Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Angst in de schaduw
Angst in de schaduw
Angst in de schaduw
Ebook279 pages3 hours

Angst in de schaduw

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Achter de muren van de gevangenis waart de dood rond. Verdachte sterfgevallen zaaien veel angst. Is het zelfmoord… of moord....? Louise duikt in een onderzoek waarin haar eigen leven op het spel komt te staan. Weet ze echt te veel? Hoe heeft ze de aanwijzingen gevonden, die anderen zijn ontgaan? Achter de hoge grijze muren van de vrouwengevangenis, komt het verleden van Louise tot leven om haar te achtervolgen. Zal ze de tijd hebben om uit haar verleden nieuwe kracht te putten om tegen een onzichtbare vijand te vechten. De angst in de schaduw, een roman vol niet-aflatende spanning.

LanguageNederlands
PublisherBadPress
Release dateNov 18, 2015
ISBN9781507125816
Angst in de schaduw

Related to Angst in de schaduw

Related ebooks

Related articles

Reviews for Angst in de schaduw

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Angst in de schaduw - Héron-Mimouni

    COVER

    ––––––––

    Angst in de schaduw

    Wie gelooft je als je achter slot en grendel zit?

    Angst in de schaduw

    ––––––––

    Corinne Héron-Mimouni

    ––––––––

    Vertaald door Jeanine Erades

    Angst in de schaduw

    Oorspronkelijke titel La Peur dans l'ombre

    © 2015 Corinne Héron-Mimouni,

    Alle rechten voorbehouden

    Uitgegeven door Babelcube Inc. www.babelcube.com

    Omslagontwerp door © 2015 Corinne Héron-Mimouni

    Vertaling door © 2015 Jeanine Erades www.taalcompagnie.nl

    Babelcube Books en Babelcube zijn geregistreerde merknamen van Babelcube Inc.

    Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave

    Proloog

    Deel 1

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8

    9

    Deel 2

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8

    9

    10

    11

    12

    Deel 3

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8

    9

    10

    Deel 4

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8

    9

    10

    11

    Deel 5

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8

    Deel 6

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Epiloog

    Corinne Héron-Mimouni

    Angst in de schaduw

    Waarschuwing van de auteur:

    Deze roman is pure fictie. Elke gelijkenis met werkelijk bestaande personen, gebeurtenissen of situaties, in het heden of in het verleden, berust op louter toeval.

    Proloog

    ––––––––

    Ze zette de televisie aan en de nasale stem van de presentator vulde de kamer. Maar liever dat, dan stilte... Op de tafel, het koud geworden avondeten. Opnieuw een avond die aanbrak. Als om zes uur 's avonds de deuren werden vergrendeld, begon de nacht. De stem van het meisje hiernaast overstemde het geluid van de televisie: 'Wie heeft er peuken?' Alsof dit het moment was om je daar zorgen over te maken! Ze zou net zo lang stennis blijven maken totdat de bewaakster zou komen en voor haar deur zou stilstaan. Zij was het in elk geval niet geweest. Als ze werd betrapt, dan zou ze zeggen dat het die griet van hiernaast was.

    'Hou je kop!' riep Linda.

    Het horen van die stem bezorgde Jessica kippenvel. Overleven in de gevangenis was moeilijk, maar ze had nog het meeste moeite met dat kreng van een Linda die haar dagen tot een hel maakte.

    'Hou je bek!' schreeuwde een ander.

    Die zat... Dit was haar lolletje van de avond. Iemand horen zeggen wat zij zelf niet durfde. Terwijl Linda niet eens sterk was. Haar armen waren zo dun als uitgekauwde zoethoutstokjes. Een smal gezicht met ingevallen wangen. Bleekblauwe ogen, die overal kwaad in zagen, en die het nog tien keer erger willen maken. Een dunne mond, die enkel en alleen gal spuwde. En momenteel was Linda's gal gericht op Jessica. Plotseling durfde niemand meer met haar te praten uit angst om ook onder gespetterd te worden. In haar kwaadaardige roddels had Linda Jessica's diefstal omgezet in kindermisbruik. Of in overvallen op hulpeloze bejaarden. Dat hing af van haar stemming. Het was nergens op gebaseerd, maar het bleef wel aan haar reputatie kleven als spinrag. De drieëndertigjarige Jessica beleefde haar zwaarste gevangenschap ooit en het zag er niet naar uit dat het vanzelf zou goed komen.

