Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De Jonge Landheer
De Jonge Landheer
De Jonge Landheer
Ebook92 pages1 hour

De Jonge Landheer

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De jonge prins Nekhlyudov heeft de universiteit verlaten en is verhuisd naar een dorpje zodat hij een simpel leven kan leiden. Maar telkens als hij iets probeert te ondernemen stuit hij op onbegrip en oppositie van de zijde van de dorpelingen. De beschaafde mens legt het af tegen de nuchtere boeren in deze novelle van Tolstoj, zoals we dat wel vaker zien in zijn werk.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateOct 22, 2019
ISBN9788726128796
De Jonge Landheer
Author

Leo Tolstoy

Leo Tolstoy (1828-1910) was a Russian author of novels, short stories, novellas, plays, and philosophical essays. He was born into an aristocratic family and served as an officer in the Russian military during the Crimean War before embarking on a career as a writer and activist. Tolstoy’s experience in war, combined with his interpretation of the teachings of Jesus, led him to devote his life and work to the cause of pacifism. In addition to such fictional works as War and Peace (1869), Anna Karenina (1877), and The Death of Ivan Ilyich (1886), Tolstoy wrote The Kingdom of God is Within You (1893), a philosophical treatise on nonviolent resistance which had a profound impact on Mahatma Gandhi and Martin Luther King Jr. He is regarded today not only as one of the greatest writers of all time, but as a gifted and passionate political figure and public intellectual whose work transcends Russian history and literature alike.

Related to De Jonge Landheer

Titles in the series (100)

View More

Related ebooks

Reviews for De Jonge Landheer

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De Jonge Landheer - Leo Tolstoy

    De Jonge Landheer

    Hoofdstuk I.

    Vorst Nechljudoff was negentien jaar oud en in zijn derde academiejaar, toen hij in de zomervacantie op zijn landgoed kwam en daar den heelen zomer alleen vertoefde. Toen de herfst in ’t land kwam, schreef hij met zijn ongeoefende jongenshand aan zijn tante, gravin Bjelorezka, die naar zijn opvatting zijn beste vriendin en de geniaalste vrouw ter wereld was, den volgenden (hier vertaald weergegeven) Franschen brief:

    „Lieve Tante,

    Ik heb een besluit genomen, dat over mijne geheele verdere leven beslissen zal. Ik ga de universiteit verlaten om mij geheel aan het leven op het land te wijden, want ik voel dat ik daartoe geboren ben. Lach mij in Godsnaam niet uit, lieve Tante! U zult zeggen dat ik nog jong ben. Misschien ben ik werkelijk nog maar een kind, doch niettemin voel ik in mijn binnenste als mijn roeping: het goede na te streven en het lief te hebben. Gelijk ik u reeds schreef, heb ik hier alles in een onbeschrijfelijke verwarring gevonden. Toen ik alles weer in orde wilde maken en de zaken van meer nabij onderzocht, ontdekte ik dat de voornaamste oorzaak de treurige, jammerlijk treurige toestand der boeren is en dat het kwaad zulke afmetingen gekregen heeft, dat het alleen door hard werken en geduld oefenen weg te nemen zal zijn. Als gij maar twee van mijn boeren, David en Iwan, kondt gadeslaan en zien welk leven zij leiden met hun huisgezinnen — ik ben overtuigd dat alleen het zien van deze beide ongelukkigen u beter mijn bedoeling zou kunnen doen begrijpen dan alles wat ik u kan schrijven. Is het niet mijn heilige, aangewezen plicht te zorgen voor het geluk van die zevenhonderd menschen, van wie ik eenmaal God rekenschap zal moeten geven? Is het geen zonde hen uit louter genotzucht en eerzucht over te leveren aan de willekeur van ruwe starosten en intendanten?

    En waartoe zou ik in een anderen werkkring de gelegenheid gaan zoeken nuttig te zijn en goed te doen, nu zich zulk een nobele, schitterende en voor de hand liggende taak voor mij opdoet? Ik voel in me de geschiktheid om een goed landheer te zijn en om dat te zijn, in den zin als ik het me voorstel, is noch een academische titel, noch eenig ambt noodig, gelijk u zoo vurig wenscht dat ik hebben zal. Lieve Tante, maak voor mij geen eerzuchtige plannen, wen u aan de gedachte dat ik geheel en al mijn eigen weg wil gaan, een weg, die goed is en die — ik vòel het — mij geluk zal aanbrengen. Ik heb lang, heel lang nagedacht over mijn toekomstige plichten; ik heb den leiddraad voor mijn handelingen vastgesteld en, wanneer God mij tijd van leven en kracht schenkt, zal mijn plan gelukken.

