Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Bloedband: De Uitverkorenen, #2
Bloedband: De Uitverkorenen, #2
Bloedband: De Uitverkorenen, #2
Ebook394 pages5 hours

Bloedband: De Uitverkorenen, #2

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Korte omschrijving:

Tristan zat geknield voor een lichaam. Alleen de arm was te zien, hij lag in een vreemde hoek gebogen, levenloos op de grond. De huid was spierwit en bevlekt met rode vegen en aan de ringvinger zat een stalen ring met een zwart gekerfde band erin… 'Nee!' schreeuwde ik. Vrijwel meteen stond Tristan voor me en duwde me terug de hal in. 'Nee, laat me los!' Ik krijste en gilde en probeerde me met alle macht los te trekken. Ik had het verkeerd gezien. Dit kon niet waar zijn...

Melanie is klaar voor de volgende grote stap in haar relatie met Tristan. Maar als ze op het punt staat haar menselijke leven voor hem op te geven, blijkt de verborgen wereld die ze dacht te kennen nog veel groter te zijn dan zij en Tristan konden vermoeden. Melanie moet op zoek naar zichzelf en het verleden van haar nieuwe soortgenoten. De confrontaties die ze hierbij aangaat, zorgen voor barstjes in haar relatie met Tristan. Als ze ook nog te maken krijgt met een groot verlies, voelt Melanie zich onbegrepen en eenzamer dan ooit. Dan ontmoet ze een bijzondere jongen. Hij vertelt haar dat zij de uitverkorene is, op wie zijn mensen al tweeduizend jaar wachten...

Een onweerstaanbare combinatie van romantiek, spanning en historie. Een gepassioneerd liefdesverhaal tussen een vampier en een mens en de zoektocht naar hun plaats in een bovennatuurlijke wereld.

LanguageNederlands
Release dateJun 1, 2018
ISBN9781386694502
Bloedband: De Uitverkorenen, #2

Related to Bloedband

Titles in the series (2)

View More

Related ebooks

Related articles

Reviews for Bloedband

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Bloedband - Patricia Verlinde

    Van dezelfde auteur:

    Het Antiserum

    Patricia Verlinde

    Bloedband

    EERSTE DRUK 2016

    Tweede druk 2017

    © Patricia Verlinde

    © 2016 Uitgeverij Willowtreez, Terneuzen

    Omslagontwerp: Patricia Verlinde

    Bron blz 35: Het Handelsblad (6-7-1918)

    ISBN/EAN: 978-90-825554-2-4

    ISBN e-boek: 978-90-825554-1-7

    NUR 285

    www.willowtreez.nl

    www.patriciaverlinde.weebly.com

    Voor mijn man Daniël Verlinde, mijn steun en toeverlaat.

    Dankzij hem worden mijn dromen werkelijkheid.

    En voor mijn trotse ouders Marianne en Freek Versfeld.

    Soms moet je je vleugels spreiden om de wereld te ontdekken.

    Dat betekent niet dat ik jullie niet elke dag mis.

    O

    Ooit bestond er een tijd waarin mensen en lichtwezens samen de aarde bewandelden. Zij hielpen elkaar, hielden elkaar in balans. Door het uitwisselen van hun bloed, hun levenselixer, deelden zij hun pijn en genazen zij elkaar.

    Maar net zoals bij elk levend wezen op aarde, hadden zij van hun goden het begrip vrije wil meegekregen en net als bij de mens kozen ook enkele van deze lichtwezens een afwijkend pad.

    Hun pad was duister en wreed. Zij moorden en namen bloed zonder toestemming. Zij zaaiden angst en haat.

    Een machtige heksencoven trachtte hen te stoppen. Ze probeerde hun zielen te splijten zodat ze minder krachtig zouden worden. Maar wat ze bereikten was dat er nog meer bovennatuurlijke wezens de aarde bewandelden.

    De mannen en vrouwen die bij volle maan in een wolfachtig wezen veranderden lieten de mensheid met rust, zij waren de bossen en bergen in gevlucht.

