Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Black Notice
Black Notice
Black Notice
Ebook214 pages3 hours

Black Notice

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

In een onbewogen kustplaatsje, net buiten Kopenhagen, schijnt er een verdacht licht op de bodem van de haven. Om deze reden schakelt de politie een militare duiker in, die gespecialiseerd is in het onderzoeken van plaats delicten onder water. Al snel blijkt dat er in het diepe een auto ligt, met het verminkte lijk van een jonge vrouw in de bestuurdersstoel. Het lijkt erop dat ze het slachtoffer is van een sadistische moordenaar, die haar aan een gruwelijke operatie heeft onderworpen.Op ruige kliffen, aan de rand van een landelijk plaatsje in het zuiden van Noorwegen, vindt een wandelaar een deel van een lijk, dat gekleed is een wetsuit. De lokale politie probeert de identiteit van het slachtoffer te achterhalen. Daarom sturen ze een black notice – een verzoek tot informatie over een ongeidentificeerd lijk – naar Interpol. Kort hierna wordt er in Nederland het lijk van een ander meisje gevonden, eveneens in een wetsuit. Even later wordt er in het meer van een bos het levenloze en ijskoude lichaam van nog een vrouw gevonden, met littekens die lijken op die van de andere slachtoffers. Ze zou de voornaamste getuige van de politie kunnen zijn – als ze haar uit de dood konden terughalen. Black Notice is een bloedstollende Scandi noir over een internationale jacht op een sadistische en meedogenloze seriemoordenaar. Het verhaal is voor een deel gebaseerd op waargebeurde misdrijven en een uitstekende keuze voor fans van de boeken van Jo Nesbo, Samuel Bjork en Cara Hunter.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateDec 30, 2021
ISBN9788726896091

Related to Black Notice

Titles in the series (23)

View More

Related ebooks

Reviews for Black Notice

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Black Notice - Lotte Petri

    Black Notice

    Translated by Pieter Janssens

    Original title: Black notice

    Original language: Danish

    Copyright © 2017, 2021 Lotte Petri and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726896091

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga is a subsidiary of Egmont. Egmont is Denmark’s largest media company and fully owned by the Egmont Foundation, which donates almost 13,4 million euros annually to children in difficult circumstances.

    Black Notice: Episode 1

    De bloemen van het kwaad

    Een smerig karkas op een bed van grind

    De benen in de lucht gestoken, als een wellustige vrouw

    Brandend en druipend van vergif.

    (Fragment uit het gedicht ‘Een karkas’ door Charles Baudelaire)

    Rijksziekenhuis, Kopenhagen

    Sara’s oren plopten hinderlijk toen de lift naar het souterrain zoefde, waar de kleedlokalen van het personeel waren. Haar mond was droog en een beginnende hoofdpijn leek een strakke helm om haar slapen. Sara was doodmoe na haar nachtdienst op de afdeling Neurochirurgie. Ze dacht onwillekeurig aan het gezicht van het jongetje; de ogen waren stijf gesloten, alsof hij getuige was geweest van iets ondraaglijks. Zijn vader was tegen een boom langs de weg geknald en was op slag dood geweest. Het was Sara opgevallen dat het gewoonlijk opgewekte en spraakzame ambulancepersoneel somber en zwijgzaam was geweest toen ze de jongen naar de afdeling reden. Ze voelde dat dit één van de reddingen was die ze nooit zouden vergeten, een die zich in hun gedachten zou branden en hen nachtmerries zouden bezorgen. De hoofdchirurg had blijk gegeven van diezelfde ernst toen hij de rest van de staf op de hoogte bracht van de conditie van de jongen. Het kon beide kanten op, had hij gezegd, maar als de jongen in leven zou blijven was er een aanzienlijke kans op hersenbeschadiging.

    De dubbele deuren gleden geruisloos open. Sara stapte uit de lift en liep, haar slapen masserend, door de lange gang in het souterrain. De pijn klopte op het ritme van haar hartslag. Ze hoorde het geluid van voetstappen, en toen ze zich omdraaide zag ze een lange, in het wit geklede gestalte. De onbekende wuifde naar haar bij wijze van begroeting. Ze wist niet zeker wie het was, maar ze had het idee dat ze hem al eens eerder had gezien en wuifde terug.

    Het souterrain van het belangrijkste ziekenhuis van het land leek een andere wereld. Het licht was er schemerig en de koude lucht in de ondergrondse gangen rook naar ontsmettingsmiddelen. Ze volgde de kleurige strepen op de linoleum vloerbedekking die ingewikkelde, kleurige patronen vormden. De algehele indruk van het souterrain was niettemin naargeestig en het zat haar niet lekker dat ze moederziel alleen was.

