Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Lied van de nachtegaal
Lied van de nachtegaal
Lied van de nachtegaal
Ebook162 pages2 hours

Lied van de nachtegaal

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Victoria overleeft samen met de zoon van haar werkgever een auto-ongeluk en begint voor de jongen te zorgen, die nu vaderloos is. Meneer Peter is zo vriendelijk om de twee een verblijfplaats aan te bieden. Toch is de verloofde van Meneer Peter, die ook in het huis woont, verre van aardig tegen Victoria, die langzaamaan gevoelens begint te ontwikkelen voor de man des huizes. Hoe kan Victoria deze stabiliteit in haar leven behouden en de genegenheid van Meneer Peter voor deze wrede andere vrouw een halt toe roepen? Deze roman, die een dramatisch liefdesverhaal in kaart brengt, dateert uit de 20e eeuw en werd geschreven onder één van de pseudoniemen van Ida Pollock, Susan Barrie.Een must read voor fans van literaire romantiek en onverwachte wendingen.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateJan 24, 2022
ISBN9788728041918

Related to Lied van de nachtegaal

Related ebooks

Related categories

Reviews for Lied van de nachtegaal

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Lied van de nachtegaal - Susan Barrie

    Lied van de nachtegaal

    Translated by Ton Stam

    Original title: Victoria and the Nightingale

    Original language: English

    Copyright © 1967, 2021 Susan Barrie and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788728041918

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga is a subsidiary of Egmont. Egmont is Denmark’s largest media company and fully owned by the Egmont Foundation, which donates almost 13,4 million euros annually to children in difficult circumstances.

    Met bebloede kleren en de schrik nog in de benen staat Victoria Wood in het holst van de nacht langs een verlaten rijweg. De achtjarige Johnny omklemt, nog half versuft, haar hand. Het dringt nog niet tot hem door dat zijn vader – Victoria’s werkgever – het auto-ongeluk niet heeft overleefd. Victoria weet dat onmiddellijke actie nu geboden is. Met veel moeite weet ze het enige huis in de wijde omtrek, het statige landgoed Wycherley Park, te bereiken. Sir Peter Wycherley biedt hen niet alleen onderdak en verzorging, hij blijkt na enige tijd zelfs bereid Johnny als zijn zoon te adopteren. Op voorwaarde dat Victoria de verzorging van het kind voor haar rekening neemt. Dat laatste strookt echter allerminst met de plannen van Sir Peters ambitieuze verloofde Georgina...

    Harlequin Holland

    Amsterdam

    HOOFDSTUK 1

    Het was heel donker op het brede, rechte stuk waar het ongeluk was gebeurd. Dat kwam doordat er nog geen maan was, en bovendien hoge hagen en bomen de weg aan weerszijden omsloten, zodat de vage schemer die over de graanvelden lag hier niet kon doordringen.

    Victoria hoopte dat de maan maar vlug zou opkomen. Ze wilde dat ze iets kon doen om een eind te maken aan het gebibber van Johnny, die zich angstig aan haar vastklampte. Ze hóórde hem letterlijk klappertanden. Het kleine meisje, dat tijdens heel die nachtmerrie nog geen woord had kunnen uitbrengen en waarvan ze nog niet eens wist hoe het heette, hield haar zo stijf bij de hand dat haar eigen vingers totaal gevoelloos waren geworden. Maar ze slaagde er niet in haar hand te bevrijden. Ze wilde haar arm om het kind heen slaan maar zag daar geen kans toe zolang het meisje haar hand niet losliet.

    Ze sprak de beide kinderen geruststellend toe en probeerde hen duidelijk te maken dat het alleen maar eng léék, omdat het zo pikdonker was. De politieagent, die op zoek was gegaan naar een telefooncel en de een of andere vorm van vervoer, kwam maar niet terug. Van pure ellende deed ze in het wilde weg allerlei toezeggingen aan de kinderen.

    ‘Het duurt nu niet lang meer, hoor,’ herhaalde ze steeds maar weer. ‘De politieagent kan nu elk ogenblik terugkomen, en dan komt er een auto om ons weg te brengen. Nog even, dan kunnen jullie allebei fijn naar bed. Maar eerst krijgen jullie nog een lekker glas warme melk.’

    Ze bedacht dat zijzelf, toen ze nog klein was, helemaal niet van warme melk had gehouden, maar misschien waren die twee kleine stakkers er wel dol op. Trouwens, ze geloofde zelf absoluut niet wat ze allemaal zei... Want in de eerste plaats moest er een bed worden gevonden voor de kinderen, en dat betekende nog meer oponthoud... een politie-verhoor, misschien wel een soort huis-aan-huisactie om onderdak voor hen te vinden. Misschien was er wel ergens een hotel open dat hen kon huisvesten. Zelf was ze met alles tevreden; eventueel was ze zelfs bereid op het politiebureau te overnachten.

