Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Ik Denk Dat Ik Maar Blijf Wandelen
Ik Denk Dat Ik Maar Blijf Wandelen
Ik Denk Dat Ik Maar Blijf Wandelen
Ebook324 pages5 hours

Ik Denk Dat Ik Maar Blijf Wandelen

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Een spirituele ontdekkingsreis langs de Camino de Santiago

Sinds Maris, zijn geliefde vrouw waarmee hij 42 jaar was getrouwd, zelfmoord pleegde, worstelde Noel Braun om zichzelf terug te vinden. Hij was al zijn levensovertuigingen kwijt, evenals zijn identiteitsgevoel. In een poging opnieuw houvast te vinden, wilde hij een spirituele tocht maken om zichzelf weer te herontdekken. Hij besloot om de populairste routes van de Camino te wandelen, de oude pelgrimsroutes die door Frankrijk en Spanje naar Santiago de Compostela leiden, in het noordwesten van Spanje. Deze tocht staat beschreven in zijn eerdere boek The Day was Made for Walking.

Maar de reis was nog lang niet ten einde. Noel voelde de drang om zijn zoektocht verder voort te zetten. Op 80-jarige leeftijd keerde hij terug naar Frankrijk om een wat minder populaire Camino-route te lopen, die hem ook door Frankrijk naar Spanje voerde. Twee jaar later voelde hij opnieuw de dringende behoefte om door te gaan met wandelen, nu vanuit Portugal naar Spanje. Ondanks zijn vergevorderde leeftijd en zijn vele twijfels, heeft hij genoeg vertrouwen en geloof in zichzelf om de zware inspanningen aan te kunnen en Santiago de Compostela te kunnen bereiken. Fascinerende verhalen over de mensen die hij ontmoet zijn vervlochten met zijn spirituele en emotionele tocht.

Ik denk dat ik maar blijf wandelen is het vervolg op het eerste boek. Het fysieke komt met het spirituele samen, evenals geschiedenis met het hedendaagse. Het duikt in de geschiedenis en is tegelijkertijd een persoonlijk verslag en een reisgids.

LanguageNederlands
PublisherBadPress
Release dateJan 15, 2021
ISBN9781071583555
Ik Denk Dat Ik Maar Blijf Wandelen

Related to Ik Denk Dat Ik Maar Blijf Wandelen

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Ik Denk Dat Ik Maar Blijf Wandelen

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Ik Denk Dat Ik Maar Blijf Wandelen - Noel Braun

    Ik denk dat ik maar blijf wandelen

    Verder met de zoektocht naar zingeving

    Noel Braun

    OVER DE SCHRIJVER

    Noel Braun begon zijn werkzame leven als leraar op een plattelandsschool, waarna hij het bedrijfsleven is ingegaan, wat hem van Melbourne naar Perth en Sydney bracht. Al zijn hele leven heeft hij een passie voor schrijven en bijna veertig jaar geleden al schreef hij de eerste zinnen voor zijn romans. Na zijn drukke loopbaan en het stichten van een gezin met vier kinderen heeft hij, nu hij gepensioneerd is, tijd om zijn langgekoesterde ambitie te vervullen en zijn werk in druk te zien.

    Noel heeft twee romans gepubliceerd: Friend and Philosopher en Whistler Street. Ook heeft hij een autobiografie gepubliceerd: No Way to Behave at a Funeral, die zijn zoektocht beschrijft na de zelfgekozen dood van zijn vrouw Maris, en The Day Was Made for Walking, zijn eerste verkenningstocht van Le Chemin de Saint-Jacques de Compostelle, El Camino de Santiago de Compostela, ofwel de Sint Jacobsweg naar Santiago de Compostela. Hij werkt nog aan andere manuscripten en aan de ontwikkeling van zijn nieuwe carrière als schrijver.

    Noel woont in de Snowy Mountains in New South Wales, Australië. Hij is een fervent wandelaar en hij geniet van de omgeving van de nationale parken vlakbij zijn huis.

