Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De Rechters van Congo: Commissaris Thea Ooms, #2
De Rechters van Congo: Commissaris Thea Ooms, #2
De Rechters van Congo: Commissaris Thea Ooms, #2
Ebook314 pages4 hours

De Rechters van Congo: Commissaris Thea Ooms, #2

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De rijke, gerespecteerde baron La Roche ontvangt een brief waarin hij met de dood wordt bedreigd. De politie moet hem dag en nacht bewaken. Commissaris Thea Ooms neemt, samen met haar collega-assistent de zaak over. Kort daarna wordt het verminkte lichaam van een hoogbejaarde bewoner in een woonzorgcentrum gevonden. Waarom moest hij dood? Wat was het raadselachtige gedicht dat hij de avond ervoor had voorgedragen? Thea ziet een verband tussen hem en de baron. Hiermee stuit ze op duistere zaken uit het verleden van een aantal Belgen in Congo, de zogenaamde ruiters van de Apocalyps. Een verleden dat lang angstvallig geheim werd gehouden en nog steeds zijn sporen nalaat. Vier mannen zullen moeten boeten voor hun daden, want iemand in het stadje Velaar is uit op wraak…

De snoepgrage commissaris ontrafelt de zaak op haar eigen sarcastische manier. Maar lukt het haar de moordenaar voor te blijven?

Dit is het tweede deel van de Commissaris Thea Oomsreeks, het bevat twee verhaallijnen. Lees ook deel 1: Wat de vermisten zagen (delen zijn los van elkaar te lezen).

LanguageNederlands
PublisherTM MANOR
Release dateOct 31, 2022
ISBN9789464513745
De Rechters van Congo: Commissaris Thea Ooms, #2
Author

TM MANOR

T.M. Manor: Wat de vermisten zagen is het eerste boek van de auteur. Ze combineert spanning, dialogen met een vleugje humor en sarcasme.

Related to De Rechters van Congo

Titles in the series (2)

View More

Related ebooks

Related categories

Reviews for De Rechters van Congo

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De Rechters van Congo - TM MANOR

    1

    Bur­ge­mees­ter Emi­lien Bas­tijn dronk zijn kof­fie en zucht­te. ‘We zit­ten met een ver­ve­len­de si­tu­a­tie,’ zei hij hoofd­schud­dend. Hij zet­te zijn kop­je neer. ‘Een goe­de vriend, een zeer ge­res­pec­teer­de be­wo­ner van Ve­laar, wordt met de dood be­dreigd. Het gaat om ba­ron Ver­meer-La Ro­che. De­ze mor­gen ont­ving hij de­ze brief.’ Hij schoof een open­ge­scheur­de en­ve­lop over het ge­lak­te op­per­vlak­te van het bu­reau.

    Korps­chef Van­der­hal­len be­keek de­ze. ‘De naam en het adres van de af­zen­der ont­bre­ken.’

    Bas­tijn knik­te. ‘We we­ten niet wie ach­ter de be­drei­ging zit. We tas­ten in het duis­ter.’ Van­der­hal­len las de brief voor.

    Ba­ron, de waar­heid is ein­de­lijk aan het licht ge­ko­men. De rui­ters van de Apo­ca­lyps zul­len boe­ten met de dood, zo­als de boys. Nie­mand ont­snapt aan wraak.

    Van­der­hal­len frons­te. ‘Heeft de ba­ron een ver­moe­den wie de brief heeft ge­schre­ven?’

    ‘Hij kan nie­mand be­den­ken. De ba­ron is een ou­de man, die een ka­pi­taal heeft ver­gaard in de Bel­gisch-Con­go kwes­tie. Hij heeft te­gen­stan­ders, zo­als zo veel rij­ke in­du­stri­ë­len. Vij­an­den uit al­ler­lei krin­gen, van ri­va­li­se­ren­de be­drij­ven tot aan de fa­na­tie­ke mi­li­eu­ac­ti­vis­ten.’ Bas­tijn boog voor­over. ‘Le­o­nard, ik vraag een gunst. Ba­ron Ver­meer-La Ro­che heeft een for­tuin ge­ïn­ves­teerd in on­ze stad. Het eni­ge wat hij vraagt, is be­scher­ming.’

    De korps­chef knik­te. ‘Ik be­grijp je ver­zoek. Je kunt op mij re­ke­nen. We zul­len het no­di­ge doen om de ba­ron te be­scher­men te­gen de be­drei­ging.’