    Laat deze brief niet aan mijn broeder Wassia lezen: ik ben bang voor zijn spot. Hij is gewoon over mij te heerschen en ik ben gewoon mij naar zijn wil te schikken. Al zal Wanja mijn plannen allicht niet goedkeuren, hij zal ze toch begrijpen."

    De gravin zond hem als antwoord het volgende schrijven, dat we hier eveneens uit het Fransch overzetten:

    „Je brief, lieve Dmitri, heeft me alleen dit bewezen: dat je een goed hart hebt, en daaraan heb ik dan ook nooit getwijfeld, doch, lieve vriend, in het leven doen onze goede eigenschappen ons meer scha dan de slechte. Ik zal je nu niet zeggen, dat je een dwaasheid gaat doen en dat je plan mij verdriet doet; ik wil trachten je door overreding tot andere gedachten te brengen. Laten we elkander goed begrijpen, beste vriend: je zegt dat je een roeping voor het landleven gevoelt, dat je het geluk van je boeren wilt bevorderen en dat je hoopt een goed landheer te worden. 1°. wil ik je zeggen dat we onze roeping eerst dan bewust worden, wanneer we ons al eens daarin vergist hebben. 2°. dat het lichter is zijn eigen geluk te bevorderen dan het geluk van anderen en 3°. dat men om een goed landheer te worden een koel en streng mensch moet zijn en dat zul je je heele leven nooit worden, hoeveel moeite je je ook geven zult om je zoo voor te doen.

    Je houdt je inzichten voor onwederlegbaar en maakt ze zelfs tot levensbeginselen, maar op mijn leeftijd, lieve vriend, gelooft men niet meer aan meeningen en beginselen, dan bouwt men alleen maar op ervaring en de ervaring leert me dat je voornemens recht kinderlijk zijn. Ik ben bijna vijftig jaar en heb veel waardige mannen gekend, maar nog nooit gehoord dat een jongmensch van stand en aanleg zich op zijn landgoed begraven heeft, onder voorwendsel goed te willen doen. Je hebt alleen eens origineel willen zijn en je orginaliteit is toch niets anders dan overgroote eigenliefde. Kies liever gebaande wegen, beste vriend, die leiden sneller tot succes en al heb je ook succes als zoodanig niet noodig, toch kun je daar niet buiten als je in de mogelijkheid wilt zijn om, wat je zoo gaarne wilt: goed te doen.

    De armoede van enkele boeren is een noodzakelijk kwaad, òfwel een kwaad, dat men kan verhelpen zonder al zijn verplichtingen te vergeten tegenover de maatschappij, zijn familie en zichzelf. Met jouw verstand, jouw hart, jouw deugdzaamheid zul je in iedere loopbaan succes hebben, maar kies er dan tenminste een, die je waardig is en je eer aandoet.

    Ik ben overtuigd van je oprechtheid, als je me zegt dat eerzucht je vreemd is, maar je bedriegt je zelf. Eerzucht is voor iemand van jouw jaren en jouw vermogen een deugd, maar het wordt een fout en een dwaasheid, wanneer de mensch niet in staat is dien hartstocht te bevredigen. En dat zul je ervaren, wanneer je geen verandering in je plannen brengt. Vaarwel, lieve Mitja! Ik geloof dat ik juist nog meer van je houd om je dwaas, maar toch edel en grootmoedig voornemen. Handel zooals je wilt, maar ik moet je zeggen, dat ik het niet goedvinden kan."

    Nadat de jonge man dezen brief gelezen had, dacht hij er heel lang over na. Ten slotte kwam hij tot het besluit dat ook een geniale vrouw dwalen kan, zond zijn ontslagaanvrage naar de universiteit en vestigde zich voor goed op het land.

    Hoofdstuk II.

    De jonge landheer had, gelijk hij zijn tante schreef, de beginselen vastgesteld, waarnaar hij ook op zijn landgoed te werk wilde gaan en zijn heele leven en al zijn bezigheden, waren naar uren, dagen en maanden geregeld. De Zondag was bestemd voor het in ontvangst nemen van verzoekschriften, voor het aanhooren van bedienden en boeren, voor het bezoeken van de hoeven van arme boeren en voor

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1