    Maar er was nog een nieuwe soort opgestaan. Zij leken van steen en waren meedogenlozer dan ze ooit hadden gezien. Ze noemden hen de ‘uit-steen-gehouwenen’.

    Niet veel jaren later verschenen ook weer de oorspronkelijke lichtwezens ten tonele, al waren deze wel afgezwakt. Ze leken niet meer tegen zonlicht te kunnen en hadden meerdere kwetsbaarheden. Deze noemden ze sliochdans, wat ‘afstammeling van het licht’ betekende.

    Wat deze twee wezens gemeen hadden was hun nooit afnemende bloeddorst.

    Samen werden zij vampiers genoemd.

    -Uit de kronieken van de strijders van Evelyn

    Proloog

    -De dag van de Eik, 4 v.Chr.- [1]

    DE VROEGE OCHTENDZON verlichtte de groene heuvels van het oude Ierland. Een deken van rust lag nog over het land, enkel onderbroken door een meisje van net acht jaar oud, dat hijgend de berg af holde. Haar snelle blote voeten probeerden de zwaartekracht bij te houden.

    Het eerste huisje dat ze zag was dat van tante Evelyn. Ze rende de ronde afzetting in die om het huis liep en verschool zich achter de muur van rijshout waarvan het huisje gemaakt was. Zo zagen al hun huizen eruit, het houten cirkelvormige hek moest hen beschermen tegen het kwaad.

    ‘Hebbes!’ Noah sprong boven op haar.

    Ze slaakte een verrukte gil en giechelde. Hij had haar van achteren beslopen.

    ‘Ssst,’ Noah hield snel zijn hand tegen haar mond, ‘als ze ons betrappen, mogen we heel de dag niet meer samen spelen.’

    Arlana knikte nog steeds lachend en pakte zijn hand. Samen klommen ze over het houten hek en renden de gouden tarwevelden in die achter het huis lagen. Toen ze ver genoeg waren, lieten ze zich vallen en barstten in lachen uit.

    ‘Zeg op, wat gaan ze allemaal doen vanavond?’ Noahs heldere blauwe ogen brandden van nieuwsgierigheid.

    ‘Echt Noah, wees blij dat je er niet bij mag zijn, want het is reuzesaai. Het is elk jaar hetzelfde.’

    ‘Wat doen ze dan?’

    ‘Gewoon, ze geven me een ritueel bad en roepen de Grote God en Godin aan. Ze dansen om me heen, verbranden kruiden en zo.’

    ‘Nou, zo uitgebreid vieren ze mijn verjaardag anders nooit.’ Noah keek verontwaardigd.

    Arlana stak haar tong uit en dook boven op hem. ‘Komt omdat ik speciaal ben.’

    Noah duwde haar van zich af en sprong op. ‘Ik ben meer onder de indruk als je me weet te vangen,’ riep hij en zette het op een lopen.

    Arlana duwde zich omhoog tussen de gouden stengels en holde achter hem aan het tarweveld uit.

    Hoofdstuk 1

    -Melanie-

    MET MIJN HOOFD NAAR de zon gericht, liet ik de vitamine D langzaam door mijn gesloten oogleden sijpelen. Ik zat op de rand van het zwembad en het water kabbelde verkoelend tegen mijn kuiten. De brandende zon in mijn gezicht, het ruwe beton onder mijn handen, het koele water... Ik probeerde alles in me op te nemen, alles in mijn geheugen te prenten. Ik wilde van elke seconde van deze dag genieten.

    Er klonk hard gelach vanaf het aangrenzende grasveld waar de strandbedjes stonden en automatisch opende ik mijn ogen om te zien wat er aan de hand was. Caroline en haar volgelingen hadden het halve zonneterras in beslag genomen en waren zoals gewoonlijk veel te luidruchtig aanwezig zonder enige aanleiding. Toen ze vorig jaar allemaal hun vwo-diploma hadden gehaald waren ze ieder een andere richting gaan studeren, maar elk weekend en elke vakantie zochten ze elkaar nog steeds trouw op.