    Gepubliceerd in Australië door Sid Harta Publishers Pty Ltd,

    ABN: 46 119 415 842

    23 Stirling Crescent, Glen Waverley, Victoria

    3150 Australia

    Telefoon: +61 3 9560 9920, Fax: +61 3 9545 1742

    E-mail: auteur@sidharta.com.au

    Eerste editie gepubliceerd in Australië, 2017

    Deze editie gepubliceerd in 2017

    Copyright © Noel Braun 2017

    Kaftontwerp en druk: WorkingType Studio Het recht van Noel Braun om aanspraak te kunnen maken als auteur van dit werk is in rechte geldend volgens de ‘Copyright, Designs and Patents Act 1988’.

    Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een gegevensbestand, of openbaar gemaakt op welke manier dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever, noch op andere wijze worden verspreid met een andere bindwijze of met andere kaft dan zoals het is uitgegeven en zonder een soortgelijke voorwaarde opgelegd aan de volgende koper.

    Braun, Noel

    I Guess I’ll Just Keep on Walking ISBN: ? pp??

    Ter nagedachtenis aan mijn dierbare vrouw Maris,

    wiens steun, vertrouwen en aanmoediging mij inspireerden

    en dat nog altijd doen.

    We are pilgrims on the journey

    We are brothers on the road

    We are here to help each other

    Walk the mile and bear the load.

    – From ‘The Servant Song’ by Richard Gillard.

    Inleiding

    Een nieuwe wandeldag

    1

    Alleen via het pad van de nacht bereikt men het ochtendgloren

    (Khalil Gibran)

    Daar gaan we weer! Het vliegtuig staat klaar om te vertrekken. Maandag, 22 juli 2013. Die dag is al aangebroken, zo snel al na alle moeite om mijn lichaam voor te bereiden. Mijn Franse reisgids beschrijft deze Camino-route als solitair en veel minder belopen. Een groot deel loopt door bos, door afwisselend landschap, met pittige heuvels en forse hoogtes, zelfs nog voordat de Pyreneeën moeten worden beklommen. Daarom:

    ‘Le marcheur doit s’y préparer et être en bonne condition physique.’

    (De wandelaar moet zich goed voorbereiden en in goede fysieke conditie zijn)

    Voor iedere Camino-route is het belangrijk om fit te zijn, maar deze route klonk wel behoorlijk zwaar. Ik was om de dag naar de sportschool gegaan, waar ik ploeterde met Jenni, mijn fitness trainer. Ze had bij eerdere wandeltochten erg haar best gedaan om me voor te bereiden en ze is net zo enthousiast als ze bazig en bezorgd is. Ik was met mijn 80 jaar haar oudste klant, maar ze liet me hard werken en zorgde dat ik niet de kantjes eraf liep. Echt, ze was trots op me en vertelde iedereen wat haar Noel van plan was.  Ze stimuleerde me om naar lessen te gaan voor yoga, pilates en stretchen, waarbij ik vaak de enige man was in een klas vol met oudere dames of met jonge modepopjes in luipaardprint. Met volledige bepakking maakte ik lange wandelingen in het Nationale Park vlak bij mijn huis.

    Mijn linkerbeen, knie en heup deden pijn. Op sommige dagen plaagden ze me apart van elkaar, maar op andere dagen spanden ze samen in een pijnlijk verbond.

    Ik wilde er niet te veel aandacht aan besteden. Het zou me niet tegenhouden. Ik bracht een bezoekje aan Steven, mijn chiropractor en in de jaren tachtig een van mijn scouts. Ik kreeg behandelingen van de sportschoolfysiotherapeut, Gary. Hij besefte dat thuisblijven geen optie zou zijn, dus hij tekende een blaadje vol met eenvoudige figuurtjes die oefeningen deden die ik na iedere wandeldag kon doen. Voor controle ging ik naar mijn cardioloog. In mei 2007 had hij een stent geplaatst in mijn linker voorste slagader. Hij liet me een inspanningstest doen en ik liep 7 kilometer per uur op een loopband, met een hellingniveau van 17. Geen wonder dat ik uitgeput was. Hij zei dat hij ‘iets’ had ontdekt en liet me terugkomen voor een echo bij een van zijn collega’s. Ik kreeg meer inspanningstesten. Hij wilde mijn hart zien bij inspanning en bij rust. De tweede cardioloog zei: ‘Je kan je rugzak gaan inpakken. Ik zie wel een afwijking, maar die is maar heel klein.’ Mijn eigen cardioloog zei niet letterlijk ‘Ga niet!’ maar hij benadrukte dat mannen van mijn leeftijd normaalgesproken geen zware langeafstandswandeling maken. Nee, natuurlijk niet, zij gaan een cruise maken en zitten alleen maar bier te drinken op het dek, kilo’s te verzamelen.

