zien. Het was niet moeilijk in te schatten waar zijn defensieve houding vandaan kwam. Ze had hem achtergelaten met een miljoen onbeantwoorde vragen en hij was ook door een hel gegaan, dat viel niet te ontkennen.

    Eigenlijk wilde ze haar hand op zijn schouder leggen, maar ze voelde aan alles dat dat op dit moment niet gewaardeerd werd. Dus wreef ze haar handen over elkaar en dacht ze na over een goede formulering. Ze moest doorpakken nu, anders hadden ze deze ellende over een tijdje opnieuw. ‘Krister, ik begrijp je vraag heel goed en ik denk dat mijn antwoord je enorm zal verbazen,’ zei ze, ‘want ik heb daar eigenlijk niet echt over nagedacht, over scheiden. Ik weet niet...’

    Hij keek haar aan, leunde tegen het aanrecht en deed zijn armen over elkaar. Ze zag de angst in zijn ogen.

    ‘Er is iets met me gebeurd,’ zei ze zachtjes, ‘en dat was zo’n enorme shock dat ik niet meer normaal kon functioneren. Het was zo erg dat ik alleen nog kon óverleven, in plaats van leven. En nu blijkt dat ik PTSS heb.’

    Nog steeds leunde hij tegen het aanrechtblad, maar hij haalde zijn armen van elkaar en legde zijn handen tegen de rand.

    ‘Dat betekent posttraumatisch stresssyndroom en dat kun je krijgen na een trauma,’ vervolgde ze, terwijl ze zich weer het een en ander kon herinneren van wat ze met Susannah had doorgenomen. ‘Het is vrij complex. Het bestaat uit een combinatie van dingen: herbeleving van het trauma, nachtmerries, het vermijden van de plek waar het gebeurd is of van de mensen die erbij betrokken waren. Soms kunnen mensen zich delen van het trauma niet herinneren. Dat geldt voor mij ook. Ik reageer ook heel lichamelijk. Ik ben continu gestrest, ik slaap heel slecht en doe bijna alles op de automatische piloot.’

    De blik in zijn ogen veranderde. Hij ging rechtop staan en haalde nogmaals zijn handen door zijn haar. ‘Kom, dan gaan we even zitten,’ zei hij, terwijl hij terugliep naar de tafel.

    Ze knikte, volgde hem en nam weer plaats tegenover hem. 

    ‘Wat je vertelt, klinkt heftig,’ zei hij. ‘Heb je dat trauma opgelopen door de geboorte van Elin? Heeft het met de bevalling te maken? Of kan dat niet?’

    ‘Alles kan, en het was echt heel klote, maar ik heb er geen trauma aan overgehouden. Ik had geen postnatale depressie en ik gebruik ook geen drugs. Ik snap dat iedereen zich dit afvraagt en dat iedereen gist en dingen suggereert, maar ik hoop dat je me wilt geloven als ik zeg dat ik...’ Haar stem stokte. Ze was zo bang voor deze zin. ‘Shit,’ zei ze, terwijl ze om zich heen keek of er ergens tissues of zakdoekjes lagen. 

    ‘Wacht,’ zei hij, terwijl hij opstond en naar de voorraadkast liep. Hij rommelde even en kwam toen terug met een paar servetjes. ‘Hier,’ zei hij en hij gaf haar er twee aan.

    ‘Dank je,’ zei ze met het zachte papier tegen haar ogen. Zonder op te kijken, begon ze opnieuw: ‘Ik hoop echt heel erg dat je me wilt geloven als ik zeg dat ik niet kón praten. Ik wílde wel, maar het gíng niet. Echt niet. En ik ben heel bang dat je me niet gelooft, want het spijt me allemaal zo. Ik had het zo graag anders gedaan. Ik weet dat ik je heel veel pijn heb gedaan.’ Even keek ze op. 

