Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Bewaarders van het verleden
Bewaarders van het verleden
Bewaarders van het verleden
Ebook221 pages3 hours

Bewaarders van het verleden

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Wanneer Wandor de zeventienjarige Iwo, oudste zoon van Onna en Benno, uitnodigt met hem op reis te gaan, heeft Iwo daar onmiddellijk oren naar. Hij is nooit verder weg geweest dan de directe omgeving van het dorp Pellona. Bovendien weet hij sinds een jaar of drie dat Wandor zijn echte vader is, iets wat Benno niet weet. Zijn vertrek gaat niet zonder slag of stoot, maar uiteindelijk zijn Wandor en hij op weg. Ze bereiken Urodon, het Verboden Land. Daar vertelt Wandor wat hij van plan is: hij wil de werkelijke waarheid vinden over het ontstaan van de eerste mens op aarde. Daartoe moeten ze de oorsprong van een bepaalde rivier vinden. Na veel omzwervingen en gevaren bereiken ze de plaats van bestemming. Maar daar wacht hen een onplezierige verrassing.

LanguageNederlands
Release dateMay 14, 2020
ISBN9780463208632
Bewaarders van het verleden
Author

Marlies Vaz Nunes

Gestimuleerd door de verhalen van Dickens, Alexandre Dumas en Victor Hugo, begon Marlies Vaz Nunes (Amsterdam, 1953) op haar veertiende jaar verhalen te schrijven. Dit hield op toen school en universiteit te veel van haar tijd gingen vergen. Pas in de jaren '90 begon ze het schrijven weer op te pakken en werd het een serieuze hobby. Ze woonde toen in Engeland en schreef in het Engels (verhalen, artikelen, columns, anekdotes) o.a. om de taal goed te leren. In 2000 verhuisde ze naar Noord Duitsland om te gaan werken bij een kleine firma in biologische bestrijding van plaaginsecten in kassen. Intussen bleef ze doorschrijven – in het Engels. Eind 2004 ging ze naar Amsterdam terug. Sindsdien schrijft ze voornamelijk in het Nederlands en is ze o.a. bezig met een serie jeugdverhalen.

Read more from Marlies Vaz Nunes

Related to Bewaarders van het verleden

Related ebooks

Related articles

Reviews for Bewaarders van het verleden

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Bewaarders van het verleden - Marlies Vaz Nunes

    Bewaarders van het Verleden

    Bewaarders van het Verleden

    De andere waarheid - boek 5

    Marlies Vaz Nunes

    Copyright © 2020 Marlies Vaz Nunes, Amsterdam, Nederland

    Published by Marlies Vaz Nunes

    Omslagfoto: van Pixabay

    Omslagontwerp: Marlies Vaz Nunes

    Redactie: Fred Triep en Marjet Maks.

    Contents

    Landkaart

    Februari 2642, ergens in Norgora

    Maart 2642, Aristia

    Wandors verhaal

    Volg je hart

    Op weg

    Moeraslanden

    De kust bereikt

    Een lange, eenzame nacht

    Vrij

    Zacharo en Fea

    Op voeteiland

    Afscheid van Voeteiland

    Onna's onmogelijke keuze

    Urodon

    Eerste intermezzo

    Arcazang

    Een afgebrand dorp

    Gevangen

    Op weg naar Belzang

    De Onmogelijke Bergen

    Verder

    Voor- en tegenspoed

    Belzang

    De Onmogelijke Bergen in

    Tweede intermezzo

    De andere waarheid

    Bewaarder

    Voorbereidingen tot vluchten

    Vluchtplan

    Derde intermezzo

    Vrij!

    Rong Dalu en Ku Tonga

    Naar Boloton

    Thuis

    Wandor en Tjan

    Hoop

    Eerder verschenen in deze serie

    Over de auteur

    Nieuw Aarde

    De vijf Oostlanden (Aristia, Norgora, Pasadon, Turon en Athla) en hun buurlanden.

    Februari 2642, ergens in Norgora

    Wandor beklom het podium dat de voorzitter had verlaten. Hij was de eerste spreker van deze tweejaarlijkse Bijeenkomst van de Zoekers naar de Waarheid; zijn veertiende. Sinds hij achttien was, had hij de Bijeenkomsten ononderbroken bijgewoond.