    De bur­ge­mees­ter was te­vre­den met het ant­woord. ‘Ik wist dat ik op jou kon re­ke­nen, bes­te vriend.’ Hij trok zijn man­tel aan. ‘Ba­ron Ver­meer-La Ro­che staat open voor al­le sug­ges­ties van de po­li­tie om zijn vei­lig­heid te ga­ran­de­ren. De agen­ten die over zijn vei­lig­heid zul­len wa­ken, mo­gen in het kas­teel La Ro­che ver­blij­ven.’

    Van­der­hal­len to­ver­de een glim­lach op zijn ge­laat. ‘La Ro­che is een ar­chi­tec­tu­raal ju­weel, een over­nach­ting in zo’n prach­ti­ge om­ge­ving is een unie­ke er­va­ring voor mijn me­de­wer­kers.’

    ‘Dat is ze­ker een unie­ke kans voor de on­der­ge­schik­ten om even van het kas­teel­le­ven te ge­nie­ten.’ Bas­tijn ver­liet de ka­mer met een te­vre­den glim­lach op zijn ge­zicht.

    Com­mis­sa­ris Thea Ooms par­keer­de haar ou­de Vol­vo dicht bij de in­gang van het po­li­tie­ge­bouw De Wal. Ze stap­te moei­zaam uit de wa­gen en staar­de naar de lucht. Het be­loof­de een dro­ge dag te wor­den. De zon scheen flauw door de wol­ken maar ver­warm­de haar niet. De Ros­se, de ba­lie­me­de­wer­ker van De Wal, keek op toen hij Thea zag.

    ‘Goe­de­mor­gen, chef,’ riep hij op­ge­wekt als­of hij blij was haar te zien. ‘Korps­chef Van­der­hal­len wenst u on­mid­del­lijk te spre­ken.’ Thea liep naar de lift. ‘Het is drin­gend, chef.’

    ‘Eerst kof­fie en een stuk cho­co­la­de­taart, dan Van­der­hal­len trot­se­ren,’ mom­pel­de ze. ‘Weet jij waar­om hij mij wil zien?’

    Hij schud­de zijn krul­len. ‘Geen idee, chef, mis­schien heeft de komst van bur­ge­mees­ter Bas­tijn daar iets mee te ma­ken.’

    ‘Bas­tijn was bij Van­der­hal­len?’

    De Ros­se knik­te. ‘Hij kwam erg vroeg en het ge­sprek was ge­heim­zin­nig.’

    Thea frons­te haar wenk­brau­wen. ‘Wat heeft on­ze korps­chef weer be­loofd?’

    Het was elf uur toen Thea bij Van­der­hal­len ver­scheen. De se­cre­ta­res­se deed geen in­span­ning meer om haar aan te kon­di­gen.

    Van­der­hal­len keek mis­noegd naar zijn uur­werk. ‘Hebt u mijn be­richt niet ont­van­gen toen u om acht uur het ge­bouw bin­nen­trad?’

    Thea nam plaats aan de over­kant van zijn bu­reau en kruis­te haar ar­men. ‘U wil­de mij spre­ken?’

    Van­der­hal­len ver­an­der­de van in­to­na­tie. Hij pro­du­ceer­de een vrien­de­lij­ke glim­lach. ‘Het is een ge­voe­li­ge op­dracht. Het gaat om een zeer ge­res­pec­teerd be­wo­ner van Ve­laar. Hij wordt met de dood be­dreigd. Het zijn ern­sti­ge be­drei­gin­gen die we niet mo­gen ne­ge­ren.’

    Thea’s uit­druk­king ver­an­der­de van on­ver­schil­lig­heid naar arg­waan. ‘Ah?’

    ‘Het gaat om ba­ron Ver­meer-La Ro­che. Hij fi­nan­ciert bij­na al­le pro­jec­ten in de stad, een ech­te fi­lan­troop. Een man met het hart op de juis­te plaats.’ Van­der­hal­len liep naar het raam en keek naar de vracht­sche­pen op de Schel­de. ‘Het is dank­zij de ba­ron dat Ve­laar de ha­ven heeft die we nu heb­ben. Zijn le­ven is in ge­vaar. Het is on­ze plicht om te voor­ko­men dat die be­drei­ging uit­komt. U dient hem te be­scher­men en te ach­ter­ha­len wie de da­der of da­ders zijn.’

    ‘De po­li­tie doet niet aan pri­vé­be­scher­ming. Dat heeft u mij zelf ver­teld toen de ar­ties­ten van The Poe Peo Club om po­li­tie­be­vei­li­ging vroe­gen. Daar doen wij niet aan mee. Ik hoop dat de bur­ge­mees­ter uw ant­woord met waar­dig­heid heeft aan­vaard.’