    Caroline was niet meer de Caroline die ik kende van school, ze leek er niet meer zoveel waarde aan te hechten om het centrum van alle aandacht te zijn. Ook nu zat ze aan de rand van de groep op een bedje voor zich uit te staren. De club leek het niet in de gaten te hebben en ging vrolijk door met het hysterische gekwebbel.

    Ik volgde Carolines blik en zag wat haar aandacht had getrokken. Boven op de duikplank maakte Tristan zich klaar voor een sprong. Zijn huid glansde in de zon, het gaf hem iets magisch, goddelijks bijna. Ik begreep de aantrekkingskracht.

    Tristan hief zijn gespierde armen omhoog, boog door zijn knieën en zette af. Met een krachtige sprong kwam hij loodrecht in het water terecht. Ik had ook niets anders verwacht. Ik volgde hem terwijl hij met grote slagen onder water naar mij toe zwom en begroette hem lachend toen hij mijn enkels vastpakte en voor mijn benen boven het wateroppervlak verscheen.

    ‘Uitslover,’ plaagde ik, terwijl ik hem recht in zijn zeegroene ogen keek.

    ‘Pas maar op, je zit nu niet echt in een positie om zo brutaal te zijn.’ Om zijn woorden kracht bij te zetten trok hij licht aan mijn enkels.

    ‘Als je het maar laat, ik moet zo weg.’ Ik keek hem quasi-streng aan.

    ‘Weet ik toch, liefje, ik zou niet durven.’ Grinnikend zette hij zijn handen op de rand en hees zich half omhoog zodat hij me kon kussen. We waren al anderhalf jaar samen en nog steeds hadden zijn aanrakingen een duizelingwekkend effect op me.

    Met tegenzin maakte hij zich van me los en liet zich terug in het water zakken. Niet omdat hij de kracht in zijn armen verloor, maar omdat hij tegenover de buitenwereld menselijk moest overkomen. Tristan was namelijk een vampier, en de enige reden waarom hij nu vol in de zon van een duikplank kon springen zonder dat hij ging schitteren als een discobal, was omdat hij een elixer had gedronken dat zijn ware aard verborg. Daardoor waren zijn ogen nu in zijn oorspronkelijke kleur groen en niet rood of goudkleurig (afhankelijk of hij mensen- of dierenbloed dronk). Het zorgde er ook voor dat het zijn vampierzintuigen afzwakte, zodat zijn kracht en bloeddorst minder werden. En dat zorgde er weer voor dat ik heel de zomer nog geen één nacht in mijn eigen bed had geslapen.

    In het begin van onze relatie had hij mij nog niet eens durven zoenen, maar in de loop der tijd waren we steeds een stapje verder gegaan en steeds meer naar elkaar toegegroeid en met behulp van het elixer hadden we eindelijk ook die laatste stap kunnen zetten.

    Ik voelde Tristans koele hand langs mijn bovenbeen strelen en ik ontmoette zijn geamuseerde blik. Zuchtend draaide ik met mijn ogen, hij had natuurlijk weer precies gezien waar ik aan dacht. En dat bedoelde ik dus letterlijk, want Tristan kon gedachten lezen. Niet zoals Edward in het boek Twilight. Tristan hoorde niet wat je dacht, maar hij zag beelden en maakte daar dan zijn eigen verhaal bij.

    ‘Kan niet wachten tot je weer terug bent...’ Hij drukte zich nogmaals omhoog om me een kus te geven, toen gaf hij me een zachte tik tegen mijn been. ‘Kom op, je moet gaan, anders kom je te laat.’

    Ik haalde mijn vingers door zijn natte bruine haren en liet toen mijn hand langs zijn perfecte gezicht glijden, ik wilde nog even één laatste dosis Tristan in me opnemen. Ik dankte het universum er nog elke dag voor dat we elkaar hadden teruggevonden.

    Met tegenzin stond ik op en verzamelde mijn spullen. In de brandende zon liep ik naar de uitgang. Voordat ik het hek doorliep wierp ik nog een laatste blik over mijn schouder. Tristan hing nog steeds aan de rand van het zwembad in het water. Hij gaf me een knipoog. Ik glimlachte en liep de bocht om. 