    'Mede Zoekers,' begon hij. 'Bij vorige bijeenkomsten heb ik u verteld dat we een paar ingangen gevonden hebben tot het Verboden Land, Urodon. Een aantal van onze mensen gingen in kleine groepjes via deze ingangen het land binnen en onderzochten verdere mogelijkheden aan de andere kant van de grens. Ikzelf heb deelgenomen aan twee van zulke expedities in de uiterste noord-oosthoek van Urodon. Van alle expedities ontving ik rapporten en die heb ik zorgvuldig bestudeerd, samen met een paar van van mijn vrienden, in het bijzonder Alador de Overlever. Elke route had zijn eigen graad van moeilijkheid en na een zorgvuldige vergelijking van de vele plussen en minnen heb ik uiteindelijk een route gevonden die zowel de minst moeilijke als de veiligste lijkt. Het is een route die het land via de zeekust bereikt en die een paar jaar geleden gevonden werd door mijn vrienden Zacharo de Schone en Felar de Stoute. Zoals u allen weet, ben ik al jaren bezig me op deze reis naar Urodon voor te bereiden en ik heb besloten dat nu de tijd gekomen is. Volgende maand zal ik mijn reis beginnen.'

    De toehoorders barstten in gejuicht en applaus uit. De voorzitter kwam naast hem staan en toen het tumult wat verminderde, zei hij: 'Ik heb geruchten gehoord dat je iemand met je meeneemt op de reis. Dat je toch niet, zoals je eerder beweerde, alleen gaat. Klopt dat?'

    'Die geruchten zijn waar. Ik ben van plan mijn zoon mee te nemen.'

    'Je zoon? Ik wist niet …' De voorzitters stem zakte weg. Hij keek hem verward aan.

    Onder de toehoorders klonk gefluister.

    Wandor rees een hand en iedereen viel stil. 'Ik heb een zoon,' zei hij. 'Enkelen van u weten dit al een paar jaar. Ik heb er nooit een geheim van willen maken en uit het feit dat de meesten van u het niet te weten zijn gekomen, maak ik op dat mijn vrienden en familie niet gauw roddelen over mijn privé leven. Daarvoor verontschuldig ik me.'

    Er was wat gelach hoorbaar.

    'Zijn naam is Iwo en hij is zeventien jaar. Hij is een sterke en intelligente jongeman, die de vaardigheden en kennis heeft die nodig zijn voor deze onderneming. Hij groeide echter op in een dorp en is geen Zoeker. Toch ben ik ervan overtuigd dat hij spoedig een van ons zal zijn, aangezien hij een gezonde twijfel heeft aan de waarheid die gepredikt wordt door de Broederschap van Gorima en natuurlijk, omdat ik zijn vader ben.'

    Enkelen lachten of applaudisseerden. Iemand vroeg hoe het kon dat zijn zoon geen Zoeker was. Voor Wandor daar een antwoord op kon geven, zei de voorzitter: 'Dat is irrelevant en te persoonlijk.' Tegen Wandor zei hij: 'Je bent een moedig man, Wandor, en ik weet dat je niet iemand bent die onnodige risico's neemt. Ik neem daarom aan dat je jouw zoon, hoewel hij pas zeventien is, fit genoeg vindt voor deze potentieel gevaarlijke expeditie?'

    'Dat is hij.'

    'In dat geval wens ik jou en Iwo alle geluk die jullie nodig zullen hebben voor deze reis. En ik ben daarin niet de enige, dat weet ik zeker.' De voorzitter keek de zaal in en aldus aangespoord barstte iedereen nogmaals in applaus uit.

    'Dank u wel!' riep Wandor. 'We zullen elkaar weer zien als Iwo en ik terug zijn, hopelijk met opwindend nieuws.'

    Vergezeld van applaus sprong hij van het platform en liep terug naar zijn plaats.

