Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Complex
Complex
Complex
Ebook132 pages2 hours

Complex

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De moeder van Tom Robbedoes is een promiscue vrouw en dat heeft zo zijn weerslag op het gezin. En dan krijgt Tom ook nog eens te maken met de typische problemen waar jongvolwassenen mee kampen, zoals zijn seksuele ontwikkeling en de zoektocht naar zijn plaats in de maatschappij. Aanvankelijk gaat Tom daar goed mee om en vindt hij niet alleen nieuwe vrienden, maar ook de ware liefde. Tot oude demonen opduiken en al het goede vernietigd dreigt te worden.

LanguageNederlands
PublisherCharlie
Release dateDec 5, 2016
ISBN9781370603213
Complex
Author

Charlie Hedo

Charlie Hedo is een Nederlandstalige schrijver. Hij woont en werkt in Oostende, Vlaanderen.

Related to Complex

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Complex

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Complex - Charlie Hedo

    Hoofdstuk 1

    Mijn naam is Tom Robbedoes. Aangenaam. Dat wou ik even kwijt voor het doek opgaat, bij manier van spreken. Er is geen doek natuurlijk, ik heb niets te verbergen, het decor is de wereld rond mij en de rekwisieten zitten hier van binnen: mijn stem, mijn hersenen, mijn bloedend hart en knagend geweten. Het is een eenakter, dat wil zeggen dat ik spreek en jullie moeten zwijgen. Heu, nee pardon, luisteren, jullie moeten luisteren. Klaar? Luister maar.

    Het gezin is de hoeksteen van de samenleving wordt ons voorgehouden en ik wil dat best geloven, maar wat ben ik ermee? Mijn samenleving, dat waren de paar mensen die ik kende, mijn vader, mijn moeder, mijn broer, een povere vriendenkring vanwege om de twee jaar een verhuis; Kortom, mijn samenleving was mijn gezin, zodat voor mij de volgende vraag belangrijker is: wat is de hoeksteen van het gezin? En wat als de hoeksteen brokkelig is? Stort een huis dan in mekaar?

    Kort voor de volgens de bestaande waarnemingen heetste zomer aller tijden werd ik eenentwintig. Ik rondde mijn laatste jaar normaalschool af en verheugde mij reeds op de vakantie en tegelijkertijd op het einde ervan; ik keek met andere woorden evenveel uit naar de heerlijke zorgeloosheid van juli en augustus als naar september en alle mogelijke volgende maanden, wanneer ik definitief de rollen zou omdraaien en de rest van mijn leven aan de andere kant van de lessenaars doorbrengen.

    Ik kan niet zeggen dat ik toen volmaakt gelukkig was, maar het uitzicht op totale vrijheid, gepaard gaande met interessante verantwoordelijkheden die in het verschiet lagen, maakte alleszins dat ik dat gevoel van perfect geluk benaderde. Tenminste, voor zover ik het juiste gewicht ervan kende, want ik neem aan dat dat voor iedereen anders is.

    De buitenwereld zal wel oordelen dat ik in een klassiek gezinnetje ben opgegroeid. Het zou kunnen. Weet ik veel hoe het er achter de muren van de andere, alle andere huizen aan toe gaat. Ik had maar één gezin.

    We woonden in een normaal huis op loopafstand van het oude centrum van Gent, maar ook ver genoeg ervandaan om niet voortdurend, wanneer je gauw achter een pakje boter loopt bijvoorbeeld, geconfronteerd te worden met de vals opgewekte sfeer van de altijd aanwezige dagjestoeristen.

    Mijn vader was een gewone huisvader. Hij ging werken om den brode, hij hielp mee in het huishouden zoveel hij kon, hij bracht mij en mijn broer waar we zijn moesten als dat niet op loopafstand van ons huis was, hij was handig genoeg om de gemene klusjes in huis op te knappen, kortom, hij deed alles waarvoor een vader dient. Ik heb harde meppen gekregen van hem, zo hard dat ik meen te mogen zeggen dat die niet tot het gewone takenpakket van een vader behoorden, maar ik heb hem dat vergeven en ben het zo goed als vergeten. Ook het feit dat mijn broer nooit deelde in de klappen, ook dat vergat ik zo goed als.

