Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Mi Sueño
Mi Sueño
Mi Sueño
Ebook498 pages7 hours

Mi Sueño

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Angeliek Smit wil haar grote droom najagen in Guanetalán. Als zij in het tropisch paradijs verdwijnt, besluit haar goede vriend Erik Terleede haar te zoeken. Hij raakt verzeild in een nachtmerrie van corruptie, smokkel, seks en eeuwenoude rituelen. Kan hij tijdens het ontrafelen van andermans dromen Angeliek vinden, zodat hij antwoord krijgt op de vraag die hem steeds vaker in verlegenheid brengt, en zijn eigen dromen ontdekken?
In deze avonturenroman brengt Jack Schlimazlnik met zijn poëtische taalgebruik het verre Guanetalán tot leven. Met zijn achtergrond in de fantasy-literatuur en wereldbouw weet hij als geen ander alle aspecten van het leven daar te belichten, en als horrorschrijver ook de duistere kanten daarvan. Tegen de exotische achtergrond ontwikkelt zich een adembenemend verhaal waarin niets blijkt wat het schijnt en waar dromen in nachtmerries ontaarden.

LanguageNederlands
Release dateMay 8, 2021
ISBN9781005583538
Mi Sueño
Author

Jack Schlimazlnik

Jack debuteerde in 2010 in het genre van de Nederlandstalige verbeeldingsliteratuur, eindigde daarna regelmatig hoog bij diverse schrijfwedstrijden. Publiceerde onder meer in Pure Fantasy en Wonderwaan.

Read more from Jack Schlimazlnik

Related to Mi Sueño

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Mi Sueño

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Mi Sueño - Jack Schlimazlnik

    Voorjaar 2013

    Hij had mijn ogen, mijn neus. Het leek er tenminste erg op, maar de enige die uitsluitsel zou kunnen geven over genetische verwantschap, was spoorloos. Het joch treurde om zijn moeder, dat was een tragedie die hij begreep, want het drama dat zijn leven was, zelfs nog voor hij was geboren, kon hij nog niet doorgronden. Als hij het ooit kon bevatten, kon geloven. Het idee dat hij mijn zoon zou hebben kunnen zijn maakte dat dat drama mij persoonlijk raakte. Diep. Mijn vader had altijd een kleinzoon willen hebben, maar die heb ik hem tot zijn teleurstelling, die hij zelfs op zijn sterfbed uitte, nooit kunnen geven. Ik drukte het joch tegen mij aan, zodat hij mijn tranen niet zou kunnen zien.

    Ik ga haar zoeken, fluisterde ik langs zijn oor. Ik zal haar vinden. Het was een belofte een droom waar te maken, ofschoon ik geen idee had waar zijn moeder zou kunnen zijn.

    Waarom heb je hem dat beloofd? vroeg Barbara toen ik haar vertelde waarom ik op reis wilde gaan. Je kunt nooit weten, ze kan wel dood zijn. Bezorgd stak ze me de EHBO-doos toe. Alsof dat zou helpen. Je zou hem erg teleurstellen als je zijn droom niet waar weet te maken.

    Angeliek loopt gewoonlijk niet in zeven sloten tegelijk, zei ik. Bovendien, ze kan zwemmen. De EHBO-doos borg ik op onder in de reiskoffer, in de hoop die in den vreemde niet te hoeven gebruiken.

    DEEL I: Vivir Mi Sueño - Leef Mijn Droom

    Dinsdag 4 juni 2013

    Het was de tweede keer in mijn leven dat ik naar Guanetalán vloog. De eerste keer, in 2009, kwam ik haar bezoeken, nu reisde ik erheen om haar te zoeken. Ik wist dat het een lange reis zou zijn, minstens vierentwintig uur onderweg via New York en Mexico-Stad, los van de uren die ik wilde bijslapen in een hotel te San Miguel en de dagen die ik waarschijnlijk in die hoofdstad zou doorbrengen om mijn zoektocht voor te bereiden bij de autoriteiten daar. Om maar te zwijgen van de uren ploeteren door het oerwoud die ik voor de boeg had.

    Ik had een foto van haar, een heel oude foto uit het smoelenboek van toen wij beiden eerstejaars waren aan de universiteit. Was het werkelijk ruim vijfentwintig jaar geleden? Dat ze niet veel veranderd was, zag ik op de foto's die ze op internet had gezet. Ze was een vlijtige blogster geweest, maar de berichten werden daarna steeds minder en stopten enkele maanden terug, na een korte opleving.

    Angeliek. Haar naam stond onder de foto. Angeliek Smit. Als kind van de Summer of Love geboren in maart 1968. Ze kwam uit Dordrecht, uit een gegoede familie, een familie die van haar verwachtte dat ze ging studeren, iets intellectueels, desnoods rechten, maar ze wilde iets artistiekerigs, iets creatiefs, iets om met haar handen te doen. Zo kwam ze bij ons op de faculteit Bouwkunde terecht. Ze feestte mee in de kennismakingsweek, ze ging linea recta het studentenleven in, ze experimenteerde met alles, ook met haar naam, Angel, Lique, Angélique met Franse flair, Lieke, Angie-zoals-bij-de-Stones, Jelly, Angela, Sjeel, Sheela. Met haar hoge-hakken-over-de-sloot cijfer voor Wiskunde B redde ze het met de abstracte en theoretische vakken aan de TU Delft niet en nog voor het einde van het eerste semester verliet ze de faculteit. Die paar maanden waren genoeg geweest om een innige vriendschap op te bouwen met Barbara, hartsvriendinnen tot het bittere einde, al was Barbara inmiddels ook niet meer op de hoogte van het wel en wee van Anjela, zoals ze zich in Guanetalán noemde.