    Hoewel hij had gezegd dat hij Iwo zou meenemen, was hij er niet zeker van of dat zou gebeuren. Het was mogelijk dat Iwo weigerde mee te gaan, of dat hij door familieleden zou worden tegengehouden. Hij dacht vooral aan Onna, Iwo's moeder. Die zou er zeer waarschijnlijk niet zomaar in toestemmen. Maar hij moest het proberen. Het zou goed voor Iwo zijn. En hijzelf had hem graag bij zich.

    Maart 2642, Aristia

    Iwo zat bij het kampvuur in de grot tussen de andere riviervissers en warmde zijn handen. Naast hem zat de veertienjarige Karlis, die voor het eerst mee was.

    Ze hadden twee weken op watersla gevist dat alleen hier groeide, in het ondiepe water in de bovenloop van de rivier de Belka.

    Zijn pa, Benno, wendde zich tot de jongen. 'Zo, Karlis, na die twee weken verlang je zeker wel naar je liefje, hè?'

    Iwo zag dat de jongen rood werd. Zelfs zijn oren waren rood.

    'Ik … ' stamelde Karlis.

    De mannen lachten.

    'Trek het je niet aan,' zei Iwo. 'Dat zeggen ze altijd tegen nieuwelingen.'

    Hierop lachten ze nog harder. 'Daar weet jij alles van, hè?' zei Corvo, een kleine, zware man.

    'Alles,' zei Iwo grijnzend. Hij stond op en liep naar buiten om te plassen. Toen hij zijn broek weer dichtknoopte, voelde hij een hand op zijn schouder. Verrast keek hij om. Wandor!

    Wandor legde een vinger op zijn mond. 'Wanneer gaan jullie naar huis?' fluisterde hij.

    'Morgenochtend.' Iwo fluisterde ook.

    'Goed. Kom als je thuis bent zo snel mogelijk naar de hut. Ik wacht op je. Ik heb je wat belangrijks te vertellen.' Wandor keek om zich heen, gaf Iwo een schouderklopje, en verdween tussen de struiken.

    Opgewonden liep Iwo heen en weer. Als hij nu meteen terugging naar de grot, zouden ze zeker merken dat er iets gebeurd was. Hij klom op een rots. Zo vreemd dat Wandor nu gekomen was, in maart. Anders kwam hij altijd in juni, al sinds hij hem voor het eerst had ontmoet. Wat zou hij hem te vertellen hebben? Wandor leek opgewekt. Opgetogen zelfs. Iwo ging zitten. Hiervandaan kon hij de ingang naar de grot niet zien, wel de oever van de rivier er vlak voor. Hij zuchtte. Wandor was zijn vader, zijn echte vader, maar dat wist Benno niet, alleen hijzelf en Wandor. En zijn moeder natuurlijk.

    Hij herinnerde zich de eerste keer dat hij Wandor ontmoette. Hij was tien. Oom Sjakis, Benno's jongste broer, had zijn ma verteld dat ze naar de hut moest gaan omdat daar iemand op haar wachtte die haar graag wilde zien. Meer wilde hij niet zeggen, alleen dat het een man was. Ma ging weg en Sjakis bleef bij hem, Iwo, en zijn twee jaar jongere broertje, Ranis. Benno was weg, maar kwam onverwachts thuis. Hij was erg nieuwsgierig wie de geheimzinnige man was die ma had willen zien, en Sjakis nam iedereen mee naar de hut. Daar stelde hij de vreemdeling aan hen voor als Paris Banko, een verre neef uit Borrisdaal.

    Iwo mocht zijn nieuwe oom erg graag en sindsdien zag hij zijn oom Paris ieder jaar een paar dagen of een week in juni. Paris logeerde in de hut van oom Sjakis, midden in het bos. Iwo genoot van die bezoeken. Paris vertelde hem over zijn reizen in vreemde landen en over het leven van nomaden en leerde hem vaardigheden, zoals boogschieten en worstelen, hoe te sluipen zonder geluid te maken, en hoe hij medicinale kruiden kon herkennen en waar ze precies voor dienden. En van zijn dertiende af, kreeg hij les in zwaardvechten.

    Toen hij bijna vijftien was, kwam hij er achter dat oom Paris Wandor heette en zijn vader was. Aan die dag wilde hij nu niet denken.