    Van­der­hal­len ver­nauw­de zijn ogen. ‘Ik heb de bur­ge­mees­ter be­loofd dat we de ba­ron zul­len be­scher­men.’ Hij ne­geer­de haar ver­won­der­de blik en liep te­rug naar zijn bu­reau. ‘Ba­ron Ver­meer-La Ro­che is een be­lang­rij­ke in­wo­ner van on­ze stad.’

    ‘Al­le in­wo­ners zijn be­lang­rij­ke bur­gers,’ zei Thea met een grijns.

    ‘Na­tuur­lijk, maar de ba­ron fi­nan­ciert be­lang­rij­ke pro­jec­ten in de stad. Bo­ven­dien staat hij er­op om zijn be­scher­ming zelf te be­ta­len. Hij wil geen mis­bruik ma­ken van de be­las­ting­be­ta­ler.’

    Thea schud­de haar hoofd. ‘Waar­om maakt hij geen ge­bruik van een pri­vé­be­drijf? Een or­ga­ni­sa­tie met al die ex-pa­ra­com­man­do’s die hun nut heb­ben be­we­zen door ter­ro­ris­ten uit te scha­ke­len?’

    Van­der­hal­len sn­oof diep. ‘Dat mag u hem zelf vra­gen. Hij ver­wacht u de­ze na­mid­dag in het kas­teel La Ro­che.’

    ‘Ik heb an­de­re plan­nen,’ mom­pel­de Thea. ‘Ik wil mijn kost­ba­re tijd niet ver­lie­zen aan een ou­de aris­to­craat met on­tel­ba­re vij­an­den die zich een be­drei­ging in­beeldt of ver­dient.’

    Van­der­hal­len schoof de dreig­brief naar haar toe. ‘Het is een re­ë­le be­drei­ging.’

    Thea las de brief voor.

    ‘Wat vindt u er­van?’ vroeg Van­der­hal­len.

    ‘Het lijkt op een per­soon­lij­ke wrok. De af­zen­der ge­bruikt ter­men van­uit de Bij­bel.’

    ‘U dient de­ze zaak pri­o­ri­tair te be­han­de­len. Hou het dis­creet, want de ba­ron houdt niet van pu­bli­ci­teit.’ Thea wil­de ver­trek­ken, maar Van­der­hal­len hield haar te­gen. ‘Er is nog iets, me­vrouw Ooms.’

    Thea nam op­nieuw plaats. ‘Nog meer las­ti­ge pro­ble­men?’

    ‘De klach­ten we­gens po­li­tie­agres­sie blij­ven stij­gen,’ hij wees naar een sta­pel do­cu­men­ten op zijn bu­reau. ‘We be­rei­ken de hon­derdtwin­tig klach­ten de­ze maand. Een el­len­dig re­cord.’ Hij gooi­de de klach­ten naar haar toe. ‘Ze wij­zen al­le­maal naar uw team. Ik heb de te­vre­den­heids­me­ting be­stu­deerd. Het hoofd­kan­toor in Brus­sel pu­bli­ceer­de gis­te­ren de cij­fers op in­tra­net en Ve­laar scoort on­der­maats. Er is spra­ke van agres­sie, sla­gen, ver­won­din­gen tij­dens de ver­ho­ren, sek­sis­ti­sche op­mer­kin­gen en God ver­hoe­de: het woord dis­cri­mi­na­tie viel op ons neer! Hoe ver­klaart u de­ze aan­tij­gin­gen?’

    Thea be­keek de be­zwa­ren. ‘We be­han­de­len de ver­dach­ten niet an­ders dan an­ders, maar dank­zij het nieu­we klach­ten­ma­na­ge­ment cre­ëert men een on­no­di­ge klaag­cul­tuur. De da­ders krij­gen een vra­gen­lijst toe­ge­stuurd om ano­niem in te vul­len. Dat kunt u niet ob­jec­tief noe­men.’

    ‘Het is uw ver­ant­woor­de­lijk­heid om uw team cor­rect te coa­chen. U dient er­op toe te zien dat de on­der­vra­gin­gen vre­de­vol ver­lo­pen. Ik duld geen ge­weld in mijn korps,’ waar­schuw­de hij met zijn wijs­vin­ger. ‘Als de cij­fers van de te­vre­den­heids­me­ting blij­ven da­len, dan zal ik een nieu­we maat­re­gel toe­pas­sen.’

    ‘Wat voor nieu­we maat­re­gel?’

    ‘Ik wil een stij­ging van de te­vre­den­heids­cij­fers zien, min­stens vijf­tig pro­cent om­hoog, zo niet…’

    ‘Zo niet, wat?’ vroeg Thea nieuws­gie­rig. ‘Wat gaat er ge­beu­ren als we de ob­jec­tie­ven niet be­ha­len?’