    Krister zat tegenover haar met zijn ellebogen op tafel en tranen in zijn ogen. ‘Ik denk wel dat ik je geloof,’ zei hij, ‘en ik wil je ook heel graag geloven. Als je zegt dat je getraumatiseerd bent, dan is er waarschijnlijk een goede reden voor dat je het niet kon vertellen.’

    Ze knikte en wreef in haar handen, die al enigszins klam aanvoelden. ‘Ja, er was helaas een goede reden voor. En het heeft me maanden gekost voordat ik sowieso kon toegeven, eerst aan mezelf en toen aan Susannah, dat het echt gebeurd was. Hier in huis...’

    Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Hier in huis? Wanneer?’

    ‘Toen jij voor die promotie in Amerika zat met Ylva en Olof.’ 

    ‘Ik wist het,’ zei hij, terwijl hij opveerde. ‘Ik wist het, vraag me niet waarom...’

    ‘Misschien omdat je me door en door kent?’ 

    Hij schoof op zijn stoel. ‘Ik voelde aan alles dat het misging in die week. Ineens klonk je anders aan de telefoon. Ik dacht dat we alles goed hadden geregeld met de verbouwing. Met John als aannemer, die de boel in gaten zou houden en die gasten zou aansturen, maar plotseling voelde alles verkeerd.’

    ‘Alles ging ook verkeerd. Maar dat was niet jouw schuld. Ook niet de mijne, trouwens, heb ik me door Susannah laten vertellen, maar zo voelde het wel...’ 

    ‘Wat is er gebeurd?’

    Haar handen begonnen onmiddellijk te trillen en haar hartslag schoot omhoog. Ze kreeg een droge mond en haar ademhaling versnelde. ‘Eh... ik weet niet zo goed...’ begon ze weifelend, ‘het was de eerste keer toen, dat het gebeurde. In die week.’ 

    ‘Dus hier in huis heeft iemand je op dat moment iets aangedaan?’ vroeg hij.

    Ze knikte en deed haar best rustig te blijven, terwijl haar hart zo heftig tekeerging, dat ze het bijna benauwd kreeg.

    ‘Iemand van die werklui?’

    Ze schudde haar hoofd en keek naar haar bevende handen. ‘Nee,’ fluisterde ze, met een stem die dik aanvoelde van de tranen, ‘het was...’

    ‘John! Was het John?’ riep Krister uit, terwijl hij bruusk zijn stoel achteruitschoof en opstond. ‘Dat meen je niet!’

    Haar keel werd dichtgeknepen en even later werd haar lichaam in tweeën gescheurd, van beneden naar boven. De pijn was onmenselijk. 

    ‘Uitdagende bitch die je bent!’

    Ze voelde een hand op haar schouder, stond met een ruk op en zag toen dat het Krister was. Hij keek haar met grote ogen aan. ‘Gaat het?’ vroeg hij. ‘Je was even helemaal in gedachten.’

    Langzaam ademde ze in en weer zachtjes uit. Ze duwde haar handpalmen tegen haar ogen, alsof ze zo de beelden kon wegwrijven. ‘Ja, het gaat wel,’ zei ze. ‘Dat gebeurt af en toe. Dan denk ik ergens aan terug.’

    Ze ging weer zitten, zette haar ellebogen op tafel en vlocht haar vingers ineen. Krister aaide zachtjes over haar schouder, een gebaar dat ze uit duizenden zou herkennen.

    ‘Oh, werkelijk,’ zei ze. 

    ‘Neem een slokje water,’ zei hij, terwijl hij naar voren boog en haar het glas aangaf. ‘Ik snap dat dat geen oplossing is, maar... maar ja... ik weet het ook niet eigenlijk.’

    Ze pakte het glas aan, legde haar handen eromheen en nam een slok. Naast haar pakte Krister een stoel. Hij schoof hem in één beweging naast de hare en ging erop zitten. ‘Wil je naar huis of wil je nog doorpraten?’ vroeg hij zachtjes.