    Onmiddellijk stond hij op en liep nog wat verder. Hij kon haast niet wachten tot morgenochtend. Hij zou Wandor zo gauw mogelijk opzoeken, besloot hij.


    In de ochtend haaste Iwo zich naar de hut. Benno en hij waren de vorige avond thuisgekomen en nu rende hij de Noordstraat uit tot hij bij de Bosweg kwam. Daar ging hij linksaf en ver voorbij de laatste huizen van hun dorp, Pellona, sloeg hij linksaf een bospaadje in. Al gauw was het pad nauwelijks nog te onderscheiden en daarna helemaal niet meer, maar Iwo kende de weg als zijn broekzak. Terwijl hij voortjaagde, sloeg hij takken opzij en sprong hij over boomwortels.

    Daar was de hut. Hij was jaren geleden door oom Sjakis gebouwd. Hij klopte op de deur en hoorde de hem welbekende stem 'wie daar?' roepen.

    'Ik ben het,' riep hij en opende de deur.

    'Iwo!'

    Ze omhelsden elkaar.

    'Ik zal je niet in onzekerheid laten,' zei Wandor zodra ze tegenover elkaar aan tafel zaten. 'Ik wil graag dat je met mij meegaat op een lange reis. Ik heb een missie te vervullen en daar wil ik jou bij hebben.'

    'Een lange reis?' Hij kon zijn oren niet geloven. Op reis met Wandor, dat was fantastisch. 'Waarheen? En wat is die missie?'

    'Over het waarheen en de missie kan ik je helaas niets zeggen, dat hoor je zodra we er zijn. Het kan gevaarlijk zijn als anderen ervan horen.'

    'Gevaarlijk? En de reis zelf, is die ook gevaarlijk? Hoe lang duurt hij?'

    'De reis zelf niet. We zullen hooguit een halfjaar weg zijn. Wat denk je ervan?'

    'Een halfjaar! Ik zou heel graag mee willen, maar of mijn ouders het daarmee eens zullen zijn …'

    'Het is jouw beslissing, Iwo. Je bent oud genoeg.'

    'Ik kan wel beslissen, maar ik ben nog niet meerderjarig, dat duurt nog een half jaar. Ik zal het er met ma over hebben.'

    'Als ze er problemen mee heeft, laat haar dan met mij praten.'

    'Wanneer wilt u vertrekken?'

    'Dat beslissen we nog. Ga eerst maar eens met je moeder praten.'

    Onderweg naar huis probeerde hij zich voor te stellen hoe zijn moeder zou reageren. Hij hoopte dat ze er niet te veel problemen mee zou hebben.

    Onna zat in haar stoel toen hij thuiskwam. Hij liet zich in die van Benno vallen. 'Is pa er niet?'

    'Nee, hij is even weg.'

    Dat kwam goed uit. Iwo besloot het haar niet te vragen, maar het als voldongen feit te brengen. 'Ma, ik heb net met Wandor gesproken. Ik ga met hem op reis.'

    'Wandor? Is hij hier?'

    'In de hut. Hij zei dat die reis belangrijk voor hem is. En voor mij ook.'

    'Waar is die reis heen? En hoe lang zullen jullie weg zijn?'

    'Hooguit een halfjaar, zei hij. Maar waarheen dat weet ik niet, daar deed hij nogal geheimzinnig over.'

    Hij zag dat zijn moeder diep gedachten was. Na een moment keek ze op. 'Je gaat niet,' zei ze op beslissende toon.

    'Wat?' Iwo keek haar ongelovig aan.

    'Je hebt me gehoord. Ik sta het niet toe.'

    'Waarom niet?'

    'Het is te gevaarlijk.'

    'Onzin! Daar weet u helemaal niets van. Waarom zou het gevaarlijk zijn? U kunt het me niet verbieden! Ik ga mee!'

    'Praat zo niet, Iwo. Je hebt te doen wat ik zeg. Je bent nog steeds minderjarig.'

    'Ik heb Wandor mijn woord gegeven!' zei hij op luide toon.

    'Dan ga je naar hem toe en zegt hem dat jouw moeder het je verbiedt.'