    De bewaakster liep over de gang. Als de griet van hiernaast niet eens de moeite nam om de bewaakster in de gaten te houden, dan zou ze worden gepakt. Jessica klopte op een leiding. Een korte klop als antwoord. Bericht ontvangen.

    Op het doorzichtige bord lagen bonen middenin een groenige saus. Met de punt van haar vork draaide Jessica het stukje vlees om, hield het onder haar neus en snoof. Het rook niet slecht, maar het had wel een vieze kleur. Ik moet toch eten, dacht ze. Buiten at ik ook wel eens smerige dingen. Ik was niet kieskeurig, ook niet toen het me voor de wind ging. Geld ging op aan drugs, en dus was elke bijeengesprokkelde maaltijd een feestje.

    Leunend tegen het kussen en met de benen languit onder de ruwe deken, probeerde Jessica in slaap te vallen. Jammer genoeg overspoelde de angst haar als een vloeibare deken. Ze voelde haar hart met zo'n kracht onder haar magere borstkas slaan dat heel haar lichaam bonkte. Ze kon er niet aan ontsnappen. Zoals elke nacht, brak de strijd tegen de angst haar steeds meer op. Ik wil er niet meer tegen vechten, besloot ze. Ik val vast niet dood neer van één pil meer of minder. Zeven, ze zat nu op zeven per dag. Wat stelde dat nou voor in vergelijking met het giftige brouwsel dat ze in haar kapotte aderen spoot? Ze wilde er acht.

    Morgen zou ze het regelen.

    'Maar Jessica, meid, acht pillen, bovenop de methadon, dat is veel, hoor.' Maar creperen achter de celdeur, dat ging natuurlijk ook niet. En dat was wat er zou gebeuren, als ze het monster dat haar besprong als de stilte viel, niet de pas zou afsnijden. Het was een wondermiddel! Des te beter. Jessica kon de verstikkende angstaanvallen die haar minstens elke avond, maar in het slechtste geval op elk willekeurig moment van de dag, in haar greep hielden, niet meer aan.

    Jessica hield de kleine roze pillen stevig vast. Twee stuks, om uit te proberen. In te nemen in geval van extreme angst.

    's Avonds, tegelijk met het slaapmiddel, had men haar verteld. Dan droom je als een baby.

    Het is vreemd, alleen al de aanblik van de twee roze pillen op de tafel kalmeerde haar. Maar het was ook nog vroeg. Ze dacht aan de trolley die in de gang over de betonnen vloer rolde. Achter de deuren, de gehoorzame meiden, of de schijthazen, wachtend met hun bord in de hand. Wat wilde ze nou nog meer?

    'Tavrier, eten.'

    'Ik kom, ik kom,' mopperde Jessica. 'Er is toch geen brand of zo...'

    Het bord op tafel. De roze pil ernaast. Jammer dat ze niet de moed had om haar nachtelijke angsten te bedwingen. Of die van overdag. Want ook die Linda liet haar niet los. Vanmorgen had ze, midden op de binnenplaats, weer wat nieuws verzonnen: dat Jessica over haar en de anderen kletste met de bewaaksters, en dat Linda haar zou vermoorden als ze daarmee doorging. Een bedreiging, puur om haar angst aan te jagen. Maar met Linda wist je het nooit. Die bitch vertelde haar leugens met zoveel bravoure, dat zelfs grootste kletskousen, als bijen in een korf, hun roddels inslikten. Die verdomde stiltes, net zo plotseling als angstaanjagend, had haar de adem benomen. Stilte, Jessica haatte het als het graf. Daarom lukte het haar niet om zich van haar angsten te bevrijden en gevat te reageren en zodoende die bitch Linda voor eens en voor altijd het zwijgen op te leggen. Natuurlijk was het niet waar, en de andere meiden wisten het. Maar om uit die positie te komen en dan grappen te maken over Jessica... dat was teveel gevraagd van die jonge meiden, die nog niet zoveel jaren hadden gezeten als zij. De tijd in het huis van bewaring in Avignon leek ver weg. Wat een team waren ze toen! Een fantastische sfeer. Ze moest wegwezen hier, er waren veel coolere bajesen dan deze. Maar welke reden kon ze aanvoeren voor een overplaatsing?