    De publicatie van mijn laatste boek leverde nog wat gedoe op.  Ik had gehoopt dat ik de laatste proefdruk nog kon zien voordat ik de oceaan over zou steken. Zodra ik in oktober 2011 terug was uit Spanje en Frankrijk, was ik met schrijven begonnen. Mijn doel was om het drukwerk te controleren, de laatste correcties aan te brengen en dan toestemming te geven voor de verkoop. Het boek zou dan klaar zijn voor publicatie tegen de tijd dat ik terug zou zijn, hoopte ik. Lichtelijk gefrustreerd keek ik tot mijn vertrek iedere dag in de brievenbus. Ik was geïrriteerd, omdat als ik de drukproeven niet zou kunnen controleren, dat dan drie maanden uitgesteld zou moeten worden en dan zou het boek niet eerder verkrijgbaar zijn dan 2014. Ik gaf de uitgever een adres in Montpellier in Frankrijk. Zo reisde in 2005 de drukproef van mijn eerste boek me over de wereld achterna tot in Oregon in de Verenigde Staten. Ik las het drukwerk op binnenlandse vluchten en legde er ’s-avonds laat in een hostel in Washington DC de laatste hand aan.

    Omdat ik de Camino al twee keer eerder gelopen heb, zou ik nu toch moeten weten wat ik moest inpakken. Op mijn eerste tocht ging ik van start met een rugzak die achttien kilo woog. Tegen het einde van de tweede tocht had ik het gewicht gereduceerd tot tien. Ik ging op reis met alleen het hoognodige. Toch was de verleiding groot om toch dit nog mee te nemen, of dat, alleen voor het geval dat... Ik zou ondertussen toch beter moeten weten.

    Ik dacht terug aan wat ik geleerd had van mijn twee vorige pelgrimstochten. 

    • Reis licht — ook van toepassing op het leven.

    • Blijf in het moment. Pieker niet over wat er misschien kan gebeuren.   Datgene waar ik me zorgen over maak, gebeurt nooit. 

    • Ik ben veel vindingrijker dan ik denk. Ik dacht dat ik zou worstelen   met de taal, of hopeloos zou zijn met de routebeschrijving, of me   ongemakkelijk zou voelen met nieuwe mensen, of niet met een crisis   zou kunnen omgaan. Maar ik werd in het diepe gegooid en niet alleen   overleefde ik dat, ik bloeide ook helemaal op.

    • Denk niet dat je de situatie onder controle hebt, of dat je plannen  zullen lukken. Als dat gebeurt is het alleen maar mooi meegenomen.   Zie in dat je nooit ergens helemaal zeker van kunt zijn. Het leven zit   vol onzekerheden, dubbelzinnigheden en tegenstrijdigheden. Laat het   aan God over. Uiteindelijk komt alles wel goed. Denk aan de woorden   van Descartes:

    ‘Er is niets wat zich geheel in onze macht bevindt, behalve onze gedachten.’ 

