Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Elissa's strijd
Elissa's strijd
Elissa's strijd
Ebook226 pages3 hours

Elissa's strijd

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Elissa en haar familieleden zijn Zoekers naar de Waarheid en wonen in een nomadenkamp. Als ze veertien is, valt een groep monniken het kamp aan en ziet Elissa hoe een groepje vrouwenstrijders zich in de strijd werpt. Elissa besluit dat ze ook een vrouwenstrijder wil worden, maar haar vader, Arto, is er tegen. Ze is echter niet voor een gat te vangen. Op een dag vinden Elissa en haar zusje een voor Zoekers belangrijk oud document en dagboek. Hierover spreekt hun moeder op de tweejaarlijkse bijeenkomst van Zoekers. Tijdens die bijeenkomst ontmoet Elissa Falador. Het is liefde op het eerste gezicht en ze beloven zich te binden als Elissa zeventien is en volwassen. Elissa’s jeugdvriend, Nador, die ook plannen had om zich met Elissa te binden, probeert haar van gedachten te laten veranderen. Wordt Elissa een vrouwenstrijder? En zal Nador zijn zin krijgen?

LanguageNederlands
Release dateMar 5, 2020
ISBN9780463468807
Elissa's strijd
Author

Marlies Vaz Nunes

Gestimuleerd door de verhalen van Dickens, Alexandre Dumas en Victor Hugo, begon Marlies Vaz Nunes (Amsterdam, 1953) op haar veertiende jaar verhalen te schrijven. Dit hield op toen school en universiteit te veel van haar tijd gingen vergen. Pas in de jaren '90 begon ze het schrijven weer op te pakken en werd het een serieuze hobby. Ze woonde toen in Engeland en schreef in het Engels (verhalen, artikelen, columns, anekdotes) o.a. om de taal goed te leren. In 2000 verhuisde ze naar Noord Duitsland om te gaan werken bij een kleine firma in biologische bestrijding van plaaginsecten in kassen. Intussen bleef ze doorschrijven – in het Engels. Eind 2004 ging ze naar Amsterdam terug. Sindsdien schrijft ze voornamelijk in het Nederlands en is ze o.a. bezig met een serie jeugdverhalen.

Read more from Marlies Vaz Nunes

Related to Elissa's strijd

Related ebooks

Related articles

Reviews for Elissa's strijd

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Elissa's strijd - Marlies Vaz Nunes

    Elissa’s strijd

    Elissa’s strijd

    De andere waarheid - boek 4

    Marlies Vaz Nunes

    Copyright © 2020 Marlies Vaz Nunes, Amsterdam, Nederland

    Published by Marlies Vaz Nunes

    Omslagfoto: van Pixabay

    Omslagontwerp: Marlies Vaz Nunes

    Redactie: Fred Triep en Marjet Maks.

    Contents

    Landkaart

    Juni 2634, Centraal Athla

    Conor is vijf!

    Oktober 2624, zuidgrens van Urodon

    Elissa en Nador

    Arto's angst

    Boogschieten

    Wedstrijd

    Arto is boos

    Is Krikor de verrader?

    Vondst

    Oefenboog en een angstige ontmoeting

    Nador

    Grote Markt

    Wat nu?

    Naar het winterkamp

    April 2635 - ergens in de Zuidlanden

    Kajimo komt op bezoek

    Arto

    Elissa's verhaal

    Wie is de verrader?

    Goede vorderingen

    Wandor komt thuis

    Wandeling met Wandor

    Wedstrijd

    Pelli bevalt van een dochter

    Bijeenkomst

    Overval

    Wachters

    Verliefd

    Bezoek van Falador

    Nador en Falador

    Gesprek met grootma en een verrassing

    Arto en Aowin

    Een brief

    Bij de Honderd Meren

    Terug naar Athla

    Gesprek tussen Nador en Lukis

    Op weg naar Pasadon

    Eerder verschenen in deze serie

    Benieuwd naar deel vijf?

    Over de auteur

    Nieuw Aarde

    De vijf Oostlanden (Aristia, Norgora, Pasadon, Turon en Athla) en hun buurlanden.