    Sara ging de kleedkamer binnen en geeuwde terwijl ze zich op de vertrouwde manier klaarmaakte om naar huis te gaan.

    Een kleine spiegel op de binnenkant van haar kastdeur toonde haar een uitgeputte en bleke versie van zichzelf. De donkere wallen onder haar ogen waren een duidelijk teken dat ze niet genoeg slaap had gekregen. Sommige mensen konden beter wakker blijven voor nachtdiensten dan anderen. Meestal had ze moeite om in slaap te vallen als ze thuis was, doordat de indrukken van de drukke nachtdienst door haar hoofd tolden. Toch had ze een voorkeur voor nachtdiensten en de tijdelijke rust op de afdeling. Een rust die, op Neurochirurgie, een soort sluimerende paraatheid was. De dood lag altijd om de hoek en sommige patiënten slaagden erin door haar professionele pantser te dringen en een blijvende indruk achter te laten, zoals de kleine jongen had gedaan.

    De rij metalen kasten wierp roerloze schaduwen en de stilte in de kleedkamer was naargeestig. Er klonk een zachte klik toen ze de knopen van haar jasschort losmaakte en het rond haar enkels liet vallen. Ze opende de sluiting van haar beha en wreef over de plek waar de bandjes in haar huid waren gedrongen. Ze trok haar panty uit en schoof haar slipje omlaag. Sara raapte haar onderkleding bij elkaar, legde alles op de bodem van haar kast en deed de deur dicht. Ze raapte haar jasschort op en stopte hem in een bijna volle gele waszak. Ze liep op haar tenen naar een tafel met een stapel handdoeken. Ze glimlachte vermoeid om het formaat ervan, dat haar deed denken aan een washandje. Toen liep ze naar de douchecabines. Sara hing haar handdoek aan een haak, draaide de kraan open en pompte een handvol zeep uit een dispenser aan de muur. Ze waste zich, genoot even van de warmte van de tintelende waterstraal en draaide de kraan toen dicht. Ze droogde zich af met de ruwe handdoek, maar verstarde toen ze een geluid hoorde. Het klonk alsof er een kastdeur dicht werd gegooid. Hard genoeg om terug te kaatsen van het beton. Ze stapte uit de douchecabine en liep naar haar kast. De koude van de vloer steeg op vanuit haar voeten en verdreef de warmte van het water. Ze verstarde toen ze zag dat haar kastdeur op een kier stond. Ze wist zeker dat ze hem dicht had gedaan voordat ze ging douchen.

    ‘Is daar iemand?’ riep ze. Geen antwoord.

    In theorie zou iemand zich achter de rij hoge kasten kunnen verbergen zonder te worden gezien. Ze verbaasde zich over de deur van haar kast. Sara schudde in gedachten haar hoofd. Ze was er niet echt zeker van dat ze hem dicht had gedaan. Ze probeerde de onaangename gedachten te verdringen toen ze het koud begon te krijgen. Ze deed kastdeur zo ver mogelijk open en zocht op de bodem naar haar slipje en haar beha, maar realiseerde zich al snel dat haar ondergoed verdwenen was. Ze keek om zich heen naar de vloer en een smalle bank, waar iemand een vest had laten liggen. Maar haar ondergoed leek verdwenen te zijn. Ze merkte opeens dat ze rilde en de vermoeidheid maakte plaats voor een gevoel van onbehagen bij de gedachte dat iemand haar ondergoed stal. Het roodzijden setje vormde een prettig, geheim contrast met al het wit. Ze had het weloverwogen uitgekozen voor het geval de knappe jonge coassistent de afdeling zou bezoeken. Zij en haar collega’s waren hem meteen Dokter Charmeur gaan noemen. Ze vond het makkelijker om met iemand te flirten als ze erop gekleed was in plaats van in een doodgewone slip en een verbleekte katoenen beha. Maar wie zou haar ondergoed willen stelen? De vraag kaatste heen en weer door haar gedachten. Ze vermoedde dat het een van de verpleeghulpen was. Die wilden nog weleens een geintje uithalen in een kinderlijke poging om kennis te maken met het vrouwelijk personeel. Maar ze betwijfelde of ze zo ver zouden gaan. Ze begon het nu echt koud te krijgen en kleedde zich aan. Het voelde vreemd aan dat ze er geen ondergoed onder droeg. De trok haar knielaarzen en haar lange jas aan en verliet haastig de kleedkamer. De gang leek nu nog onheilspellender en ze liep nog sneller. Haar voetstappen kaatsten luid heen en weer tussen de grijze muren. De lucht buiten was inktzwart, hoewel het al bijna zeven uur in de ochtend was. Er was tijdens haar dienst veel sneeuw gevallen. Ze zag dat haar collega Lina voor de betonnen ingang van het ziekenhuis stond en tegen de muur leunend een sigaret rookte. Lina werkte op de afdeling Spoedeisende Hulp, die in het souterrain was. Sara wuifde naar haar en liep naar haar toe.