    Eigenlijk was het geen goed idee en Jessica wist het. Het enige dat ze ermee kon bereiken, was nog meer geïsoleerd raken van de anderen. En ze voelde zich al alleen genoeg, no thanks.

    In haar herinnering was de angst een voorbode voor haar aanvallen. Opgesloten voor de nacht... De benauwdheid overmeesterde haar en werd de enige werkelijkheid. De wereld verdween. Jessica was niet meer dan een homp vlees. Een kist met haar lichaam erin. Het leek of haar ziel er vlak boven zweefde.

    Jessica vulde met bevende hand haar glas water. Ditmaal hield ze niet automatisch haar adem in om de urinegeur, die vanuit het toilet opsteeg naar haar mond, niet te ruiken. De vloeistof gleed door haar keel, de roze pil raakte de wanden van haar slokdarm. Ze voelde hoe het medicijn naar binnen gleed en haar weer het gevoel gaf te bestaan.

    Voor een gegarandeerd effect, neemt u de slaappil gelijktijdig met de roze pil, had men haar uitgelegd.

    Jessica lag al tien minuten languit op bed, toen de medicijnen begonnen te werken. Haar spieren ontspanden zich. Binnenin haar borstkas viel het bonzen van haar hart haar niet langer lastig. Eindelijk rust.

    De voet van de bewaakster schopte tegen de deur. Het geluid overviel Jessica midden in haar slaap. Was ze wakker? Nee... Het leek wel alsof ze zweefde. Het was vast een droom... of een slechte trip... Wie had haar die dosis van gisteren verkocht? Ze kon het zich niet herinneren... Ze probeerde de beelden van de dag ervoor bijeen te rapen. Een straat, een huis, een stukje van de puzzel waaraan ze deze avond te danken had.

    Jessica probeerde zich om te draaien in bed. Gewoon een beweging, om het bevroren brein in haar schedel te activeren. Er gebeurde niets... Een hand dan, een vinger... Haar lichaam gehoorzaamde niet meer. De rust die haar een paar seconden eerder nog in slaap wiegde, scheurde doormidden. Er klopte iets niet... Waar was ze? En waarom kon ze zich het gezicht van de dealer niet herinneren? Was die er niet geweest? Jawel, er was iemand geweest? Een hand, een roze pil. Om 's avonds in te nemen, tegelijk met de slaappil. Wie zei dat? De ogen achter de deur. Een gesloten deur. En dan die tralies. En de nachtelijke stilte. De gevangenis... Ze is in de gevangenis! Geen overdosis dus... Des te beter, ze dacht dat ze dood zou gaan. Maar nee. Ze is in de gevangenis, slapend in 'haar' bed. Door de pil voelde Jessica zich ontspannen. Maar waarom bewoog haar hand dan niet? Waarom weigerde haar lichaam te luisteren naar de dringende noodzaak om te laten weten dat ze nog leefde? Opnieuw maakte ongerustheid zich van haar meester. Het knaagde aan haar kalmte, ondanks de zekerheid. Omdat ze het wist... Maar waarom? Door welk kronkelig pad van het lot had ze de drugshel overleefd om hier in deze gevangenis te sterven?

    In de hal echode het geluid van de voetstappen van bewakers. Jessica probeerde haar laatste beetje kracht te verzamelen. Ze moest roepen... maar er kwam geen geluid uit haar keel. Ze probeerde het nog eens, en nog eens. Toen gaf ze zich over, wiegend in volkomen welbehagen, stopte Jessica met haar gevecht tegen de dood.

    Deel 1

    ––––––––

    1

    ––––––––

    Ik heb nooit echt besloten om me door gebeurtenissen te laten leiden. Ik zat als jong meisje al slecht in mijn vel en dacht dat ik me maar beter in mijn lot kon schikken. Mijn verlangen om gewoon gelukkig te zijn, was niet bestand tegen de frustraties van een moeder die haar eigen dochter haatte.