    HET WAS EEN DRUKTE van jewelste op de markt. Het hele plein was omringd met terrassen, maar het had even geduurd voordat we eindelijk een leeg tafeltje hadden veroverd. Michael wachtte totdat de ober onze bestelling had opgenomen en richtte zich toen tot mij toe. ‘Vertel op, wat is er aan de hand, waarom wilde je per se vandaag nog met me afspreken?’ Hij speelde met het bierviltje dat voor hem op de tafel lag.

    ‘Er is niks aan de hand, ik wilde je gewoon nog even zien voor ik op vakantie ga.’ Het kwam er iets scherper uit dan ik bedoelde.

    Michael keek me bedenkelijk aan. ‘Zeker weten?’

    ‘Zeker weten,’ bevestigde ik nu met een glimlach om hem te overtuigen.

    ‘Oké.’ Michael haalde zijn schouders op en liet zijn blik weer over het plein dwalen. ‘Kijk, moet je daar zien, dat meisje heeft die nieuwe i-Phone, die is in Nederland nog helemaal niet verkrijgbaar.’

    ‘Waar?’

    ‘Daar.’ Michael knikte naar het terras naast ons. ‘Barbie,’ voegde hij eraan toe.

    ‘O ja, ik zie het. Inderdaad.’ Aan een tafeltje zat een meisje alleen, met hooggeblondeerd haar en knalroze lippenstift, druk te sms’en op een gloednieuwe iPhone.

    ‘Dat ze het touchscreen nog kan raken met die nagels,’ lachte Michael.

    ‘Moet je Ken jaloers zien kijken.’ Ik doelde op de jongen aan het tafeltje naast haar, die constant over zijn schouder met haar mee zat te kijken. Hij had ook echt iets weg van Ken, met zijn netjes gekamde haren en zijn trui die hij over zijn schouders had geknoopt.

    Dit was het afgelopen jaar een beetje ons ding geworden: mensen kijken en er hele verhalen omheen verzinnen.

    ‘Jaloers op die iPhone of op G.I. Joe daar?’ vroeg Michael.

    Ik zag dat het meisje niet langer met haar telefoon bezig was maar nu naar de overkant van het plein staarde en ik volgde haar blik. In de schaduw tegen een muur aangeleund, stond een goeduitziende jongen met blond haar. Hij had een wijde, legergroene broek aan met zakken aan de zijkant. Daarop droeg hij een zwart T-shirt dat strak om zijn gespierde bovenlijf spande. Ik begreep waarom het meisje niet langer in haar i-Phone geïnteresseerd was.

    ‘Alstublieft, twee rosé, sorry dat het zo lang duurde.’ De ober zette twee glazen op tafel.

    ‘Geeft niks.’ Ik wilde mijn portemonnee pakken, maar Michael was me voor.

    ‘Ik trakteer.’

    ‘Dat hoeft niet. We delen de bon straks wel.’

    ‘Niks daarvan, deze hele dag is voor mijn rekening. Mijn cadeau voor jou omdat je éindelijk je diploma hebt gehaald.’ Hij benadrukte het woordje eindelijk.

    Ik gaf hem een por in zijn zij, waarna we allebei moesten lachen. Hij had gelijk. Toen iedereen vorig jaar zijn diploma haalde kreeg ik te horen dat ik nog een jaar over moest doen. Stiekem vond ik het helemaal niet erg. Ik had zoveel meegemaakt dat jaar dat ik nog helemaal niet aan de toekomst had gedacht. Daarbij had ik zoveel lessen gemist, dat ik ze nooit meer had kunnen inhalen.

    Dit afgelopen jaar was een verademing geweest. Ik liep geen gevaar meer en hoefde me niet meer druk te maken over Carolines pesterijen. Een heel jaar lang had ik me alleen maar beziggehouden met huiswerk – dat ik al eens eerder had gehad en wat me dus gemakkelijk af ging – en Tristan. Geen weerwolven meer die achter me aanzaten omdat ze dachten dat ik een antiserum bezat dat hun gif kon genezen en geen vampiers meer die me wilden doden omdat ik van het bestaan van hun wereld afwist.