    ‘Een of andere griezel heeft mijn ondergoed gestolen,’ zei Sara nadat ze een sigaret had opgestoken.

    ‘Wat?’

    ‘Een of andere griezel heeft het gepikt toen ik onder de douche stond.’

    ‘Eng,’ zei Lina terwijl de rook uit haar mond kringelde. ‘Waarschijnlijk een van de verpleeghulpen. Sommige zijn echt raar!’

    Sara knikte en Lina vervolgde: ‘Het kan ook een van de patiënten op de afdeling Psychiatrie zijn. Je weet maar nooit waartoe die in staat zijn.’ Lina zag dat Sara een gezicht trok. ‘Sorry, ik wilde je niet bang maken.’

    ‘Ik ben te moe om bang te zijn,’ mompelde Sara somber.

    ‘Ik heb een van de verpleegkundigen laatst horen zeggen dat iemand ondergoed steelt uit de kleedkamer, maar ik dacht eerlijk gezegd dat ze interessant probeerde te doen tegenover Dokter Charmeur... Die heeft deze week dienst. Heb je gehoord dat hij het heeft aangelegd met iemand van de nachtdienst op Heelkunde?’

    Sara schudde haar hoofd en voelde een steek van ergernis. Hij had laatst best geïnteresseerd in haar geleken toen ze elkaar op de begane grond tegen het lijf waren gelopen. Sara staarde het donker in en nam nog een laatste trek van haar sigaret. Ze had zo snel gerookt dat de peuk nog warm was.

    ‘Ik ga naar huis; wil je een lift?’

    ‘Nee, bedankt, ik ben met de fiets, maar rij voorzichtig,’ zei Lina terwijl ze in het donker naar de fietsenrekken verdween. De geur van een muskusachtig parfum bleef even in de lucht hangen. Sara ging op weg naar de straat naast het ziekenhuis, waar ze haar auto geparkeerd had. Er was altijd een tekort aan parkeerplaatsen voor het ziekenhuispersoneel, ondanks de splinternieuwe parkeergarage.

    De omtrekken van haar auto werden verdoezeld door een dik pak sneeuw. Ze hoopte vurig dat hij zou starten; toen ze gisteravond van thuis was weggegaan had hij nukkig gedaan. Ze veegde met haar arm de sneeuw van de voorruit en vloekte binnensmonds. Alsof de sneeuw nog niet erg genoeg was waren de ramen bedekt met ijs. Ze opende het portier en stapte in. Het leek wel een diepvrieskist. Ze stak de sleutel in het contactslot en draaide hem om.

    Geen geluid, afgezien van iets wat klonk als een gesmoorde hoest. Pas bij de vierde poging startte de ijskoude motor. Ze had veel tijd nodig om het ijs van de ruiten te krabben en tegen de tijd dat ze daar klaar mee was waren haar vingers gevoelloos van de kou. Ze ging achter het stuur zitten en reed voorzichtig achteruit de parkeerplek af. Aan het eind van de straat hoorde ze het geluid van een andere auto en door de beslagen achterruit zag ze vaag het silhouet van een wit busje. Het schijnsel van de felle koplampen verlichtte het interieur van haar auto. Ze sloeg voorzichtig af en voelde dat de achterwielen even slipten. Sara reed voetje voor voetje over het spekgladde wegdek en het ergerde haar dat het witte busje geen veilige afstand hield. Ze probeerde aan iets anders te denken, maar het busje volgde haar hardnekkig als een wesp en de ruimte tussen haar achterbumper en het busje werd steeds kleiner. Na een poos besloot Sara te stoppen en het busje te laten passeren. Ze remde af, voelde de ophanging van haar auto kreunen toen ze tegen een trottoirband opreed die schuil was gegaan onder de sneeuw, en parkeerde nogal onhandig. Het busje passeerde haar snel en smeet vieze sneeuw van de straat met een luide plof tegen haar zijramen. Het was steeds harder gaan sneeuwen en haar uitzicht was in een mum van tijd geblokkeerd voordat de zwoegende ruitenwissers, alsof ze langzaam wuifden, de sneeuw hadden weggeveegd en ze het rode schijnsel zag van de achterlichten van het busje. Hij reed blijkbaar met groot licht aan. Het was zo verblindend dat het bijna pijn deed aan haar ogen. Onder de straatlantaarn zag ze dat het witte busje glom alsof het pas gewassen was, in tegenstelling tot haar eigen auto, waarop een of andere lolbroek laatst Was me in het vuil had geschreven. Het busje moest in een garage hebben gestaan, want er lag geen sneeuw op. Het viel haar op dat het eruitzag als een van die politiebusjes die ze gebruiken om snelheidsovertreders te flitsen met een radarpistool. Langzaam stuurde Sara de auto weer de straat op en vond de donkere sporen die door andere auto’s waren achtergelaten. Ze haalde diep adem om haar hartslag onder controle te brengen. Ze draaide het raam een klein stukje open om de vochtige lucht te verdrijven en ze rook de geur van de sneeuw/ Haar vingers begonnen te tintelen toen haar lichaam warmer werd en ze begon zich slaperig te voelen.