    Juni 2634, Centraal Athla

    Elissa speurde tussen de struiken naar bloeddruppelkruid voor haar moeder. Het was gemakkelijk te herkennen aan zijn groenbruine blad met onregelmatige, rode vlekken. Ze had haar mand al aardig vol toen plotseling twee mannen vlak voor haar uit de struiken tevoorschijn kwamen en in de richting van het kamp renden. Van schrik liet ze het mandje bijna vallen.

    'Weg!' schreeuwde een van hen achteromkijkend. 'Verstop je! Monniken in aantocht! Snel!'

    Ze haastte zich achter de mannen aan, maar ze liepen te snel en ze raakte ze kwijt. Geritsel, gesnuif en gestamp van hara's klonk ergens achter haar. Hijgend en met bonkend hart keek ze om zich heen. Rechts van haar verschenen ruiters: monniken, bewapend met zwaarden en bogen. Ze liet zich op de grond vallen en maakte zich zo klein mogelijk. Het waren er veel en ze reden in een hoog tempo naar het kamp.

    Voorzichtig kroop ze achter hen aan.

    De ruiters verspreidden zich, begonnen het kamp te omcirkelen. Van achter een boom keek ze toe. Ze herinnerde zich dat er enkele dagen geleden drie monniken met de Oude Man, Kajimo, hadden gesproken. Ze had gehoord dat de drie na lang discussiëren woedend waren weggereden en gedreigd hadden terug te komen om het kamp een lesje te leren. Zouden ze nu hun dreigement gaan uitvoeren? En waar bestond dat dreigement precies uit?

    Hiervandaan kon ze niet goed zien wat er zich in het kamp afspeelde. Ze hoorde roepende stemmen in de verte. Even later klonken er ritselende en krakende geluiden van voetstappen die naderbij kwamen en stemmen van vrouwen. De eerste die ze zag, was een vrouw van een jaar of veertig, gewapend met een boog en pijlen. Nog vier vrouwen verschenen, de jongste een jaar of twintig, de oudste over de vijftig en alle vier op zelfde manier bewapend: de vrouwenstrijders van het kamp.

    Ze zagen Elissa bij de boom staan.

    'Wat doe jij hier?'

    Als antwoord toonde ze haar mand en wees achter zich. 'Ik was bloeddruppelkruid aan het plukken.'

    De oudste, Alonza, knikte. 'Blijf daar staan of zitten. Het is veilig genoeg achter die boom.'

    'Wat gebeurt er?'

    'Aanval op het kamp. Gelukkig zijn we voorbereid. Wacht maar af.'

    De vijf vrouwen spanden hun bogen en stonden ongeveer een meter uit elkaar in een lijn. Elissa vroeg zich af waar ze op wachtten. Ze werd moe van het staan en ging met haar rug tegen de boom zitten. Ergens vandaan klonk hoorngeschal.

    'Het teken!' hoorde ze. 'Blijf daar, meisje. Het is niet veilig.'

    De vrouwen liepen snel naar voren.

    Ze stond weer en keek voorzichtig om de stam van de boom heen. De vrouwen naderden het kamp. Ze zag dat er ook bewapende mannen buiten het kamp waren. De mannen en vrouwen schoten hun pijlen naar de monniken, die daar nog op hun hara's zaten. Sommigen vielen eraf met een pijl in hun rug, anderen draaide hun hara's om en begonnen terug te schieten. Maar binnen het kamp waren ook strijders die hun pijlen afschoten.

    De monniken lieten zich van de hara's op de grond zakken en schoten om zich heen. De mannen en vrouwen van binnen en buiten het kamp - nomaden en een paar Zoekers, zag ze - kwamen schietend op de monniken af, die steeds meer in het nauw kwamen. Zij trokken hun zwaard, evenals de eerste kampstrijders die hen bereikten. De vrouwenstrijders, die geen zwaard droegen, bleven op afstand en gingen door met het afschieten van pijlen.

    Zouden de monniken het hele kamp hebben omsingeld? Waren er overal gevechten? Op deze plek leken de monniken aan de verliezende kant te zijn, maar was dat elders ook het geval? Ze merkte dat ze haar handen tot vuisten had gebald. De monniken mochten niet winnen!

