Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Op Jacht in Brugge
Op Jacht in Brugge
Op Jacht in Brugge
Ebook353 pages4 hours

Op Jacht in Brugge

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Het enige dat erger is dan een Jager te zijn in de stad Harborsmouth, zo vol Fea, is het jagen op vampieren in Brugge.

Naar Belgie gestuurd worden is erg. De Middeleeuwse stad Brugge is raar maar het plaatselijke Jagersgilde heeft niet genoeg personeel, de grachten zitten vol dode lichamen en er is geen gebrek aan supernatuurlijke roofdieren als mogelijke verdachten.

Maar dan, Brugge is misschien helemaal zo slecht nog niet..

Met een verlangen zichzelf te bewijzen, de onschuldigen te beschermen en vooruit te komen binnen de rangen van het Jagersgilde, komt Jenna Dehane in de straten van Brugge terecht met het zwaard in de hand. Iemand of iets is toeristen aan het vermoorden en gooit de lijken in de kanalen van de stad. Met de hulp van een misterieuze vreemdeling begint Jenna de puzzlestukken in elkaar te passen die door de stad verspreidt te vinden zijn, als bloedspetters..

Vastberaden het moorden te stoppen duikt Jenna in de bloedige plaatselijke geschiedenis die alleen maar meer vragen oproept. Maar sommige geheimen kunnen beter begraven blijven. Jenna moet haar gevechtstraining testen terwjl ze probeert de waarheid van een oude vijand boven water te halen.

LanguageNederlands
Release dateMar 29, 2017
ISBN9781507178980
Op Jacht in Brugge

Read more from E.J. Stevens

Related to Op Jacht in Brugge

Related ebooks

Related articles

Reviews for Op Jacht in Brugge

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Op Jacht in Brugge - E.J. Stevens

    Hoofdstuk 1

    Dit was Bruges-la-Morte, De dode stad, begraven in haar stenen kades, de arteriën van haar kanalen koud als de dood zelf na het beëindigen van de grootse hartslag van de zee.

    -Georges Rodenbach, Bruges-la-Morte

    Ik zie al geesten zo lang als ik me kan herinneren. De meeste geesten zijn gewoon lastig, alleen maar dode mensen die er geen idee van hebben dat ze gestorven zijn.  De zwaksten daarvan manifesteren zich als als doorschijnende verschijningen zonder het vermogen tot spreken of tot hoger denken. Ze zijn als een bandopname van iemand's leven, geprojecteerd niet op een scherm maar op de plaats waar ze gestorven zijn. De meeste mensen kunnen door een dergelijke verschijning heenlopen zonder zelfs maar kippenvel te krijgen

    Poltergeists zijn krachtiger maar net zo geconcentreerd op een enkel doel. Die kleine rotgeesten zijn als peuters, ze stampen in het rond en schudden met hun spreekwoordelijke kettingen, steunend en jankend over hoe iets (het ongeluk, hun moord of de moord die ze gepleegd hebben) de schuld was van iemand anders en hoe iedereen moet betalen voor hun ongeluk. Poltergeists zijn lastig; ze zijn lawaaierig en kunnen voor korte tijd met dingen smijten, maar alleen de sterkeren zijn gevaarlijk.

    Gelukkig zijn er niet veel geesten daar buiten die sterk genoeg zijn om meer te kunnen doen dan een pen van je bureau afgooien of een koude plek veroorzaken. Van wat ik ontdekt heb toen ik bij het Jagersgilde in trainig was krijgen geesten hun krachten van twee dingen, hoe lang ze al rondspoken en van de kracht van hun doelbewustzijn. Als iemand die zo bezeten van het doden is als Jack the Ripper zich naast je manifesteerd in een straat in Londen raad ik je aan weg te rennen. Als iemand zo oud en zo buiten zichzelf als Vlad the Impaler naast je verschijnt in Targoviste, Roemenië, dan hoop ik voor je dat je een Jager naast je hebt, of een beschermengel.