    Sara reed langs de grote kunstmatige meren in het centrum van Kopenhagen, waar het water zwart en glanzend was en de besneeuwde silhouetten van de kastanjebomen een schitterend contrast vormden met het donkere wateroppervlak, waar de vertrouwde neonreclames schemerden in alle kleuren van de regenboog. De algehele indruk was er een van schoonheid en ze werd overspoeld door een gevoel van kalmte. Ze zette de radio aan en genoot van de muziek terwijl ze haar gedachten de vrije loop liet. Als het een doordeweekse dag was geweest zou ze waarschijnlijk vast hebben gezeten in een verkeersopstopping. Maar op deze zondagochtend had ze de straten bijna voor zichzelf. Toen ze haar flat op het eiland Amager bijna bereikt had, zag ze iets vanuit haar ooghoek. Een vierkant silhouet in een smalle zijstraat, waar twee felle lampen plotseling werden ontstoken als twee schijnwerpers die de wild rondwervelende sneeuwvlokken verlichtten. Toen werd de auto gevuld met het diepe grommen van een motor die werd ingeschakeld. De bestuurder gaf gas. De vierkante vorm van het busje was weer vlak achter haar en de afstand slonk snel. Een beklemmend gevoel van paniek verspreidde zich door haar lichaam en ze zette haar voet op het gaspedaal en klemde haar handen om het stuur. De motor reageerde tergend langzaam en de koplampen van het busje waren zo dichtbij dat een botsing onvermijdelijk leek. Toen verdween het verblindende licht. Ze keek beduusd uit het raam en zag dat het busje haar inhaalde. Het meerderde snel vaart en ze voelde als in slow motion dat de riskante manoeuvre van de bestuurder op een nieuwe manier angstaanjagend werd toen het busje vlak voor haar ging rijden en de weg versperde. De straat was tamelijk smal en er was geen opening in de rij geparkeerde auto’s aan de rechterkant, dus ze kon nergens stoppen. Ze kon niets anders doen dan abrupt remmen. Sara nam haar voet van het gaspedaal en stampte op de rem. Ze voelde dat de auto begon te slingeren toen de banden hun grip verloren. Het witte busje stond nu stil en het silhouet werd steeds groter. Haar auto kwam slechts een paar meter ervandaan tot stilstand. Er viel een vreemde stilte, slechts verbroken door het brommen van de motor. Ze keek naar haar bleke knokkels en vingers, die het stuur nog als strakke kabels omklemden. Er verscheen een donkere gedaante achter het zijraam van het busje, die even snel weer verdween om nog gedetailleerder terug te komen als een contrast met alle witheid. Ze voelde een verlammende sensatie in haar lichaam, een voorgevoel dat er iets afschuwelijks stond te gebeuren. Toen toonde de schemerige straatverlichting de contouren van een bekend gezicht. Ze realiseerde zich dat het de collega was die in het souterrain van het ziekenhuis naar haar had gezwaaid. De ovale vorm van een gezicht glansde in het licht en hij tuurde naar haar koplampen terwijl hij langzaam dichterbij kwam. De ogen die zichtbaar waren onder een zwarte capuchon waren koud en donker en de glimlach was volledig onecht en geforceerd. Toen hij de auto bereikte zag ze dat een van zijn ogen bodemloos

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1