    ‘Dan stuur ik u en uw team naar een in­ten­sief re-edu­ca­tie­pro­gram­ma.’

    Thea hap­te naar adem. ‘Re-edu­ca­tie?’

    ‘Het veel­be­lo­vend pro­gram­ma zal plaats­vin­den in een ver­blijf tus­sen de groe­ne heu­vels van de Ar­den­nen. Het ge­bouw telt vol­doen­de ka­mers en kamp­bed­den voor uw team. De in­houd van de cur­sus be­staat uit acht mo­du­les van: ‘hoe ga ik pro­fes­si­o­neel om met bur­gers’ tot ‘wat is toe­ge­staan in de com­mu­ni­ca­tie en wat niet.’ Men leert daar de ba­sis om­gangs­kun­de en dat is hard no­dig. Er wor­den rol­len­spe­len ge­or­ga­ni­seerd, sport­ac­ti­vi­tei­ten en een he­le­boel avon­tuur­lij­ke oe­fe­nin­gen, want een ge­zond li­chaam leidt naar een ge­zon­de geest. Men ga­ran­deert hon­derd pro­cent slaag­kan­sen. Ik ben over­tuigd en ze­ker voor het pro­gram­ma te vin­den.’

    Thea frons­te. ‘Ik ben te oud voor sport- en re-edu­ca­tie­pro­gram­ma’s in de Ar­den­nen of el­ders.’

    ‘Nie­mand is te oud om te le­ren.’ Hij schoof de bro­chu­re naar haar toe. ‘Uit een ob­ser­va­tie­on­der­zoek met de pri­ma­ten bleek dat een re-edu­ca­tie in de na­tuur tot een ge­wenst re­sul­taat heeft ge­leid.’

    ‘Maar dat geldt voor apen, niet voor ons.’

    ‘Het ge­drag is ver­ge­lijk­baar, com­mis­sa­ris!’

    Thea werd on­ge­rust. ‘Het klinkt als een straf­kamp.’

    ‘Dat is ook zo. Het con­cept van een re-edu­ca­tie­pro­gram­ma is een straf voor agen­ten die hard­nek­kig bui­ten de re­gels blij­ven tre­den. U be­grijpt dat ik geen keu­ze heb.’ Hij wees op­nieuw naar de klach­ten. ‘Ik wil een po­si­tie­ve voor­uit­gang zien, com­mis­sa­ris, geen klach­ten meer.’

    2

    ‘Een re-edu­ca­tie­pro­gram­ma?’ vroeg in­spec­teur Lu­cas De Prins, de col­le­ga-as­sis­tent. ‘Wat houdt zo’n pro­gram­ma in?’

    Thea dronk haar kof­fie en stak een kon­ten­koek in haar mond voor ze ant­woord gaf. ‘Een nacht­mer­rie. Het is een straf­kamp voor vol­was­se­nen en nie­mand kan er­aan ont­snap­pen. Als ie­mand wei­gert er­aan deel te ne­men, kan dat lei­den tot ont­slag.’

    Lu­cas floot tus­sen zijn tan­den. ‘Waar­om zo plots en streng?’

    Thea haal­de haar schou­ders op. ‘Om­dat Van­der­hal­len een on­ge­zon­de fe­tisj heeft voor po­si­tie­ve cij­fers.’

    ‘Wat gaan we doen, chef?’

    Thea moest een on­feil­baar plan be­den­ken. Het re-edu­ca­tie­pro­gram­ma was geen op­tie. Ze moest kos­te wat kost de be­oog­de cij­fers van de te­vre­den­heids­me­ting be­ha­len. Maar hoe? De mees­te me­de­wer­kers uit haar team wa­ren hal­ve cri­mi­ne­len. Ze wer­den naar De Wal ver­ban­nen, om­dat ze in an­de­re teams niet aard­den of deug­den. Hoe kon zij zo’n re­bels team coa­chen om de doe­len te be­ha­len?

    In­spec­teur Fran­çois liep de kan­ti­ne bin­nen met een bos bloe­men. Ma­ria, de kan­ti­ne­me­de­werk­ster, trok hoop­vol haar wenk­brau­wen op, maar Fran­çois liep haar straal voor­bij en gaf het boe­ket aan Thea.

    ‘Voor jou.’

    Thea keek ver­baasd. ‘Sinds wan­neer geef jij bloe­men? Zo start je rod­dels op kan­toor. Geef die aan je vrouw.’

    Fran­çois grijns­de en gaf haar een kaartje. ‘Ze wer­den voor jou ge­le­verd. Mis­schien van een ge­hei­me aan­bid­der?’