    ‘Ik wil pas naar huis als ik je min of meer heb verteld wat er gebeurd is. Anders moeten we dit nóg een keer doen.’

    ‘Helpt het je als ik vragen stel?’ vroeg hij.

    ‘Dat maakt het makkelijker, ja. Dat is iets minder belastend.’ 

    ‘Oké, dan zal ik dat doen.’

    Hij schraapte zijn keel. ‘Klopt het dat John degene is die jou dit heeft aangedaan?’

    ‘Ja,’ antwoordde ze, terwijl ze haar handen over elkaar op tafel legde.

    ‘Werd je daarom gisteren plotseling ziek, toen je die foto’s zag?’

    ‘Ja, dat was een enorme trigger. De afgelopen maanden heb ik sowieso ontzettend vaak gespuugd. En dan achter elkaar, net als gisteren. De ene golf na de andere. Het is een lichamelijke reactie op wat er gebeurd is. Ik weet niet precies waarom ik op deze manier reageer. Misschien is het oprechte walging, ik weet het niet.’

    Ze keek even op toen ze voelde dat hij zijn hand over haar handen legde. De bovenste nam hij in de zijne. Zachtjes streelde hij erover met zijn duim. ‘Wat heeft hij gedaan? Heeft hij je geslagen?’ 

    ‘Nauwelijks...’ fluisterde ze.

    ‘Wat dan? Heeft hij aan je gezeten?’

    ‘Ja, hij heeft aan me gezeten, al is dat zwak uitgedrukt.’

    Aan alles voelde ze dat hij haar blik zocht, maar ze kon hem niet aankijken. Ze wist welke vraag hij ging stellen en ze wist dat zijn hart zou breken door het antwoord.

    ‘Dus hij heeft je...’

    ‘Ja.’

    ‘Nee!’ riep hij met wanhoop in zijn stem. ‘Heeft hij je verkracht?’

    ‘Ja.’

    Hij vloog op. ‘What the fuck, verdomme! Ik maak hem fucking af!’

    De frustratie in zijn stem sneed door haar heen. Hij liep een paar passen door de keuken, vertwijfeld, en keek haar vervolgens aan met een verbijsterde blik. Ze stond op en liep naar hem toe. Zijn reactie was precies zoals ze die zich van tevoren had voorgesteld en ze wist, van Susannah, dat ook dít haar schuld niet was en dat ze hem niet hoefde te sussen. 

    ‘Iedereen heeft recht op pijn, Aurora,’ zei ze altijd, ‘en iemand proberen te troosten kun je zien als iemand de mond snoeren. We zouden elkaar veel meer moeten laten huilen, maar dat vraagt veel, want het confronteert je met je eigen pijn.’ 

    En daar had Susannah inderdaad groot gelijk in. Zoals Krister hier stond, perplex, met tranen in zijn ogen, kwam snoeihard binnen. Ze legde haar hand op zijn schouder en wreef er kort overheen. 

    ‘En toen was de éérste keer, zei je? Hoe vaak is het gebeurd? Hoe vaak?’ 

    ‘Acht keer...’ mompelde ze, terwijl ze een aantal herinneringen probeerde weg te drukken. ‘Het duurde tot vlak voor kerst, toen het project hier klaar was en hij terugging naar Australië en ik zwanger bleek...’

    ‘Nee!’ riep hij uit, met zijn handen in de lucht. ‘Allemachtig, Aurora! In godsnaam!’

    Hij draaide zich om, leunde met zijn handen op het aanrecht en keek naar buiten. Ze ging naast hem staan. Toen ze haar hand nogmaals op zijn schouder legde en haar ogen dichtdeed, voelde ze de tranen als vanzelf over haar wangen lopen. 

    ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen,’ zei hij, terwijl hij haar hand greep. ‘Ik wil je alleen maar vasthouden. Mag ik je vasthouden?’