    De vrouwenstrijders trokken zich langzaam terug. Hun pijlkokers waren leeg en een van hen was gevallen met een pijl in haar arm. Veel monniken lagen gewond of dood op de grond, andere vochten nog. Een paar nomaden kwamen op de vrouwenstrijders af om ze te helpen. Een van hen tilde de gewonde vrouw op en haastte zich samen met de andere vrouwen terug naar de bosjes waar Elissa nog steeds stond. Het was Etor, zag ze nu, de oudste zoon van Giridor.

    'Hé, Elissa. Jij hier?' zei hij, terwijl hij de gewonde vrouw op de grond legde.

    'Ik kon niet naar huis. Hoe is het met haar?'

    Hij antwoordde niet, maar begon voorzichtig aan de pijl te trekken. De vrouwen zaten op de grond, hijgend en doodmoe.

    Elissa ging naast hen zitten. 'Zijn er nog veel monniken aan het vechten?'

    Alonza knikte. 'We wisten al een paar dagen dat ze zouden komen. Kajimo had iedereen in paraatheid gebracht, dat is onze redding. We zullen merken wat er gebeurt. Ik weet niet wat er aan de andere kant van het kamp gaande is.'

    'Wanneer weten we of het weer veilig is?'

    'We zullen het horen als de hoorn klinkt.'

    'Waarom kwamen de monniken? Wat wilden ze?'

    'Ze wilden dat Kajimo de Zoekers uitleverde. Kajimo had zoals altijd gezegd dat ons kamp geen Zoekers herbergt. Ze waren het zat, zeiden dat ze wisten dat dat een leugen was. Ze kwamen ons een lesje leren, wilden zoveel mogelijk mensen verwonden of doden totdat wij de Zoekers zouden uitleveren.'

    Elissa knikte. Zoekers wilden ze. Natuurlijk. Zelf was zij er ook een, net als haar familie en Giridors familie. De nomaden beschermden hen. Ze vroeg zich af of ze dat altijd zouden blijven doen. Alonza sloeg een arm om haar heen. 'Jullie zijn veilig bij ons, meisje.'

    Het verbaasde haar opeens dat zich onder de vrouwenstrijders geen enkele Zoeker bevond. Waarom eigenlijk niet? Onder de mannen die streden waren wel Zoekers, bijna alle manlijke Zoekers waren strijders.

    'Ik wil ook een vrouwenstrijder worden,' zei ze.

    De vrouwen keken haar verrast aan. Ook Etor keek op. 'Wat goed, Elissa,' zei hij.

    'Kom eerdaags maar bij ons langs. Je hebt ons wel eens zien oefenen toch?' zei de oudste.

    'Ik weet waar jullie oefenen. Ik kom gauw.'

    Het wachten en het nietsdoen duurde haar lang, maar eindelijk klonk er hoorngeschal. Een korte en een lange toon, die even later herhaald werd.

    De vrouwen sprongen juichend op en omhelsden elkaar.

    'De slag is gewonnen!' riep Etor.

    Opgewonden keek Elissa de kring rond. Ze hadden gewonnen en ze zou leren boogschieten en vrouwenstrijder worden! Spontaan sprong ze de eerste de beste vrouw om de hals. 'We hebben gewonnen!'


    Alonza liep met Elissa mee naar de kinsi van haar ouders.

    Aowin rende naar buiten en greep Elissa vast in een stevige omhelzing. 'Ik heb zo over je in angst gezeten!' Ze streelde haar rug en keek haar in de ogen.

    'Ik was veilig, moeder. Ik kon het een en ander zien van achter een boom. Waar is vader? En waar zijn Vida en Conor?'

    'Je vader is bij Kajimo. Hij zal zo wel terugkomen. Dank je wel, Alonza, dat je met Elissa bent meegelopen.'

    'Het is goed.' Alonza streelde Aowins arm en liep weg.

    'Ik heb bloeddruppelkruid, moeder.' Elissa reikte haar het mandje.

    'Fijn.' Aowin nam het van haar over. Ze zuchtte. 'Wat een ellende. Vida en Conor zijn met vriendjes de hort op. Die hadden zo in angst gezeten, ze hebben ontspanning nodig.'

    Ze gingen naar binnen.