    De doden hebben een slechte naam en daar zijn goede redenen voor. Maar sommige geesten kunnen heel behulpzaam zijn. Er was een vrouw met een vriendelijk gezicht die wel vaker verscheen toen ik in de pleegzorg zat. Linda was meer dan een lus in een psychische bandopname die vastzat in herhalingen; deze geest had een vrij en onafhankelijke denken en godzijdank was ze geen sociopatisch persoon die werd bezeten door bloedvergieten. Linda verscheen in verbleekte jeans en een donkere trui met rolkraag en ze rook naar thuis, en dat was het andere ongebruikelijke aspect van haar. De meeste geesten zijn vast verbonden aan een plaats, de plaats waar ze geleefd hebben of gestorven zijn. Maar het bekende gezicht van Linda volgde me van het ene pleegtehuis naar het andere. En het was maar goed dat ze dat deed, Linda de geest heeft meer dan eens mijn leven gered.

    Pleegzorg is een goed trainingsgebied voor zelfverdediging en het is waarschijnlijk daarom dat het Jagersgilde het gebruikt als recruteringsterrein. Losgeslagen zijn in het systeem van de jeugdwelzijnszorg heeft me heel veel gelegenheid gegeven mijn overlevensinstincten te versterken. Tegen de tijd dat de Jagers me kwamen opzoeken was ik een macht waar rekening me gehouden moest worden, of tenminste, dat dacht ik.

    Het Jagersgilde geeft uitzonderlijk goede training en ik ontdekte al snel dat mijn pogingen op het gebied van zowel defensie als offensie kinderspel waren vergeleken met onze  oudere leden. Ik beleerde mezelf niet over dat feit; ik was pas dertien toen de Jagers binnenvielen en me opnamen in hun midden. Maar mijn beperkingen leren kennen maakte me pijnlijk bewust van een ding. Als Linda de geest er niet was geweest had ik waarschijnlijk mijn kindheid niet overleefd.

    Het ergste geval van het aanscherpen van mijn overlevingskunsten was wel het laatste pleegtehuis geweest, net voordat het Jagersgilde er op insprong. Ik kan me de huismoeder niet herinneren, ze was er niet zo vaak. Het was maar een klein vrouwtje in het uniform van een fast food restaurant met een gebogen houding en neergeslagen ogen. Maar ik kan me haar man Frank goed voor de geest halen.

    Frank was een bully die een wit, met ketchup en mostert bevlekt vrouwen slaand t-shirt aan had. Hij had altijd een patat adem en een gemene grijns. Ik had er een paar weken voor nodig om er achter te komen dat de grijns van Frank eerder een sneer was. Ik had zijn blik opgevangen in de spiegel van de badkamer toen ik me omkleedde en zijn ogen zeiden het helemaal, Frank was een perverteling.

    Linda gooide de deur dicht in zijn gezicht maar dat hield Frank niet tegen. Frank bewoog zich wel vaker tegen mij aan in de keuken en Linda liet dan water uit de kraan over de vloer lopen en glipte een mes in mijn hand. Mijn tijd in dat huis eindigde toen Frank in het ziekenhuis terecht kwam.

    Ik was terug aan het sluipen naar de slaapkamer die ik deelde met nog drie kinderen, toen ik zag dat Frank in de schaduw op me wachtte. Ik trok het slagersmes te voorschijn dat ik onder mijn kleren verborgen hield, maar ik heb nooit de kans gehad het te gebruiken. Nu ik een beetje meer af weet van het vechten met een lemmet ben ik me ervan bewust dat Frank dat gevecht gewonnen zou hebben.

    Ik probeerde weg te rennen in de richting van het trappenhuis maar Frank was al op de bovenste overloop. Frank strekte zijn armen naar me uit en blokkeerde effectief mijn ontsnapping met zijn grote lichaam. En toen duwde Linda de geest hem van de trap af. Ik kan me herinneren hoe hij in slow motion de trap af duikelde, hoe zijn ogen groot werden en hoe de grijns van zijn gezicht verdween.

    Linda de geest had weer eens mijn leven gered, maar het lijkt er op dat dat bezoek ook haar laatste was. Ik weet niet of ze haar quotum aan psychische energie had opgebruikt, of dat ze gewoon voelde dat haar werk hier eindelijk gedaan was. Het was pas jaren later dat ik me realiseerde dat Linda mijn moeder was.