    Elke dag had er hetzelfde uitgezien. Overdag ging ik naar school, na school sprak ik soms met Michelle of Michael af en anders besteedde ik die tijd aan wat quality time met Rob. Mijn oom was maar een paar jaar ouder dan ik, maar had toch de taak van voogd op zich genomen toen mijn vader stierf.

    ’s Avonds deed ik mijn huiswerk terwijl Tristan op mijn bed een boek las, of me hielp met overhoren totdat ik mijn mappen dichtsloeg en me in zijn armen stortte om zo heerlijk in slaap te vallen.

    Ik had intens genoten van deze eentonige zorgeloze dagen, ik wist immers dat me in de toekomst nog genoeg spanning en avontuur te wachten stond. De toekomst die nu heel snel zou beginnen.

    Michael hief zijn glas. ‘Op je diploma.’

    Ik tikte mijn glas tegen het zijne. ‘En op onze vriendschap,’ voegde ik eraan toe.

    Zijn linkermondhoek krulde licht omhoog. ‘Op onze vriendschap,’ bevestigde hij. We namen allebei een grote slok van de rosé en zetten de glazen weer op tafel.

    ‘Wie had dat twee jaar geleden ooit gedacht; wij tweeën samen aan de rosé op een terras,’ begon ik. Michael en ik kenden elkaar al zeker vier jaar, maar we waren een beetje moeizaam van start gegaan. Toen we elkaar pas leerden kennen, hadden we meer dan vriendschap voor elkaar gevoeld, we hadden zelfs gezoend. Maar Caroline was tussen ons gekomen, ze had hem gechanteerd en hij had me als een baksteen laten vallen. Dat had een kettingreactie veroorzaakt waardoor ik plotseling de zondebok van de school werd.

    In datzelfde jaar stierf mijn vader, wat ervoor zorgde dat ik in een nog dieper dal terechtkwam. Een dal waar ik pas twee jaar later weer uit zou komen doordat ik Tristan leerde kennen.

    Toch had Michael weer toenadering gezocht. Ik had hem uiteindelijk alles vergeven en sindsdien waren we betere vrienden dan ooit.

    ‘Ik niet, nadat ik heb gezien hoe jij op alcohol reageerde...’

    ‘Hey!’ Ik gaf hem een duw tegen zijn schouder. Hij doelde op een feest waar ik in het begin van onze hernieuwde vriendschap met hem naartoe was geweest. Hoewel ik normaal nooit dronk, had ik die avond iets te veel wijn op. Iets waar hij me nog lang mee heeft geplaagd.

    Michael lachte hard en keek me uitdagend aan.

    ‘Ik had het over onze vriendschap,’ verduidelijkte ik.

    Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Wat ben je plotseling sentimenteel, je komt toch nog wel terug van die vakantie of niet?’

    Ik zuchtte en draaide met mijn ogen. ‘Ik wil gewoon zeggen dat ik blij ben dat je me toen hebt meegevraagd naar dat feest en ik ben je dankbaar voor de vriendschap die daaruit is voortgevloeid.’

    De brede lach die al die tijd op zijn gezicht was vastgeplakt, vertrok naar een flauwe glimlach en de blik in zijn ogen werd serieuzer terwijl hij me eens goed opnam. ‘Echt Mel, hoe lang ben je van plan weg te blijven?’

    Hoofdstuk 2

    -In de warme dagen van de Populier, 2 v.Chr.-

    HET GELUID VAN GELACH en verkoelende plonzen in het meer leidden haar af. De brede takken van een grote eik beschermden haar tegen de zon en vanuit de schaduw keek ze verlangend naar haar leeftijdgenootjes die een eind verderop vrolijk spetterend met elkaar aan het spelen waren.

    ‘Kom op Arlana, houd je aandacht erbij.’