    Het was Barbara die mij op de hoogte hield van het leven van Angeliek. Barbara was de afgelopen decennia mijn vriendinnetje, eerste keer, vriendin, relatie, verloofde, echtgenote, ex, ex-ex, minnares, LAT-vrouw, verzorgster, geliefde, partner, medereiziger, thuisblijfster: een ziekte waar je nooit meer vanaf komt, genaamd liefde. Terwijl ik op Schiphol wachtte, zat zij met Angelieks zoon Jaime in de auto op de spottersplek langs de Polderbaan te wachten tot mijn vliegtuig naar New York daar zou opstijgen. Ik las haar snel gekrabbelde overzicht van Angelieks leven zoals zij zich dat herinnerde, de talloze afgebroken studies, gevolgd door cursussen en workshops en toen die baan waar ze via een vriend van haar vader was ingerold. Barbara had de namen van vriendjes ernaast gezet, veel namen met een of meer vraagtekens erachter, tekenen van vaagheid over een verleden waarin ze zelfs als hartsvriendin de lange stoet van minnaars niet had kunnen bijbenen. Helemaal aan het begin van de lijst stond één naam in hoofdletters, met een uitroepteken: ERIK TERLEEDE! Mijn naam. Het was geen verwijt, want Barbara en ik hadden het toen net uitgemaakt en ach, met Angeliek, destijds Lieke, had het niet veel voorgesteld. Ik dacht even aan Jaime, het joch dat mijn zoon zou kunnen zijn, maar hij was veel te jong om in die tijd te zijn verwekt, daar in die grote, hoge studentenkamer aan de Oude Delft waar mejuffrouw Smit haar minnaars placht te ontvangen op haar leveltje.

    Barbara's overzicht ging verder met carrière, zakenrelaties en hobby's, een paar bedrijfjes in creativiteit die Angeliek had opgericht -frutsels, knutsels, kunst, beunhazerijworkshops- tot ik een onderstreepte naam tegenkwam. Joris Westra.

    Zomer 2004

    Joris Westra. Zijn handdruk was, in tegenstelling tot wat zijn afgetrainde lichaam deed vermoeden, slapjes. Hij was bij ons groepje komen zitten, een klein groepje dat zich in de tuin had afgezonderd van het feest binnen. Angeliek, Barbara, ik, kennissen van Angeliek, van Barbara, partners. Joris was een tennisvriend van een van de partners en goede kennis van de gastheer. We schikten in zodat ook hij op het loungemeubilair rond de vuurkorf kon plaatsnemen. Het voelde wat ongemakkelijk, want Joris was -kalend, grijzend- duidelijk ouder dan de rest van de groep die zojuist herinneringen aan een jeugd in de jaren tachtig had opgehaald. En waar onze feestkleding bestond uit T-shirts, jeans en sneakers, droeg hij een poloshirt en een pantalon, beide designed by Polo Ralph Lauren, met bijpassende canvas bootschoenen, alsof hij even vanaf zijn jacht was overgewipt naar deze fuif. Dat hij geld had, liet hij duidelijk merken, hij was in alle opzichten een man die het gemaakt had, op één aspect na: hij had geen vrouw met wie hij zijn dromen kon delen.

    Geld maakt pas gelukkig als je het kunt delen. De woorden vielen als een vers blok op het houtvuur. Het knetterde toen het vlam vatte. Angeliek leek het licht erin te zien vonken, hoewel dit een van de minder geslaagde oneliners van Joris was. Hij was er bedreven in, want dat was zijn vak: levenscoach, motivator, inspirator voor bedrijven en particulieren, teambuilder. Spreken ging hem vlot af. Zonder gêne zei hij dat ook van zichzelf. Ik leef van woorden. Hij wist feilloos wat zijn valkuilen waren: "Ik zoek een vrouw die mijn tegengestelde is, die beide benen op de grond heeft, praktisch is ingesteld, met haar handen kan denken. Down to earth, maar ambitieus. Energiek maar geaard. Kunst en sport, gezonde geest, gezond lichaam." Hij beschreef Angeliek, wat zij zelf ook besefte.

    Barbara maakte haar mening pas duidelijk toen we in de auto zaten, op weg naar huis. Ik reed, BOB. Zij was iets meer dan licht aangeschoten, haar blozende wangen gloeiden, haar ogen fonkelden. Die Joris Driepinter deugt niet. Ze tikte op het dashboard om haar worden urgentie te geven. Er is iets met die man. Zo'n gladjanus. Dat ze daar instinkt.

    Liefde maakt blind.

    Ze is verdomme… zesendertig! Ze moet toch wijzer wezen.

    Biologische klok, misschien?

    Ze wil geen kinderen, heeft nooit kinderen gewild.

    Dan weet ik het ook niet. Vrouwen! Ik rolde dramatisch met mijn ogen. Barbara stompte me zachtjes. Toen legde ze haar hoofd voorzichtig op mijn schouder om zo in slaap te vallen.

    Joris en Angeliek werden al snel een stelletje. Omdat de vriendschap tussen Angeliek en Barbara sterk was, zag ik Joris de jaren erna vaker dan me lief was. Verjaardagsfeestjes, barbecues voor intieme vrienden, de housewarmingparty toen ze bij elkaar introkken.

    Het stelt niet veel voor, zei Angeliek toen ze ons de twee-onder-een-kap in Wassenaar showde met alle glitter en glamour van modern design en echt antiek. Het is maar voor tijdelijk. Ze staarde vanuit de en-suite slaapkamer de tuin in, waar Joris bij het tuinhuis tussen tennisbaan en zwembad in de weer was met de barbecue.

    Je blijft hier niet? Barbara's hand zocht de mijne. Haar handpalm voelde klam en warm aan.