    Ik stond op het punt om naar Frankrijk te vertrekken om aan de Sint-Jacobsweg naar Santiago de Compostela te beginnen; in het Frans de ‘Chemin de Saint-Jacques de Compostelle’. Door heel Europa strekt zich een net uit van langeafstandswandelpaden dat een aantal pelgrimsroutes omvat die naar Santiago de Compostela, in het westen van Galicië in Spanje lopen. Deze pelgrimsroutes worden al meer dan duizend jaar gelopen door pelgrims die op weg zijn naar het vermeende graf van apostel Jakobus. Tegenwoordig zijn er weer meer mensen die een pelgrimstocht ondernemen en de moderne pelgrims volgen nog altijd voornamelijk dezelfde wegen als de middeleeuwse pelgrims. Ze beklimmen dezelfde bergen, steken dezelfde rivieren over en passeren dezelfde dorpjes, kerken, kapellen en kathedralen.

    Twee van deze routes heb ik al eens gelopen. In 2010 wandelde ik de route die bekend staat als de Via Podiensis in Frankrijk, van Le Puy-en-Velay naar Saint-Jean-Pied-de-Port aan de voet van de Pyreneeën. In 2011 keerde ik terug naar Saint-Jean-Pied-de-Port, stak de Pyreneeën over en volgde de Camino Francés door Spanje naar Santiago de Compostela.

    Ik stond op het punt om aan een derde route te beginnen. Mijn wandeltocht droeg ik op ter nagedachtenis aan mijn vrouw Maris.

    Achtenhalf jaar eerder had ze, na jarenlang aan depressies te hebben geleden, zelfmoord gepleegd. Haar beeld staat voor altijd in mijn geheugen gegrift. Verspreid in mijn huis staan acht foto’s van haar uit verschillende periodes van ons leven. In mijn slaapkamer staan twee foto’s van Maris en mij, een paar maanden voor haar dood gemaakt door mijn dochter Angela. ‘Doe alsof je zestien bent’ was haar instructie. Op eentje knuffelen we samen; deze staat ook op de nagedachtenispagina van dit boek. Haar innerlijke kwelling werd gemaskeerd door een glimlach. Op de andere foto kussen we elkaar. De tekening ‘Mijn Oma’, van haar zesjarige kleindochter Tessa, hangt boven mijn bed. Vier foto’s uit verschillende periodes van het leven van Maris staan bij de eettafel. Eentje is van toen ik haar ontmoette. Ze was toen 22. De volgende foto is genomen op onze trouwdag. Toen was ze 25. Dan heb ik nog een foto van ons gezin, met Angela, Jacinta, Stephen en Tim, Maris en ik. Dit was vlak voordat ze het ziekenhuis in moest voor een longoperatie, waarbij een schimmel van haar long verwijderd moest worden. Op de haar gebruikelijke zakelijke manier had ze besloten dat er een professionele fotosessie moest komen, voor het geval ze de operatie niet zou overleven. We hadden nog niet eerder geposeerd voor zo’n formele familiefoto. Ze was toen 39. De vierde foto is een paar maanden voor haar dood gemaakt. Ze was toen 66.  Op haar gezicht zijn de sporen af te lezen van haar jarenlange strijd tegen haar verraderlijke kwelgeest. In een boekenkast staat nog een foto waarop wij onze huwelijksakte ondertekenen. De foto straalt pracht en vreugde uit van het vooruitzicht om ons leven samen te delen. We waren 42 jaar getrouwd.

    Voor de foto’s staan kaarsen. Regelmatig steek ik er eentje aan, waarschijnlijk als de altijd aanwezige leegte in mijn hart door iets wordt aangewakkerd. Maris is altijd bij me. Ik praat tegen haar en soms voel ik dat ze tegen mij praat, bestraffend, of mij vertellend  wat ik moet doen. (Iedere keer als ze zei: ‘Noël!’, met nadruk op beide lettergrepen, dan wist ik dat ik in de problemen zat.) Iedere pijnlijke en gelukkige stap die ik zette op mijn tocht door Frankrijk en Spanje reisde ze met me mee. In kapellen en kerken stak ik kaarsen voor haar aan. Maris zal bij me blijven, al zal het op een andere manier zijn. Ze zit in mijn hart en ziel. Ze loopt met me mee, met iedere pijnlijke en verlichtende stap van mijn tocht.