    ‘Maar tante Evelyn, het is veel te warm, niemand hoeft nu te werken,’ zuchtte Arlana zeurend. Ze leunde met haar rug tegen de dikke stam van de boom terwijl ze met haar vingers door het groene gras woelde. Haar lippen perste ze boos op elkaar.

    ‘Maar jij bent niet net zoals alle kinderen. Jij bent speciaal, Arlana en dat brengt verantwoordelijkheden met zich mee,’ preekte tante Evelyn.

    Arlana draaide in gedachte met haar ogen, ze had dit verhaal al duizend keer eerder gehoord. Zij was de eerste heks in eeuwen die op haar achttiende genoeg magie zou bezitten om een spreuk af te maken waarmee hun voorouders waren begonnen en daarmee zou de wereld eindelijk een betere en veiligere plek worden.

    Noah kwam achter tante Evelyn langs gelopen. Achter haar rug trok hij gekke gezichten en maakte hij met zijn handen pratende gebaren. Arlana sloeg haar hand voor haar mond om niet in lachen uit te barsten.

    ‘Dit is niet grappig, jongedame!’ Tante Evelyns ogen schoten vuur.

    Arlana beet op haar onderlip en schudde instemmend haar hoofd.

    ‘Zal ik het even overnemen, tante Evelyn?

    Arlana werd overspoeld door opluchting. Haar grote zus stond naast hun tante en legde vragend een hand op haar schouder.

    Tante Evelyn stond moeizaam op en klopte haar jurk af. ‘Graag, misschien dat jij tot haar door kan dringen, want dit gaat nergens heen,’ mopperde ze.

    Haar zus schonk Arlana een glimlach en knipoogde naar haar. ‘Ik zal mijn best doen.’

    Arlana voelde zich altijd veilig bij haar. Haar grote zus beschermde haar tegen de wereld zoals de brede takken van de Eik haar beschermden tegen de zon. Hun dorp was anders dan andere dorpen. Het bestond voornamelijk uit vrouwen die tot hun coven behoorden. De mannen met wie ze omgingen, woonden in een nabijgelegen dorp. De kinderen groeiden op bij hun moeders, en de jongens gingen op hun vijftiende bij hun vaders wonen.

    Niet iedereen was het eens met de leefgewoontes van de coven, zo ook niet Arlana’s moeder. Zij was verbannen uit het dorp, maar had haar kinderen moeten achterlaten. Sindsdien had Arlana alleen nog maar haar vijf jaar oudere zus en Noah – wiens ouders ook niet in het dorp woonden – bij wie ze zich echt thuis voelde. Bij haar tantes en de andere kinderen uit het dorp bespeurde ze altijd enige afstand.

    ‘Arlana?’ Haar zus vroeg haar aandacht.

    Arlana sloeg haar grijsblauwe ogen naar haar op en wachtte af.

    ‘De basis van magie is visualisatie. Zodra je dat goed onder de knie hebt is de rest een makkie,’ begon haar zus. Ze legde een takje net voorbij de schaduw in de zon. ‘We gaan nu samen mediteren en proberen te visualiseren totdat de schaduw van de boom het takje heeft bereikt en dan mag je de rest van de middag met je vrienden in het water spelen.’ Er brak een samenzweerderige glimlach door op haar gezicht.

    Arlana slaakte een gilletje en vloog haar zus om de nek.

    ‘Maar,’ de slanke jonge vrouw stak streng haar vinger op, ‘je gaat nu wel eerst je best doen.’

    Arlana knikte heftig instemmend toe. De brede lach zou de rest van die dag niet meer van haar gezicht verdwijnen.

    Hoofdstuk 3

    -Melanie-

    HET WAS RUSTIG OP DE weg. De zon stond laag, maar zou nog steeds een paar uur zichtbaar zijn totdat hij zich zou terugtrekken achter de horizon. Het beloofde een zwoele zomeravond te worden. Ik vouwde de zonneklep van mijn nieuwe tweedehands auto (eindexamencadeau van Rob) naar beneden en genoot van de omgeving terwijl ik naar het grote landhuis van Tristan en Elizabeth reed. Hoewel ik officieel nog steeds samen met Rob in mijn ouderlijk huis woonde, bracht ik de meeste tijd door in Tristans woning.