    Zijn hart hamerde in zijn keel. Dit kon niet waar zijn. Hij moest mee! Deze kans kon hij zich niet laten ontnemen. 'Maar Wandor wil wél dat ik meega, en hij is mijn váder!' schreeuwde hij.

    'Wat? Wat zei je daar, Iwo?'

    Als gestoken keek hij om. Benno was terug! Ze keken elkaar zwijgend aan en ook Onna zweeg.

    Benno's blik ging van de een naar de ander en terug. Hij schudde zijn hoofd. 'Bij Ifor en Laban! Ik … ik ben blind geweest!' Hij sloeg zijn handen voor zijn gezicht. 'Nee, nee, nee!' Abrupt draaide hij zich om en liep weg.

    Iwo hoorde het geluid van de dichtslaande achterdeur. Onna sprong op. Ze haastte zich Benno achterna en Iwo volgde. Hij bleef bij de achterdeur staan en keek toe hoe Onna op Benno af liep, die tegen de schuur stond geleund.

    'Benno?' zei ze.

    Hij keek kort naar haar, en dan naar de grond.

    'Het spijt me.'

    Benno antwoordde niet, stond daar maar naar zijn voeten te staren. Iwo begreep dat hij boos was, of droevig, of allebei tegelijk. Er kwamen een paar sneeuwvlokken naar beneden en een windvlaag deed allebei zijn ouders rillen.

    Onna raakte Benno's arm aan, maar hij schudde haar af. 'Laat me met rust,' zei hij. Hij keek haar niet aan.

    Zij sloeg haar armen om zich heen tegen de kou. 'Ga naar binnen. Je zult nog kou vatten,' zei ze.

    Hij antwoordde niet.

    'Benno, alsjeblieft.'

    Hij liep langs haar heen naar het huis. Iwo deed een stap opzij om hem door te laten. Onna volgde hem naar binnen. Benno greep zijn jas en verliet het huis via de voordeur.

    'Waar ga je heen?' riep Onna hem na.

    'Uit.' Hij sloeg de deur achter zich dicht.

    'Het spijt me ma, het is mijn schuld,' zei Iwo.

    Onna schudde nee. 'Het is jouw schuld niet.'

    'Hij zei helemaal niets, hè?'

    Terug in de huiskamer liet Onna zich in haar stoel vallen. Ze keek diep in gedachten naar de vlammen in de haard en af en toe zuchtte ze.

    'Ma?' Iwo ging ook zitten.

    'Wat is er?' Ze keek niet op.

    'Over die reis met Wandor. Ik wil echt mee.'

    Met een van woede vertrokken gezicht, keek ze hem aan. 'Ik heb je gezegd dat je niet meegaat. Je zult Wandor moeten vertellen dat ik je dat niet toesta.'

    'Dat doe ik niet.' Iwo keek haar strak in de ogen.

    Onna staarde terug. 'O nee?'

    'Nee.'

    'Goed, dan zal ik met hem praten. Waar is hij?'

    Iwo haalde zijn schouders op.

    Onna sprong op en gaf hem een klap in zijn gezicht. 'Ik tolereer dit gedrag van jou niet, jongeman!' schreeuwde ze in zijn gezicht. 'Waar vind ik Wandor!'

    Hij wreef over zijn wang en herinnerde zich dat Wandor met haar wilde praten als ze het er niet mee eens was. 'In de hut,' zei hij. 'Dat had ik al gezegd.'

    'Goed!'

    Het huilen stond zijn moeder nader dan het lachen. Hij stond op en liep de kamer uit. De deur knalde hij achter zich dicht.

    Wandors verhaal

    Onna keek haar zoon na tot hij de deur had dichtgeslagen. Tranen van spijt prikten in haar ogen. Ze had hem niet moeten slaan. Zo was ze niet, dat deed ze nooit. Ze was ook helemaal in de war. Wandor die dreigde Iwo met hem mee te nemen op reis. Een gevaarlijke reis, daarvan was ze zeker. Daarvoor kende ze Wandor lang en goed genoeg. Maar Iwo was nog maar een jongen van zeventien,

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1