    Elissa liet zich op een krukje vallen. 'Ik hoop maar dat er bij ons niet veel gewonden zijn gevallen of …' Het woord doden kon ze niet uitspreken. Daar wilde ze niet aan denken.

    'We zullen het horen, schat.' Aowin was ook gaan zitten.

    'En morgen is nog wel Conors vijfde verjaardag.' Elissa bedacht dat ze zelf die dag ook jarig was. Ze werd dan veertien. Maar dat zouden ze niet vieren; de vijfde was de enige die ooit gevierd werd.

    Aowin knikte. 'Ja. En die dag gaan we vieren. Wil jij de was ophangen? Die ligt daar. Ik heb nog verstelwerk te doen.'

    Elissa zeulde de mand met wasgoed naar buiten en Aowin volgde haar met een stapeltje kledingstukken, een mandje en een krukje. Ze legde de kledingstukken op een hoop, ging zitten en nam het bovenste van de stapel op haar schoot: een broek van Conor. Uit het mandje haalde ze naaigerei.

    Elissa keek even toe en ging de was ophangen.

    Ze was al klaar toen haar vader thuiskwam. Hij haalde een kruk naar buiten en ging naast Aowin zitten. Hoofdschuddend zuchtte hij. 'Zeventien gewonden, waarvan drie ernstig. Eén dode. De genezer en zijn leerling hebben het er druk mee. Veel van de monniken zijn dood, de rest is gevlucht met hun gewonden.'

    Een dode. Elissa wilde weten wie dat was, maar durfde het niet te vragen.

    'Wie …?' vroeg Aowin.

    Arto noemde de naam van een van de nomaden. Een man van achtendertig met vier kinderen.

    'Wat erg voor zijn vrouw en kinderen!' riep Elissa uit.

    Haar ouders knikten en keken bezorgd.

    'Weet je?' zei ze. 'Ik word ook vrouwenstrijder. Ik ga eerdaags les nemen in boogschieten. Alonza gaat het me leren.'

    Arto keek haar strak aan. 'Daar komt niets van in.'

    'Maar, vader, waarom niet?'

    'Ik wil het niet hebben. Klaar.' Hij stond op en liep weg.

    'Moeder, waarom vindt vader het niet goed?'

    'Dat weet ik niet.'

    'Mag het van jou wel?'

    Ze keek Elissa in de ogen. 'Alleen als het van je vader mag.'

    Daar schoot ze niets mee op. 'Moet ik nog wat doen?'

    'Er moeten een paar sokken gestopt worden.'

    Elissa pakte een sok en ging op de kruk zitten die haar vader verlaten had.

    Conor is vijf!

    Elissa ontwaakte. Via het luchtgat in het dak van de kinsi zag ze dat het licht was. Haar zusje, Vida, die naast haar lag, sliep nog: ze lag op haar rug met haar mond wijd open. Elissa kroop haar bed uit en sloeg een doek om voor ze naar buiten ging. Het rook heerlijk fris naar de door dauw nat geworden tillies. Ze snoof de geur diep in, liep en eindje, hurkte, en plaste. Weer terug in de kinsi kleedde ze zich aan. Aan de andere kant van de ruimte, waar haar ouders sliepen, hoorde ze gefluister.

    Ze pakte een emmer en liep naar buiten, naar de stroom. Langs de kant ging ze op haar knieën zitten, schepte wat water in haar handen en plensde dat in haar gezicht. De emmer dompelde ze onder en ze zeulde hem vol met water terug. Er was geen wolkje aan de lucht te zien. Het zou een mooie, warme zomerdag worden.

    'Elissa! Ik ben vijf!'

    Conor sprong op en neer toen ze binnenkwam.

    Ze glimlachte en zette de emmer op zijn plaats. 'Echt waar? Dat kan toch niet? Nu al?'

    Hij lachte. 'Jawel!'

    Ze pakte hem vast en knuffelde hem. 'Wat ben je dan een grote jongen! Tjonge! Vijf jaar!'

    Hun moeder was bezig zich aan te kleden en Vida haastte zich naar buiten.

