Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De roep van de Indri- Terugkeer naar fascinerend Madagaskar, deel 1
De roep van de Indri- Terugkeer naar fascinerend Madagaskar, deel 1
De roep van de Indri- Terugkeer naar fascinerend Madagaskar, deel 1
Ebook223 pages2 hours

De roep van de Indri- Terugkeer naar fascinerend Madagaskar, deel 1

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

In 2004 bezocht Fred Triep gedurende zeven weken Madagaskar. Dat vond hij een inspirerende reis. Hij besluit in 2012 nogmaals naar Madagaskar te gaan, maar nu drie maanden om de planten en dieren te bestuderen en een eenvoudige flora van Madagaskar te maken. Op Madagaskar verblijft hij enige tijd op het landgoed Zazamala van zijn vrienden Simon en Jocelyne. Daarnaast reist hij samen met Simon, maar ook alleen, rond. In dit boek schrijft hij over zijn ontmoetingen met de Malagassiërs en de bijzondere planten en dieren van dit fascinerende eiland. Wat een rustige natuurvakantie zou moeten worden, leverde een aantal avonturen op.

LanguageNederlands
Release dateFeb 4, 2021
ISBN9789083136325
De roep van de Indri- Terugkeer naar fascinerend Madagaskar, deel 1
Author

Fred Triep

I ben een gepensioneerde bioloog. Ik schrijf boeken (romans en reisboeken)

Read more from Fred Triep

Related to De roep van de Indri- Terugkeer naar fascinerend Madagaskar, deel 1

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for De roep van de Indri- Terugkeer naar fascinerend Madagaskar, deel 1

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De roep van de Indri- Terugkeer naar fascinerend Madagaskar, deel 1 - Fred Triep

    INLEIDING

    De indri

    Het is kwart voor zeven in de ochtend. We wachten al een half uur voor de receptie van het Andasibe-Mantadia Nationaal Park. De beheerder is nog niet gekomen, terwijl ons gistermiddag verteld is dat we er tussen zes en zeven uur moesten zijn als we een tocht door Andasibe-Mantadia Nationaal Park willen maken. We waren dan ook vroeg opgestaan, zodat we er om kwart over zes al stonden. We willen graag de indri (Indri indri) zien, een halfaap/lemuur ter grootte van een grote teddybeer. Simon en ik hebben de indri al eerder ontmoet, maar we willen hem graag nog eens zien en bovenal: horen! In juli 2004 heb ik dit dier gefotografeerd (zie foto 1); deze keer wil ik hem ook filmen. Jocelyne en het driejarige zoontje Zeno van Simon en Jocelyne kennen hem nog niet. Zeno is gek op dieren en zal er zeker van genieten.

    De indri wordt door de Malagassiërs baba koto genoemd, volgens een mythe was hij oorspronkelijk een mens. Daarom is het voor hen fady (taboe) om er op te jagen. De indri is bijzonder, ’s ochtends na zijn ontbijt zingt hij. Mijn Bradt reisgids beschrijft het geluid als een kruising tussen een walvislied en een brandweerautosirene. Ik hoop dat hij vanochtend ook voor ons gaat zingen.