    Ik ben niet altijd zo passief en uitzichtloos geweest. Toen was het niet beter, alleen anders. Geleidelijk werd ik zoals ik vandaag de dag ben, een jonge vrouw die met zich laat sollen. Ik weet dat elk verzet zinloos is... Toch schuilt er een kracht in mij, de enige die ik, ondanks mezelf, wel gehoorzaam, en die kracht leidt me naar dit verhaal.

    In de ogen van de weinige mensen met wie ik omga, ben ik nogal volgzaam en altijd bereid om mezelf nuttig te maken. Zo ben ik de volmaakte gast op feestjes waar te weinig mensen zijn of als iemand op het laatste moment heeft afgezegd. Ik heb een ruime kennissenkring omdat ik nooit iets weiger. Maar geen van die mensen is er op uit om die vriendschap te verdiepen, en als ze dat wel zouden willen, dan zou ik er zo snel mogelijk vandoor gaan. Nee, dat is niet eerlijk. Er is iemand die wel echt in mij geïnteresseerd is: mijn eigen dochter. Jammer genoeg kwam ze er al jong achter dat er iets mis is met mij. Emma is vier jaar en ik hou van haar. Maar zij en ik wonen niet bij elkaar. Dat is geen keuze: ik ben niet in staat om voor mijn kind te zorgen, dat is alles.

    Je moet vooral niet denken dat ik Emma heb weggedaan om 'mijn eigen leven' te kunnen leiden, of dat soort onzin. Nee, op een dag heb ik haar wieg naar haar grootmoeder gebracht en toen is ze daar gebleven... Wat kon ik anders? Al die mooie theorieën over moederliefde, oergevoelens en al die andere onzin zijn alleen maar vulling voor vrouwentijdschriften of televisiesoaps. De werkelijkheid is anders! Nee, het was beter dat ik haar aan mijn moeder toevertrouwde. Mijn moeder is niet perfect, natuurlijk. Ook zij heeft haar tekortkomingen, dat weet ik best. Maar zij kan wel voor Emma zorgen. Ik moet vrede hebben met die situatie.

    Mijn dochter is niet als ik, ze is intelligent. Vaak kijkt ze naar me met die kleine oogjes van haar, alsof ze me stiekem inspecteert. Soms gluurt ze onder mijn kleren, tilt met haar mollige vingertjes mijn rok op, trekt aan mijn broekspijpen of glipt in de mouwen van mijn trui, alsof ze wil voelen wie er achter deze verschijning schuil gaat. Op die momenten word ik overmand door zo'n gevoel van tederheid dat ik haar in mijn armen neem en stevig knuffel. Dat is míjn manier om te laten merken wat ik in mijn hart voel.

    Sinds een tijdje laat ik geen gelegenheid voorbij gaan om mezelf dieper in de nesten te werken waardoor mijn leven nog meer alle kanten op schiet. Om te beginnen ben ik weer van baan veranderd. Tevergeefs draai ik de film terug, maar het lukt me maar niet om te ontdekken op welk moment het mis ging. Vooral omdat mijn laatste baan echt niet slecht was: geen Eldorado, niet om over te fantaseren, maar ik voelde me er betrekkelijk veilig. Geen mannen die om me heen cirkelden, een eenvoudig baantje waar alleen mijn arm moe werd van het etiketten plakken op pakketten vol waardeloze vodden voor de supermarkten om de hoek. Slecht betaald, maar dat was niets nieuws.

    Ik moest zo nodig naar een kerel luisteren, net zo'n loser als ik, terwijl hij over zijn projecten vertelde. Over zijn vriend die in zaken is gegaan en schijnbaar gouden bergen verdient. Een noodgeval, geen tijd om na te denken. 'Wil je nou een baan of niet?' Een klein stemmetje in mijn hoofd zei: deze vent is een sukkel en dit verhaal is te mooi om waar te zijn. Maar toch zei ik: 'ja'.

    Ik kwam terecht tussen een balie en rijen lege dozen die de indruk moesten wekken dat het werk hen boven het hoofd groeide. Op het moment dat ik bij dit zogenaamde bedrijf naar binnen liep, besefte ik dat ik een fout had begaan. Weer een, en opnieuw was ik werkloos.