    De bloe­men wa­ren le­lies in ver­schil­len­de kleu­ren. Thea wist van wie ze kwa­men. Olaf De Rij­ke had het lef om le­lies te la­ten le­ve­ren op kan­toor. Het was een bit­te­re bood­schap, een aan­den­ken aan de ge­beur­te­nis op de ou­de­jaars­avond. Op de avond dat ze Len­ny, de boek­hou­der van haar erg­ste vij­and, voor het pand van het woon­zorg­cen­trum De Le­lie had uit­ge­scha­keld. Olaf had de he­le scè­ne ge­zien en nu chan­teer­de hij haar.

    ‘In bloe­men­taal be­te­kent een le­lie: zui­ver­heid van hart en lief­de. De af­zen­der heeft een zui­ve­re in­ten­tie,’ ver­klaar­de Ma­ria, die een kijk­je kwam ne­men. Thea ge­loof­de niet in de mooie in­ten­tie van de af­zen­der. Het was een on­zui­ve­re her­in­ne­ring. Mid­den in de le­lies stond een ro­de roos. ‘Een ro­de roos be­te­kent: een ge­pas­si­o­neer­de lief­de,’ ging Ma­ria dro­me­rig ver­der. ‘Wie is uw aan­bid­der, com­mis­sa­ris? Hij stuurt de bloe­men een dag te vroeg. Mor­gen is Sint Va­len­tijn.’

    ‘Sint Va­len­tijn?’ vroeg Thea. ‘Nu be­grijp ik waar­om er zo veel ro­de har­ten te­gen de muur kle­ven. Ik dacht dat het Ro­de Kruis naar hart­do­no­ren zocht.’

    ‘Lees het kaartje, dan we­ten we wie die mys­te­ri­eu­ze aan­bid­der is.’ Ook Fran­çois brand­de van nieuws­gie­rig­heid.

    Thea keek hem arg­wa­nend aan. ‘Mijn voel­sprie­ten ver­tel­len mij dat je ver­domd goed weet wie de af­zen­der is. Je hebt het kaartje ge­le­zen.’ Maar voor Fran­çois ant­woord gaf, zei Thea: ‘Ik heb een paar klus­sen voor jou. Van­der­hal­len spreekt over een ver­plicht re-edu­ca­tie­pro­gram­ma als we laag blij­ven sco­ren met de te­vre­den­heids­me­ting.’

    Fran­çois ver­bleek­te. ‘Dat meen je niet.’ Hij schoof een stoel bij. ‘Ik ben te oud voor een re-edu­ca­tie­pro­gram­ma.’

    ‘Vol­gens Van­der­hal­len is nie­mand te oud om te le­ren. Ik sta niet ach­ter zijn voor­stel, maar we moe­ten een on­feil­baar plan be­den­ken of we be­lan­den tus­sen het wild in de Ar­den­nen.’

    Fran­çois beet op zijn on­der­lip. ‘Thea, je gaat de col­le­ga’s nooit op tijd her­op­lei­den. De eni­ge keu­ze die over­blijft is frau­de­ren.’

    Thea kruis­te haar ar­men over el­kaar. ‘Je geeft mij een idee.’

    Fran­çois schoof zijn stoel dich­ter­bij. ‘Ik ben be­reid om te hel­pen. Wat moet ik doen?’

    ‘Ant­woord eerst op een vraag: wie staat op de eer­ste plaats van de ir­ri­tant­ste col­le­ga die bij De Wal werkt? Ie­mand die door ie­der­een ge­haat wordt.’

    Fran­çois fluis­ter­de. ‘Jij staat op num­mer één. Komt dat echt als een ver­ras­sing over?’

    ‘Wie staat op de twee­de plaats?’

    ‘Van­der­hal­len en op de der­de plaats staat ka­pi­tein één­oog.’

    ‘Wie is hij?’

    ‘Dat is de bij­naam van in­spec­teur Vic­tor Bor­re­mans, hij werkt hier sinds vo­rig jaar. Hij werd over­ge­plaatst, om­dat hij… niet zo sym­pa­thiek was met ie­der­een.’

    ‘Wat be­doel je?’

    ‘Hij heeft een bij­zon­de­re lijf­ge­ur en ie­der­een ont­wijkt hem. Hij brult en komt agres­sief over, maar diep van­bin­nen is hij een lie­ve ted­dy­beer.’

    Thea knik­te. ‘Dat is de man die ik zoek om mijn plan uit te voe­ren. Weet jij waar­om hij die bij­naam heeft?’

    Fran­çois keek be­den­ke­lijk ‘Hij heeft een gla­zen oog door een werk­on­geval. Hij werd door een pro­jec­tiel ge­raakt tij­dens een op­dracht.’