    Hoewel ze schrok van die vraag, knikte ze. Losjes legde ze haar armen om hem heen. Het voelde onwennig en ongemakkelijk en het verbaasde haar dat ze niet door de geluidsbarrière knalde van de stress, maar het ging.

    ‘Roortje,’ zei hij, toen hij haar vastpakte. ‘Ik had je zo graag willen beschermen. Het spijt me zo vreselijk dat dit gebeurd is. Ik begrijp het gewoon niet. Ik begrijp niet dat ik hem vertrouwd heb! Ik had die klootzak nooit in ons huis moeten laten. Nooit!’

    Ze schudde haar hoofd, vroeg zich af hoe ze weer los moest komen en boog naar achteren om hem aan te kijken. ‘We hebben die keuze samen gemaakt, Krister, om hem hier als aannemer aan de slag te laten gaan. Het was niet alleen jouw besluit,’ zei ze. ‘En het is zíjn schuld en zijn schuld alleen. Het feit dat hij het niet trok dat ik op het podium in strakke kleding loop en dans, dat hij er niet mee om kan gaan dat ik voor jou koos en niet voor hem en dat hij per dag voor duizend kroon aan drugs gebruikte, is allemaal zíjn schuld.’

    ‘Drugs?’ vroeg hij, terwijl hij een stap naar achteren zette en haar – tot haar grote opluchting – losliet. ‘Sinds wanneer?’ 

    Ze zette ook een stap naar achteren. ‘Dat weet ik niet, maar op de vierde dag dat jij weg was, betrapte ik hem erop dat hij hier, in de keuken, coke stond te snuiven. Ik werd des duivels, ook vanwege de kinderen, en ik zei dat hij moest wegwezen en niet meer terug hoefde te komen,’ legde ze uit.

    Krister keek haar aan, hoofdschuddend en met grote ogen.

    ‘Hij werd woest, want het geld dat wij hem voor die klus betaalden, had hij nodig om die troep te betalen en hij wilde dus terug naar Australië. We begonnen te bekvechten en hij was onder invloed. De werkers waren al weg en Felix speelde bij Bengt en Stina. Er ontstond laaiende ruzie. Ik zei dat ik jou zou inlichten en dat ik dat spul niet in mijn huis wilde en hij werd zo verschrikkelijk kwaad dat hij wilde uithalen, maar toen begreep hij dat dat zichtbaar is... Als je iemand een blauw oog slaat, zie je dat natuurlijk. Dus toen pakte hij een handdoek, daar, zo een,’ zei ze, terwijl ze naar de keukendoeken wees, ‘en die legde hij om mijn keel. Hij probeerde me te wurgen, maar vervolgens... daarna... kleedde hij me uit en... ’

    Voor haar kneep Krister zijn ogen dicht, in afkeer en ongemak. ‘Oh mijn God! Oh, man!’

    Hij legde zijn handen op haar schouders en trok haar voorzichtig een stukje naar zich toe. ‘En de rest van de keren? Ook hier in de keuken?’ 

    Ze schudde haar hoofd en vroeg zich af of het raar was als ze weer een stap naar achteren zou zetten. ‘Nee, dat was één keer. Het risico dat iemand je hier ziet, is natuurlijk groot, dus daarna zocht hij een andere plek. Het gebeurde nog twee keer in de hal en vijf keer in onze slaapkamer,’ antwoordde ze, terwijl haar lichaam weer begon te trillen.

    ‘In ons bed?’

    ‘Ja, sorry...’ fluisterde ze, terwijl ze twee passen achteruitzette.

    ‘Ik wil dat je tegen me praat zoals je tegen hem praat, Aurora! Praat tegen me.’

    ‘Ik zeg nooit wat tegen Krister op zulke momenten.’

    ‘Bullshit! Ik heb jullie zelf gehoord, dus lieg niet tegen me. Oh, niet stoppen, niet stoppen! Zeg het!’

    ‘Niet stoppen, niet stoppen.’