    Hoe dichter ik bij de rand van de stad kwam, hoe meer verlaten en verwaarloosd de omgeving rondom mij er begon uit te zien. Het beïnvloedde mijn humeur niet. Het onkruid dat tussen de tegels omhoogstak, de klimop die zijn eigen weg had gezocht langs de huizen en flatgebouwen. Het was gewoon de natuur die zijn plaats terug probeerde te veroveren.

    Rechts van mij doemde een vertrouwd gebouw op. Mijn vader had daar jarenlang een appartement gehuurd dat hij had omgebouwd tot zijn laboratorium. Hij was daar tot aan zijn dood – iets meer dan twee jaar geleden – dagelijks te vinden.

    Rob had het appartement aangehouden en ik kwam hier nog regelmatig. Alles zag er nog net zo uit als voor mijn vaders dood, het voelde alsof ik daar een stukje dichter bij hem was. Ik kon daar uren rondneuzen in zijn stoffige boeken, de fotoalbums en zijn spullen. Steeds weer vertrok ik met het gevoel hem weer iets beter te hebben leren kennen dan de dag daarvoor, want ook al hadden mijn vader en ik een ontzettend sterke en liefdevolle band met elkaar gehad, hij had ook een heel verleden met zich meegedragen waar ik nooit iets vanaf had geweten.

    Anderhalf jaar geleden had ik in een tijdsbestek van een paar weken te horen gekregen dat mijn vriend een vampier was, mijn oom een weerwolf en dat mijn vader in het verleden ook een weerwolf was geweest, totdat hij een antiserum had uitgevonden dat hem had genezen.

    Het antiserum was een legende geworden in de weerwolvengemeenschap. Sommigen dachten dat het vernietigd was, anderen vermoedden dat het nog steeds ergens rondzwierf en er waren er ook die geloofden dat het nooit bestaan had. Uiteindelijk waren er maar acht personen in de hele wereld die wisten wat de echte waarheid was: het bestond nog.

    Het antiserum zat in mijn bloed.

    Ah, daar kwam het zandweggetje in zicht. Ik reed van het asfalt het hobbelige pad op tot ik bij de poort kwam. Het hek stond open, ik reed door en parkeerde mijn stoffige metallic groene Mazda naast Tristans blinkende zwarte BMW.

    Terwijl ik een blik in mijn achteruitkijkspiegel wierp, zag ik dat Tristan geleund tegen de deurpost op me stond te wachten. Hij glimlachte naar me.

    Ik greep de plastic boodschappentas die naast me op de passagiersstoel lag en stapte uit. In een seconde stond Tristan naast me en pakte de tas van me over. Zijn vrije hand sloeg hij om mijn middel en trok me tegen zich aan voor een lange kus.

    TERWIJL TRISTAN IN de voorkamer de kaarsjes aanstak en de glazen op tafel zette, had ik me teruggetrokken in de keuken en legde de laatste hand aan het plateau waar ik allerlei kleine borrelhapjes op had uitgestald. Ik brak wat takjes van een tros druiven en legde ze strategisch tussen de kazen en worstjes neer.

    ‘Ziet er heerlijk uit,’ klonk het vol van sarcasme. Elizabeth was geluidloos de keuken binnen gestapt.

    Ik pakte een worstje op en hield het haar voor. ‘Je zou het eens moeten proberen.’

    Elizabeth sloeg mijn arm weg en trok haar neus op. ‘Gadver!’

    Ik schoot in de lach waarop zij volgde. Elizabeth was tegelijk met Tristan getransformeerd en ze hadden vanaf die tijd altijd als broer en zus samengeleefd.

    ‘Komt Zach ook?’

    Ze knikte en een prachtige glimlach sierde haar gezicht, zoals altijd wanneer Zachs naam viel.