    Je weet dat we afgelopen najaar in Guanetalán waren. Angeliek ging op het bed zitten. We hebben bij vrienden van Joris gelogeerd en daar vielen eigenlijk alle puzzelstukjes als vanzelf op hun plek. Zijn droom, mijn droom, dat samen, een co-creatie. Die vrienden, Corinne en Marco Oldenborg, wisten een stuk grond te koop dat precies goed was voor ons plan. Je leeft maar een keer en deze kans om onze droom te verwezenlijken willen we niet laten lopen! We gaan naar Guanetalán verhuizen. Hopelijk volgend jaar al, we willen nu zo snel mogelijk alles regelen, dingen afronden hier en dan daar onze droom leven.

    Barbara wist niet wat ze moest zeggen en was naast Angeliek op het bed gaan zitten. Wat ga je daar dan doen?

    Lichtvoetig sprong Angeliek op. Ze rommelde in de lade van een van de kasten in de slaapkamer, de kamer bij uitstek om te dromen. Ze haalde een portfolio tevoorschijn. Joris gaat daar zijn trainingen aanbieden. Het is een schitterend stuk land, half in de jungle, helemaal tropisch met palmbomen en zo, maar wel aan de Caribische Zee, met een eigen strand. Ze liet een vaag kaartje van het gebied zien, een afdruk van Google Earth voor zover ik het kon beoordelen. "We bouwen een hotel voor onze gasten, helemaal op ecologische en antroposofische basis, wat huisjes voor het personeel, een villa voor onszelf, een ruime tuin voor verse groenten, fruit, kruiden. Een theehuis waar de cursisten zich na de trainingsuren kunnen terugtrekken, mindfulness en zo. Daarnaast een atelier, want ik ga workshops geven, voor de mensen die de training gaan doen of voor mensen die zomaar langs willen komen, vrienden, kennissen, lekker er tussenuit in de tropen aan zee." Met de schetsen die zij liet zien, was het duidelijk dat zij nooit een goede architect zou zijn geworden.

    Is dat niet heel erg duur? vroeg Barbara. Ze leek zich er niet van bewust dat de Wassenaarse twee-onder-een-kap ook minstens een miljoen of twee had gekost.

    Het is een goedkoop land, zei Angeliek. Alles is er goedkoper, spotgoedkoop. Personeel, de mensen die komen bouwen. We gaan nog een jaar flink sparen en als we dit huis met de complete inboedel kunnen verkopen dan hebben we echt ruim genoeg om als goden in Guanetalán te leven.

    Het beviel Barbara niet. Ze zei niets tegen haar vriendin, ze was zwijgzaam toen we aanschoven bij de barbecue. Ik was lang genoeg met haar samen om te weten wat haar dwarszat. Het was niet alleen dat haar hartsvriendin naar zo'n beetje de andere kant van de wereld zou verhuizen, veel te ver weg om even een gezellig bakkie te komen doen of om de steun te zijn die Barbara in haar moeilijke perioden zo nodig had gehad, het was ook een zeker wantrouwen jegens Joris. Wij mochten die vent niet. Te glad, te jofel. "Hij kan elke vrouw die hij wil met zijn management levenscoach blah blah om zijn vinger winden, had Barbara eens gezegd. En dat had hij met Angeliek gedaan. Het liefst had hij haar voor zich alleen gehad, een vrouwtje om mee te pronken bij zijn corpskameraden, maar zij had genoeg vrienden en kennissen om nog buiten de deur te komen. Dat zou voorbij zijn als zij zich in hun tropische villa zouden terugtrekken, ondanks alle beloften over altijd welkom". Het resort in Guanetalán was minstens een etmaal reizen, het laatste stuk uren over de onverharde junglewegen.

    Dinsdag 4 juni 2013

    Ik schoof Barbara's aantekeningen terug in de map. Het was tijd om te boarden. Ik had niet veel bij me, een enkele koffer in het ruim, bescheiden handbagage met mijn laptop. Als ik iets nodig had, zou ik het in San Miguel kunnen kopen, goedkoper dan in Nederland, zelfs goedkoper dan in de taxfree winkels van Schiphol die ik achter mij liet. Zonder gedoe bereikte ik in de Boeing 747 mijn plaats aan het raam, links van het gangpad. Ik borg mijn handbagage boven mij op. We taxieden weg. Met een half oor en één halfgeloken oog beleefde ik de standaard veiligheidsinstructies van de stewardessen. KLM-gastvrouwen. Het stuk naar New York voelde daarmee vertrouwd genoeg. De jumbojet stelde zich op aan het begin van de startbaan, kreunde toen het razende vaart maakte, snel sneller. Ik zag in een flits onze Volvo V70 op de spottersplek staan, een vrouw met een kleuter aan haar hand bij het hek: Barbara en Jaime. Ik zwaaide, hoewel ik wist dat ze mij niet konden zien.

    Voor Jaime had ik een belofte waar te maken. Ik moest zijn moeder vinden. Dat dit geen ontspannen vakantie zou worden, stond daarmee wel vast.

    Kort na de housewarmingparty in Wassenaar hadden Joris en Angeliek hun plannen openbaar gemaakt. Hun droom werd een project en kreeg een naam: Mi Sueño — Spaans voor mijn droom. Wekelijks blogden ze over de voortgang, waarbij het overduidelijk was dat zij hun relaties erbij wilden betrekken om het ook hùn droom te maken, zodat die later, als Mi Sueño was gerealiseerd, langs zouden komen, klanten zouden zijn, of toch op zijn minst deel zouden nemen aan de mond-tot-mondreclamecampagne binnen het circuit van topmanagers die coaching, training en mentale steun nodig hadden bij een kopje zelfgemaakte kruidenthee, op een Caribisch bountystrand. Beetje yoga, beetje zen.

    Omdat ik mijn laptop niet mocht gebruiken in het vliegtuig, had ik thuis de blogs afgedrukt en in een ringband gedaan. Het was een flink pak, ook door de vele foto's. Globaal kende ik het verhaal. Dit keer moest ik echter beter lezen, op zoek naar aanwijzingen, de details in de blogs, zoeken naar de informatie tussen de regels, naar hetgeen niet geschreven had mogen worden.