    Na het ontbijt zette Elissa samen met haar ouders en Vida de tafel en alle krukjes buiten. De kleine Conor drentelde opgewonden om hen heen. Toen alles kort en wel klaarstond, kwamen grootma Megan, Landor en Pelli aangelopen. Zij brachten een eigen tafel mee die ze naast die van hen neerzetten.

    'Waar is de jarige?' riep grootma.

    Conor stoof op haar af.

    Elissa keek vertederd naar haar broertje. Tussen Vida en Conor waren er nog twee jongetjes geweest, de eerste was doodgeboren toen zij vier jaar was. Daar wist ze niet zo veel meer van. Maar het volgende jongetje, Sador, vernoemd naar haar grootpa, kon ze zich nog goed voor de geest halen, een mooi en rustig kindje, met grote, blauwe ogen en donker haar. Helaas was hij net geen vier jaar oud geworden; overleden aan een van de ernstige kinderziekten. Maar Conor had zijn vijfde verjaardag gehaald. De moeilijkste en gevaarlijkste jaren waren voorbij.

    Landor hield iets verborgen achter zijn rug. Hij haalde het tevoorschijn en toonde het aan Conor.

    'Een houten zwaard!' riep hij uit. 'Voor mij?'

    'Natuurlijk voor jou,' zei Landor. 'Goed oefenen, dan wordt je een heel goede zwaardvechter.'

    Er arriveerden meer mensen, vrienden van hun ouders. Iedereen ging zitten, behalve Conor, die zwaaiend met zijn zwaard rondliep.

    Pelli schoof opzij. 'Kom maar tussen ons in,' zei ze tegen Elissa.

    Elissa ging tussen haar oom Landor en Pelli zitten. Pelli was acht jaar ouder dan zij en vond het niet nodig dat Elissa haar 'tante' noemde.

    'Door dat zwaard moet ik opeens aan Wandor denken,' zei Giridor, een oude vriend van de familie, tegen Landor. 'Heb je ooit nog iets van je broer vernomen?'

    'Nee. Ik vraag me weleens af of hij nog leeft.'

    'Was hij een goed zwaardvechter?' vroeg Elissa.

    'O, zeker!' zei Giridor.

    Elissa kon zich haar andere oom vaag herinneren. 'Ik was drie of vier toen u samen met oom Wandor en een paar mensen op weg ging naar een Bijeenkomst, oom Landor,' zei ze. 'Dus dat moet ruim tien jaar geleden zijn geweest.'

    'Dat weet je nog?' Landor keek haar verbaasd aan.

    'Ja, vaag.'

    'We vertrokken inderdaad afgelopen winter tien jaar geleden.'

    'Dat is een lange tijd,' zei Giridor.

    'Waarom ging hij niet mee terug, oom Landor?' vroeg Elissa.

    'Hij wilde proberen om Urodon binnen te komen om bewijs te vinden over ons verleden.'

    'Urodon? Tjonge.'

    Landor zuchtte. 'We zullen waarschijnlijk nooit weten of het hem gelukt is.'

    'Tenzij hij terugkomt,' zei Giridor.

    'Ik hoop het,' zei Elissa. 'Ik kan me zo weinig van hem herinneren. Eigenlijk helemaal niets. Ik zie alleen een lange man voor me met zwart haar, net als u, oom Landor.'

    'Wie weet. De wonderen zijn de wereld nog niet uit.'

    Haar moeder stond bij de tafel met een pot asta in de hand. 'Zal ik inschenken?'

    Later kwamen er meer mensen langs. Sommigen bleven slechts kort, anderen langer, maar iedereen kwam Conor feliciteren. Een enkeling had een klein presentje voor hem. In de middag zetten Aowin en Megan de meelballetjes op tafel, die ze samen hadden gemaakt. Arto schonk sterke drank en voor de kinderen monno, een sterk verdunde alcoholische drank.

    Nador kwam. Zolang Elissa zich herinnerde, trokken ze met elkaar op. Hij was haar beste vriend en ze beschouwde hem stiekem als haar 'grote broer'. Hij begroette Conor met een 'Ha, jarige job!', en omhelsde Elissa.

    'Jij ook gefeliciteerd. Veertien, hè?' fluisterde hij in haar oor.

    Conor rende heen

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1