    Er zijn veel redenen waarom mensen de Camino willen lopen. Voor sommigen is het een langeafstandswandeling, een vakantie, een ontsnapping aan de dagelijkse sleur. Anderen zijn op zoek naar het avontuur van reizen in het buitenland. Weer anderen zijn nieuwsgierig: Wat houdt die Camino eigenlijk in?

    Velen genieten van de culturele aspecten; de pelgrims worden met zoveel geschiedenis omgeven dat het lijkt alsof ze door een openluchtmuseum lopen. Maar anderen hebben een meer spirituele motivatie. Ze maken zich los van de drukte en zoeken, in stilte en eenzaamheid, naar meer zingeving in hun leven. Ze hebben wellicht een verlies te verwerken, of een ernstige crisis, of een ingrijpende verandering zoals pensionering. De mensen met een godsdienstig verlangen hebben misschien behoefte aan intensief gebed of hebben het gevoel dat zij God op hun weg zullen tegenkomen. Door de dagelijkse sleur kan men zich in het dagelijkse leven minder bewust zijn van spirituele en emotionele inzichten. 

    De fysieke pelgrimstocht is een metafoor voor een innerlijke spirituele reis. Het is als reizen door twee parallelle landschappen.

    De fysieke tocht is verweven en in gesprek met de innerlijke spirituele tocht. Het ondergaan van ontberingen en tegenslagen is een belangrijk onderdeel van de hele ervaring. Ik ging nu verder met mijn tocht naar zelfontdekking en ik zou nog door veel duisternis moeten, voordat ik het licht zou bereiken. Het ondernemen van een nieuwe Camino-tocht voelde als een dwang, net zo sterk als een verslaving. Mijn linkerbeen was nog wel even iets. Zou dat been het nog eens 700 kilometer kunnen volhouden? En ikzelf? Ik dacht aan de tekst van Franse graffiti:

    ‘Il faut marcher doucement and lentement.’

    (Men moet rustig en langzaam lopen).

    Ik had me voorgenomen om me niet te haasten. Ik had mezelf heel veel tijd gegeven. Ik zou genieten van iedere stap. Ik was heel dankbaar voor mijn goede gezondheid, fitheid, vertrouwen en enthousiasme waardoor ik op mijn leeftijd nog zo’n zware uitdaging aan kon gaan.

    Wanneer ik er met mijn vrienden over sprak, reageerden de meesten hoofdschuddend. Van bewondering of uit jaloezie? Iedereen wenste me alle goeds. Ik voelde de druk van hun verwachtingen. Nu ik me dit had voorgenomen, wist ik dat ik deze opgave moest volbrengen. Jo, een van mijn vriendinnen van Lifeline, liep de Camino Francés met haar dochter. Tegen het einde zeiden ze vaak tegen elkaar: ‘Als Noel het kan, kunnen wij het ook.

    Eerder dat jaar was ik gastspreker geweest bij een bijeenkomst van Probus. Ik vertelde over de Camino, over de geschiedenis en over de afstanden waar het om gaat. Een van de leden vroeg of ik de Camino echt had gelopen, op een toon die suggereerde dat een normaal mens dit nooit in z’n hoofd zou halen. Toen ik antwoordde dat ik 1500 kilometer had gelopen, eerst door Frankrijk en daarna door Spanje, voelde ik zijn ongeloof. Veel van mijn luisteraars hadden dezelfde sceptische blik. Echt, zonder dollen: een of andere bijdehand vroeg of zelfkastijding mijn volgende project zou worden. Ik kreeg het idee dat de reizigers uit dit publiek eerder voor een cruise zouden gaan, voorzien van alle comfort en waar hun enige avontuur zou zitten in het proberen van een paar nieuwe cocktails. (Hoor ik daar mijn Maris roepen: ‘Noël! Doe niet zo minachtend.’)

    Ik was een tachtigjarige avonturier. Dit was geen zondags ommetje door het park, maar ik wilde deze tocht tot elke prijs lopen. Ik wilde het zo enorm graag dat ik mijn pink ervoor had willen geven. Ik had een doel voor ogen waarbij mensen die tientallen jaren jonger waren, bleek zouden wegtrekken alleen al bij het idee. Ik wilde overal klaar voor zijn. Nou, niet overal voor. Ik wilde deze Camino volbrengen.