    Barbara was in alle staten geweest toen het drama achter de droom zich ontvouwde. Dat is niets voor Angeliek, had ze steeds gezegd. Niets voor haar. Het was zo niets voor Angeliek geweest dat er niets van was te vinden in het blog. Gelukkig had Barbara mij voorzien van uittreksels uit haar eigen dagboek en van kopieën van de e-mails en faxen die Angeliek had verzonden. Barbara had steeds Joris de schuld gegeven van de gebeurtenissen rond de emigratie, maar hem konden we niets meer vragen. Hij was twee weken terug bijgezet in het Westra-familiegraf te Baarn. Bij zijn dood en de afwezigheid van Angeliek was de voogdij over Jaime per testament naar Barbara en mij gegaan.

    Het blog was geschreven door zowel Joris als Angeliek, hoewel zij het meeste werk had gedaan. De stukken van Joris waren duidelijk te herkennen aan het ronkende jargon van de zelfgenoegzame coach die in alle empathie openstond voor mensen die zijn steun zochten, want hij werd er heel blij van als zij die steun vonden en die toepasten voor het succes van hun leven, zodat ook zij hun dromen konden verwezenlijken en in hun kracht kwamen te staan. Succes is immers een keuze en hij hielp graag die keuze te realiseren. Leef je droom, leef in het moment. Go with the flow. Ik had er weinig aan. Zijn stukken waren opgevrolijkt met stockfoto's van azuurblauwe zeeën, witte stranden, kokospalmen, of van een diepgroene jungle boordevol bontgekleurde vogels. Er was één foto van hem, behorend bij zijn account, zijn profielfoto op social media. Hij stond daar in de jungle van Burgers Bush — ik herkende het bruggetje bij de waterval — quasinonchalant met een zorgvuldig geschikt Hawaï-shirt dat opengeknoopt en wel genoeg van zijn afgetrainde en goedgebruinde lichaam liet zien om te tonen dat hij niets te klagen had over het leven. Een dure zonnebril, een Karl Lagerfeld zo te zien, stond op zijn geschoren hoofd waar de tondeuse als paradox kaal en grijs had moeten camoufleren.

    De stukken van Angeliek waren persoonlijker, huiselijker. Ze probeerde mensen bij het project te betrekken door hen in haar persoonlijke leven toe te laten. Ze beschreef welke opdrachten ze aannam om extra geld te verdienen, freelance hier, interim daar, consultancy bij de klanten van haar oude werkgever, opdrachten via de familie Smit en verwanten. De correspondentie over hun droomland liep eerst via Corinne en Marco, de expats die ze in Guanetalán hadden ontmoet, maar toen die naar Groningen repatrieerden, moest ze het contact laten lopen via een plaatselijke makelaar, ene Juan González die het Engels volgens Angeliek nauwelijks machtig was.

    Neem een andere makelaar, had Barbara voorgesteld.

    Dat gaat niet zo makkelijk, had Angeliek geantwoord.

    Wij hadden gedacht dat ze misschien met die Juan González al een duur contract had waar ze niet onderuit kon, maar later bleek dat hij de enige plaatselijke makelaar was en dat het vooral bureaucratisch en logistiek ingewikkeld was om iemand van drie uur rijden verderop aan te nemen. Dus gingen ze op een cursus Spaans. Er zat een optie op het blog om Spaanse bijdragen te lezen, maar dat was slechts één pagina, met twee woorden: ¡Buenos días! Les één van de cursus Spaans.

    Uit het blog bleek dat ze niet alleen hard werkten voor hun geld, maar ook probeerden hun verhuizing te regelen. Dingen regelen voor dáár. Regelmatig lieten ze schetsen zien van hun project, van het hotel, de interieurs van de twintig uniek ingerichte kamers en de ontbijtzaal, de trainingsruimten, het zwembad met riante spa, de villa, de onderkomens voor het personeel en alle bijgebouwen. Het tuinontwerp. Zelfontworpen meubels, strandstoelen, parasols, loungeachtige trainings-ensembles en yoga-matjes.

    Het blog bevatte ook een foto van Angeliek, eveneens een opname uit Burgers Bush. Ze had een papegaai op haar blote, zomerbruine schouder, het diep donkerbruine haar in een warrige knot, een strapless topje met een patroon van tropische bloemen, misschien was het een sarong. Ze straalde: ogen, glimlach, het knalde van het papier. Het deed me denken aan die lange nacht aan de Oude Delft, op dat leveltje, die wankele hoogslaper, het hoogtepunt. De kleine dood erna.

    In de zomervakantie van 2006 waren ze teruggekeerd naar Guanetalán. Het blog stond vol vakantiekiekjes. Ze verbleven eerst in de hoofdstad San Miguel om een netwerk op te bouwen van mensen die ze later nodig zouden kunnen hebben, een kolfje naar de hand van Joris. Ze verbleven in Hotel Panorama, een goedkoop appartementenhotel, waarmee ze veel geld konden besparen, en reisden naar hun zakenrelaties met een oud barrel dat ze op het vliegveld hadden gehuurd. Ik noteerde de namen van alle contacten die ze hadden gehad, personen, bedrijven, adressen. Aannemers, architecten, ambtenaren, advocaten. Misschien wist een van hen waar Angeliek, nu Anjela, was gebleven.

    Pas in de laatste week reden ze het hele eind naar het zuiden van het cantón Puerto Hernández waar het stuk land lag dat ze op het oog hadden. Ze hadden het zelf nog niet eerder in het echt gezien, de verwachtingen waren hooggespannen. Ze waren eerst van plan om een 4x4 te huren, maar besloten om onduidelijke redenen met het ouwe barrel de jungle in te trekken. De eerste twee uur ging het goed, maar ze waren nauwelijks op de onverharde weg aangekomen of ze bleven vastzitten in de modder. Daarbij ging blijkbaar de uitlaatpijp kapot, waardoor er geen power meer was om de auto op eigen kracht uit de modder te rijden. Er kwamen na enige tijd plaatselijke ezeltjes aan te pas en boeren die een ander soort Spaans spraken dan gebruikelijk was op de cursus. Met vereende krachten, aansporingen van de vrouwen, handen- en voetentaal, kwam de auto uit de modder. Een van de boeren nam hen mee verder de jungle in, met een trekker, drie uur lang duurde de tocht tot het stuk land nog.