    Of ik mijn moeder een gewone huisvrouw kan noemen, daar twijfel ik aan. Ze heeft ons gebaard, mij en mijn broer, en dat kan zowel een prestatie worden genoemd als een gunstig afgelopen toevalligheid. Er konden meer kinderen geweest zijn, men kan niet ontkennen dat de moderne geneeskunde het leven van de mensen draaglijker maakt. Als ik soms onduidelijk ben, vergeef het me. Ik voel me als een biechteling die het grootste deel van zijn zonden wil verzwijgen. Sommige dingen moeten er uit, maar laten zich niettemin moeilijk zeggen.

    Ik kan mijn moeder geen lichtekooi noemen, want ik meen dat zij nooit iets voor het geld gedaan heeft. Evenmin volstaat het om te zeggen dat ze promiscue is, dat verklaart immers niets; mijn vader was een gezonde vent, zij heeft hem dikwijls genoeg betrapt, ’s nachts in de divan, kijkend naar pornofilms en noodgedwongen de hand aan zichzelf slaand. Dat verweet ze hem dan nog ook en liefst wanneer iedereen het horen kon.

    Nee, de onbedwingbare lust naar seks ging bij mijn moeder gepaard met een oneindige koketterie, die haar steeds in de armen van andere mannen, jongere mannen, dreef. Ze bedroog hem te pas en te onpas, hij wist het en hij onderging het.

    Terwijl ze hem de strijk liet doen, reed zij met de gezinswagen naar de garage om de olie te verversen. Af en toe kwam de garagist naar ons toe en kreeg de auto een smeerbeurt ten huize en dan zat ze er niet mee dat wij, mijn broer en ik, een zolderkamertje betrokken, slechts gescheiden van de ouderlijke slaapkamer middels een dunne plankenbodem. Het moet gezegd: ze zorgde er wel voor dat mijn vader op zulke momenten niet thuis was, zover dreef ze het niet. Wat natuurlijk niet verhinderde dat hij haar in de loop van twintig jaar huwelijk wel eens op heterdaad betrapte. Hij zag het door de vingers of beter: hij vergaf het haar, hij vergat het, weet ik veel, er bleef in elk geval nooit iets van hangen.

    Ik heb het altijd zo geweten, van toen ik oud genoeg werd om van de wereld iets te beseffen; het zou ook altijd zo blijven, dacht ik. Al met al vormden wij een solide gezinnetje en mijn vader en moeder zouden oud worden met elkaar en later gewone, gezellige grootouders worden. Ieder huisje heeft een kruisje dat de lippen van zijn bewoners voor het een of ander verzegelen moet.

    Het was al van in april mooi, zuiders weer. De lucht was meestal helderblauw met hier en daar een witte wolk. De grijze wolken die gewoonlijk de hemel boven mijn geboorteplek kleurden, bleken ergens anders helemaal uitgeregend, voorgoed verzwonden.

    Als het regende, dan was dat bedaard en meestal ’s nachts, alsof er een regie achter stak: zorg overdag voor een heerlijk zonnetje tot tweeëntwintig graden en sproei ’s nachts de bloemen, bomen en planten, net genoeg dat ze mooi kunnen bloeien, met regelmaat en met beheerste kracht, zodat wanneer de zon opkomt nog slechts een fris membraan van water te zien is op takken en bladeren en in kleine vlekjes op de stoepen.

    Gent is een prachtige stad om in te wonen, een geslaagd huwelijk van liberaal en socialistisch bestuur. De Graslei is de gezelligste plaats ter wereld. Op vrije dagen was ik er steeds te vinden, gezeten op de kade, de voeten bengelend over het water van de Leie, waarin sinds kort weer vissen zwommen. We hadden jaren geleden een vakantiehuisje gekocht aan de Belgische kust, waar we meestal in de weekends naartoe gingen. Een vergissing volgens mij: ik ging met tegenzin weg uit mijn stad. De zee is mooi, maar Gent is mooier.