    Mijn gevoel voor avontuur zou spoedig op de proef worden gesteld.

    2

    Vandaag is een cadeau

    Mijn dochter Angela bracht me naar het vliegveld. Ze had er genoeg van om een balans te vinden tussen het gezinsleven met drie veeleisende kinderen en een fulltime baan. Ze wenste dat ze haar gezin achter kon laten en samen met mij kon ontsnappen. Als laatste zei ze: ‘Ga ervoor, Pa!’ Het vliegtuig was maar voor een derde gevuld, een groot contrast met mijn eerdere overzeese vluchten waarbij elke stoel bezet was geweest. Ik zat bij het raam en zag aan het begin van de middag Australië beneden aan me voorbij trekken; ook een groot contrast met eerdere vluchten, die in de nachtelijke duisternis waren vertrokken. Het vliegtuig vloog door blauwe lucht, een grijze wolkenmassa met grote uitstulpingen in, en kwam weer tevoorschijn in een zee van zonlicht. Op dit moment was ik al een pelgrim, op weg door een ontoegankelijke, tijdloze en mysterieuze wereld. De outback van Australië op een mooie dag! Rode zandheuvels die zich als kabbelende golven uitstrekten over het weidse landschap. Voor de Aboriginals was dit gebied waarschijnlijk duizenden jaren lang hun thuis en vermoedelijk is het dat nog steeds. Woont er wel iemand in dit lege landschap? Er waren geen tekenen te zien van het moderne leven, geen huizen, geen sporen door dit ongerepte en onbedorven land. Lang voordat de Europeanen verschenen, zwierven de oorspronkelijke Aboriginals al door dit gebied. Te midden van de stilte en afzondering kenden ze zijn geheimen. Geheimen die ik en andere niet-inheemse mensen nooit zullen kennen. Het was onderdeel van hun verwezenlijking, net als het prachtige platteland en de bergen van Frankrijk en Spanje ook deel van mij werden tijdens mijn eerdere Camino-tochten. 

    We lieten het Australische land achter ons en nu was er niets meer om naar te kijken of te bewonderen. Ik negeerde het inflight-entertainmentsysteem en dacht na. Wat ik had geleerd van mijn twee eerdere pelgrimages was dat ikzelf de enige ben die kan beoordelen waar mijn grenzen liggen en waartoe ik in staat ben. Nu ik me verheug op de volgende pelgrimstocht, weet ik dat leeftijd geen belemmering voor me is geweest. Ik geloof graag dat mijn verouderingsproces nu is gestopt. Mijn wereld is eerder groter geworden dan kleiner, waar veel mensen van mijn leeftijd juist wel last van hebben. Ik heb mijn lijstje met inspirerende woorden, dat ik kort na de dood van Maris in de met sneeuw bedekte prairies van Idaho in de Verenigde Staten in mijn hoofd prentte.

    Zoals ‘troost’, ‘moed’, ‘overtuiging’ en ‘compassie’, en dat ik me niet te veel zorgen moet maken over ‘sociale aanvaarding’, ‘veiligheid’ en ‘voorzichtigheid’. En dat ik niet bang moet zijn om over mijn grenzen heen te gaan. 

    De pelgrim uit vroegere tijden kwam op zijn tocht naar Santiago door onbekende en soms gevaarlijke landen. Mijn eerste stop was in Singapore, niet heel erg gevaarlijk, maar volgens mijn achterneef James die hier sinds januari een nieuwe baan heeft, toch niet helemaal zonder risico’s. Ik was de eerste van de familie die op bezoek kwam. Mijn nicht, zijn moeder Anne, wilde heel graag weten hoe haar zoon het maakte op zijn overzeese uitstapje. Mijn zus Maria, de liefhebbende grootmoeder, wachtte ook op een verslag uit de eerste hand.