    Joris bleef positief. Hij roemde de gastvrijheid van de inwoners van de nederzetting Puerto Hernández. Hij zei er heel blij van te zijn geworden en er energie van te krijgen. Vrienden voor het leven. Het was een les die ze hadden geleerd, zoals elke tegenslag geen tegenslag was maar een les. Goed voor je karma. Angeliek deed er net zo goed aan mee. Dat het zo'n goed, hartelijk gevoel gaf, een vorm van aarding in den vreemde. In Nederland zou ze in paniek zijn geraakt, maar de cultuur van Guanetalán is rustgevend, minder gehaast, het was zo heerlijk zuiver, zo zen. Pura vida, zoals ze daar zeggen. Ze wist gewoon dat er een oplossing zou komen, zoals in lucide dromen. Er waren foto's van de boeren, van het barrel, van de ezeltjes. Joris met de ezel. Angeliek met de ezel. Voorzichtig opperden ze dat ze misschien ook iets met ezeltjes wilden doen in hun droom, koeknuffelen met ezeltjes, bushcraften tijdens jungletrektochten met ezeltjes, ezeltje-prik voor topmanagers. Ezeltje-strek-je want er moet brood op tafel komen.

    Het volgende blog bevatte slechts een paar woorden, maar des te meer foto's. Toen Barbara en ik deze foto's voor het eerst hadden gezien, waren we geschrokken. Was dat echt? Dat konden ze toch niet menen? Alle foto's lieten het terrein voor het project Mi Sueño zien, vanuit verschillende hoeken. Waar het op Google Earth jungle had geleken, bleek het een grondstuk te zijn dat voor houtkap was gebruikt. De grond was hevig geërodeerd. Het grondstuk lag bovendien op een steile helling. Dat wil zeggen dat er wel te bouwen is, maar dat extra investeringen nodig zijn om een vlak stuk te hebben om op te bouwen, of voor een gebouw op poten. Er was verder niets. Geen aansluiting op infrastructuur als waterleiding, riool, elektriciteitsnet, gas, internet. Dat gaan we zelf doen, lichtte Angeliek later toe. Een eigen waterzuiveringsinstallatie, water vanuit de rivier, regenwater. Septische tank. Gas aangeleverd krijgen, of olie, dat wisten ze nog niet zo goed. Zonnepanelen voor de elektriciteit en een warmtepomp. Enkele windturbines op het hoogste punt om de zeewind te vangen. Voor een internetaansluiting met wifi over het gehele terrein hadden ze een budget vrijgemaakt.

    De foto's van het strand waren afschuwelijk. Het strand lag daar waar een modderige rivier uitmondde in de Caribische Zee. Het strand bestond hoofdzakelijk uit modder, hier en daar rotsblokken, aangespoeld hout en vuilnis, veel vuilnis. We gaan ervoor, had Angeliek erbij geschreven. "Het is een hoop werk, maar we zullen onze droom realiseren. Dit is het echte leven. Pura vida, Mi Sueño."

    Ik keek op van de afdrukken van het blog toen de stewardess de maaltijd serveerde. Het zoemen van de ventilatie in het vliegtuig had me moe gemaakt. Ik bestelde een cognac, at de maaltijd, keek een film. Ik vroeg om een deken en sloot mijn ogen toen ik er eenmaal onder lag.

    De daling naar New York JFK was al ingezet toen ik wakker werd. Ik keek op mijn horloge. Ruim op tijd, ik zou mijn aansluiting naar Mexico-Stad makkelijk halen. Ik las snel de volgende pagina's van het blog. Joris en Angeliek waren na het bezoek aan het grondstuk teruggekeerd naar San Miguel, waar ze een bod hadden uitgebracht om het te kopen. Toen waren ze naar Nederland teruggekeerd en pasten hun plannen aan. Het was passen en meten met veel rekenwerk betreffende de steile helling van het terrein. Misschien geen hotel, maar lodges, bedachten ze. Het zwembad werd geschrapt. De villa werd verkleind. Er moest een fatsoenlijke weg worden aangelegd op het terrein. Het strand moest worden herontworpen. De berekeningen stonden niet op het blog, maar Barbara had erover bericht. De kosten rezen de pan uit door het ongelijke terrein, de hellingen, de rotsen; ze moesten bezuinigen op de bouwplannen. Tegelijkertijd probeerden ze hun toekomstige inkomen in het oog te houden. Minder bedden voor gasten betekende minder inkomen. Terug naar de tekentafel.

    Dinsdag 4 juni 2013, 's avonds

    Op JFK liep ik onmiddellijk door naar de gate voor de vlucht naar Mexico-Stad. In de rij bij de gate sms-te ik Barbara dat mijn vlucht tot dusver voorspoedig verliep. Het deed me goed haar gezicht te zien in het scherm van mijn telefoon toen ik haar nummer opriep, hoewel ik vreesde dat de telefoon wat te opvallend was. Het ding had de blingbling die paste bij nieuw geld, bij drugsbaronnen, waardoor ik argwanend werd geobserveerd door de wachtenden. De telefoon was typisch iets voor Barbara, dochter van een aannemer die een fortuin verdiende in de Wederopbouwtijd terwijl het oude geld van mijn familie werd verslonden door het onderhoud van monumentaal vastgoed en ongunstige ruilverkavelingen. Oom Herbaren jeremieerde nog steeds om de verkoop van zijn herenboerderij indertijd.