    Ik denk dat ik eerder had moeten zien dat we familie van elkaar waren, de geest die me overal naar toe volgde en ik. We hebben allebij dezelfde kleur van brandend rood haar. Maar mijn haar is recht en kort, gemillimeterd geknipt, dat van Linda was golvend en krulde naar haar schouders toe. We hebben ook allebij een deukje in onze linker wang en een voorliefde voor het redden van de zwakken en de onschuldigen van het kwaad.

    Linda de geest verdween, een jankende ambulance reed Frank naar het ziekenhuis. de politie arriveerde in mijn pleegtehuis en de Jagers kwamen op en ruimden de achtergebleven rommel weg. Het was mijn eerste Gildemeester die me vertelde over het lot van mijn ouders en ik telde een en een bij elkaar op over mijn spookachtige beschermster.

    Als kind vroeg ik me altijd al af waarom Linda koltruien droeg; nu wist ik waarom. Jonge, losgeslagen vampiers hadden haar nek uit elkaar gerukt en ze gingen daarna verder en scheurden mijn vader aan confettiereepjes. Mijn ouders waren op vakantie in Belize om hun trouwdag te vieren toen het gebeurde. Ik was toen bij een vriendin van mijn moeder anders zou ik ook dood zijn geweest.

    Ik kan me mijn ouders niet herinneren, ik was nog maar drie toen ik in het pleeghuizen systeem geplaatst werd, maar in vind wel vrede bij het feit dat, door mijn plicht te doen als Jager, ik de macht heb om losgeslagen vampiers zoals degenen die mijn moeder en mijn vader hadden vermoordt onder controle te houden en zelfs on ze te vernietigen. Wanneer ik uitgeput raak van het werk denk ik aan het droevige gezicht van Linda en dan push ik mezelf om nog harder te trainen. En als ik engeerds tegenkom die vrouwen en kinderen lastig vallen dan denk ik, geloof ik, aan Frank.

    Dat is hoe ik hier terecht ben gekomen, staand op een vliegveld in Brussel, proberend de Nederlandse en Franse borden te ontcijferen met stoffige ogen van de twaalf uur durende vlucht. Het begon allemaal toen mijn vriendin Ivy me belde om me te vertellen dat mijn mede-Jager onze gezamenljke vriendin Jinx had geslagen. Ivy wist niet dat die informatie alle stoppen bij mij zou laten doorslaan, ze wist niets van Frank of mijn tijd in het pleegouders-systeem, maar we waren het wel met elkaar eens dat het slaan van een meisje onacceptabel was. Ze liet mij, en het Jagers Gilde de zaak behandelen, voor het moment.

    Ik ging naar Meester Janus, het hoofd van het Harborsmouth Jagers Gilde en rapporteede de transgressies van Hans. Het hielp ook niet echt dat Hans bekend stond als een Beserker op het slagveld. Het feit dat hij een mens geslagen had, precies die mensen die wij gezworen hadden te beschermen tegen de monsters, was de nagel in de doodskist voor de carriere van Hans.

    Er werd mij verzekerd dat Hans het equivalent zou krijgen van een kantoorbaantje in Siberië. Daar zou ik het bij hebben moeten laten en ik zou het probleem over hebben moeten laten aan mijn meerderen. Maar Jinx was mijn vriendin en de zakenpartner van Ivy, ze mag dan niet gelukkig zijn in de liefde en een slechte smaak hebben waar het mannen betrof, maar dat betekende niet dat ze het verdiende dat ze de rest van haar leven zou moeten doorbrengen met zich te weren tegen de Franks in de wereld.

    Hans bleef zijn Gilde plichten vevullen terwijl de hogere bazen papieren bewogen en voorbereidingen troffen om hem weg te sturen. Hans zou onze gezamenlijke trainingen niet meer hebben moeten bijwonen, maar hij wist ook niet wie hem veraden had, en de man had een hoop kwade energie om kwijt te raken. Ik stormde de oefenmat op en groette Hans met mijn zwaard. Het duurde niet lang voor de man begon te bloeden.