    Een zeven weken durende reis door Madagaskar in de zomer 2004 heeft mij erg geïnspireerd. Na die reis wist ik dat ik graag nog eens terug zou willen gaan naar dit fascinerende eiland. Het bezoek aan de indri moet één van de hoogtepunten van deze Madagaskarreis worden. Ik ben deze keer drie maanden op dit eiland om de bijzondere planten en dieren te zien, te determineren en te fotograferen. Ik heb zojuist mijn prepensioen als docent biologie gekregen en heb nu de tijd aan mijzelf. Simon, Jocelyne, Zeno en ik zijn half maart 2012 uit Nederland vertrokken en we zullen tot half juni blijven. Mijn speciale belangstelling gaat uit naar de planten en dan vooral die uit de droge streken. Een deel van de reis breng ik door op het landgoed Zazamalala van mijn vrienden Simon (geïnteresseerd in bosbouw en planten) en zijn vrouw Jocelyne (geboren en getogen in Madagaskar) ten oosten van de stad Morondava aan de westkust van Madagaskar. Een ander deel van de reis trek ik met Simon rond op zoek naar planten. Hij zoekt van bepaalde soorten één tot drie planten voor zijn mooie tuin in Zazamalala. Ik hoef niets te verzamelen; ik probeer zo veel mogelijk planten te fotograferen. Mijn doel is het maken van een kleine Flora van Madagaskar. Hoe groot die gaat worden, weet ik nu nog niet aan het begin van mijn reis. Met een overzicht van de ongeveer tweehonderd tot driehonderd meest voorkomende planten zal ik al heel gelukkig zijn. De totale flora van het eiland bestaat uit 14.000 hogere plantensoorten. Het zal mij nooit lukken die allemaal in een flora te krijgen.

    Simon moppert: ‘Waarom zijn de mensen hier nooit op tijd?’ Ik knik, we hadden zeker nog een half uur langer in bed kunnen blijven. Op mijn horloge is het zeven uur. Dan komt de beheerder. Hij doet het kantoortje open en eindelijk kunnen we een afspraak maken met een gids voor een tocht en vertrekken. Onze gids heet George.

    Een kwartier later lopen Jocelyne, Zeno en ik achter onze gids aan. Simon heeft besloten niet mee te gaan. Hij is blind en kan een dergelijke tocht moeilijk maken: de paden in het bos van Andasibe-Mantadia Nationaal Park zijn hellend en ook glibberig doordat het hier vaak regent.

    Het is nog stil in het bos, bij de receptie waren wij ook de enige toeristen. We lopen achter George aan. Terwijl ik hem film vraag ik hem uit over het aantal indri’s. In het bos wonen vierendertig families, die samen ongeveer honderdtwintig individuen tellen.

    We lopen langs een grote varen, die op een boomstam groeit. George noemt het een Asplenium, ik herken hem omdat het een kamerplant is. Even later lopen we langs een grote schroefpalm (Pandanus spec). De forse donkergroene bladeren steken omhoog en lijken bijna een rozet te vormen. Ik moet even aan Hans van de VU Hortus denken. We hadden het fijn gevonden als hij mee had gekund, omdat hij veel kennis van orchideeën heeft. Maar dat lukte niet. Hij wilde graag van een bepaalde Pandanus soort een mannetje hebben. Bij de schroefpalm heb je apart mannelijke en vrouwelijke planten. Hij heeft wel een vrouwtje van die soort in de kas, maar hij mist een mannetje. Ik had hem al uitgelegd dat ik geen planten zou meenemen en hij had er ook alle begrip voor: hij vond zelf ook dat het niet kon.

    We komen een andere gids tegen. De gidsen praten even met elkaar, er zijn sifaka’s gesignaleerd. Wij moeten even wachten, terwijl onze gids gaat zoeken. Vijf minuten later komt hij terug en hij gebaart ons hem te volgen. We kruipen tussen de bomen door onder laaghangende takken en dan zie ik boven mij iets bruins, dat zijn de poten van de sifaka. Ik twijfel even of dit een sifaka lemuur of een indri is, maar dan weet ik het. Hij heeft een duidelijke staart en dus is het een sifaka, in dit geval een diadeemsifaka. Hij hangt rustig in een boom en eet van de bladeren. Ik hoor geritsel. Een paar meter verder hangt nog een andere sifaka, ook druk met zijn ontbijt bezig. Ik pak mijn videocamera en leg de activiteiten van deze lemuren vast. Maar na vijf minuten zijn ze klaar, in een mum van tijd springen ze van boom naar boom en zijn ze uit mijn gezichtsveld verdwenen.