    Het wachten op het vliegtuig van AeroMéxico duurde niet lang. Spoedig zag ik de Verenigde Staten van boven. De vorige keer dat ik naar Guanetalán was gevlogen, in 2008, was dat via Miami geweest. Dit was nieuw. Toch kon het me niet boeien, want in gedachten was ik al mijlen verder, in San Miguel, of in de jungle.

    Op het vliegveld van Mexico-Stad, waar het volop zomer was, het droge seizoen, en waar leden van een of andere mariachiband speelden of hun leven ervan af hing, sms-te ik Barbara opnieuw, dit keer met zwetende handen. O, ik miste haar, maar het zou niet zo mijn ding zijn om dat steeds door te seinen, want dat wist ze na al die jaren wel. Het was de bedoeling dat ik niet ook vermist zou raken en dat ik steeds berichtte over mijn verplaatsingen. We hoopten dat uit de metadata van de sms’jes zou blijken waar ik precies was, mocht daarover onduidelijkheid bestaan. De blingblingtelefoon — Barbara’s cadeau voor mijn verjaardag — viel genoeg op om me in elk geval niet ongemerkt te laten verdwijnen.

    Het vliegtuig van Mexico-Stad naar San Miguel was geen jumbojet, maar een oude Fokker Cityhopper (of iets dergelijks) van GuanAvia. Ronkend stegen we op. Niet veel later lag de jungle onder me, ondoordringbaar groen. Als Angeliek daar was, in de jungle, was het zoeken naar een speld in een hooiberg.

    Ik las tijdens de vlucht over de jungle verder in het blog. De plannen voor Mi Sueño waren inderdaad wat aangepast, maar ze gingen er nog steeds voor. Het huis te Wassenaar was in de verkoop gezet, net als het meubilair. Ze hadden niets nodig, ze zouden hun eigen ontwerpen door Guanetalaanse ambachtslieden laten maken, goedkoop, en daarmee de gebouwen meubileren. Dat scheelde ook weer in het verschepen van inboedel. Alleen het hoogstnoodzakelijke moest mee, een halve zeecontainer, meer niet.

    De meubels verkochten ze wel, maar voor het huis was geen interesse. Te duur, net in de bankencrisistijd. Ze zaten te dubben: moesten ze zakken met de vraagprijs? Tegelijkertijd bleek de aankoop van het grondstuk duurder dan verwacht. De Guanetalaanse overheid wilde belasting zus en belasting zo met hier en daar een toeslag over de aankoop. En Europese banken, risico, crisis, en ja, ze hadden inderdaad wat geld verloren via Icesave.

    Positief denken is de sleutel tot het geluk. Joris bedacht de spreuken, Angeliek kalligrafeerde ze op hippe tegeltjes, voor slechts vijfentwintig euro te koop in haar webshop. Naast de cursus Spaans namen Joris en Angeliek nu ook kluscursussen.

    Als we het zelf doen, komt onze energie in het gebouw, zei Joris. "Good vibes. Zodat het gelijk echt ons thuis wordt. Mi casa."

    Angeliek was praktischer. Alles wat we zelf kunnen doen, bespaart geld omdat we niemand hoeven in te huren. Tijd hebben we daar genoeg.

    Of er veel energie van Joris in het gebouw zou komen, was te betwijfelen. Om meer geld in te zamelen werkte hij inmiddels zo'n 80 uur per week, zodat er van kluscursussen niet veel terecht kwam.

    Najaar 2007

    De koop van het grondstuk ging niet door. Er werd enkele weken niet geblogd om die tegenslag te verwerken. Juan González, de makelaar, had echter een lichtpuntje ontdekt: als Joris en Angeliek zouden trouwen, konden ze een Guanetalaans belastingvoordeel krijgen waardoor ze hun inkomens ook mochten optellen en dan zou de koop met hun budget wel mogelijk zijn. Bovendien was de verkopende partij eerder bereid met een echtpaar zaken te doen en misschien kon de prijs dan nog iets zakken.

    Er waren geen foto's van de heugelijke dag. Op de dag van de huwelijkssluiting, een grauwe maandag, lekker goedkoop, waren ze naar het gemeentehuis gegaan, hadden hun handtekening gezet en daarop hadden ze hun trouwboekje meegekregen. Dat was het: geen foto's, geen feest, geen receptie, geen bezoek, geen bloemen. Ze hadden niemand uitgenodigd. De getuigen waren ambtenaren van de burgerlijke stand. Zelfs Barbara was niet op de hoogte geweest van het huwelijk, wat haar toch enigszins pikeerde. Niet dat ik er zo nodig bij geweest had willen zijn, maar kom op, een hartsvriendin vertel je zoiets toch?

    Ik had geknikt.

    Eind 2007

    Het huis in Wassenaar werd uiteindelijk ver onder de prijs verkocht. Joris had nog enkele opdrachten in Nederland af te ronden, hij ging in een goedkoop flatje wonen, in Rijswijk, onder de rook van Den Haag. Zijn Audi A7 stond wat misplaatst voor de deur, hij zou zijn auto echter pas verkopen als ook hij naar zijn droom zou verhuizen. Ondertussen was Angeliek al op weg naar San Miguel, waar ze weer in dat goedkope appartementenhotel zou verblijven. Daar kon ze alles regelen, zodat er snel met de bouw kon worden gestart.

    Waar ze geen rekening mee hadden gehouden in hun begroting, was het smeergeld dat nodig was om de ambtelijke molens van Guanetalán te laten draaien. Ik huiverde bij het idee, want ik had maar een kleine speling in mijn budget en ik had werkelijk geen idee hoeveel steekpenningen ik zou moeten betalen om mijn speurtocht naar Angeliek voort te kunnen zetten. Voor het kersverse echtpaar Westra betekende het echter dat Joris nog langer in Nederland moest blijven om de tekorten aan te vullen. Ondertussen verkocht Angeliek allerhande kunst via de webshop. Knutsels, frutsels, beunhazerij. Peanuts. Maar 150 euro voor een mobile van oud made-in-China plastic speelgoed is heel wat in Guanetalaanse peso’s, om van een kek Dick Bruna-achtig acrylschilderijtje van slechts 350 euro maar te zwijgen.