    We hadden oefenzwaarden moeten gebruiken maar ik had per ongeluk het geslepen zwaard gepakt dat ik gebruikte op jacht. Ik heb geen blijvende verwondingen aangebracht maar de ondiepe sneden maakten een puinhoop van zijn geliefde tatoages. Ik hoopte dat de littekens een constante herinnering zouden zijn voor wat er gebeurde wanneer je de onschuldigen aanvalt.

    Een week later ontving ik een vliegticket en orders om een van onze contacten in België te gaan ontmoeten. Ik was er niet zeker van of de opdracht bedoeld was als een soort straf of als promotie, maar ik was bereidt om mezelf te bewijzen tegenover het leiderschap van het Gilde. De afscheidswoorden van Meester Janus fluisterden door mijn hoofd en leidden me af van de stem uit de luidsprekers die door de grotachtige hallen van het vliegveld echode.

    Doe je plicht, Jenna, zei hij. Meester Janus plaatste een grote hand vol zwaard-eeltplekken op mijn schouder en keek me in de ogen. Ik slikte hard maar ik kreeg het voor elkaar mijn handen niet te laten beven. Zorg dat we trots op je kunnen zijn.

    Dat zal ik doen Meneer. zei ik.

    Goede jacht.

    Hoofdstuk 2

    Het kan nooit kwaad een uitgangsstrategie te hebben.

    -Jenna Lehane, Jager.

    Ik draaide me om, volgde een blauwe, geschilderede pijl en botste bijna tegen een mager mannetje met slechte hygiënische gewoontes op. Een moment lang dacht ik dat hij mijn Belgische contactpersoon zou zijn, maar het was onmogelijk dat het lichaam van een Jager zou beven en schudden als een kattenspeeltje aan een touwtje. Deze vent had ofwel iets gebruikt of hij was op zoek naar zijn volgende fix.

    Zeer zeker geen Jager.

    Jij wil kus, Ja? vroeg hij. Jij geef Euros wij doen liefde, Ja?"

    Ik wierp een blik op zijn geelzucht ogen en zijn huid vol acne en beefde. Zelfs als de gedachte een volledige vreemde te zoenen niet helemaal repulsief was, en mogelijk tegen de regels van het Gilde omdat ik technisch gezien hier was om zaken te doen, op geen enkele manier zou ik deze vent aanraken. De ziektes waren als een stempel op zijn gezicht te zien.

    Niet dat ik Euros had. Ik had het valute wisselkantoor nog niet gelocaliseerd. Ik kwam net uit het bagage afhandel gedeelte van het vliegveld en probeerde nog steeds de borden te ontcijferen naar het treinstation.

    Mijn orders om Harborsmouth te verlaten voor een missie in België waren onverwacht geweest. Ik had geen tijd gehad een nieuwe taal te leren voordat ik deze post kreeg. Ik had daarom de lange, trans Atlantische vlucht gebruikt om Franse en Nederlandse woorden te leren uit een Lonely Planet leerboek maar ik wist bijna zeker dat de woorden niet zouden blijven hangen.

    Geen kussen, zei ik, veranderde de positie van de hard shell ski rugzak en deed mijn armen over elkaar voor mijn borst. Ik probeerde langs mijn neus weg op de jongen neer te kijken maar dat is niet makkelijk met mijn lengte van een meter zestig. Zelfs met zijn gekromde rug was hij zeker nog vijftien centimeter langer dan ik. Mijn vingers jeukten om mijn zwaard te pakken dat in bubbeltjesplastic in mijn skitas van extra dichte polyethyleen zat. Maar als je me laat zien waar het Wisselkantoor is en waar ik treinkaartjes kan kopen, koop ik iets te eten voor je.

    "Euros, cigaretten?

    Ik zichtte, Als je snel bent doe ik er een paar euros bij, zei ik, Maar ik geef geen fooien als we hier de hele dag blijven staan.