    George geeft aan dat we verder moeten. In de verte hoor ik al indri’s gillen. Zouden we ze echt te zien krijgen? Volgens onze gids is dat geen probleem. Hij heeft ze gisteren op een bepaalde plek gezien en ze kunnen daar niet ver vandaan zijn: per dag leggen ze maar kleine afstanden af.

    Een half uur later zien we de eerste indri’s. Zeno vindt het leuk en wil zijn vreugde liefst uitschreeuwen. We manen hem tot stilte; we zijn bang dat de halfapen verdwijnen bij zo veel kabaal. Ik geniet ook, maar het is hard werken om de indri’s goed op de foto en de videofilm te krijgen. De indri’s die we nu bekijken, zijn ook aan hun ontbijt bezig. Ze maken nog geen geluiden. Ik zie twee indri’s in de bomen hangen, ze zien er duidelijk anders uit dan de sifaka’s: ze hebben geen lichtbruine tinten op benen en armen. De kleuren van de indri zijn zwart en wit. Daarnaast hebben ze een heel klein staartje en een plompe kop. Het lijken echt teddyberen.

    Enkele tientallen meters verder hoor ik gegil, een indri van een volgend stukje bos laat weten waar zijn territorium is. Dan beginnen de indri’s boven ons hoofd te gillen. Fantastisch, het lijkt wel of er twee brandweerauto’s voorbijkomen. Ik hoor ook weer de antwoorden van de buren. Ieder individu produceert zijn eigen klank, met elkaar lijkt het wel een orkest. Zingen kun je het niet noemen, maar het is wel fascinerend.

    Intussen is het druk in het bos geworden. We komen verschillende groepen toeristen met een gids tegen. Het is maar goed dat wij er zo vroeg waren.

    Nadat we de indri’s gefotografeerd en gefilmd hebben, besluiten we terug te keren. We willen vanmiddag nog naar Toamasina (in de Franse tijd: Tamatave) rijden. We lopen achter onze gids aan terug naar de receptie. Daar danken wij George en geven hem een fooi. We zijn omstreeks elf uur in de ochtend terug bij de pick-up, waar Simon samen met zijn hond Tsonga wacht. Ik ben tevreden en ik kijk uit naar al die andere bestemmingen die we deze reis gaan bezoeken.

    Foto 1. Een indri (Indri indri) zingt na zijn ontbijt in het Andasibe-Mantadia Nationale Park (terug)

    In Deel 1 kunt u mijn hele reis in 2012 volgen als een dagboek. Het reisverslag heb ik zo veel mogelijk gescheiden van mijn ontdekkingen van planten en dieren (dat ik cursief heb weergegeven), zodat u het verslag rustig door kunt lezen als u minder geïnteresseerd bent in de biologische feiten. In Deel 2 kunt u daarnaast nog drie reisverhalen lezen over delen van mijn reis in 2004. Maar voordat ik u laat kennismaken met mijn reizen, geef ik eerst wat informatie over het bijzondere eiland Madagaskar.

    Geografie en klimaat

    Madagaskar ligt op het zuidelijk halfrond ten oosten van het vasteland van Zuid- Afrika en Mozambique. Het ligt voor het grootste deel binnen de Tropen, de Steenbokskeerkring loopt over het zuiden van het eiland.

    Het ongeveer 1600 km lange eiland, dat qua oppervlakte zo groot is als de Benelux en Frankrijk samen, bezit een bergrug die van noord naar zuid loopt. Daardoor is er een scheiding in het klimaat tussen het oostelijke en het westelijke deel van het eiland. Voor de klimaten, zie ook figuur 2.

    De oostkant van het eiland staat gedurende het grootste deel van het jaar onder de invloed van de zuidoostpassaat, waardoor het er vaak regent. In sommige weken kan het wel vijf van de zeven dagen regenen.