    ‘Wat is uw plan, chef?’ vroeg Lu­cas nieuws­gie­rig.

    ‘Ik zal de on­der­vra­gin­gen be­han­de­len tot we vijf­tig pro­cent van de te­vre­den­heids­me­ting be­ha­len.’ Ze wees Fran­çois met de vin­ger. ‘Jij en ka­pi­tein één­oog gaan mij bij­staan. Maar eerst een an­de­re ver­ve­len­de klus. Een nieuw on­der­zoek dat we met pri­o­ri­teit moe­ten be­han­de­len. We wor­den ver­plicht een man, zo oud als een fos­siel te be­scher­men te­gen een on­be­ken­de be­drei­ging.’ Thea bracht rap­port uit over ba­ron Ver­meer-La Ro­che.

    Fran­çois floot tus­sen zijn tan­den. ‘De ba­ron is de rijk­ste adel van Ve­laar.’

    ‘Wan­neer wor­den we bij de ba­ron ver­wacht?’ vroeg Lu­cas.

    ‘In de na­mid­dag. Ik wil dat je al­le in­for­ma­tie ver­za­melt over La Ro­che. De be­drei­ging lijkt per­soon­lijk. Stuur de dreig­brief naar het lab. Ik wil een vol­le­di­ge ana­ly­se van het hand­schrift.’

    ‘Wat gaat u doen, chef?’ vroeg Lu­cas.

    ‘Ik ga schaam­te­loos frau­de­ren.’

    3

    Fran­çois druk­te op de aan­knop van de re­cor­der ter­wijl Thea recht in de ogen keek van de twin­tig­ja­ri­ge stu­dent, Ka­rim Ben Bou­rah.

    Fran­çois las het rap­port voor. ‘De ver­dach­te werd aan­ge­hou­den voor het be­zit en ge­bruik van ver­do­ven­de mid­de­len in een open­ba­re plaats, can­na­bis om pre­cies te zijn.’

    Thea keek Fran­çois zij­de­lings aan. ‘Hoe­veel gram can­na­bis mag je be­zit­ten voor per­soon­lijk ge­bruik?’

    ‘Maxi­mum drie gram.’

    ‘Drie gram,’ her­haal­de Thea. ‘Hoe­veel gram can­na­bis zit hier­in?’ Ze hield een door­zich­ti­ge zak op met een op­ge­rol­de joint er­in.

    ‘Tien gram can­na­bis,’ ant­woord­de Fran­çois.

    ‘Dat is ze­ven gram te veel,’ con­clu­deer­de Thea. ‘Waar­om ge­bruikt u drugs?’

    Ben Bou­rah trok zijn schou­ders op. ‘Pfff, ty­pisch flik­ken, jul­lie zeu­ren om een gram­me­tje te veel ter­wijl ik agres­sief werd be­han­deld door jul­lie col­le­ga. Die flik heeft mij met ge­weld in de wa­gen ge­gooid.’ Hij kruis­te zijn ar­men over el­kaar en staar­de naar het pla­fond. ‘Jul­lie ver­spil­len mijn tijd.’

    Thea knip­te met haar vin­gers, de agent in uni­form die bij de deur stond, vloog naar de ver­dach­te toe, greep hem bij zijn kraag en riep: ‘Klei­ne vet­zak, toon res­pect voor com­mis­sa­ris Ooms. Ant­woord op die vraag!’ Het speek­sel van Vic­tor Bor­re­mans spat­te in het ge­zicht van de ver­dach­te.

    Ben Bou­rah keek ver­schrikt op. ‘Het is de eer­ste keer dat ik can­na­bis ge­bruik, echt waar.’

    ‘Van wie heb je die ge­kocht?’ vroeg Thea on­ge­stoord.

    ‘Van ie­mand die ie­mand kent, een vriend, die hij maar één keer heeft ont­moet,’ zei Ben Bou­rah ge­haast.

    Vic­tors greep ver­strak­te. ‘Wat voor een ant­woord is dat? Wie ver­koopt de­ze drugs?’

    Ben Bou­rah keek de re­cher­cheurs be­ang­stigd aan. ‘Ik ken hem niet, echt waar. Hij hangt rond op school en ver­koopt drugs aan ie­der­een. Ik heb ook een joint ge­kocht toen…’

    ‘Toen wat?’ riep Vic­tor woest. ‘Maak je zin af!’

    Ben Bou­rah veeg­de het speek­sel van Vic­tor met de mouw van zijn shirt. ‘Ik wil­de voor de school­poort ro­ken toen die flik… die agent mij zag.’