    Het hoofd van de man ging op en neer in naar ik aannam een knik. Ik volgde mijn wat vreemde gids maar hield ondertussen wel een oogje op zijn handen. Het zou niet goed zijn betrapt te worden als het hulpje van een zakkenroller, zeker niet in een vreemd land, maar hij hield zijn handen in zijn hoodie.

    Ik zou er waarschijnlijk spijt van krijgen dat ik de jongen had aangemoedigd, maar ik wist wat het betekende om honger te hebben. De meeste pleeggezinnen waar ik bij gewoond had stopten het geld van de cheques van de staat in hun eigen zakken en gaven ons eten dat beneden peil was, als ze ons al te eten gaven. Ik herkende de uitgedroogde huid en de radeloze blik in zijn ogen.

    Als het Gilde er niet was geweest zou ik dit kind kunnen zijn geweest. Mijn wangen brandden en ik voelde de bekende prop in mijn keel. Ik herinnerde me de pijnlijke pesterijen op school als ik door de gangen liep in mijn tweedehands kleren die niet pasten, de"zielige' blikken van de leraren en de apathische routinecontroles van de vermoeide sociale werkers. Was deze jongen ook opgegroeid in het systeem? Moest hij iemand als Frank ontwijken, iedere keer wanneer hij naar de badkamer ging?

    En, is het station hier ver vandaan?

    Mijn orders waren naar het station te gaan waar mijn contact me mijn opdracht zou geven en reispapieren. Ik nam aan dat de agent me op zou dragen naar de stad te gaan en omdat het vliegveld in de buitenwijken lag was de trein het meest logische vervoermiddel. Ik kende de ontmoetingsplek en niet veel meer en zou op zoek zijn gegaan op de website van het vliegveld om de weg naar het station te vinden maar na twee uur in de rij staan voor de douane en de grenscontroles had ik geen geduld meer over voor het doolhofachtige gebouw. Ik wist alleen dat het  station ergens in de darmen van het vliegtuig te vinden zou zijn en des te sneller ik daar kon zijn, des te sneller zou ik mijn opdracht hebben en dan kon ik een plek gaan zoeken op een paar uur te pitten.

    De jongen knikte

    Eten eerst? vroeg hij, Geldautomaat?

    OK, is goed.zei ik, Ga maar voor.

    Ik gebruikte mijn credit card met dank aan het Gilde on vijfonderd euro op te nemen. Dat was veel geld maar het was altijd goed een achterdeurtje te hebben en baargeld zou helpen als het nodig was.

    Natuurlijk was ik voorzichtig genoeg om het beeldsecherm af te schermen voor blikken van derden, maar ik had me geen zorgen hoeven te maken. Mij gids was druk bezig met zijn kanibalistische pogingen een losse nagelriem af te bijten.

    Ik liet het grootste deel van het geld verdwijnen in twee met ritssluitingen gesloten binnenzakken van mijn leren jas en duwde wat kleinere biljetten in de achterzak van mijn skinny jeans. Me omdraaiend van de geldautomaat wierp ik de jongen een glimlach toe en ik knikte in de richting van het eetgebied.

    Honger? vroeg ik.

    Hij veegde het bloed van zijn mishandelde nagelriem af aan zijn smerige spijkerbroek en knikte. Toen ik me realiseerde dat een deel van het vuil op die broek eigenlijk bestond uit bloedsmeersels kreeg ik een naar gevoel in mijn buik, maar ik probeerde er blij uit te zien en volgde de jongen naar het restaurant van een bekende fast food keten.

    Ik moest op mijn tanden bijten en de geur van vet gaf me een naar gevoel, maar ik kocht twee combi maaltijden, koffie en gegrilde kipsalade voor mij en frisdrank, hamburger, patat en appelgebak voor de jongen. Ik at bijna mechanisch mijn salade en probeerde de jongen en zijn strans vetten even te vergeten. Het behouden van een optimale gezondheid was niet de enige reden waarom ik geen vettig fast food at.

    Ik schudde mijn hoofd. Vijf jaar was het, en burgers met patat deden me nog steeds aan Frank denken. Ik vulde mijn voorraad servetten aan maar ik was me van een ding bewust, de harde en pijnijke waarheid. Sommige dingen kunnen nooit helemaal weggewassen worden, hoe hard we het ook proberen.