    ‘Overtuigender, bitch! Je kunt toch zo goed acteren? Geil me op, verdomme!’ 

    Hij ramde zich opnieuw naar binnen en ze wenste dat ze dood was.

    Ze voelde hoe de misselijkheid met een raketvaart omhoogkwam. Haar hart klopte in haar keel en ze kreeg het bloedheet.

    ‘Wat een schaamteloze, grenzeloze klootzak!’ hoorde ze Krister op de achtergrond zeggen. ‘Ongelooflijk. Man, wat wil ik 'm graag op z'n bek slaan! Ik zou 'm tot moes willen tráppen, gewoon.’ 

    ‘Ja,’ zei ze, terwijl ze steun zocht tegen het aanrecht. Ze slikte een paar keer en probeerde te kalmeren. 

    Hij merkte het en draaide zich naar haar toe. ‘Gaat het?’ vroeg hij.

    Ze schudde haar hoofd en voelde hoe haar maag werd samengeknepen. In een ruk duwde ze zijn arm weg. ‘Nee, ik moet...’ Snel draaide zich om tot ze met haar hoofd boven de gootsteen stond. Ze kokhalsde, maar er kwam niets. Ademen, ze moest ademen, dat was het enige dat hielp. Vier tellen in, zes uit en dat duizend keer. Ze trilde en voelde hoe haar klamme handen weggleden op het aanrechtblad.

    ‘Kan ik iets voor je doen?’ vroeg Krister achter haar, terwijl hij zijn hand op haar rug legde.

    Ze schudde haar hoofd opnieuw. Hij streek even kort tussen haar schouderbladen en haalde zijn hand toen weg. ‘Wil je water?’

    ‘Ja, en je hand daar,’ antwoordde ze onwillekeurig.

    ‘Waar? Hier?’ vroeg hij, terwijl hij zijn hand teruglegde en haar zachtjes aaide.

    Ze knikte en stond versteld van haar eigen antwoord. Haar lichaam had bijna zelfstandig aangegeven wat het nodig had en dat bleek een aanraking te zijn van iemand voor wie ze tegenwoordig eigenlijk bang was. 

    Terwijl ze daar zo stonden en hij zijn best deed haar te kalmeren, dacht ze drie keer dat het alsnog fout zou gaan. Maar door zijn zachte, bijna ritmische strijkbewegingen op haar rug en schouders, kon ze steeds net op tijd herstellen. 

    ‘Hé, stil maar,’ zei hij zachtjes. ‘Shhh.’

    Op de een of andere manier hielp het haar en werd ze langzaam weer wat rustiger. 

    Na een tijdje kon ze weer rechtop staan. Ze pakte het glas water dat hij naast haar had gezet. 

    ‘Wil je naar huis?’ vroeg hij opnieuw.

    ‘Nee.’

    ‘Wil je dat ik vragen stel?’

    ‘Ja, doe maar.’

    ‘Zullen we weer even gaan zitten?’ 

    Ze knikte en liep naar de eettafel terug. Toen ze zaten, pakte hij haar hand in de zijne. Hij streek erover en keek haar aan met een diepe frons op zijn voorhoofd. ‘Hoe is het afgelopen met die zwangerschap? Heb je een abortus gehad?’ 

    ‘Ja,’ fluisterde ze. 

    ‘Ook nog. Oh lieverd, toch,’ zei hij met haar hand nog steeds in de zijne. 

    ‘Ja dat was heel erg,’ zei ze, terwijl ze haar tranen wegveegde met haar mouw. ‘En het is gek, want ik heb niet overal herinneringen aan. Ik heb veel dingen verdrongen en Susannah en ik proberen het complete verhaal te ontrafelen als het ware, maar die dag kan ik me goed herinneren.’

    Ze reikte naar de twee servetjes die ze eerder had gebruikt en dacht terug aan het consult waarover ze Krister nu zou vertellen. ‘Het was vlak voor kerst en

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1