    Ze werkten beiden hard. Het blog werd nog maar af en toe geüpdatet. Ze raakten wat uit het oog bij de achterblijvers, waaronder Barbara, want telefoneren naar Nederland was duur, zelfs via Skype.

    Voorjaar 2008

    De zomervakantie naderde. Op het blog verscheen voor de vrienden van Mi Sueño een uitnodiging om langs te komen op de haciënda in Guanetalán. Je kreeg voor een klein bedrag kost en inwoning, waarbij de inwoning bestond uit een onderkomen in een soort safaritent. Door lekker mee te werken aan het opbouwen van Mi Sueño kom je weer in contact met jezelf en de waarden die belangrijk voor je zijn. De dagelijkse sores vallen van je af zodra je hier midden in de natuur bent en eerlijk handwerk verricht. Aldus goeroe Joris.

    Barbara kreeg via e-mail een persoonlijke uitnodiging van Angeliek. Het zou leuk zijn als je langs kwam, we hebben al zo lang niet bijgekletst.

    Ik weet het niet, zei Barbara tegen mij. Het heeft er toch iets van dat ze niet alleen gratis werkkrachten willen hebben, maar hun gasten zelfs laten betalen om extra inkomsten te verwerven. Daarmee deelde ze mijn mening. Kost en inwoning waren in Guanetalán helemaal niet prijzig en een gratis vakantie was het geenszins, want de expeditie naar de haciënda zou al vele honderden euro's kosten, niet inbegrepen bij de prijs van deze jungle-experience.

    Na heel wat e-mailtjes heen en weer waren we er dan toch uitgekomen. Barbara en ik zouden Angeliek ontmoeten in San Miguel, waar we op eigen kosten een eigen appartement in Hotel Panorama zouden betrekken. We zouden helpen met inkopen doen in de stad, want er moest nog van alles worden gedaan om de betalende arbeiders te laten logeren op het landgoed. Tegen het einde van onze vakantie, als Joris ook in San Miguel zou arriveren, zouden we helpen alle spullen naar Mi Sueño te transporteren. Daar zouden we hooguit een nacht blijven. We zouden niet hoeven te werken en zouden ook niets hoeven te betalen aan de onderneming Mi Sueño. In San Miguel was er voor de hartsvriendinnen voldoende tijd om bij te kletsen en ik verwachte me er wel te vermaken.

    Zomer 2008

    Het was de eerste keer dat ik naar San Miguel vloog. Ik reisde op de heenweg alleen, want Barbara had een project dat was uitgelopen en zij moest bij de overdracht aanwezig zijn. Ze zou me enkele dagen later nareizen, ondertussen kon ik Angeliek al helpen met haar boodschappen. Die vrijheid had ik met mijn eigen adviesbureau voor ruimtelijke ordening.

    Ik had nooit eerder zo'n verre reis gemaakt, vliegen deed ik hoogst zelden en tot dusverre alleen in Europa. In de tropen was ik nooit geweest. Ik had geen idee wat ik moest verwachten. Ik keek mijn ogen uit bij de Keys van Florida na het opstijgen in Miami en was later geïmponeerd door de Mexicaanse vulkanen. In vergelijking met Miami en Mexico-Stad was San Miguel maar klein, een soort provincieplaats met kleurige woningen tussen de met tropisch woud beklede hellingen in het dal van de Río Verde, die er dankzij de koperindustrie vanuit de lucht inderdaad gifgroen uitzag.

    Hitte en oerwoudgeuren sloegen me in het gezicht zodra ik uit het vliegtuig stapte. Mijn overhemd was al doorweekt voordat ik de laatste trede van de vliegtuigtrap had bereikt. Het beton van het platform zinderde in de tropische temperaturen. De ontvangsthal was voorzien van airconditioning, maar daar merkte je weinig van in de rij voor de douane. Ik wachtte op mijn bagage terwijl het zweet op mijn gezicht parelde. Daarbij werd ik nauwlettend in de gaten gehouden door mannen en vrouwen in uniform, van het leger zo te zien. Ze droegen geweren op hun rug. Voor zover ik het nieuws had gevolgd, schenen de afgelopen verkiezingen niet zonder slag of stoot te zijn geweest in deze ‘bananenrepubliek’.

    Mijn medereizigers waren vooral zakenlui die slechts handbagage hadden en direct doorliepen naar de taxistandplaatsen. Ik was de enige die verwelkomd werd. Angeliek kwam me ophalen.

    Erik! Wat enig dat je er bent! Ze viel me om de hals. Heb je een goede reis gehad? Ze smoorde mijn antwoord in een kus.

    Ze was met het openbaar vervoer gekomen, zo gingen we ook de stad in. Het was een oude bus, met stinkende dieseldampen, stoelen zonder vering. Voorin had de chauffeur zich verzekerd van een veilige reis door allerlei religieuze parafernalia op te hangen: kruizen, Maria's, flesjes wijwater, Sint-Christoffel, beschilderde schedeltjes. We zaten vrijwel vooraan in de bus, zodat ik een goed uitzicht had op het chaotische straatbeeld. Angeliek wees me als een volleerde stadsgids de highlights van San Miguel aan. Zolang er nog niks is gebouwd bij Mi Sueño woon ik hier, legde ze uit. Als de tenten er staan zal het de eerste keer zijn dat ik er zal slapen. Zal dromen.