    Het westelijke deel van het eiland ligt in de regenschaduw van de bergen. De lucht, die uit het oosten over de bergen komt, heeft zijn neerslag al afgestaan. In de zomer van het zuidelijk halfrond wordt het land echter zo warm, dat ook van andere kanten vochtige lucht wordt aangevoerd. Dat leidt tot een natte periode en een droge periode. In het westen kan het gedurende zes tot acht maanden droog zijn. In het meest zuidwestelijke deel, het kustgebied ten zuiden van Toliara, kan het zelfs een heel jaar droog zijn.

    Wat is nu de beste tijd om er rond te reizen? In de maanden juli en augustus zijn de temperaturen niet zo hoog. Reizen in weliswaar overvolle busjes is dan goed te doen. ’s Nachts kan het in de bergen (Andringitra massief, zie reisverhaal 3 van zomer 2004) dan koud zijn. Op de hoogvlakte in het centrale bergland kan het in de periode tussen mei en september ’s nachts fris zijn en omdat verwarming in de meeste huizen ontbreekt, wassen mensen zich minder. In deze periode zijn ook de meeste wegen begaanbaar, maar enkele gebieden zijn dat pas vanaf half augustus (bijvoorbeeld de weg van Morondava naar Belos sur Mer). In deze maanden ziet men niet zo veel reptielen en amfibieën. Wilt u deze dieren zien, dan kunt u beter in maart en april of in september, oktober en november reizen. Als u de kikkers in het zuiden of het westen van het eiland wilt zien, dan kunt u best in het begin van het regenseizoen rondkijken: sommige soorten zijn binnen een maand na de eerste regen al weer verdwenen.

    Sommige lemuren krijgen in september baby’s, het wordt dan nog interessanter om ze te spotten. Maar houd er rekening mee dat in deze maanden de dagtemperaturen gaan oplopen. Reizen in de maanden december, januari en februari door Madagaskar is voor de gemiddelde toerist/reiziger af te raden. Het is dan heet en vochtig, in de maanden januari en februari is er ook een grote kans dat u met een cycloon te maken krijgt. De oostkust krijgt vrijwel het hele jaar door neerslag, maar de beste kans op een droge periode van enkele weken is daar vanaf november tot december, voordat het regenseizoen start.

    Figuur 2. De verschillende klimaattypen (met de lengte van de droogteperioden) van Madagaskar.

    Bron basiskaart: Cornet (1974)

    Flora en fauna

    Madagaskar, Afrika, Zuid-Amerika, Antarctica en India vormden lang geleden het continent Gondwana. Ongeveer 167 miljoen jaar geleden was Madagaskar het centrum van dit continent. Gondwana scheurde later in brokken uiteen, eerst raakte Afrika los (160 miljoen jaar geleden), toen scheurden Madagaskar en India gezamenlijk los van de rest van Gondwana (125 miljoen jaar geleden) en daarna scheurde Madagaskar los van India (ongeveer 65 miljoen jaar gele-den). Madagaskar is van noord naar zuid ongeveer 1600 km lang en op het breedste punt heeft het een breedte van 580 km. Het is het op drie na grootste eiland ter wereld, na Groenland, Nieuw-Guinea en Borneo.

    Door de langdurige isolatie van Madagaskar van Afrika heeft zich een aparte flora en fauna kunnen ontwikkelen. De flora en fauna van Afrika en Madagaskar lijken daarom veel minder op elkaar dan je zou verwachten op basis van de huidige geografie. De aanwezigheid van verschillende klimaten op het eiland en de ligging in de buurt van de evenaar heeft ertoe geleid dat Madagaskar een grote biodiversiteit heeft. Vooral onder het plantenrijk is de endemie (= in dit geval het alleen maar voorkomen op Madagaskar) groot. Er zijn acht plantenfamilies die niet in andere delen van de wereld voorkomen en van de 14.000 hogere plantensoorten is 89 % endemisch. Ook bij de dieren van Madagaskar is

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1