    Ik mag dan achtervolgd worden door geesten, maar de doden zijn niet de enigen die me achtervolgen, wakend of slapend.

    Hoofdstuk 3

    Onsterfelijken zijn vooral geduldig.

    -Jenna Lehane, Jager

    Ik hield een geeuw tegen en gaf de jongen een handvol euros. Het was tijd om met mijn missie aan de slag te gaan. Ik duwde een papieren zakdoekje met een schets van het station in mijn zak en liep naar de dichtstbijzijnde lift.

    Ik volgde de borden, maar had moeite met de woorden in het Nederlands en vroeg me voor de honderdste keer af waarom ik gekozen was voor deze missie. Er waren genoeg sprekers van de Nederlandse taal in onze organisatie. Het Jagers Gilde had haar wortels in Europa en een van onze meest beruchte leden, Van Helsing was Nederlands. Dus waarom werd een meisje dat wapens boven woorden verkoos hierheen gestuurd? Was het een straf voor wat ik Hans had aangedaan of een deel van mijn training?

    Het Gilde hield haar geheimen goed geheim maar ik had geruchten gehoord dat speciale missies gebruikt werden als een manier om de zwakken er uit te halen en degenen met het meeste potentieel naar voren te brengen. Oude angsten kropen weer naar boven. Mislukkeling, Een last, Neemt alleen maar ruimte in beslag. In de jaren dat ik van het ene naar het andere pleegtehuis stuiterde werd ik vaak met die woorden begroet, vaker dan ik kan tellen. Sinds ik bij het Jagers Gilde ben heb ik hard gewerkt en hard getrained, maar die dunne, kinderlijke stem is in een hoekje van mijn brein blijven hangen en fluisterde dat het nooit genoeg zou zijn.

    Ik zette mijn tanden op elkaar en plakte de beste glimlach op mijn gezicht. Ik zou aan mijn diplomatieke vermogens moeten werken en ik kon net zo goed nu beginnen. Ik nam me sterk voor succes te hebben met deze missie, wat die ook zou zijn.

    Ik zou niet falen

    De ruimte bij de liften was vol met haastige, gespannen reizigers. Ik lette niet op de pijn in mijn rug en drukte nog maar eens op de knop voor een lift naar beneden. Als ik mijn missie sneller kon vervullen en mezelf kon bewijzen tegenover de hierarchie van het Gilde zou ik ook sneller terug kunnen zijn in Harborsmouth.

    Ik mag er dan wel geen wortels in hebben, het Gilde zelf was mijn thuis, maar ik had vrienden in Harborsmouth die me gauw genoeg nodig zouden hebben. Al maandenlang was de spanning tussen de mensen en de paranormale gemeenschap aan het stijgen, maar het was pas op de avond voor mijn vertrek dat ik de waarheid leerde kennen.

    Er was een oorlog op komst.

    Verloren in mijn eigen gedachten was ik onderweg naar het kantoor van Meester Janus om mijn straf te ontvangen voor de verwondingen van Hans. Maar zelfs afgeleidt als ik was tweifelde ik toch voor ik op de deur klopte. Gedempte stemmen, gespannen door de teruggehouden boosheid waren aan het discussiëren dus ik deed wat iedere goede Jager zou doen; ik drukte mijn oor tegen de deur en luisterde.

    Meester Janus en een onbekende man waren al in een verhitte discussie gewikkeld over welke actie ze zouden moeten ondernemen, gebaseerd op nieuwe intel. Ik had het begin van de discussie gemist maar een ding was wel duidelijk. Het Jagersgilde had intel dat zowel de Vampiers als de Feeën leiders krachten aan het verzamelen waren en hun supernatuurlijke legers mobiliseerden in een dodelijk schaakspel. De Jagers waren de lopers en de mensen de pionnen en men verwachtte dat Harborsmouth het centrum van het schaakbord zou zijn.