    ‘Hoe ziet de ver­ko­per er­uit?’ vroeg Thea.

    ‘Lang haar, blank, ma­ge­re li­chaams­bouw, ze noe­men hem De Slen­ter en hij stu­deert eco­no­mie.’

    Thea knip­te op­nieuw met haar vin­gers en Vic­tor liet zijn greep los. Ben Bou­rah schoof zijn stoel een hal­ve me­ter op­zij.

    ‘Goed, ik ben te­vre­den met het ant­woord,’ zei Thea. Ze schoof het rap­port naar Fran­çois toe. ‘Stuur in­spec­teurs Els en Son­ja naar de Ho­ge­school waar de­ze jon­ge­man les volgt. Breng De Slen­ter-fi­guur naar De Wal.’

    ‘Wat gaat er met mij ge­beu­ren?’ vroeg Ben Bou­rah als een bang kind.

    Fran­çois be­ant­woord­de zijn vraag. ‘Om­dat u vrij­wil­lig sa­men­werkt met de po­li­tie, zal de jus­ti­tie uw zaak se­po­ne­ren, met an­de­re woor­den: uw dos­sier wordt niet ver­we­zen naar de recht­bank. Maar bij her­ha­ling zal het ge­recht een straf uit­spre­ken. Laat dit een waar­schu­wing zijn.’

    ‘Mag ik nu gaan?’ vroeg Ben Bou­rah.

    Thea grijns­de. ‘Na­tuur­lijk mag u gaan. Maar we vra­gen, voor u ver­trekt, nog een beet­je van uw tijd.’ Ze schoof de vra­gen­lijst van de te­vre­den­heids­me­ting naar hem toe. ‘Ik wil dat u de­ze vra­gen­lijst nu in­vult. Vic­tor zal u bij­staan als u een vraag niet be­grijpt, na­dien le­zen we sa­men uw ant­woor­den voor.’

    Thea ob­ser­veer­de de jon­ge­man die de vra­gen be­ant­woord­de ter­wijl Vic­tor over zijn schou­der meekeek. Het pa­ra­ly­se­rend ver­mo­gen van Vic­tors mond­geur be­reik­te de neus­ga­ten van de stu­dent. De­ze moest kok­hal­zen bij el­ke uit­a­de­ming die Vic­tor maak­te. Na en­ke­le mi­nu­ten was Ben Bou­rah klaar met het in­vul­len van de te­vre­den­heids­me­ting.

    Thea las de ant­woor­den voor. ‘De eer­ste vraag: wat vond u van de ont­vangst bij de po­li­tie? U ant­woordt: Goed, al­les ver­liep pri­ma. De twee­de vraag: bent u te­vre­den over de dienst­ver­le­ning? U schrijft: "Ze­ker, de agen­ten wa­ren vrien­de­lijk en be­grip­vol." Thea keek Fran­çois te­vre­den aan. ‘Dat doet me ple­zier. Ein­de­lijk een man die on­ze noes­te ar­beid naar waar­de schat.’ Ze las de der­de vraag: wenst u te­rug te ko­men naar de po­li­tie? U ant­woordt: "Niet on­mid­del­lijk, maar het was een warm ont­vangst en ik raad de­ze dienst aan ie­der­een aan."

    Thea keek Ben Bou­rah met prie­men­de ogen aan. ‘Dat zijn drugs­vrije ant­woor­den. Hoe­veel pun­ten geeft u aan het uit­zon­der­lijk be­zoek? U geeft ne­gen op tien.’

    De twee­de on­der­vra­ging ver­liep in ge­spreks­ka­mer vier. De ver­dach­te was een ze­ke­re Flo­ris Thijs, ach­t­en­der­tig jaar en boek­hou­der van be­roep.

    ‘Me­neer Thijs werd aan­ge­hou­den op ver­den­king van fil­men on­der de kleed­ka­mer van de lin­ge­rie­win­kel Le Bus­tier.’ De re­cher­cheurs ke­ken hem ver­baasd aan.

    Flo­ris schud­de he­vig zijn hoofd. ‘Het is een mis­ver­stand, zo­iets doe ik niet.’

    ‘Als u eens weet hoe vaak ik dat hoor,’ zei Thea en ze las het rap­port voor van in­spec­teur Son­ja. ‘U werd be­trapt door de win­kel­be­dien­de van de lin­ge­rie­zaak toen u, op uw knie­ën ge­hurkt zat en uw mo­biel­tje on­der het gor­dijn van de kleed­ka­mer schoof. Ont­kent u de fei­ten, me­neer Thijs? Wat is uw ver­sie van het ver­haal?’