    Daar voelde ik me natuurlijk achteraf heel slecht over. Mijn hoofd valt me lastig met vragen. Er cirkelen allemaal goede ideeën rond in mijn hoofd zonder dat ik ze kan vangen. Als ik ze kon grijpen, dan zou ik niet elke keer dezelfde stommiteiten begaan. Ik wilde niet dat mijn dochter zonder vader zou opgroeien, ik wilde niet ingeschreven staan bij het arbeidsbureau, en in mijn uppie in een appartement wonen.

    Door de eenzaamheid en omdat ik zonder werk zat, ging het van kwaad tot erger. Ik wist niet hoe, maar ik besefte dat ik, zoals gebruikelijk, vol op mijn bek zou gaan.

    Het leek wel alsof ik dat graag wilde!

    2

    ––––––––

    'Louise, meid, dit is geen goed plan,' zeg ik tegen mezelf. Maar hoe meer ik mezelf overtuig van de dwaasheid van mijn plannen, des te langer hang ik met mijn neus boven de advertenties. Kijk die, nee, die is te oud, ik ben niet van plan om gerontoloog te worden... Blond, in de veertig, nooit getrouwd, managementfunctie, zo iemand die vrouwen tuthola's vindt... het ergste is dat ik er zin in heb om als slachtoffer in zijn val te trappen. De krantenpagina's vliegen door de lucht en belanden op de stapel die de grond bedekt. De personeelsadvertenties staan vol met aantekeningen en grote driftige potloodkrassen.

    Niets, leegte.

    Om de confrontatie met een nieuwe dag vol kansloze sollicitaties uit te weg te gaan, stortte ik mezelf op de datingadvertenties.

    Ik ben het alleen zijn zat. Of eigenlijk ben ik de eenzaamheid zat. Want ik ken veel mensen, misschien niet genoeg om mijn hele agenda te vullen, maar het zijn er genoeg om de schijn van een sociaal leven op te houden. Ik heb ook een dochter van vier jaar oud en een familie die weliswaar klein is, maar wel bereid is om voor haar te zorgen. Ondanks alles, is mijn hoofd gevuld met een gevoel van verslagenheid. In ieder geval genoeg om dat wat er rest van mijn leven, te laten verstikken in mijn hart. Dus besloot ik, en dat is de tweede reden, om op zoek te gaan naar een man die me zou begrijpen.

    Vandaar het idee van die datingadvertenties, al ik weet best dat daar nooit iets serieus op komt.

    De week erop werd mijn advertentie geplaatst op een gratis datingsite. Extreem kort, hij nam slechts een regel in beslag. Vrouw, 32 jaar, zoekt een man. Wat moet ik nog meer zeggen? Ik weet niet wie ik ben, ik ben nauwelijks in staat om de kleur van mijn haar en mijn ogen te benoemen. Dit is beter, want ik wil niet dat een man zich aangetrokken voelt door mijn geblondeerde haar of mijn goudbruine ogen. Ik wil dat hij kiest voor mijn innerlijk, als ik dat heb ten minste.

    Een week later kreeg ik antwoord. Ik opende de brief achteruitlopend, met in mijn hand de briefopener die ik van mijn moeder had gekregen op een dag dat ze zeker had gedroomd hoe ik daarmee mijn aderen kon doorsnijden. Een gepensioneerde weduwnaar, die berooid genoeg is om een kamergenoot te zoeken als hoer en huishoudster. Ik had spijt dat ik niet iets meer tijd had besteed aan het schrijven van een extra regel. Een paar dagen later kwamen er nog meer reacties. Een ervan beviel me om een één of andere reden wel. De zinnen vielen aan de onderzijde van de pagina af. De woordenstroom maakte me misselijk. Ik moest het bericht een paar keer lezen voordat ik begreep dat hij net zijn baan, zijn vrouw en zijn huis had verloren, alles tegelijk. Een welgesteld man, die opnieuw moest beginnen in het leven. Zijn wanhoop sprak me aan en ik maakte een afspraak.

    Ik herkende hem in de menigte aan de opgevouwen krant die hij in zijn hand hield. Hij kwam naar me toe, ineengedoken in een brede duffeljas, met een onzekere tred die paste bij aflopende regels in zijn

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1