    Maar de kinderen hadden behoorlijke verzorging nodig, en wel zo snel mogelijk. Ze hadden nu primair behoefte aan een begripvol, warm iemand die wist hoe je kinderen in een shocktoestand moest opvangen.

    Zelf kon ze Johnny wel onder haar hoede nemen. Ze had geld genoeg om een hotel te kunnen betalen voor hen beiden. Maar hij scheen er slecht aan toe... hij was totaal versuft. Daar zou wel medische zorg aan te pas moeten komen. En het onbekende kleine meisje, dat haar hand zo stijf omkneld hield dat haar scherpe nageltjes erin afgedrukt stonden, moest ook omzichtig behandeld worden.

    In zulke gevallen diende je een prychiater in te schakelen. Want een leek zou deze twee kinderen niet kunnen helpen het verlies van hun naasten te verwerken.

    Dat gold in ieder geval voor Johnny. De ouders van het kleine meisje waren zwaar gewond, maar het was niet uitgesloten dat die het ongeval zouden overleven... of althans een van beiden.

    Vicotria leunde met haar zij tegen een heg en had het gevoel alsof de hele nachtmerrie opnieuw begon. Ze voelde zich onpasselijk worden. De kinderen drukten zich nog dichter tegen haar aan. Doodsbang waren ze voor de weg, dat rechte stuk weg, waarop zich voor hun ogen zulke afschuwelijke taferelen hadden afgespeeld. En hoe het mogelijk was dat ze niet allemaal in één klap gedood waren, begreep Victoria nog steeds niet.

    De auto’s waren met grote kracht op elkaar geknald. Die van Johnny’s vader... een mooie cabriolet, die nog niet eens helemaal was afbetaald... Hij had klem gezeten achter het verwrongen stuur, terwijl zij en Johnny uit de auto waren geslingerd. En dan de auto van de ouders van het kleine meisje met het blonde haar, dat haar spraakvermogen was kwijtgeraakt; die was een paar keer over de kop geslagen, voordat hij met een harde knal tot stilstand was gekomen. De beide ouders waren daarbij omgekomen; alleen het kleine meijse op de achterbank was als door een wonder gespaard gebleven.

    Johnny fluisterde: ‘Ik heb het k-k-koud...’

    Victoria knuffelde hem even.

    ‘Straks krijg je het heus wel weer warm. Er is vast wel een stad hier dichtbij,’ beloofde ze op goed geluk.

    Ze zag de lichtbundel van de zaklantaarn van de politieman dichterbij komen, maar zijn gezicht stond bezorgd toen hij hen bereikte. Onmiddellijk gaf hij antwoord op, Victoria’s onuitgesproken vraag.

    ‘We worden over ongeveer een half uur opgepikt. Op het ogenblik is er geen auto beschikbaar. Het treft uiterst ongelukkig.’ Hij liet zich naast haar in de berm zakken en legde uit: ‘Op High End is ook een ongeluk gebeurd, en brigadier Buckley is naar een cursus. We hebben dus absoluut geen mankracht voor dergelijke panieksituaties, we draaien toch allemaal al overuren. Maar ze kómen ons ophalen, zodra het mogelijk is. Het is alleen een kwestie van afwachten.’

    Hij probeerde Victoria te bevrijden van het kleine meisje dat zich aan haar vastklemde, maar het kind begon onmiddellijk luidkeels te krijsen, zodat hij het maar opgaf. Johnny begon hevig over te geven. Victoria kwam tot de conclusie dat er nu onmiddellijk iets diende te gebeuren.

    ‘Maar er zal hier toch wel èrgens een huis in de buurt zijn’ opperde ze. ‘Het doet er niet toe wàt, als er maar een dak op zit.’

    ‘Alleen Wycherley Park.’

    ‘Hoe ver is dat hier vandaan?’

    Met zijn lantaarn gebaarde hij naar de donkere bossen achter hen.

    ‘Daar ergens tussen de bomen. Daar woont sir Peter Wycherley. Er zijn twee portierswoningen, maar daar kun je alleen komen via de andere weg, en de enige manier om van hier Wycherley Park te bereiken is dwars door het bos. Dan snijd je in ieder geval een heel stuk af. Ik zou anders zelf wel gaan, maar ik heb opdracht hier te blijven wachten.’ Je kon wel zien dat hij zich slecht op zijn gemak voelde; tenslotte had hij zelf twee kleine kinderen en dus was hij zich terdege bewust van de ernst van de situatie. En het was natuurlijk heel naar dan te beseffen dat je machteloos stond. ‘Het klinkt wel onnozel, ik weet het, maar bevel is bevel, en daar heb ik me aan te houden. Maar ik zie ook best dat die kinderen hulp nodig hebben. Dat jochie heeft een wond boven het oog, hè?’ Hij boog zich voorover om ernaar te kijken.

    ‘Ja, maar niet zo’n diepe.’ Wanhopig kwam Victoria overeind en slaagde er tegelijkertijd in haar hand te bevrijden uit de greep van het kleine meisje. ‘Waarom kan ìk dan niet gaan? Als u me die zaklantaarn van u leent, vind ik het huis vast wel.’