    Thijs schraap­te zijn keel. ‘Mijn gsm viel op de vloer en dat ding schoof on­der de kleed­ka­mer. Ik kniel­de neer om mijn be­zit op te ra­pen. Het was juist op dat mo­ment dat de be­dien­de mij zag.’

    ‘Dat lijkt een lo­gi­sche ver­kla­ring, niet­waar Fran­çois? Het ge­beurt el­ke dag dat een on­schul­di­ge man zijn gsm laat val­len in een lin­ge­rie­win­kel. Dat ding schuift van­zelf on­der de kleed­ka­mer waar net toe­val­lig een jon­ge vrouw lin­ge­rie past. Hoe kan de win­kel­be­dien­de de scè­ne ver­keerd in­schat­ten? Waar­om ge­beurt zo­iets nooit als een man een on­der­broek in de kleed­ca­bi­ne past? Wat deed u in de kleed­ka­mers voor da­mes, me­neer Thijs? Ging u een set­je pas­sen?’

    Hij ant­woord­de sar­cas­tisch: ‘De po­li­tie heeft niets te­gen mij, geen en­kel be­wijs. Die trut van Le Bus­tier heeft me er­in ge­luisd en jul­lie zijn zo dom om haar te ge­lo­ven.’

    Thea ver­nauw­de haar ogen. ‘Ah, het mas­ker van de on­schul­di­ge man is ge­val­len. We ma­ken nu ken­nis met de wa­re aard van me­neer Thijs.’ Thea knip­te met haar vin­gers en Vic­tor Bor­re­mans sprong op de ver­dach­te.

    ‘Ant­woord op de vraag, jij vrou­wen set­jes-dra­gen­de-ma­ni­ak!’

    Thijs schoof ver­schrikt ach­ter­uit. ‘Wat be­te­kent dit?’

    Vic­tor greep hem bij zijn schou­der. ‘Ant­woord op de vraag!’

    Thijs plaatste zijn hand voor zijn neus, want de mond­geur van Vic­tor was on­houd­baar, als­of de man zijn tan­den in maan­den niet had ge­poetst. ‘Het is een ver­gis­sing. Ik keek een beet­je rond tot ik bij toe­val in de kleed­ka­mers te­recht­kwam,’ ant­woord­de hij snel.

    ‘Wat deed u in Le Bus­tier?’ vroeg Thea. Ze be­keek de fo­to’s die Thijs op zijn mo­biel­tje had.

    ‘Hé! U hebt het recht niet om in mijn gsm te zoe­ken. Wie heeft u mijn pas­woord ge­ge­ven?’

    ‘We zijn van de po­li­tie, we kra­ken al­le pas­woor­den. Uw gsm is nu be­wijs­ma­te­ri­aal ge­wor­den. Ant­woord op mijn vraag, wat deed u in Le Bus­tier?’

    ‘Ik wil­de een lin­ge­rie­setje ko­pen voor mijn vrien­din, een ca­deau voor Va­len­tijns­dag, meer niet.’ Hij ont­week de drei­gen­de blik van Vic­tor. ‘U moet mij ge­lo­ven, ik ben on­schul­dig.’

    Thea ont­dek­te naakt­fo­to’s van vrou­wen op zijn toe­stel. ‘Wie zijn die vrou­wen?’

    Hij gaf niet on­mid­del­lijk ant­woord waar­door Vic­tor hem bij de kraag van zijn grij­ze col­bert greep. ‘Com­mis­sa­ris Ooms heeft een vraag ge­steld. Naak­te vrou­wen op je gsm, van­waar ko­men ze?’ Vic­tors speek­sel be­land­de op zijn ge­zicht.

    ‘Ik ken die vrou­wen niet. Het zijn fo­to’s die ik van in­ter­net haal­de. Het zijn por­no­mo­del­len.’

    Thea gaf het mo­biel­tje aan Fran­çois. ‘On­der­zoek de oor­sprong van de fo­to’s.’ Ze keek Thijs waar­schu­wend aan. ‘Ik hoop dat u de waar­heid spreekt, want als ik ont­dek dat die fo­to’s door u wer­den ge­maakt, kan dat u wat ja­ren kos­ten ach­ter de tra­lies.’

    ‘Ik spreek de waar­heid!’

    ‘Goed, u mag ver­trek­ken, maar voor u de ge­spreks­ruim­te ver­laat, gaat u de te­vre­den­heids­me­ting in­vul­len.’ Ze wees naar Vic­tor. ‘On­ze lie­ve col­le­ga staat klaar om u te hel­pen bij de vra­gen­lijst.’

    Na en­ke­le mi­nu­ten las Thea de ant­woor­den voor. ‘De eer­ste vraag: wat

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1