    Toen de stemmen ophielden met spreken trad ik langzaam terug op mij schreden en ging weer met zware stappen de gang in die naar het kantoor van Janus leidde. Ik wist niet wanneer het schaakspel zou beginnen. Onsterfelijken zijn vooral geduldig. Maar het accepteren van mijn orders om Harborsmouth te verlaten was het moeilijkste dat ik ooit gedaan had als Jager.

    Er was een oorlog op komst en hoewel de veldslag misschien pas zou beginnen over maanden, jaren of zelfs tientallen jaren, ik had gezworen dat ik een manier zou vinden om terug te keren naar Harborsmouth zodat ik mijn zwaard zou kunnen gebruiken om mijn gealieërden te beschermen, mijn Gilde en de onschuldige burgers van de stad. Jaren geleden heb ik mezelf beloofd dat ik de Franken van deze wereld niet zou laten winnen. Kort na die belofte heb ik een eed afgelegd om een Jager te worden en mensen te beschermen tegen losgeslagen paranormalen.

    Ik heb gezworen de onschuldigen te beschermen tegen de monsters, of ze nu menselijk waren, fee of ondood en ik nam die gelofte serieus op. Soms was dat doel het enige dat me voorwaards dreef. Het leven van een Jager was niet makkelijk. Ik had Gildemeesters aangenomen als mijn ouders, mijn mede-Jagers als broers en zussen en ik was getrouwd met de Missie, lichaam en ziel. Er was geen ruimte in mijn leven voor diepe vriendschappen of romantische relaties en juist daarom waren mijn acties nadat ik kennis genomen had van de komende veldslag nog steeds een verassing, ook voor mijzelf.

    Ik was loyaal aan het Gilde. Zij hadden me gered en me een doel in het leven gegeven en ook de gelegenheid de brutale dood van mijn ouders door losgeslagen vampiers te wreken. Maar toen ik had gehoord van de aanstaande veldslag was daar iemand die ik moest waarschuwen. Ivy Granger had bewezen dat ze een natuurlijke verdedigster was van de stad Harborsmouth.

    Jammer dat ze niet menselijk was.

    Hoewel het Gilde soms de regels een beetje verboog voor uitzonderlijke paranormalen, zoals ze in het geval van Jonathan een vormwisselaar in onze rangen toelieten, waren de meeste Jagers bevooroordeeld tegen de paranormalen die we bestreden. Het doden was makkelijker als je de wereld in zwart-wit zag. Maar Ivy was een van die grijsgebieden. Ze was half menselijk en half fee en ze volgde de regels van niemand.

    Ik wist dat het Gilde het niet zou sanctioneren Ivy officieel aan boord te halen maar iemand moest haar waarschuwen voor de komende veldslag. Mijn telefoon was in beslag genomen en ik kon het niet riskeren die van Jonathan te gebruiken, er was een risico dat het Gilde het gesprek zou kunnen volgen. Het was maar goed dat ik nog een paar trukjes kende.

    Ik rekende op de psychometrie van Ivy, het vermogen de psychische imprint op een object te lezen, had me in mijn linkerhand gestoken en genoeg pijn gecreëerd voor een sterke impressie en ik had een boodschap achtergelaten. Dat achterlaten van die boodschap was tegen het protocol maar dat was nog maar mijn eerste onbezonnen daad, ik kon mezelf nog steeds schoppen voor de tweede.

    Ik was naar Jonathan Boldwin gagaan, een vriend ondanks de vele malen dat ik hem geweigerd had of hoe veel we elkaar ook op de zenuwen werkten, ik wist dat hij de enige persoon was die ik kon vertrouwen om mijn boodschap aan Ivy af te leveren. Maar toen hij de wond op mijn hand zag, die ik gebruikt had om genoeg pijn te veroorzaken om de boodschap over te brengen, gebeurde er iets dat me verbijsterde. Jonathan had me over de handpalm gestreken en gevraagd of ik de verwonding had opgelopen tijdens de training, en met zijn andere had had hij me naar zich toe  getrokken en me gekust.

    Ik geloof niet dat hij helemaal goed bij de geest was, zo dicht bij de volle maan. Misschien

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1