    ‘Mooi,’ zuchtte ik en richtte me weer op de hapjes. De opgewonden spanning die ik heel de dag had gevoeld, begon een wat zwaardere vorm aan te nemen. De vlinders in mijn buik waren verdwenen en hadden plaatsgemaakt voor een grote baksteen die zich nu in mijn maag leek te hebben gevestigd.

    Elizabeth merkte mijn stemmingswisseling op. ‘Alles goed?’

    Ik perste een lach op mijn gezicht, keek over mijn schouder en knikte geruststellend naar haar. Ze kwam naast me staan en leunde met haar rug tegen het aanrecht. Geconcentreerd hield ik me bezig met het eten en sneed de laatste worst in dunne plakjes.

    ‘Dus... Michelle, Rob, ik en Zach... wij allemaal uitgenodigd voor een borrel?’ dacht Elizabeth hardop. ‘Vreemd, aangezien Zach en ik niet eten of drinken. Of... hebben jullie ons soms iets te vertellen?’

    Ik stopte met mijn bezigheden en ontmoette Elizabeths ogen, die sprankelden van nieuwsgierigheid. Een klein glimlachje brak door op mijn gezicht. Haar mond viel kort open, maar ze had zichzelf snel weer onder controle en pakte mijn schouders vast terwijl ze me bleef aankijken. ‘Wat je ons ook gaat vertellen, je hoeft niet zenuwachtig te zijn.’

    Een gevoel van rust overspoelde me en de steen in mijn maag leek in rook op te gaan. Ik gaf haar snel een knuffel. ‘Dank je wel, Lizz.’ Vervolgens pakte ik het plateau op om het naar de kamer te brengen. Elizabeth had de gave om aan iemand haar wil op te leggen. Ze kon je laten doen, denken of voelen wat er maar in haar opkwam. Deze keer had ze mijn zenuwen weggehaald en daar was ik haar dankbaar voor. 

    Niet veel later zaten we met zijn allen in de woonkamer. De open haard brandde sfeervol (en overbodig aangezien het buiten nog zo’n achttien graden was), het plateau was voor de helft leeggegeten en Rob en Michelle zaten inmiddels al aan hun derde glas cava. De kamer vulde zich met een gezellig geroezemoes, doordat er verschillende gesprekken aan de gang waren. Vanaf de andere kant van de tafel gaf Tristan me haast een onmerkbaar knikje en keek me vragend aan. Ik stemde toe door even mijn ogen dicht te doen.

    Tristan stond op uit de leren stoel waarin hij had gezeten en schraapte zijn keel. Het geroezemoes verstomde en alle aandacht was nu op hem gericht. Een nerveuze glimlach verscheen op zijn lippen, hij stak zijn hand naar me uit. ‘Mel?’

    Ik stond op van de bank waar ik me tussen Rob en Michelle in had genesteld en ging naast hem staan. Eindelijk konden we het grote nieuws met hen delen. We wisten dat het een scala aan emoties teweeg zou brengen, maar daar waren we op voorbereid. Niets zou ons nog van gedachten laten veranderen.

    Dit zou mijn laatste avond zijn als mens.

    Hoofdstuk 4

    -Dag van de Eik  2 n.Chr-

    ARLANA EN NOAH LAGEN op hun rug in de tarwevelden naar de voorbijtrekkende wolken te kijken. De gouden stengels staken hoog boven hen uit en hielden hen zo verborgen voor de buitenwereld. Dit was altijd hun favoriete plekje geweest.

    ‘Die daar is net een boot waarvan de mast is afgebroken.’ Arlana wees naar een grote witte wolk.

    ‘Een paard met twee hoofden.’

    Arlana keek langs Noahs gestrekte arm naar de lucht. ‘Ik zie het niet.’

    ‘Nee, hij is al vervormd.’ Noah draaide op zijn buik zodat hij haar kon aankijken.

    Hij was een paar volle manen geleden vijftien geworden en had het dorp moeten verlaten, maar hij kwam regelmatig langs om te kijken hoe het met haar ging. Alleen op de dagen dat hij met zijn vader en ooms mee op jacht moest of mee ging varen, bleef hij

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1