    De politieagent schrok. ‘Maar die bossen zijn zo diep. Er is niet eens een behoorlijk pad!’

    ‘Dat hindert niet. Als u me wijst welke kant ik op moet, red ik me wel. Ik ben geboren en getogen op het platteland, ik loop heus niet in zeven sloten tegelijk.’

    ‘Maar zo helemaal alleen...’

    ‘Hoezo, zijn er soms stropers?’

    Verontwaardigd zei de agent:

    ‘We doen ons best die hier te weren.’

    ‘Het doet er trouwens ook niet toe,’ zei Victoria ongeduldig. ‘Ik moet dat huis gewoon vinden.’

    Hij legde haar zo duidelijk mogelijk uit hoe ze het huis zou kunnen vinden. Toen probeerde ze Johnny aan hem over te dragen, maar nu was het Johnny die zich panisch aan haar vastklemde. Hij weigerde pertinent haar alleen te laten vertrekken. Inmiddels was het kleine meisje half in slaap gesukkeld, zodat Victoria haar bij de agent op schoot kon parkeren.

    Hij zat in kleermakerszit in het gras en drukte het kind onbeholpen tegen zich aan. Haar lange blonde haar viel als een waterval langs zijn arm naar beneden. Hij waarschuwde Victoria toch vooral heel voorzichtig te zijn, en meteen terug te keren als het haar niet mocht lukken door het bos heen te komen. En als hij soms een berisping zou krijgen omdat hij haar en Johnny alleen had laten gaan, hoopte hij dat ze tenminste een goed woordje voor hem zou doen bij de hoofdinspecteur.

    Victoria beloofde dat maar al te graag, nam zijn zaklantaarn van hem over en vertrok.

    Aanvankelijk kwamen ze nog redelijk snel uit de voeten omdat er een gemakkelijk begaanbaar pad was. Maar het pad hield op en het maanlicht kon hier nauwelijks doordringen. Johnny struikelde telkens en liep voortdurend te huilen en te jammeren. Was ze maar sterk genoeg om hem de rest van de weg te dragen! Maar het was een stevige knul van acht jaar; hij was vast veel te zwaar voor haar en trouwens, de kans was groot dat ze dan allebei zouden vallen. En ze zat nú al helemaal onder de schrammen.

    Ten slotte bereikten ze wonder boven wonder een open plek, en daar doemden in het donker de omtrekken van een huis voor hen op. Maar het was omgeven door dicht struikgewas.

    Diep in het bos achter hen hoorden ze het melancholieke krassen van uilen en af en toe het gekef van een vos. Ze zochten hun weg door omheinde stukken grasland, door boomgaarden en een ommuurde moestuin, tot ze op een deur in een hoge muur stuitten.

    Eenmaal binnen de ommuring belandden ze op een goed onderhouden oprijlaan die zich rond het huis slingerde. Toen ze ten slotte bij de voorkant van het huis waren aangekomen, zagen ze dat daar alle vensters verlicht waren. Even stonden ze wat onwennig met de ogen te knipperen.

    Onder normale omstandigheden zou Victoria ten zeerste onder de indruk zijn geweest van de hoge Corinthische zuilen ter weerszijden van de voordeur. Ze zou onmiddellijk de bouwstijl hebben ingeschat, waarschijnlijk begin negentiende eeuw. Gigantisch qua afmetingen was het bovendien, en op het oog uitstekend onderhouden. Ze noteerde dat de muren met klimop begroeid waren maar dat er zorgvuldig op werd toegezien dat het metselwerk daaronder niet te lijden zou hebben. De eeuwenoude gazons waren zo glad als een biljartlaken en liepen door tot vlakbij het huis. Er stonden donkere pijnbomen. Hoewel Johnny er inmiddels erg slecht aan toe was, was hij toch onder de indruk van de rij indrukwekkende auto’s, die op de oprijlaan geparkeerd stonden.

    Hij kroop dichter tegen Victoria aan en zou het liefste rechts houden. Ze fluisterde tegen hem dat er niets aan de hand was en dat hij nu gauw in bed zou liggen. Toen stapte ze vastberaden op de voordeur af.

    Wie ook de eigenaar van het huis was, en dat scheen een zekere Sir Peter Wycherley te zijn, hij had er maar voor te zorgen dat er snel een eind kwam aan Johnny’s beproevingen. Johnny moest al de verzorging krijgen die hij nodig had. Ze zou niet rusten voor ze dat voor elkaar had, nam ze zich voor. Al kon ze zichzelf amper meer op de been houden.

    HOOFDSTUK 2

    De butler die de deur opende keek stomverbaasd. En die verbijstering nam alleen nog maar toe toen hij het tweetal op de stoep eens beter bekeek.

    Een meisje, haar korenblonde haren slordig en

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1