    Mijn eerste gevaar kwam ik al bij de grenscontrole tegen. De jonge beambte wilde niet accepteren dat ik het adres van James niet wist. Ik mocht de straten van Singapore niet in voordat ik had ingevuld waar ik zou verblijven. Ik belde James. Hij stond aan de andere kant van de afscheiding en zwaaide naar me. Bereidwillig gaf James me zijn adres, maar niet voordat hij had voorgesteld dat ik wat belastingvrije wodka voor hem zou kopen. James was helemaal zijn enthousiaste, rap van de tongriem gesneden zelf. Zijn tijd in Singapore had niets afgedaan van zijn exuberante levensstijl. Singapore paste goed bij hem. De drukte, het rumoer en de oneindige hang naar vernieuwing hebben dit tropische eiland getransformeerd tot een van de rijkste landen ter wereld. Massa’s goedgeklede mannen en vrouwen zijn op weg naar glimmende nieuwe wolkenkrabbers en de koloniale gebouwen. Bussen, auto’s en taxi’s racen voorbij. Door de vochtige lucht klinken claxons, ronkende motoren en het mechanische getjilp bij de voetgangersoversteken.

    James nam me mee naar zijn huis in West Coast Gardens, naar een complex van wolkenkrabbers met in het midden drie zwembaden en gaf me, zijn 80-jarige oudoom, een matras, zodat ik kon slapen op de vloer van de woonkamer in zijn appartement op de 18e etage. Hij deelde dit appartement met twee andere collega’s van het bedrijf waar hij voor werkte, Waterworld bij de Universal Studios. James wees de andere appartementen in het complex aan waar andere medewerkers van het bedrijf woonden.

    De volgende dag nam James me mee naar de Universal Studios. Dit is een twintig hectare groot pretpark, gelegen in Resorts World Sentosa op Sentosa Island. Er zijn zeven themagebieden, die gebaseerd zijn op filmsuccessen of televisieshows zoals Battlestar Galactica, Shrek en Monster Rock.   Waterworld is gebaseerd op de Amerikaanse post-apocalyptische sciencefiction film uit 1995 met Kevin Costner in de hoofdrol en Kevin Reynolds als regisseur. James is een van de drie acteurs die de rol speelden van Deacon, de Diaken, de slechterik van de film. James kreeg deze baan vanwege zijn ervaring bij Movieworld in  Gold Coast, Australië, waar hij figuren als Shrek en Scooby Doo speelde. Hij is een ambitieuze acteur.

    Waterworld is een van de grootste spektakels in het pretpark. De actie ‘zwelt aan als een vloedgolf van duizelingwekkende stunts, samen met de spanning en sensatie van echte explosies met vuur en water.’ James moest die dag ook werken, dus ik kon hem tijdens drie shows in actie zien. Ik genoot echt van het spektakel: een ingewikkelde combinatie van stunts, jetski’s, geweerschoten, explosies, vlammen, vuurwerk en ook nog een watervliegtuig om de show compleet te maken – de hele mikmak dus.

    Deze pelgrim moest, samen met de rest van het publiek, zijn eigen gevaren trotseren. De artiesten waren van plan om hun toeschouwers zo veel mogelijk nat te maken. Bij de ‘warming up’ voor de show werden emmers water over het publiek gegooid. De jetskiërs spoten enorme waterstralen over hun publiek. Gelukkig is het warm in Singapore en de mensen leken ervan te genieten om kletsnat te worden, en binnen een paar minuten waren ze ook weer droog. Ik vond het optreden van James geweldig. Door deze rol had hij de gelegenheid om lekker over de top te gaan en zijn gemene lachje maakte zijn schurkenstreken compleet. Ik kon zien dat hij zijn baan leuk vond en ervan genoot om zijn talenten te kunnen laten zien. De Deacon komt aan zijn einde als hij van grote hoogte in de vlammen valt en tijdens de derde show kon ik zien waar de stuntman het overnam. Na de show verdrongen de toeschouwers elkaar om foto’s te kunnen maken met de cast.