    Als ik ’s avonds van huis weg mocht, ging ik naar de Hotsy Totsy Club waar de jeugd, jongens en meisjes van mijn leeftijd, de zaak ingepalmd had. Wij speelden er gezelschapsspelletjes tot een stuk in de nacht, soms dronken we teveel en begonnen we te dansen, een enkele keer sprong ik op het podium en werd voor even een avond een gevierde stand-up komiek.

    Hoewel ik erg beschaamd was, genoot ik van dat podium en ging uren door. Ik bezat het soort kracht dat kenmerkend is voor de jeugd. ’s Morgens stond ik fris geschoren voor een klas onschuldige, nietsvermoedende kinderen, die uit niets konden opmaken dat de meester in Gent woonde, dichtbij de Hotsy Totsy Club.

    Als het van mij afhing ging ik er elke dag heen.

    Tijdens een van die warme dagen leerde ik Maarten kennen. Hij was op straat in een gevecht verwikkeld geraakt en ik behoorde tot de scheidende partij, de jongens die de vechtenden in bedwang hielden totdat ze weer voor rede vatbaar waren en gingen inzien hoe belachelijk de aanleiding was.

    Ik hield Maarten met beide handen rond het middel vast en het kostte mij alle moeite van de wereld hem te beletten terug vooruit te schieten. Er was geen grammetje vet aan hem. Mijn handen klemden zich radeloos in een warme, geribbelde staalplaat, gleden er af zodat ik, een vliegenvanger, mijn greep telkens moest herpakken. Uiteindelijk bleef ik alleen met hem achter. De tegenstander en de jongens die hem in bedwang hadden gehouden wandelden weg in de richting van de Holstraat.

    Ik legde mijn handen om Maartens schouder en leidde hem in de andere richting. Ik gaf hem mijn zakdoek en terwijl hij die tegen zijn gekloven lip drukte, vernam ik dat hij Maarten heette en op kot zat in Gent. Hij studeerde aan de universiteit, iets met informatica. Een intellectueel. Hij was blond, had uitgesproken jukbeenderen en een hoekige kin. Zijn stem was zeer mannelijk, zoals de rest aan hem, hij was in zijn geheel één brok viriliteit. Ik had nog nooit op die manier naar een man gekeken, -naar een vrouw evenmin trouwens - en het overviel me.

    Ik vond hem aantrekkelijk zoals ik nog nooit iemand aantrekkelijk had gevonden. Zeker, ik had al meisjes gekend. Er was Ellen wiens ouders een vakantiehuisje aan zee hadden naast dat van ons, met wie ik lange wandelingen maakte langs het strand in Nieuwpoort. Iedereen geloofde dat zij mijn vriendinnetje was en ik begon het zelf ook te geloven. Het was leuk om te babbelen met haar, we deelden dezelfde interesses voor toneel, muziek en literatuur.

    We praatten over onze ouders: die van haar waren zeer streng katholiek. Geen seks voor het huwelijk, vlijtig studeren, jongerencafés zijn oorden van verderf, het kwam niet op een idee-fixe. Ellen mocht er graag haar beklag over doen en ik was een bereidwillig luisterend oor. Maar nooit was er enige passie tussen ons, tenminste, het warme gevoel in mijn lenden dat ik nu bij Maarten gewaar werd en dat ik als passie definieer, had ik nooit eerder gekend.

    Hij was groot en sterk. Hoewel ik hem zonet in bedwang had gehouden, -zij het als dood gewicht en met beperkt succes - straalde hij een soort kracht uit waarbij ik me veilig en geborgen voelde. Als we kangoeroes waren geweest, was ik met plezier in zijn buidel gekropen, had ik mij tegen zijn buik aangevleid en de wereld de wereld gelaten.

    Het gevoel verraste en verwarde mij. Ik had mezelf nooit als homoseksueel gezien. Is het op deze manier dat iemand zijn afwijkende geaardheid ontdekt, dacht ik? Ik had mijn aandacht altijd op meisjes gericht en ik vermoedde dat het mij onbekende gevoel van verliefdheid ooit wel zou komen. Het hing alleen van het meisje af, het was een kwestie van tijd. En nu, in een fractie van

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1