    De palmen, bananen- en citrusbomen maakten het straatbeeld echt exotisch, maar niets kon op tegen de bedwelmende geur van de jungle die over de stad hing als het verleidelijkste parfum. De fleurige gevels in pasteltinten met plantenbakken vol kleurige bloemen maakten een feestelijke indruk, ondanks de inmiddels vale verkiezingsposters die overal nog te zien waren. Triomfantelijk waren de overwinningsposters van president Manuel Cruz de Quesada, die het volk dankte voor het vertrouwen. Grimmiger waren de leuzen van teleurstelling bij de aanhangers van de socialistische kandidaat Pepe Garcia.

    Het appartementenhotel Panorama lag in een ietwat onderontwikkelde buitenwijk van San Miguel, vlakbij een industrieterrein waar de Pepe Garcia-posters nog welig tierden. Geen sloppen of krottenwijken, maar gewoon minder rijke mensen, arbeiders, middenstanders. Veel hotelgasten waren tijdelijke werknemers in de industrie, vertelde Angeliek. Ik schreef me in bij de receptie, onder moeizaam Spaans. Dit was niet het Spaans dat ik onder druk van mijn familie had geleerd: Een Terleede van Arkel kent zijn talen om zijn weg in de hoogste internationale kringen te kunnen vinden. Ondanks haar lange verblijf in San Miguel en de gevolgde cursussen was Angelieks Spaans-Guanetalaans niet beter dan dat van mij, integendeel. In een lift die erger rammelde dan onze Spaanse grammatica gingen we naar de hoogste etage van het hotel, de derde verdieping. Daarmee was het een van de hoogste gebouwen van dit deel van San Miguel en deed het uitzicht recht aan de naam van het hotel.

    Angeliek had het voor elkaar gekregen dat het appartement dat voor Barbara en mij was gereserveerd tegenover haar eigen appartement was gelegen. Ik zei dat ik me wilde opfrissen en trok me terug in het appartement. Het was niet ruim. Het meubilair was oud, er zaten gaten in de vloerbedekking. Het was wel schoon. Er stond een tweepersoonsbed met een klamboe in een nis, naast een grote inbouwkast, er was bij het raam een zitje met slaapbank, ventilator en tv, in door de zonnewering gefilterd licht, en er was een keukenhoek met een elektrische kookplaat, magnetron, gootsteen, koelkast en een formica eettafel met vier krakkemikkige plastic kuipstoelen onder een tl-lamp. De badkamer had een schoon craquelé-toilet en een dito bad met douche. Ik kleedde me uit en ging in het bad onder de koude douche staan. Het was heerlijk verfrissend, maar ik kon niet te lang blijven. Ik schoot schone kleren aan, stak de gang over, klopte aan bij Angeliek.

    Ze bekeek me goedkeurend. Zo kan ik de stad wel in met jou.

    We deden boodschappen bij de supermarkt om de hoek. Avondeten, ontbijt, fruit voor tussendoor, snacks en dranken, veel drank want in de hitte moet je veel drinken en het kraanwater was niet te vertrouwen, tenzij je er thee van kookte of koffie zette, bezwoer Angeliek me.

    Terug bij de appartementen zetten we alles in de koelkasten. Kom theedrinken bij mij, dan bespreken we de inkopen, nodigde Angeliek mij uit. Zo gezegd, zo gedaan. Haar appartement was het spiegelbeeld van het mijne. De verse muntthee smaakte uitstekend. De airconditioning in het hotel haperde nu en dan, maar sorteerde toch enig effect. De ventilator ronkte.

    Ik zou graag je hulp willen hebben bij de aanschaf van de computerspullen, zei Angeliek. Ze legde uit wat ze nodig had: twee laptops die tegen de tropen waren bestand, spullen voor een internetaansluiting via de satelliet, een klein wifi-netwerkje daaraan gekoppeld. Ik noteerde wat ik nodig dacht te hebben om dat soho-netwerk op poten te kunnen zetten.

    De volgende dag gingen we langs de computerwinkels in het drukke centrum van San Miguel. Het was nog vroeg in de ochtend toen we vertrokken, maar het was al heet en stoffig. De wouden op de hellingen dampten door de neerslag die er die nacht was gevallen. Dat was het klimaat waar de laptops in moesten overleven, een moeilijke opgave. Uiteindelijk, een half dozijn winkels verder, vonden we tweedehands laptops die eerder door vulkanologen waren gebruikt, zwaar spul. De hele internet-per-satelliet-uitrusting zat er ook bij. Angeliek twijfelde over de prijs. Misschien kunnen we beter wachten op Joris, die kan goed afdingen in het Spaans.

    Ik denk niet dat je snel iets beters vindt. Het is goede hardware tegen een eerlijke prijs, je kunt er niet op vertrouwen dat het er nog is als Joris hier komt.

    Hm. Jij vindt dat die spullen het geld waard zijn?

    Absoluut. Het was een buitenkansje.

    Nou, goed dan. Ze betaalde alsof ze haar laatste oortje had versnoept. Ze betaalde extra, met een fooi, om alle spullen bij het appartement af te leveren, want ik zag ons nog niet met al die zooi door de stad sjouwen bij ruim dertig graden Celsius.

    We slenterden terug naar het centrum, naar het Plaza del Mercado, waar terrassen onder de palmbomen ons verwelkomden.

    Mag ik je uitnodigen voor de lunch? zei ik. Net als vroeger bij Kobus op de Beestenmarkt in Delft, al waren het daar platanen en was het zonlicht nooit zo fel.

    Ze aarzelde met een blik op de hemel.

    Geen verplichting hoor, zei ik.

    Ik wil dolgraag met je lunchen, maar ik ben bang dat we het niet droog houden.

    Boven de bergen pakten kolkende wolken zich samen. Het was niet langer heet en stoffig, maar klam en drukkend. Chauffeurs om ons heen gebaarden geagiteerder. Winkelende mensen leken sneller te gaan lopen. Een windvlaag wervelde het stof over het marktplein.

    "Je hebt gelijk,

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1