    Zo lang je het niet erg vindt om doorweekt te raken is het echt een geweldig spektakel. 

    Na de shows liet James me zijn Singapore zien. We genoten van een paar biertjes in het Hard Rock Café, na deze vermoeiende dag in de hitte. Hij nam me mee om een hapje te gaan eten in het Ayer Rajah Hawker Centre and Food Hall. Voordat we onze keuze maakten, liepen we een rondje langs de vele kraampjes met eten.

    Overal wilden ze ons laten proeven. Ik vond het Centre erg leuk, een stukje authentiek Azië, in tegenstelling tot de geïmporteerde wereld van de Universal Studios, het Hard Rock Café, de Starbucks en de McDonalds.

    Het Centre was vlak bij James z’n studio, dus gingen we lopend op weg naar huis, maar onderweg liepen we tegen de volgende gevaarlijke situatie aan. We waren getuige van huiselijk geweld. In een park zagen we een groep Indiërs, een paar stonden in het lichtschijnsel, maar de meesten stonden in het donker. Een vrouw werd door een man in elkaar geslagen. Ze kromp ineen bij zijn stompen. Ze huilde en gilde. James wilde tussenbeide komen. Ik had ook met de vrouw te doen, maar ik ben toch blij dat hij het niet deed. Als impulsieve jonge man zou hij misschien een culturele grens overgaan naar onbekend terrein. Wat is het verhaal achter deze actie? Waarom werd ze gestraft? Als James had geprobeerd om de man tot stoppen te brengen, wat hadden de anderen dan gedaan? Ik zag al voor me dat er vanuit het donker een meute Indiërs zou verschijnen die ons te grazen zou nemen vanwege onze bemoeienis. Ik ben bang dat de angst voor mijn eigen hachje groter was dan mijn gevoel voor onrechtvaardigheid.

    De volgende dag namen we een bus naar het MRT station Clementi. We namen de metro een paar stations verder om een paar Chinese en Japanse tuinen te bezoeken. Het was vreemd om zo’n grote open plek te zien in deze bruisende, volle en lawaaierige stad. Dit was de rustige kant van Singapore. In de sereniteit van de Japanse tuinen zaten we op een stenen brug boven een klein beekje te praten, terwijl onder ons het water zachtjes voortkabbelde. 

    James vond dat hij in Singapore volwassen geworden was. Toen hij hier net was, was hij een feestbeest geweest. De anderen in zijn appartement waren dat ook, dus hun werkgever had ze uit elkaar gehaald. Zijn gedachten gingen alle kanten op, hij zat vol met ideeën en werd alleen tegengehouden door geld, of eigenlijk het gebrek eraan. Ik zei dat het toch prima was voor jonge mensen zoals James om hun dromen te koesteren ook al lijken ze bijna onmogelijk. Als ze al zouden beginnen zonder verwachtingen, dan zouden ze uiteindelijk ook niets weten te bereiken. James hoopte dat hij tijdens zijn tijd in Singapore wat zou kunnen sparen, maar gezien de huizenhoge prijzen van de drankjes in het Hard Rock Café vermoed ik dat hij sterk in zijn schoenen moet staan om dat te laten lukken. Hij beschouwde zijn komst naar Singapore als de gelegenheid om volwassen te worden en om te ontsnappen uit de sleur. James was op zoek naar zijn identiteit, wat niet vreemd is voor een jongere. Voor mij was James, die nu liever Jimmy genoemd wil worden, nog steeds dezelfde persoon die ik al van kleins af aan kende – een dromer, uitbundig, en vol enthousiasme voor de wereld om zich heen.

    Ik voelde een sterke band met James. We zijn allebei zoekende. Hij is een pelgrim die begint aan zijn levensweg. Ik ben zelf ook een pelgrim, op zoek naar antwoorden op vragen die niet te beantwoorden zijn en op zoek naar een nieuwe identiteit nadat de zelfmoord van Maris al mijn aannames over het leven overboord had gegooid. Ik was James dankbaar dat hij me de gelegenheid bood om die kant van Singapore mee te maken die de toerist

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1